Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Den Helder

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder houdende regels omtrent de algemene begraafplaats (Verordening Algemene Begraafplaats gemeente Den Helder 2014)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDen Helder
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder houdende regels omtrent de algemene begraafplaats (Verordening Algemene Begraafplaats gemeente Den Helder 2014)
CiteertitelVerordening Algemene Begraafplaats gemeente Den Helder 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling vervangt de Verordening Algemene Begraafplaats 2008.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-09-2020nieuwe regeling

01-12-2014

gmb-2020-240315

RB14.0143

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder houdende regels omtrent de algemene begraafplaats (Verordening Algemene Begraafplaats gemeente Den Helder 2014)

 

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

LOCATIE

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats aan de Kerkhoflaan 4 te Huisduinen, Gemeente Den Helder;

BEHEER/BESTUUR

  • b.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • c.

    bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder;

GRAVEN

  • d.

    algemeen graf: een graf in beheer bij de gemeente waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • e.

    particulier graf: een graf(kelder) waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as.

  • f.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as.

  • g.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het gebruik is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • h.

    graf: een zandgraf of keldergraf (graf in een grafkelder);

  • i.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • j.

    kindergraf: een particulier graf bestemd voor het begraven van kinderen;

  • k.

    islamitisch graf: een particulier graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken die op islamitische wijze begraven worden. Hiervoor is een apart gedeelte gereserveerd op I-noord;

OVERIG

  • l.

    asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

  • m.

    columbarium: gedeelte van de begraafplaats bestemd voor het plaatsen van asbussen in de nissen van de urnenmuren;

  • n.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf, of een urnennis is verleend;

  • o.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • p.

    grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het bestuursorgaan een grafrecht wordt verleend;

  • q.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

  • r.

    grafrecht: het recht op een bepaald gebruik op een bepaalde plek op de begraafplaats voor een bepaalde periode. Er zijn rechten voor een algemeen graf en voor een urnennis (gebruiksrecht) en voor een particulier graf/particulier urnengraf (uitsluitend recht) Het uitsluitend recht op een graf is geen registergoed (zie artikel 28, lid 1, Wet op de Lijkbezorging):

    • -

      grafrecht algemeen graf: de huur van het gebruik van de plek voor één overledene in dat graf voor een periode van 10 jaar met het recht van de gebruiker tot het plaatsen van een monument onder de voorwaaren zoals beschreven in het bij deze verordening horende uitvoeringsbesluit. In een algemeen graf liggen overledenen begraven die meestal vreemden van elkaar zijn, omdat de beheerder van de begraafplaats bepaalt wie er begraven wordt.

    • -

      grafrecht urnennis: de huur van het gebruik van een nis voor het bijzetten en bijgezet houden van één of meerdere asbussen met of zonder urnen, met het recht van de gebruiker/huurder tot het voorzien van de afdekplaat van een opschrift; e.e.a. onder de voorwaarden zoals beschreven in het bij deze verordening horende uitvoeringsbesluit. Het is de gebruiker/huurder van de nis die bepaalt van welke overledene(n) de asbussen (met of zonder urnen) worden bijgezet.

    • -

      grafrecht particulier graf: het uitsluitend recht op het doen begraven en begraven houden van lijken, het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen (met of zonder urnen), met het recht tot het plaatsen van een monument; e.e.a. onder de voorwaarden zoals beschreven in het bij deze verordening horende uitvoeringsbesluit. In een particulier graf liggen overledenen begraven die meestal bekenden van elkaar zijn, omdat het de rechthebbende is die met het ‘uitsluitend recht’ bepaalt welke overledenen er in worden begraven dan wel worden bijgezet.

    • -

      grafrecht particulier urnengraf: het uitsluitend recht op het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen, met of zonder urnen), met het recht tot het plaatsen van een monument; e.e.a. onder de voorwaarden zoals beschreven in het bij deze verordening horende uitvoeringsbesluit. Het is de rechthebbende die met het ‘uitsluitend recht’ bepaalt van welke overledenen in het graf de asbussen (met of zonder urnen) worden bijgezet.

  • s.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf of particulier urnengraf.

  • t.

    urn: een voorwerp ter berging van een asbus. verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid.

HOOFDSTUK 2 BEHEER, OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 2 Beheer

  • 1.

    Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd door de afdelingsmanager Stadsbeheer, namens de directie onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

    Onder toezicht van het bestuursorgaan worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

    • a.

      De aanwezige administratie van de begraafplaats;

    • b.

      De dagelijkse leiding van de begraafplaats;

    • c.

      Het onderhoud van de begraafplaats;

    • d.

      Het delven of openen en sluiten van graven.

Artikel 3 Openstelling begraafplaats

  • 1.

    De begraafplaats is voor eenieder dagelijks toegankelijk.

  • 2.

    Sinds augustus 2014 kent de begraafplaats een tweede eigen toegang. Deze bevindt zich aan de Jan Verfailleweg. De doorgang naar de algemene begraafplaats via de katholieke begraafplaats is er vanaf dat moment niet meer.

  • 3.

    De openingstijden zijn, behoudens door het bestuursorgaan te verlenen ontheffing, zoals aangegeven bij de ingangen.

  • 4.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 5.

    Uitvaarten dienen via de hoofdingang, Kerkhoflaan, plaats te vinden. De ingang aan de Jan Verfailleweg mag hiervoor niet gebruikt worden.

  • 6.

    De begraafplaats kan via de toegangspoort aan de Kerkhoflaan te allen tijde verlaten worden. Na sluitingstijd kan de toegangspoort hier via de binnenzijde geopend worden. De begraafplaats kan na sluitingstijd niet meer verlaten worden via de toegangspoort aan de Jan Verfailleweg.

  • 7.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden.

  • 8.

    De tijd van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van de as is op:

    • a.

      werkdagen van 08.00 uur tot 15.00 uur;

    • b.

      zaterdagen van 09.00 uur tot 13.00 uur.

  • 9.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

  • 10.

    Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande(n) vastgesteld.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3.

    Ter handhaving van de orde op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats worden ontzegd.

  • 4.

    In verband met werkzaamheden op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot (een deel van) de begraafplaats worden ontzegd.

  • 5.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen, voor het vervoer van materialen, of voor de uitvoering van werkzaamheden;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur.

  • 6.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het vijfde lid.

  • 7.

    Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      voor honden;

    • b.

      te fietsen;

    • c.

      zich op hinderlijke wijze te gedragen;

    • d.

      te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden;

    • e.

      op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • f.

      op de graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;

    • g.

      gedenktekens te ontvreemden, te verplaatsen, te beschadigen, te bekladden of op enigerlei ander wijze te verontreinigen;

    • h.

      dieren te begraven;

    • i.

      te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen;

    • j.

      iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied ter nagedachtenis aan de overledene(n).

  • 8.

    Eenieder die doet begraven op het gedeelte van I-Noord waar op Islamitische wijze wordt begraven wordt geacht de normen en waarden te respecteren vanuit de Islamitische geloofsovertuiging. Indien deze normen en waarden vanuit de Islamitische geloofsovertuiging niet duidelijk zijn voor nabestaanden, kunnen zij te allen tijde contact opnemen met de Imam of het bestuur van de moskeeën.

Artikel 5 Plechtigheden

  • 1.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Ruiming en opgraving

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die wil doen begraven gebruikt hiervoor de web-agenda om een datum en tijdstip vast te leggen. Plaatselijke steenhouwers en uitvaartondernemers hebben hiervoor een inlogcode. Indien geen inlogcode beschikbaar is, of wanneer de web-agenda om wat voor reden dan ook niet operationeel is, kan contact worden opgenomen met de gemeente via het klantencontactcentrum; tel. 140223.

    Voor het doen bijzetten of verstrooien van as kan een mondelinge afspraak met de beheerder gemaakt worden. De zaterdag en zon- en feestdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

  • 2.

    Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3.

    Bij de in het eerste lid bedoelde kennisgeving dient het verlof tot begraving of een ander wettelijk daarmee gelijkgesteld document aan de beheerder te worden overgelegd.

  • 4.

    Indien het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden wordt begraven dient behalve het in het derde lid bedoelde verlof of document ook het in het tweede lid bedoelde verlof van de burgemeester aan de beheerder te worden overlegd.

  • 5.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel op de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1.

    Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd, ondertekend door de rechthebbende, of indien deze is overleden/zelf de overledene is, door één van de in artikel 16, tweede lid bedoelde personen.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de termijn binnen 10 jaar afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van het grafrecht tot 10 jaar na deze begraving of bijzetting. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende, indien deze is overleden/zelf de overledene is, door één van de in artikel 16, tweede lid, bedoelde personen.

  • 4.

    In het geval dat het vorige lid van toepassing is, vindt verrekening plaats van de verlenging van het grafrecht naar evenredigheid van het aantal hele jaren.

  • 5.

    Tot begraving of bijzetting wordt niet eerder overgegaan dan nadat:

    • a.

      De beheerder, indien deze heeft geconstateerd dat aan de in dit artikel, lid 1 t/m 3 opgenomen vereisten is voldaan, hiervoor opdracht heeft verleend aan het personeel op de begraafplaats.

Artikel 9 Gebruik lijkhoezen

  • 1.

    Een rechthebbende levert, gebruikt en accepteert uitsluitend een lijkhoes die voldoet aan: in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998.

  • 2.

    De rechthebbende is verplicht tot het schriftelijk aangeven van het gebruik van lijkhoezen aan de gemeente.

HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Het bestuursorgaan behoudt zich het recht voor de indeling van de begraafplaats, de bestemming van de grafvelden en het onderscheid in graven vast te stellen en te wijzigen.

  • 2.

    De volgorde van de uit te geven grafvelden wordt bepaald door het bestuursorgaan.

  • 3.

    De begraafplaats biedt gelegenheid tot het begraven van stoffelijke overschotten in:

    • a.

      algemene graven

    • b.

      particuliere graven

  • en in het bijzetten van asbussen (met of zonder urn) in:

    • c.

      particuliere graven

    • d.

      particuliere urnengraven

    • e.

      particuliere urnennissen. Het bestuursorgaan heeft urnenmuren in beheer waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen (met of zonder urn).

  • en in het verstrooien van as op:

    • f.

      de door de beheerder aan te wijzen locaties

  • Tevens biedt de algemene begraafplaats ruimte voor:

    • g.

      gedenkplaatsen/-zuilen.

  • 4.

    Het bestuursorgaan bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in particuliere graven. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

  • 5.

    Particuliere graven kunnen dubbeldiepe zandgraven zijn, maar ook dubbeldiepe grafkelders.

  • 6.

    Een uitsluitend recht op een particulier graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder voorwaarden en beperkingen van deze verordening. Dit grafrecht wordt door het bestuursorgaan schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte aan de rechthebbende. Het uitsluitend recht op een graf is geen registergoed. (Zie artikel 28, lid 1, Wet op de Lijkbezorging.)

  • 7.

    Een asbus kan worden bijgezet in een particulier graf, particulier urnengraf of particuliere urnennis; de bepalingen van deze verordening betreffende particuliere graven en betreffende het begraven van stoffelijke overschotten zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

  • 8.

    Een asbus kan niet worden bijgezet in een algemeen graf.

  • 9.

    Op de graven kunnen geen asbussen worden bijgezet.

Artikel 11 Aantal overledenen in algemene graven

In de algemene graven kan een door het bestuursorgaan te bepalen aantal lijken worden begraven. Op de algemene begraafplaats zijn de algemene graven dubbeldiepe zandgraven, hetgeen betekent dat er per grafrusttermijn maximaal twee personen kunnen worden begraven.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

  • 1.

    De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt door de beheerder van de begraafplaats, met inachtneming van het bepaalde in deze verordening en in overleg met de aanvrager.

  • 2.

    Kindergraven en graven op I-Noord worden in volgorde van ligging uitgegeven.

Artikel 13 Categorieën

Het bestuursorgaan kan bij nader vast te stellen regels de algemene graven en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het bestuursorgaan bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 14 Termijnen graven

  • 1.

    In algemene graven kan worden begraven voor een termijn van 10 jaren. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de termijn in een nieuw huurgraf volgens de bepalingen van deze verordening worden herbegraven.

  • 2.

    Het bestuursorgaan verleent, voorzover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien, vijftien, twintig, vijfentwintig of dertig jaar recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particulier graf is uitgegeven.

  • 3.

    Het in het tweede lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van vijf, tien, vijftien of twintig jaar, mits een zodanig verzoek vóór het verstrijken van de lopende termijn, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn wordt ingediend.

  • 4.

