Organisatie | Lopik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik houdende regels omtrent reiskosten- en fietsvergoeding voor statushouders |
Citeertitel | Beleidsregels reiskosten- en fietsvergoeding voor statushouders gemeente Lopik 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-08-2020 | nieuwe regeling | 21-07-2020 Het Kontakt, 18-08-2020 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2 Reiskostenvergoeding
Artikel 4. Aanvraag reiskostenvergoeding
Bijzondere bijstand voor reiskostenvergoeding wordt op aanvraag verstrekt. Bij de aanvraag moet een bewijs van inschrijving van de school/inburgeringscursus worden meegestuurd.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik van 21 juli 2020
de secretaris,
Mr. MBA. E.T. Halman – Van der Linden
de burgemeester,
Dr. L.J. de Graaf
De Lekstroomgemeenten hebben een taakstelling met betrekking tot het bieden van huisvesting aan statushouders. Statushouders zijn “verblijfsgerechtigde vreemdelingen die ingevolge de Vreemdelingenwet als vluchteling zijn toegelaten dan wel beschikken over een op grond van een asielaanvraag verleende vergunning of over een voorwaardelijke vergunning tot verblijf”. Statushouders moeten inburgeren: Nederlands leren spreken en leren hoe de Nederlandse samenleving in elkaar zit.
Er zijn meerdere manieren waarop dit inburgeren kan plaatsvinden: er kan een beroepsopleiding gevolgd worden, er kan Staatsexamen worden afgelegd en men kan naar een inburgeringscursus gaan. Inburgeringscursussen en Nederlandse taallessen worden aangeboden door een officiële onderwijsinstelling. Het inburgeringsexamen moet binnen drie jaar afgelegd worden. Indien dit niet gehaald wordt, moet er een herexamen worden afgelegd, net zo lang totdat men slaagt voor het inburgeringsexamen.
Nieuwe inburgeraars kunnen een lening afsluiten voor taalscholing bij Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). In de reiskosten wordt door DUO echter niet voorzien.
Bijzondere bijstand voor reiskosten
Normaal gesproken wordt iedere burger geacht eventuele reiskosten zelf te bekostigen uit middelen voor levensonderhoud. Reiskosten worden zogezegd gezien als algemene kosten en niet als bijzondere kosten.
Statushouders hebben meestal een inkomen op bijstandsniveau en in bijna alle situaties is een lening voor inrichtingskosten verstrekt. De maandelijkse aflossing van deze lening bedraagt tussen de 6% en 10% van de bijstandsnorm. Door de aflossing op deze lening is er geen financiële ruimte in de middelen voor levensonderhoud om zelf de reiskosten te betalen die gepaard kunnen gaan met het volgen van een inburgeringscursus. Ook kan gesteld worden dat de hier bedoelde reiskosten bijzonder zijn, in die zin dat niet iedere burger vanwege een inburgeringsplicht te maken krijgt met deze (extra) kosten.
Om te voorkomen dat statushouders geen taalscholing c.q. een inburgeringscursus volgen omdat zij de reiskosten naar de onderwijsinstelling niet kunnen dragen, is in deze beleidsregels vastgelegd dat statushouders voor deze specifieke reiskosten individuele bijzondere bijstand kunnen aanvragen. Ook de kinderen van een statushouder die (naast regulier onderwijs) extra taallessen moeten volgen, komen in aanmerking voor deze vergoeding.
Bijzondere bijstand voor de aanschaf van een fiets
Het is in beginsel niet mogelijk om bijzondere bijstand voor een fiets te verstrekken. Ook hier geldt namelijk dat de aanschaf van een fiets voor iedere burger gezien wordt als algemene kosten. In het geval van statushouders die recht hebben op de reiskostenvergoeding zoals bedoeld in deze beleidsregels, maken we een uitzondering.
De reden hiervoor is dat we van mening zijn dat een bepaalde reisafstand redelijkerwijs per fiets afgelegd kan worden. De vergoeding voor de aanschaf van een fiets geldt alleen wanneer rechthebbende niet over een fiets kan beschikken. De fietsvergoeding wordt alleen toegekend op verzoek van de rechthebbende. De fietsvergoeding wordt eenmalig verstrekt.
Beëindiging bijzondere bijstand
Wanneer rechthebbende ervoor kiest om, na verloop van tijd, de reisafstand tussen het woonadres en het adres van de onderwijsinstelling per fiets af te leggen en gebruik heeft kunnen maken van de fietsvergoeding wordt de bijzondere bijstand voor reiskosten op basis van openbaar vervoer beëindigd.
Geen recht op de fietsvergoeding
Wat betreft de rechthebbenden die ervoor kiezen om de reisafstand tussen het woonadres en het adres van de onderwijsinstelling gedurende het hele inburgerings-/scholingstraject af te leggen met het openbaar vervoer, blijven wij de reiskostenvergoeding verstrekken tót het moment waarop men geslaagd is voor het examen, echter met een maximum van drie jaar, tenzij er dringende omstandigheden zijn om hiervan af te wijken (een inburgering kan langer duren bijvoorbeeld wanneer de inburgeringsplichtige ook in de eigen taal analfabeet is).
Let op: in deze gevallen bestaat er geen recht op de fietsvergoeding. Zoals gezegd wordt de aanschaf van een fiets in beginsel als algemene kosten gezien. Door de reiskosten te blijven vergoeden gedurende het gehele inburgeringstraject, is er geen bijzondere noodzaak voor het aanschaffen van een fiets. Bijzondere bijstand verstrekken in de vorm van een fietsvergoeding is dan ook niet op z’n plaats.