Organisatie | Valkenburg aan de Geul |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 |
Citeertitel | Verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
art. 43, lid 2 onder d en art. 50 WWB
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2004 | 20-01-2011 | Onbekend | 15-12-2003 Heuvelland Aktueel 26 december 2007 | Onbekend |
Verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004
De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders de dato 11 november 2003
gehoord de commissie Inwonerszaken;
gelet op artikel 34, lid 2 onder d en artikel 50 van de Wet werk en bijstand;
vast te stellen de navolgende “Verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004”.
Indien voor de belanghebbende die eigenaar is van een door hemzelf of zijn gezin bewoonde woning met bijbehorend erf, recht op bijstand bestaat als bedoeld in artikel 50, eerste lid van de Wet werk en bijstand én die bijstand de vorm heeft van een geldlening, als bedoeld in artikel 50, tweede lid van de Wet werk en bijstand, wordt die verleend onder verband van hypotheek.
Indien bijzondere bijstand wordt verleend, kunnen burgemeester en wethouders, wanneer wordt voldaan aan de in artikel 50, tweede lid van de Wet werk bijstand genoemde voorwaarden, deze bijstand verstrekken in de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek, tenzij de belanghebbende recht heeft op een uitkering als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars.
Indien voor de belanghebbende die eigenaar is van een door hemzelf of zijn gezin bewoonde woonwagen met bijbehorend erf of een bewoond woonschip onder een bepaald tonnage met bijbehorend erf, overeenkomstig het bepaalde in artikel 50, eerste lid van de Wet werk en bijstand recht op bijstand bestaat én die bijstand de vorm heeft van een geldlening, als bedoeld in artikel 50, tweede lid van de Wet werk en bijstand, wordt die verleend onder vestiging van een pandrecht.
Indien bijzondere bijstand wordt verleend, kunnen burgemeester en wethouders, wanneer wordt voldaan aan de in artikel 50, tweede lid van de Wet werk bijstand genoemde voorwaarden, deze bijstand verstrekken in de vorm van een geldlening onder vestiging van een pandrecht, tenzij de belanghebbende recht heeft op een uitkering als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars.