Organisatie | Hengelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening precariobelasting 2020 |
Citeertitel | Precariobelasting 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Precariobelasting 2020 |
Geen
artikel 228 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-09-2020 | nieuwe regeling | 09-09-2020 | 3093385 |
Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2020 (Verordening precariobelasting 2020) (integraal na 1e wijziging)
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
borden - plat tegen de gevel bevestigd - die geen grotere frontoppervlakte hebben dan O,30 m2, waarbij de langste zijde niet uitgaat boven 1 strekkende meter en welke de naam en verdere bijzonderheden vermelden van beroep of bedrijf van de persoon of onderneming, welke in de onroerende zaak, waartegen die borden zijn aangebracht, woont, is gevestigd of waar het beroep of bedrijf wordt uitgeoefend;
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar-overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar de jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9A Ontheffing wegens corona-maatregelen
Indien als gevolg van regelgeving van de overheid in verband met het coronavirus het gebruik van de voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond in het geheel niet plaatsvindt of niet plaatsvindt naar de wezenlijke bedoeling van de betreffende voorwerpen, bestaat aanspraak op ontheffing van de precariobelasting voor de periode dat die regelgeving van kracht is.
Een belastingplichtige ondernemer die behoort tot de beroepen, die door de Rijksoverheid zijn benoemd in “Bijlage 1 behorende bij artikel 1 van de beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19: activiteiten met de daarbij behorende code van de standaard bedrijfsindeling (SBI-CODE)” (https://www.rvo.nl/subsidie-en-financieringswijzer/tegemoetkoming-schade-covid-19/vastgestelde-sbi-codes), heeft aanspraak op ontheffing van de precariobelasting voor de periode dat de regelgeving van de overheid in verband met het coronavirus van kracht is.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald binnen een maand na de dagtekening van de aanslag. Dit geldt ook in geval het totaalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening Precariobelasting 2020 integrale versie na 1e wijziging.
Vastgesteld door de gemeenteraad vanHengelo
in de openbare vergadering van 5 november 2019 (de 1e wijziging is vastgesteld op 9 september 2020),
Tarieventabel 2020 behorende bij de 'Verordening precariobelasting 2020 integrale versie na 1e wijziging'.
Het tarief bedraagt voor het uitstallen van al dan niet ten verkoop aangeboden zaken op een grondoppervlakte boven het aantal van 6 m2 | ||
Het tarief bedraagt voor het hebben van steigerwerken, stortkokers of bouwketen, daaronder begrepen zaken en materialen in verband met genoemde voorwerpen: | ||
Het tarief bedraagt voor het hebben van een standplaats per jaar: | ||
Het tarief bedraagt voor het hebben van een standplaats per dag | ||
Het tarief bedraagt voor het hebben van een automatisch verkoop-, weeg-, speel- of ander toestel, per jaar: | ||
indien geplaatst op openbare gemeentegrond per 0,5 m2 ingenomen grondoppervlakte |
Het tarief bedraagt voor het hebben van een luifel of een overbouwing aan een vestiging met een overstek van meer dan 0,3 meter uit de gevel, anders dan in onderdeel 3.1.7 per jaar: | ||
een telefooncel, in afwijking van een telefooncel genoemd in onderdeel 8.1.1, bestaande uit een afgeschermd toestel bevestigd aan een gevel of paal, per jaar, per telefooncel |
Behoort bij raadsbesluit van 5 november 2019 (de 1e wijziging is vastgesteld op 9 september 2020).