Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 22 september, nummer 8215AB44, houdende een overbruggingsregeling voor cultuur- en erfgoedinstellingen vanwege de Coronacrisis provincie Utrecht (Overbruggingsregeling voor cultuur- en erfgoedinstellingen vanwege de Coronacrisis provincie Utrecht) |
Citeertitel | Overbruggingsregeling voor cultuur- en erfgoedinstellingen vanwege de Coronacrisis provincie Utrecht |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-09-2020 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 22-09-2020 | 2020-39 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Cultuur- en erfgoedprogramma 2020-2023: cultuur- en erfgoedprogramma 2020-2023 van de provincie Utrecht, Voor Jong & Altijd, vindplaats https://www.provincie-utrecht.nl/onderwerpen/cultuur-en-erfgoed;
Netto schade: de schade die een cultuur- of erfgoedinstelling als rechtstreeks gevolg van de landelijke voorschriften in het kader van de Coronacrisis heeft geleden in de vorm van gemiste eigen inkomsten in de periode van 15 maart 2020 tot 15 september 2020, met aftrek van: niet gemaakte kosten en gelden vanuit de generieke maatregelen (NOW en TOG);
Sectorspecifieke regelingen: middelen die beschikbaar zijn gesteld vanuit de volgende regelingen: regeling voor podia voor aanvullende ondersteuning in verband met gederfde inkomsten als gevolg van COVID-19-maatregelen van het Fonds Podiumkunsten; Regeling matchingbijdrage filmtheaters (COVID-19) van het Filmfonds; compensatieregeling coronacrisis musea > 100.000 bezoekers van het Mondriaanfonds;
Subsidie als bedoeld in het eerste lid kan secundair worden verstrekt aan andere cultuur- en erfgoedinstellingen, als tevens is voldaan aan de volgende criteria:
Categorie: opengesteld rijks- of gemeentelijke monument
het monument is ten minste 7 maanden per jaar het jaar actief en te bezoeken; te toetsen aan de omvang of frequentie van de activiteiten zoals de mate van opstelling, deelname aan open monumentendagen, samenwerking met andere culturele of erfgoedorganisaties, activiteiten bij of in het monument en bijdrage aan educatie;
Wanneer door het totale bedrag aan te verstrekken subsidies op grond van deze uitvoeringsverordening het subsidieplafond van artikel 6 zou worden overschreden, krijgen de instellingen, bedoeld in het tweede lid, voorrang. Vervolgens gelden voor de nadere selectie van de aanvragen die zijn ingediend door instellingen als bedoeld in het derde lid, de volgende criteria:
Subsidie kan worden verstrekt aan cultuur- en erfgoedinstellingen in de provincie Utrecht en aan instellingen die in het kader van het cultuur- en erfgoedprogramma 2020-2023 in aanmerking kunnen komen voor een exploitatiesubsidie, met uitzondering van:
instellingen aan wie reeds rijkssubsidie is toegekend op grond van de sectorspecifieke regelingen en daarbij tevens in aanmerking komen voor cofinanciering van de provincie Utrecht op basis van de uitvoeringsverordening cofinanciering steunpakket cultuur & erfgoed in het kader van de Coronacrisis provincie Utrecht;
Door de instellingen, bedoeld in artikel 2, derde lid, wordt bij de aanvraag tevens overlegd:
een beknopte omschrijving waarin de instelling aangeeft op welke manier zij van belang is voor de provinciale culturele of erfgoedketen zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder b, en op welke manier zij bijdraagt aan de doelstellingen die zijn geformuleerd de doelenboom van het cultuur- en erfgoedprogramma;
Aanvragen om subsidie zullen voor advies worden voorgelegd aan de Adviescommissie overbruggingsregeling cultuur- en erfgoed instellingen.
Het subsidieplafond voor subsidies op grond van deze uitvoeringsverordening bedraagt € 2.000.000 voor 2020.
Artikel 7 Hoogte van de subsidie
Onverminderd het eerste lid bedraagt de subsidie maximaal 75% van de netto schade, met uitzondering van instellingen die in het kader van het cultuur- en erfgoedprogramma 2020-2023 in aanmerking kunnen komen voor een exploitatiesubsidie waarvoor de subsidie op grond van deze regeling maximaal 100% van de netto schade kan bedragen.
Indien voor dezelfde schade reeds subsidie is verstrekt op grond van de sectorspecifieke regelingen.
Artikel 9 Europese regelgeving
Voor zover subsidie wordt verstrekt aan een onderneming, gebeurt dit met inachtneming van artikel 53 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening (EG) nr. 800/2008, Pb EU2008, L214/3, de Verordening (EG) 1998/2006, PbEU 2006, L379/5, betreffende de-minimissteun of anderszins in overeenstemming met de staatssteunregels.
Bijlage: Format Netto Schade als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onder a
Berekening Nettoschade periode 15 maart tm 15 september 2020
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Onderneming: een onderneming zoals bedoeld in artikel 107, eerste lid van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Het begrip ‘onderneming’ staat centraal in het staatssteunrecht. De staatssteunregels zijn alleen van toepassing als er sprake is van steun aan een onderneming die een economische activiteit verricht, ongeacht haar rechtsvorm en wijze van financiering. Iedere activiteit waarbij goederen of diensten op een markt worden aangeboden, is een economische activiteit. Daarmee kan bijvoorbeeld ook een stichting onder omstandigheden onder het begrip onderneming vallen. Als een overheid steun verleent aan een entiteit die niet als een onderneming kan worden aangemerkt, kunnen de staatssteunregels buiten beschouwing worden gelaten.
