Organisatie | Zeist |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zeist houdende regels omtrent de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden (Afvalstoffenverordening Zeist 2020) |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening Zeist 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Afvalstoffenverordening Zeist 2005.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-09-2020 | nieuwe regeling | 15-09-2020 | 372783/20RV040 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:
gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente, dan wel in een andere gemeente waarmee het college een overeenkomst voor de inzameling van afvalstoffen heeft gesloten, feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;
2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 5 Frequentie van inzamelen
Het college stelt de frequentie vast van de in artikel 3 van deze verordening bedoelde verschillende categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij of nabij elk perceel worden ingezameld.
3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door dan de gebruikers van percelen
Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.
Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
4 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN
Artikel 13 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.
Artikel 15 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Artikel 16 Achterlaten van straatafval
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Artikel 17 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 19 Verbod opslag van afvalstoffen
Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met hoofdstuk 2 van deze verordening aanbieden of overdragen van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 20 Ontdoen van autowrakken
Het is verboden zich te ontdoen van een autowrak dat afkomstig is van een perceel, anders dan door afgifte aan een inrichting als bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.
Overtreding van artikel 6 tot en met artikel 11 en artikel 14 tot en met 20, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.
Afvalstoffenverordening Zeist 2020
Deze verordening dient het belang van de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig afvalstoffenbeheer. Het belang daarvan neemt toe omdat tegenwoordig anders naar afval wordt gekeken dan in het verleden. Afval wordt steeds meer benaderd als grondstof. In een meer circulaire economie is afval van waarde. Dat betekent duurzaam omgaan met natuurlijke hulpbronnen, zuiniger zijn op grondstoffen, voorwerpen langer en opnieuw gebruiken en optimalere reststromen. Afvalscheiding en inzameling is daarbij van wezenlijk belang.
2. Hoofdlijnen van de verordening
Scheiden van afvalstromen begint bij huishoudens (huishoudelijke afvalstoffen) en bedrijven (kantoren, winkels, dienstverleners) waar die afvalstoffen ontstaan – of waar die in de openbare ruimte terechtkomen. De verordening bevat regels over huishoudelijk afval, bedrijfsafval en afval in de openbare ruimte.
Wat betreft huishoudelijke afvalstoffen heeft het gemeentebestuur de wettelijke taak om te zorgen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen door middel van de inzameldienst die daartoe krachtens deze verordening is aangewezen. Bij de uitvoering van deze taak wordt de gemeente in de praktijk in toenemende mate ondersteund door het initiatief van andere inzamelaars zoals scholen, ideële instellingen of anderen die bijvoorbeeld papier, glas of andere bestanddelen van het huishoudelijk afval verzamelen voor inzameling. Deze verordening regelt de aanwijzing van de inzameldienst en van andere inzamelaars en bepaalt welke bestanddelen gescheiden moeten worden aangeboden en dus ook gescheiden moeten worden ingezameld.
Wat betreft bedrijfsafvalstoffen is de afvalscheiding door kantoren, winkels en diensten (hierna: KWD) binnen de gemeente van belang. De inzameling van dergelijk bedrijfsafval kan plaatsvinden door de inzameldienst maar ook door anderen. Het beheer van bedrijfsafvalstoffen is in belangrijke mate op Rijksniveau geregeld door de Wet milieubeheer (hierna: Wm) en daarop gebaseerde centrale regelgeving. Deze verordening bevat enkele aanvullende regels die van belang zijn indien de inzameling van de inzameldienst aan de orde is of die de wijze van aanbieding van bedrijfsafvalstoffen in de openbare ruimte betreffen.
Wat betreft het afval in de openbare ruimte is het voorkomen van zwerfafval van belang. Zwerfafval ontstaat niet alleen door illegale dumping maar kan ook ontstaan uit huishoudelijk afval, bijvoorbeeld als dat verkeerd is aangeboden of als ter inzameling gereedstaand huishoudelijk afval is doorzocht of omgeschopt. Zwerfafval komt ook in de openbare ruimte terecht via het publiek rondom winkels, eet- en drinkgelegenheden, evenementen of reclame- en promotiecampagnes. De verordening bevat regels voor het bestrijden van zwerfafval.