    Urnengraven en urnennissen worden uitgegeven voor een termijn van 10 jaren. Deze termijn wordt op verzoek van de rechthebbende, en in geval van een urnennis, de gebruiker, verlengd telkens voor een periode van 5 jaar of een veelvoud daarvan, mits een zodanig verzoek vóór het verstrijken van de termijn is gedaan, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn.

Artikel 15 Grafkelder

  • 1.

    Het bestuursorgaan kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan nadere voorwaarden verbinden aan de in het eerste lid genoemde vergunning.

Artikel 16 Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particulier graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, moet het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand worden gedaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het bestuursorgaan niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van 1 jaar, is het bestuursorgaan bevoegd het recht op het particulier graf te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van 1 jaar kan het bestuursorgaan het particulier graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

  • 5.

    Over elke overdracht of overboeking zijn de daarvoor vastgestelde kosten verschuldigd.

Artikel 17 Einde grafrechten

  • 1.

    Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen van het recht op een particulier graf ten behoeve van de gemeente. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

  • 2.

    De grafrechten vervallen:

    • a.

      Door het verlopen van de termijn;

    • b.

      Indien de betaling van een verlenging van het grafrecht niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • c.

      Indien de rechthebbende – ondanks een aanmaning – in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen;

    • d.

      Indien de rechthebbende van een graf is overleden en binnen één jaar nadien door de nabestaanden geen aanwijzing van een opvolger, als bedoeld in artikel 15, heeft plaatsgevonden;

    • e.

      Indien de rechthebbende afstand doet van het recht.

  • 3.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen c, d en e, hoeft geen terugbetaling van een deel van de kosten van het grafrecht plaats te vinden.

  • 4.

    De eventueel op het graf aanwezige grafmonumenten, naamplaten, beplanting of andere voorwerpen worden bij of na het vervallen van het grafrecht door of namens het bestuursorgaan verwijderd.

  • 5.

    Indien de rechthebbende aangeeft het bepaalde in het vorige lid in eigen beheer te willen uitvoeren wordt dit door het bestuursorgaan toegestaan onder de voorwaarde dat alle opstallen voor het vervallen van de termijn verwijderd zijn.

HOOFDSTUK 5 GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 18 Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het bestuursorgaan gedenktekens of andere voorwerpen op een graf of een plaat ter afsluiting van een urnnennis te plaatsen.

  • 2.

    De rechthebbende van een particulier graf of de gebruiker van een algemeen graf vraagt vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3.

    Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning van een voorgenomen aanbrenging van een grafbedekking, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen, het aanbrengen of onderhoud van beplantingen en het plaatsen en veranderen van gedenktekens op de graven, in het bijzonder de historische grafvelden G, R, A, F en het gedeelte waar op Islamitische wijze begraven wordt op I-Noord, heeft het bestuursorgaan nadere regels opgenomen in het ‘Uitvoeringsbesluit Algemene Begraafplaats Den Helder 2014’.

  • 4.

    Het bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 5.

    Het bestuursorgaan kan de in het eerste lid bedoelde vergunning weigeren indien:

    • a.

      Niet voldaan is aan de door haar vastgestelde nadere regels conform het uitvoeringsbesluit;

    • b.

      De grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats, zulks ter beoordeling van de beheerder en/of het bestuursorgaan;

    • c.

      De duurzaamheid van de materialen onvoldoende is, zulks ter beoordeling van de beheerder en/of het bestuursorgaan;

    • d.

      De constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is, zulks ter beoordeling van de beheerder en/of het bestuursorgaan.

  • 6.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, onderhouden, vernieuwen of verwijderen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen op particuliere graven of particuliere urnengraven geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende.

  • 7.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, onderhouden, vernieuwen of verwijderen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen op algemene graven of particuliere urnennissen geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de gebruiker.

  • 8.

    Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, herstellen of vernieuwen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of afsluitplaten, of van heesters of andere beplantingen, komen voor rekening van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 9.

    Verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende 3 maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende.

Artikel 19 Onderhoud door de gemeente

  • 1.

    Het bestuursorgaan voorziet in het schoonhouden van de begraafplaats.

  • 2.

    Het onderhoud van gedenktekens kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende, tegen betaling, worden overgenomen door de gemeente. Wat onder dit onderhoud wordt verstaan is beschreven in het bij deze verordening behorende uitvoeringsbesluit.

Artikel 20 Onderhoud door rechthebbenden en gebruikers

  • 1.