De provincie ondersteunt een aantal instellingen die in aanmerking kunnen komen voor een exploitatiesubsidie in het kader van het cultuur- en erfgoedprogramma 2020- 2023. Deze instellingen worden ook benoemd in het cultuur- en erfgoedprogramma.
Het gaat om de volgende instellingen: Landschap Erfgoed Utrecht, Monumentenwacht Utrecht, Bibliotheek ServiceCentrum, Kunst Centraal, Utrechts Landschap, Steunpunt Archeologie en Monumenten Utrecht, Restauratie Opleidingsprojecten, Kasteel Amerongen, Slot Zuylen, Stichting Samenwerkende Kasteelmusea. Stichting Café Theater Festival, Stichting Dutch Harp Festival, Stichting Gaudeamus Muziekweek, Stichting Gooisch Klassiek, Stichting Havikconcert, Stichting Het Literatuurhuis, Stichting Internationaal Kamermuziek Festival Utrecht, Stichting Internationaal Kamermuziekfestival Amersfoort, Stichting Internationaal Liedfestival Zeist, Stichting Le Guess Who, Stichting Liszt Concours, Stichting Nacht van de Literatuur Amersfoort, Stichting Nederlands Film Festival, Stichting Organisatie Oude Muziek, Stichting Popwaarts, Stichting Spring, Stichting Storm, Stichting Straattheaterfestival Woerden, Stichting Theaterie ’t Open Doekje, Stichting Toermalijn, Stichting UICF, Stichting Weeshuis van de Kunst, Stichting Zeister Muziekdagen, Stichting Zomertheater Amersfoort en Stichting Bevrijdingsfestival Utrecht.
De bovengenoemde instellingen hebben voorrang bij de subsidietoekenning en er gelden andere criteria voor deze instellingen. Dit betekent dat bij een overvraag de aanvragen van de bovengenoemde instellingen eerst worden toegekend, wanneer zij aan de criteria voldoen. Vervolgens wordt bij overvraag voor de overige aanvragen die aan de criteria voldoen, een nadere selectie gemaakt op basis van de nadere selectiecriteria, zoals beschreven onder lid 4 (geografische spreiding, pluriformiteit en de relatie met de doelen uit het provinciale beleid).
De doelstellingen die zijn geformuleerd in de doelenboom van het cultuur- en erfgoedprogramma Voor Jong & Altijd 2020-2023 zijn als volgt omschreven:
Het hoofddoel van het cultuur- en erfgoedbeleid van de provincie Utrecht is: Bijdragen aan de toegankelijkheid van cultuur en de instandhouding van waardevol erfgoed, zodat bewoners en bezoekers van de provincie Utrecht hiervan kunnen leren en genieten.
Het volledige programma is te vinden via:https://www.provincie-utrecht.nl/onderwerpen/cultuur-en-erfgoed.
Artikel 3 Subsidieontvangers/doelgroepen
De instellingen die in aanmerking zijn gekomen voor de rijkssubsidie op grond van de sectorspecifieke regelingen en ook een beroep doen op cofinanciering van de provincie Utrecht zijn hiervan op de hoogte gesteld middels een brief. Deze instellingen kunnen geen aanvraag doen voor deze overbruggingsregeling.
De Adviescommissie overbruggingsregeling cultuur- en erfgoedinstellingenprovincie Utrecht is ingesteld op 22 september 2020. De commissie heeft tot taak een samenhangend advies uit te brengen aan Gedeputeerde Staten inzake subsidieaanvragen in het kader van de uitvoeringsverordening overbruggingsregeling voor cultuur- en erfgoedinstellingen in het kader van de Coronacrisis provincie Utrecht. Daarnaast wordt de commissie betrokken bij de evaluatie van deze regeling en geeft zij strategisch advies omtrent de inzet van het steunpakket in 2021. De commissie wordt ingesteld tot 1 juli 2021.
Artikel 10 Europese regelgeving
Subsidie kan alleen verleend worden voor zover dit in overeenstemming is met Europeesrechtelijke staatssteunregels. Voor de culturele sector is de vrijstelling in artikel 53 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening de belangrijkste mogelijkheid. Verder kan gedacht worden aan de-minimissteun. Andere staatssteunoplossingen kunnen in bepaalde gevallen ook denkbaar zijn, maar liggen niet direct voor de hand.
Om te bepalen of er sprake is van ongeoorloofde staatssteun, is het van belang om te weten of er op andere wijze steun wordt gegeven, in de vorm van subsidies of andere steun die van een overheid afkomstig is. Bij gebruikmaking van de vrijstelling voor de culturele sector is het van belang dat de subsidiabele activiteiten overeenkomen met de activiteiten en kostenposten die in deze vrijstelling worden genoemd. Hier wordt dan ook specifiek naar gevraagd bij de aan te leveren informatie zoals genoemd in artikel 4 van deze verordening.