Gemeentelijk grondstoffenbeleid
Bij de vaststelling van deze verordening is rekening gehouden met het vastgestelde ‘regionaal afvalbeleidsplan 2014 – 2018, Meer Grondstoffen, Minder Restafval’. Dat betekent dat het college bij de uitvoering van deze verordening rekening zal houden met de kaders die in dit plan zijn vastgelegd, zoals het toepassen van omgekeerd inzamelen. Dit is een manier van inzamelen, waarbij het serviceniveau voor de inzameling van grondstoffen wordt verhoogd en voor restafval wordt verlaagd.
Artikel 1:Begripsomschrijvingen
Een aantal begrippen is nieuw aan deze verordening toegevoegd, zodat duidelijk is wat daarmee wordt bedoeld. Enkele nieuwe begrippen zijn college, grondstoffen, maatschappelijke organisaties, recyclingstation en zwerfafval.
Artikel 3:Afzonderlijke inzameling
In de Afvalstoffenverordening 2005 is een uitvoerige lijst opgenomen van de afzonderlijk in te zamelen afvalstoffen. In de Afvalstoffenverordening 2020 is, vanwege het operationele karakter, opgenomen dat het college de lijst op- en vaststelt.
Artikel 4:Inzamelmiddelen en –voorzieningen
In de Afvalstoffenverordening 2020 is in de formulering van dit artikel aangesloten bij de implementatie van het omgekeerd inzamelen, waarbij de gemeente bepaalt welke inzamelvoorziening gebruikt wordt en waar deze inzamelvoorziening geplaatst wordt. Deze wijziging maakt het inzamelen per verzamelcontainer mogelijk.
Artikel 5:Frequentie van inzamelen
In de Afvalstoffenverordening 2005 is opgenomen in welke frequentie wordt ingezameld. In de Afvalstoffenverordening 2020 is, vanwege het operationele karakter, opgenomen dat het college de frequenties op- en vaststelt. Dit gebeurt in lijn met deze verordening en met het ‘regionaal afvalbeleidsplan 2014 – 2018, Meer Grondstoffen, Minder Restafval’.
Artikel 14:Maatschappelijke organisaties
Het afval van maatschappelijke organisaties valt onder de definitie van bedrijfsafval. Het inzamelen van bedrijfsafval is een economische activiteit en valt daarmee niet onder de wettelijke zorgplicht van de gemeente. Ingevolge de Wet markt en overheid (dit betreft de artikelen 25g t/m 25m van de Mededingingswet) gelden voor overheden die economische activiteiten verrichten bepaalde gedragsregels om concurrentievervalsing te voorkomen. Deze gedragsregels zijn:
De raad kan besluiten dat bepaalde economische activiteiten worden uitgezonderd van de werking van de Wet markt en overheid door deze aan te wijzen als zijnde een activiteit in het algemeen belang. Dit is nu relevant voor de afvalinzameling bij maatschappelijke organisaties vanwege:
In de Memorie van toelichting bij artikel 10.23, derde lid, van de Wet Milieubeheer staat: Ten aanzien van de inzameling van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen mogen gemeenten in het belang van de bescherming van het milieu regels stellen. Gemeenten mogen hun bevoegdheid niet benutten ter bevoordeling van de eigen inzameldienst en ten nadele van andere aanbieders op de markt. Mits met inachtneming van deze randvoorwaarden kan de inzameldienst aangewezen categorieën afvalstoffen inzamelen uit bijvoorbeeld de kantoren-, winkels- en dienstensector (KWD-afval) en de horecasector. Het milieubelang kan zijn gelegen in geluidhinder, (brand-)veiligheid, overlast en dergelijke; maar ook inzamelefficiency kan een aanleiding vormen. Op basis van dit artikel kan de inzameldienst ook bij scholen actief zijn. Een actueel praktijkbelang wordt gevormd door milieueducatie: het bijbrengen van goed afvalscheidingsgedrag zoals dat in de thuissituatie is vereist en op school navolging en stimulering verdient.