Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Flevoland

Verordening van Provinciale Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent de rechtspositie van staten- en commissieleden (Verordening rechtspositie Staten- en commissieleden provincie Flevoland 2019)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFlevoland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingVerordening van Provinciale Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent de rechtspositie van staten- en commissieleden (Verordening rechtspositie Staten- en commissieleden provincie Flevoland 2019)
CiteertitelVerordening rechtspositie staten- en commissieleden provincie Flevoland 2019
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling vervangt de Verordening Rechtspositie gedeputeerden provincie Flevoland 2016 en de Verordening Rechtspositie Staten- en burgerleden en andere commissieleden provincie Flevoland 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 143 van de Provinciewet
  2. artikel 2.1.1, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  3. artikel 2.1.3, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  4. artikel 2.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  5. artikel 2.1.9, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  6. artikel 2.2.10, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  7. artikel 2.2.10, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  8. artikel 2.3.3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  9. artikel 2.3.5 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  10. artikel 2.4.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  11. artikel 2.4.4 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  12. artikel 2.1, vijfde lid, van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers
  13. artikel 2.6, vijfde lid, van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-09-2020nieuwe regeling

10-07-2019

prb-2020-6663

2647400

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van Provinciale Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent de rechtspositie van staten- en commissieleden (Verordening rechtspositie Staten- en commissieleden provincie Flevoland 2019)

Gedeputeerde Staten van Flevoland maken gelet op het bepaalde in artikel 136, lid 1 Provinciewet bekend dat Provinciale Staten in hun vergadering van 10 juli 2019 onder nummer 2399378 het volgende besluit hebben genomen

 

Provinciale Staten van de provincie Flevoland

 

Gelet op de artikelen 143 Provinciewet, de artikelen 2:1.1 lid 4, 2:1.3 lid 1. 2:1.4 lid 1, 2:1.9 lid 1, 2:2.10 leden 1 en 5, 2:3.3 lid 2, 2:3.5, 2:4.2 en 2:4.4 van het Besluit rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en de artikelen 2.1 lid 5 en 2.6 lid 5 van de Regeling rechtspositie decentrale ambtsdragers;

 

Besluiten vast te stellen de Verordening rechtspositie staten- en commissieleden provincie Flevoland 2019;

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Besluit: het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

  • b.

    Regeling: de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers;

  • c.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 80, 81, en 82 van de Provinciewet, dat niet tevens statenlid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd;

  • d.

    statenlid: lid van provinciale staten.

Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor Statenleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

De vergoeding voor werkzaamheden en de tegemoetkoming in de kosten van een lid van Provinciale Staten zijn overeenkomstig de vergoedingen als genoemd in artikel 2.1.1. en artikel 2.1.6 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 3 Toelage lid onderzoekscommissie

  • 1.

    Het statenlid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 151a, derde lid, van de Provinciewet, ontvangt per jaar voor het lidmaatschap een toelage die overeenkomt met ten hoogste driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, genoemd in artikel 2:1.1, eerste lid, van het Besluit.

  • 2.

    Indien de commissaris de duur van de activiteiten voor de onderzoekscommissie niet op een heel kalenderjaar vaststelt, wordt omvang van de toelage naar rato aangepast.

Artikel 4 Toelage lid bijzondere commissie

  • 1.

    Het statenlid dat lid is van een bijzondere commissie, bedoeld in artikel 2.1.4, lid 1 van het Besluit, ontvangt per maand voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage van €120,-.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid stelt de commissaris de duur van de activiteiten vast.

Hoofdstuk 3 Gemeenschappelijke voorzieningen

Artikel 5 Vergoeding kosten scholing

  • 1.

    De kosten van deelname door een staten- of commissielid aan een niet-partijpolitiek georiënteerde cursus, congres of seminar dat door of vanwege de provincie wordt aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de provincie. Het betreft uitsluitend scholing in verband met de vervulling van de functie van staten- of commissielid. Scholing in het partijpolitieke gedachtengoed van een politieke partij komt niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 2.

    Het staten- of commissielid dat wil deelnemen aan een niet-partij politiek georiënteerde cursus, congres, seminar of symposium, dat niet door of vanwege de provincie wordt aangeboden of verzorgd en de kosten hiervan wil declareren, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in door tussenkomst van de fractievoorzitter. Het betreft uitsluitend scholing in verband met de vervulling van de functie van staten- of commissielid. Scholing in het partijpolitieke gedachtengoed van een politieke partij komt niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 3.

    Indien niet-partijpolitieke scholing plaats vindt ten behoeve van het functioneren van de fractie als geheel, dient deze scholing gefinancierd te worden uit het fractiebudget, op grond van de verordening Fractievergoeding 2016.

  • 4.

    De aanvraag bedoeld in het tweede lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 5.

    Voor vergoeding komen in aanmerking de kosten van deelname alsmede de reis- en verblijfskosten. Voor commissieleden worden enkel de reis- en verblijfkosten binnen de provinciegrens vergoed;

  • 6.

    De Commissaris van de Koning en de Griffier van Provinciale Staten besluiten over de in het tweede lid van dit artikel bedoelde aanvraag.

Artikel 6 Informatie- en communicatievoorzieningen

Gedeputeerde Staten stellen ten laste van de provincie aan een staten- of commissielid voor de duur van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking. Hiertoe ondertekent het staten- of commissielid een door Gedeputeerde Staten opgestelde bruikleenovereenkomst. Na beëindiging van de functie, is overname van genoemde voorzieningen niet toegestaan.

Artikel 7 Parkeerfaciliteiten

Het staten- of commissielid kan gebruik maken van het parkeerterrein van de provincie op momenten dat hij uit hoofde van zijn functie aanwezig moet zijn in het provinciehuis.

Hoofdstuk 4 De procedure van declaratie en betaling

Artikel 8 Declaratie en betaling

  • 1.

    Het staten- of commissielid draagt ten behoeve van het vergoeden van kosten, die voor vergoeding of tegemoetkoming ten laste van de provincie in aanmerking komen, zorg voor spoedige declaratie binnen het betreffende kalenderjaar.

  • 2.

    Staten- en commissieleden kunnen op de door de griffie aangegeven wijze de te vergoeden kosten declareren. De griffier of een door hem aangewezen ambtenaar behoudt zich het recht voor een declaratie al dan niet te fiatteren c.q. te wijzigen.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 9 Intrekking eerdere verordening

De Verordening Rechtspositie gedeputeerden provincie Flevoland 2016 en Verordening Rechtspositie Staten- en burgerleden en andere commissieleden provincie Flevoland 2016 worden ingetrokken.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 10 juli 2019.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rechtspositie staten- en commissieleden provincie Flevoland 2019”.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van Provinciale Staten van 10 juli 2019

griffier, voorzitter.