Organisatie | Noordwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent de rekenkamer (Verordening op de rekenkamer gemeente Noordwijk 2020) |
Citeertitel | Verordening op de rekenkamer gemeente Noordwijk 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
artikel 81a van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-09-2020 | nieuwe regeling | 19-05-2020 | niv |
De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde beleid.
De raad kan de rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand of en in hoeverre aan dat verzoek zal worden voldaan. Indien de rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.
De rekenkamer is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur, van besturen van instellingen bedoeld als in artikel 184 van de Wet en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamer gestelde termijn te verstrekken.
Artikel 10 Afstemming met de raad
Jaarlijks is er een voortgangsgesprek tussen de leden van de rekenkamer en de raad.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 mei 2020,
W.J.A. Verkleij
voorzitter
M.R. Fabbricotti
griffier
Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.
In deze verordening is gekozen voor een invulling in de vorm van een rekenkamer. De raad bepaalt zelf hoeveel leden de rekenkamer zal hebben. In lid 3 is bepaald dat de leden van de rekenkamer dezelfde onafhankelijkheid van de gemeente heeft als is voorgeschreven in artikel 81f van de Wet.
Dit artikel komt overeen met artikel 182 lid 1 van de Wet. Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.
In dit artikel wordt het advies van de werkgroep P&C overgenomen om alleen externe leden voor de rekenkamer te benoemen. Dit is mede met het oog op het wetsvoorstel van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties om de rekenkamerfunctie af te schaffen. Door in deze verordening te kiezen voor externe leden krijgt de rekenkamer in het licht van die ontwikkeling een toekomstbestendig karakter.
Voor iedere werving en selectie van een nieuw lid/nieuwe leden van de rekenkamer stelt de raad ad hoc een selectiecommissie in. Per lid wordt voor zijn of haar benoeming vervolgens een raadsvoorstel voorgelegd aan de raad. Hierin wordt ook melding gemaakt van de openbare betrekkingen die hij of zij bekleedt.
Artikel 5 Ontslag en non-activiteit
Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid om hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.
De rekenkamer is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het aan haar ter beschikking gestelde budget.
Artikel 7 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer
De leden van de rekenkamer ontvangen een bij verordening van de raad vastgestelde vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten, conform de daarvoor geldende bepalingen. In het geval van Noordwijk wordt aangesloten bij het rechtspositiebesluit. De vergoeding voor de voorzitter komt neer op € 304,52 per maand en voor de leden op € 198,60 per maand. In dit artikel is de vergoeding vastgelegd (peildatum 2020). De jaarlijkse bijstelling van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers heeft als consequentie dat de vergoeding voor de leden en voorzitter van de rekenkamer enigszins zal fluctueren als gevolg van de indexatie.
De onafhankelijkheid van de rekenkamer blijkt onder andere uit het feit dat zij zelfstandig bepaalt welke onderzoeken zullen worden ingesteld. De rekenkamer kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen, maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182 lid 2 van de Wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de Wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. De rekenkamer kan gemotiveerd afzien van een verzoek.
Om te waarborgen dat de rekenkamer bij de uitvoering van haar onderzoeken over voldoende en relevante gegevens kan beschikken, is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur, van besturen en instellingen bedoeld als in artikel 184 van de Wet en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamer zijn in beginsel openbaar, maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.
Partijen krijgen de mogelijkheid om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats, waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag er eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijk wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. De rapporten en verslagen van de rekenkamer zijn openbaar.
De bevindingen, conclusies en eventuele aanbevelingen die voortvloeien uit een rekenkameronderzoek worden voorgelegd in de vorm van een raadsvoorstel. Deze kan door de rekenkamer zelf worden opgesteld.
Artikel 10.4 regelt dat het college (en indien van toepassing de raad) minimaal één keer per jaar aan de rekenkamer doorgeeft wat zij met de aanbevelingen heeft gedaan. Ook als de raad en het college besluiten de aanbevelingen niet over te nemen, stellen zij de rekenkamer daarvan in kennis.
Artikel 10 Afstemming met de raad
Jaarlijks vindt er een voortgangsgesprek plaats tussen de leden van de rekenkamer en de raad. Dit kan door een bijeenkomst met de raad te beleggen, bijvoorbeeld via het fractievoorzittersoverleg of een commissie, zoals een Rondetafelgesprek of de auditcommissie. Gelet op het takenpakket van het fractievoorzittersoverleg betreft het hier met name zaken van huishoudelijke aard met betrekking tot de rekenkamer.
Verder geeft de rekenkamer tijdens een rondetafelgesprek een uiteenzetting van ieder onderzoek, waarbij raads- en commissieleden de mogelijkheid hebben om verhelderende vragen te stellen.
Dit artikel geeft aan dat de rekenkamer zelf een reglement van orde vaststelt voor haar werkzaamheden respectievelijk haar vergaderingen.