Organisatie | Zundert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel maatschappelijke participatie gemeente Zundert 2019 |
Citeertitel | Beleidsregel maatschappelijke participatie gemeente Zundert 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Beleidsregel maatschappelijke participatie gemeente Zundert 2019 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | nieuwe regeling | 19-02-2019 Zundertse Bode | ZD19002987 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert;
gelezen het bepaalde in artikel 160 van de Gemeentewet en art. 4:81 van Algemene wet bestuursrecht,
overwegende dat het gewenst is in het kader van het Zundertse minimabeleid inwoners tegemoet te komen in de kosten die gemaakt moeten worden om maatschappelijk te kunnen meedoen, waartoe zij zelf niet (geheel) in staat zijn;
uitvoering gevend aan de notitie Minimabeleid 2018 vastgesteld door de gemeenteraad op 30 oktober 2018;
vast te stellen de 'Beleidsregel maatschappelijke participatie gemeente Zundert 2019'
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a. Belanghebbende: de aanvrager/ontvanger van een bijdrage op grond van deze regeling, diens partner en de tot zijn gezin behorende minderjarige kinderen.
b. Uitkering: de uitkering zoals bedoeld in de Participatiewet (algemeen of periodiek bijzonder), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).
c. Inkomen: het netto inkomen exclusief vakantietoeslag dat is ontvangen in de maand voorafgaand aan de maand waarin de aanvraag is ingediend. De artikelen 31,32 en 33 Participatiewet zijn van toepassing. Belanghebbenden die op basis van een uitspraak van de rechter deelnemen aan de WSNP worden geacht een inkomen op bijstandsniveau te hebben.
d. Laag inkomen: hiervan is sprake als de rechthebbende in de maand voorafgaande aan de maand van aanvraag een netto maandinkomen exclusief vakantietoeslag heeft wat niet hoger is dan 120% van de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm, exclusief vakantietoeslag:
e. Vermogen: de waarde van de bezittingen waarover redelijkerwijs beschikt kan worden. De artikelen 31 en 34 van de Participatiewet zijn van toepassing.
f. Stichting Leergeld: Stichting Leergeld Noord-West Brabant.
g. Sjors Sportief / Sjors creatief: producten aangeboden via www.sjorssportief.nl door V.O.F. Cultuur & Sportstimulering Nederland.
h. Webwinkel: webwinkel Meedoen Werkplein Hart van West-Brabant.
2. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.
Artikel 3 Recht op maatschappelijke participatie
De belanghebbende die op datum aanvraag op grond van de Wet basisregistratie personen (Brp) als ingezetene bij de gemeente Zundert is ingeschreven, daar feitelijk zijn hoofdverblijf heeft, rechtmatig in Nederland verblijft en een laag inkomen heeft, komt in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten van maatschappelijke participatie. Uitzondering vormt artikel 4, lid 3, waar het inkomen tot maximaal 130% van de bijstandsnorm geldt.
Geen bijdrage wordt verstrekt als blijkt dat belanghebbende kan beschikken over vermogen dat hoger is dan het geldende vermogen als bedoeld in artikel 34 lid 3 van de Participatiewet. Voor de berekening van de bijdrage wordt het vermogen dat is gebonden aan de woning met bijbehorend erf buiten beschouwing gelaten.
Een wijziging in de persoonlijke en/of financiële omstandigheden van de belanghebbende na de datum waarop op de aanvraag voor een bijdrage is beslist, niet van invloed op het eerder genomen besluit, behoudens een verhuizing van de belanghebbende naar een andere gemeente, niet zijnde een gemeente die deel uitmaakt van het Werkplein Hart van West-Brabant. In dat geval vervalt de eerder toegekende doch nog niet verbruikte tegemoetkoming per de datum van verhuizing.
Hoofdstuk 2 Inhoudelijke bepalingen
Artikel 4 Kosten maatschappelijke participatie
Artikel 6 De uitvoering van de Beleidsregel maatschappelijke participatie gemeente Zundert 2019
De uitvoering van deze regeling geschiedt op de navolgende wijze:
Artikel 7 De aanvraag bij het Werkplein Hart van West-Brabant
De voor een kalenderjaar toegekende tegemoetkoming voor maatschappelijke participatie kan uiterlijk tot en met 31 december van dat kalenderjaar worden gebruikt. De eventuele restant tegemoetkoming voor dat kalenderjaar vervalt met ingang van 1 januari van het daarop volgende kalenderjaar en wordt niet uitbetaald aan de aanvrager en kan ook niet worden meegenomen naar het daaropvolgende kalender jaar.
Artikel 8 De aanvraag bij de Stichting Leergeld Noord-West Brabant
1. Stichting Leergeld stelt nadere regels ter uitvoering van deze beleidsregel;
2. Stichting Leergeld toetst in hoeverre voldaan is aan de in deze beleidsregel benoemde voorwaarden en criteria;
3. Stichting leergeld kan een aanvraag weigeren in enig jaar, indien: