Organisatie | Culemborg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg houdende regels omtrent de stand van zaken rondom het verstrekken van saneringskredieten (Saneringskrediet Culemborg 2020) |
Citeertitel | Saneringskrediet Culemborg 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-09-2020 | nieuwe regeling | 01-09-2020 | Regelgevingregister 2020, nr. 1.14 |
Algemene toegang Schuldhulpverlening
De Consulent Schuldhulpverlening kan Cliënt, tijdens de duur van het aflossen van het Saneringskrediet, namens het College verplichtingen op leggen die erop gericht zijn om duurzame gedragverandering en vaardigheden ten aanzien van de financiële huishouden van Cliënt te realiseren of vast te houden. Dit om nieuwe schulden te voorkomen en Cliënt financieel zelfredzaam te houden.
Het College van Culemborg beoogd met deze beleidsregels het mogelijk te maken een Saneringskrediet te verstrekken als vorm van schuldhulpverlening.
Door het verstrekken van een Saneringskrediet blijft er slechts één schuld over voor een Cliënt, namelijk het verstrekte Saneringskrediet. Dit krediet wordt gebruikt om de overige schulden af te lossen. Vaak gaat het om een gedeeltelijke aflossing van deze schulden, gebaseerd op de Afloscapaciteit van Cliënt.
Voor Cliënt is het daarmee is duidelijk wat de omvang van nog af te betalen schuld is en hoeveel er maandelijks afgelost moet worden. Dat geeft een hoop rust en ruimte aan Cliënt. Tegelijkertijd kunnen schuldeisers hun boeken afsluiten in de plaats van deze gedurende een aantal jaren open te houden en er administratie op te voeren. Voor schuldhulpverleners scheelt het ook een hoop administratie.
Ondanks de voordelen blijft het verstrekken van een Saneringskrediet een van de mogelijke vormen van schuldhulpverlening, dit instrument is niet in alle situaties inzetbaar of wenselijk.
Met deze beleidsregels beoogd het College aan te geven onder welke omstandigheden zij een Saneringskrediet als mogelijkheid ziet.
Toelichting Algemene toegang: artikel 2, 3 4 en 5
Artikel 2 en 3 geven aan wie een verzoek kan indienen voor schuldhulpverlening bij het College en wanneer het College in algemene zin kan besluiten om schuldhulpverlening aan te bieden. Deze artikelen komen overeen met de artikelen 2 en artikel 3 lid 1 van de beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Culemborg 2019, in het vervolg aangeduid als SHV 2019.
Het verstrekken van een Saneringskrediet is een specifieke vorm van schuldhulpverlening.
De beleidsregels Saneringskrediet Culemborg 2020, in het vervolg afgekort als SK 2020 zijn in essentie een verscherping van artikel 3 lid 3 van SHV 2019.
Voorwaarden saneringskrediet: artikel 6 en 7
In artikel 6 wordt gesproken over Afloscapaciteit in de plaats van inkomen.
Afloscapaciteit sluit beter aan bij de realiteit van schulden aflossen. Een inkomen kan namelijk stijgen, maar door deze stijging kunnen bepaalde toeslagen dalen, waardoor de Afloscapaciteit hetzelfde blijft. En uiteindelijk gaat het erom wat Cliënt feitelijk maandelijks kan missen aan budget om af te lossen.
Er moet een inschatting worden gemaakt of er de komende drie jaar een wijziging te verwachten is in de Afloscapaciteit. Zowel of er een toename of een afname te verwachten valt. In het eerste geval kunnen bij een Saneringskrediet Schuldeisers tekort worden gedaan. het tweede geval komt de Cliënt en de Gemeente als garantsteller in financiële problemen omdat er niet meer voldaan kan worden aan de aflossing.
Het is in ieder geval aannemelijk dat de inkomenssituatie en daarmee de Afloscapaciteit niet wijzigt in de situaties waar een Cliënt in een uitkeringssituatie is vrijgesteld van de sollicitatieverplichting. Dat geldt bijvoorbeeld voor cliënten met een Wajong, WIA of AOW-uitkering. Maar ook bij Cliënten met een Participatiewet uitkering kan dit aan de orde zijn als de kans op uitstroom klein is of de uitstroom plaatsvindt naar een baan met een minimuminkomen (daling toeslagen, extra kosten zoals reiskosten).
Nadrukkelijk staat een Saneringskrediet ook open voor Cliënten met betaald werk, waarbij de inkomsten rond het minimuminkomen liggen en de kans op een hoger inkomen voor de komende drie jaar (zeer) klein zijn (bijvoorbeeld door leeftijd, opleidingsniveau, gezinssamenstelling, bepaalde beperkingen, etc.).