    De rechthebbende of de gebruiker is verplicht voor het onderhoud van gedenktekens en beplantingen zorg te dragen. Het onderhoud moet gericht zijn op het verlengen van de instandhoudingstermijn van de gedenksteen.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het bestuursorgaan gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het bestuursorgaan het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.

  • 3.

    Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het bestuursorgaan de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is en onverlet het recht van het bestuursorgaan om tot herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende of gebruiker over te gaan.

  • 4.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het bestuursorgaan de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het bestuursorgaan de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord (publicatiebord) bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 5.

    Indien door een ondeugdelijk geworden constructie naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor de omgeving door het omvallen of inzakken van een graf(monument), kan de beheerder direct maatregelen treffen.

  • 6.

    De in dit artikel bedoelde gedenktekens of beplantingen worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht.

  • 7.

    Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.

  • 8.

    Schade ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een particulier graf of een bestaand familiegraf, of de bijzetting van een asbus in een bestaand urnengraf of urnennis en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.

  • 9.

    Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken dan wel afdekplaat voor de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een particulier graf of een bestaand familiegraf, of de bijzetting van een asbus in een bestaand urnengraf of urnennis, geschiedt op last en voor rekening van de rechthebbende of gebruiker.

  • 10.

    Indien een gedenkteken naar het oordeel van de beheerder een gevaar voor bezoekers of buurgraven vormt, kan het direct woren verwijderd, zonder dat de rechthebbende of gebruiker enig recht op schadevergoeding kan doen gelden.

  • 11.

    Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op kosten van die gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

  • 12.

    Bij de uitvoering van de in het tiende en elfde lid van dit artikel bedoelde werkzaamheden is de gemeente niet aansprakelijk voor breuk en andere beschadigingen, tenzij deze ontstaan zijn door schuld of grove nalatigheid van de zijde van de gemeente.

Artikel 21 Verwijdering grafbedekking

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf in opdracht van de beheerder worden verwijderd.

  • 2.

    Indien de grafbedekking niet is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 22 Ruiming en opgraving

  • 1.

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven op de derde diepte in hetzelfde graf. As wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats.

  • 3.

    De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

  • 4.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende een periode van één jaar vóór beëindiging van de grafrusttermijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders, of crematie.

Artikel 23 Geplaatste voorwerpen na ruiming

  • 1.

    De op de graven geplaatste voorwerpen blijven ter beschikking van de rechthebbende, gedurende een periode van 3 maanden vóór ruiming van het betreffende graf.

  • 2.

    Na afloop van de in het vorig lid genoemde periode vervalt het recht op deze voorwerpen aan de gemeente.

HOOFDSTUK 7 IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 24 Lijst

  • 1.

    Het bestuursorgaan houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het bestuursorgaan of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK 8 INRICHTING REGISTER

Artikel 25 Voorschriften

  • 1.

    Het bestuursorgaan stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door de afdeling Dienstverlening.

HOOFDSTUK 9 OVERIG

Artikel 26 Gebouwen en muziekinstallatie

  • 1.

    Het gebruik van de aula moet worden aangevraagd bij Uitvaartcentrum Den Helder, IJsselmeerstraat 63a, 1784 MB, Den Helder, Tel. 0223-633221.

HOOFDSTUK 10 SLOTBEPALINGEN

Artikel 27 Intrekking oude regeling

De Verordening Algemene Begraafplaats 2008, vastgesteld op 27 oktober 2008, wordt ingetrokken.

Artikel 28 Overgangsbepaling

  • 2.

    Besluiten van het bestuursorgaan die genomen zijn krachtens de Verordening Algemene Begraafplaats 2008 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening Algemene Begraafplaats 2008 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 29 Verplichtingen rechthebbende en gebruiker

Door vestiging van een grafrecht onderwerpen een rechthebbende of een gebruiker zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld, en verplichten zij zich tot tijdige betaling van de daarop gebaseerde kosten.

Artikel 30 Meningsverschillen

In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het bestuursorgaan.

Artikel 31 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van uitgifte van het weekblad Den Helder op Zondag waarin zij is geplaatst.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Algemene Begraafplaats gemeente Den Helder 2014.

Aldus besloten in de raadsvergadering van 1 december 2014.

Koen Schuiling,

voorzitter

mr. drs. M. Huisman,

griffier