Om de financiële risico’s voor Gemeente en Cliënt enerzijds te beperken (hoge kredieten die niet terugbetaald kunnen worden door dalende inkomsten), anderzijds om toch zo veel mogelijk Inwoners te kunnen helpen, is gekozen voor 150% van de minimale aflossing volgens de tabel van het NVVK.
Daarmee verruimen we de financiële grens ten opzichte van de pilot Leenbijstand (100% minimale aflossing NVVK tabel). De risico’s blijven beperkt omdat het om relatief kleine bedragen gaat. Daarnaast kan de aflostermijn verlengd worden waardoor uiteindelijk toch een groot deel kan worden afgelost.
Voorbeeld maximale kredieten gebaseerd op NVVK tabel 1 januari 2020.
Pg = pensioengerechtigde leeftijd
Artikel 7 gaat over de betrouwbaarheid van de Cliënt als het gaat om het terugbetalen van het Saneringskrediet. Nadat is vastgesteld dat de Cliënt feitelijk de komende drie jaar een bepaalde Afloscapaciteit heeft, moet worden vastgesteld of Cliënt de komende drie jaar ook blijft aflossen (gedrag). Dit artikel benoemt een aantal zaken die dan wel als ondersteunend (sub a), dan wel als risicovol (sub b) kunnen worden beschouwd.
Uiteindelijk is het een afweging per Cliënt tussen de al dan niet aanwezige ondersteunende en risicovolle kenmerken. Deze afweging wordt gemaakt met minstens het 4-ogen principe binnen de Schuldhulpverlening.
Beoordeling en voortgang: artikel 8, 9 , 10 en 11.
Het al dan niet verstrekken van een Saneringskrediet als vorm van schuldhulp is uiteindelijk een afweging per Cliënt tussen de al dan niet aanwezige ondersteunende en risicovolle kenmerken. Deze afweging wordt, namens het College, gemaakt met minstens het 4-ogen principe (bij voorkeur door het hele team) door de consulenten Schuldhulpverlening.
De vorm van Saneringskrediet kan worden aangeboden aan een Cliënt, deze dient hier dan ook mee akkoord te gaan. Daarna kan een opdracht worden verstrekt aan Kredietverstrekker. Hoe dit precies gebeurt is vastgelegd in werkafspraken met kredietverstrekker.
Indien een Saneringskrediet verstrekt wordt voor een Cliënt, geeft het College een akte van borg af en stuurt Cliënt beschikking bijzondere bijstand hierover. De borg kan worden verleend in de vorm van bijzondere bijstand, op grond van de Participatiewet. Bijzondere bijstand kan worden verstrekt als ‘lening’ wanneer de bijstand wordt verstrekt ter aflossing van een (gedeeltelijke) schuldenlast. Hiermee heeft het college de mogelijkheid het bedrag alsnog terug te vorderen bij de inwoner (artikel 48 lid 2 onder c), indien de gemeente als borgvertrekker verantwoordelijk wordt gehouden.
Voordat een Cliënt een Saneringskrediet kan krijgen is er vaak al veel gebeurt in het stabiliseren van de financiële situatie van Cliënt en het aanleren van ‘nieuw financieel gedrag’ en vaardigheden.
Het is belangrijk dat na het verstrekken van het Saneringskrediet aandacht blijft voor het vasthouden van dit nieuwe gedrag/het inslijpen van dat wat geleerd is. Wat hiervoor nodig is kan per Cliënt verschillen. Gedacht kan worden aan regelmatige gesprekken met schuldhulpverleners en/of budgetcoach of het volgen van een passende training of cursus.
De rente die berekend wordt over het Saneringskrediet wordt in mindering gebracht op de aflossing aan schuldeisers. Het voordeel voor schuldeisers is dat ze na het verstrekte Saneringskrediet hun administratie ten aanzien van de schuld meteen kunnen afsluiten en daar verder geen kosten meer aan hebben. Voor een schuldbemiddelingstraject kunnen overigens ook kosten in rekening worden gebracht, die ten laste komen van de Afloscapaciteit.
Ondanks een zorgvuldige intake kunnen er gedurende drie jaar onvoorziene ontwikkelingen optreden waardoor het terugbetalen van het krediet al dan niet tijdelijk stopt of minder is.
Door de mogelijkheid van verlenging kan Cliënt in staat worden gesteld om toch zo veel als mogelijk het Saneringskrediet terug te betalen. Dit is in lijn met de werkwijze van de Kredietverstrekker.
Deze treedt in overleg met Schuldhulpverlening op het moment dat een dergelijke situatie zich voordoet.