Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Breda

Besluit van de burgemeester van de gemeente Breda houdende regels omtrent het cameratoezicht in Haagdijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBreda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de burgemeester van de gemeente Breda houdende regels omtrent het cameratoezicht in Haagdijk
CiteertitelAanwijzingsbesluit cameratoezicht Haagdijk 2020
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is geldig tot vijf jaar na datum van inwerking treden van dit besluit.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 151c van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-09-2020nieuwe regeling

14-08-2020

gmb-2020-235143

936180

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de burgemeester van de gemeente Breda houdende regels omtrent het cameratoezicht in Haagdijk

Aanwijzingsbesluit cameratoezicht Haagdijk 2020

De burgemeester van Breda,

 

Gelet op het bepaalde in artikel 151c van de Gemeentewet en artikel 2.74 van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018;

 

  • Overwegende dat ingevolge artikel 151c van de Gemeentewet de raad bij verordening de burgemeester de bevoegdheid kan verlenen om, indien dat in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is, te besluiten om voor een bepaalde duur camera’s in te zetten ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats;

 

  • Overwegende dat de gemeenteraad in artikel 2.74 van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018 de burgemeester de bevoegdheid heeft verleend om overeenkomstig artikel 151c Gemeentewet te besluiten tot plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op openbare plaatsen, in de gehele gemeente Breda;

 

  • Overwegende dat in artikel 151c, tweede lid, van de Gemeentewet is bepaald dat de burgemeester besluit met inachtneming van het in de verordening van de raad bepaalde:

  • a.

    binnen welk gebied, bestaande uit openbare plaatsen of andere voor een ieder toegankelijke plaatsen als bedoeld in het eerste lid, camera’s worden ingezet;

  • b.

    voor welke duur de gebiedsaanwijzing plaatsvindt;

 

  • Overwegende dat uit de evaluatie van het cameratoezicht 2014-2018 ter handhaving van de openbare orde in de bij besluit van 14 augustus 2013 aangewezen gebieden blijkt dat dit cameratoezicht onverminderd noodzakelijk is en op enkele locaties als gevolg van de ontwikkeling van het veiligheidsbeeld uitbreiding van het aangewezen gebied vereist;

  •  

  • Overwegende dat aldus bij besluit van 14 februari 2019 het uitgaansgebied en een aantal van de daarbij behorende aanlooproutes door de burgemeester zijn aangewezen op basis van artikel 151c van de Gemeentewet en artikel 2.74 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2018 als gebieden waar met camera’s toezicht wordt gehouden op de openbare weg ter handhaving van de openbare orde;

 

  • Overwegende dat naar aanleiding van een aantal ernstige geweldsincidenten nader is bezien of de veiligheidssituatie op de Haagdijk en de Adriaan van Bergenstraat eveneens aanleiding geeft om het cameratoezicht uit te breiden in deze straten tevens zijnde aanlooproutes naar het uitgaanscentrum;

 

  • Overwegende dat de Haagdijk al een kwetsbaar gebied is waar ter bescherming van het woon- en leefklimaat de exploitatievergunningplicht in afdeling 7A van de APV door de burgemeester van toepassing is verklaard;

 

  • Overwegende dat uit de bestuurlijke rapportage van de politie van 3 mei 2020 blijkt dat de openbare ordeproblematiek op de Haagdijk en meer in het bijzonder het aantal en de ernst van de geweldsincidenten aanleiding geeft voor de lokale driehoek om het cameratoezicht uit te breiden tot deze straat;

 

  • Overwegende dat dit cameratoezicht onderdeel uitmaakt van een breder pakket aan maatregelen in het kader van het veilig uitgaan in het uitgaanscentrum van Breda zoals vastgelegd met partners in het convenant ‘Veilig Uitgaan Breda 2020-2024’ en de werking van dit convenant ook is gericht op de in- en uitloopstraten (aandachtsgebied) waartoe de Haagdijk wordt gerekend;

 

  • Overwegende dat de Haagdijk ruimtelijk wordt heringericht op verzoek vanuit bewoners en ondernemers om de veiligheid te verbeteren door lagere snelheden in de straat en een vriendelijke uitstraling van de straat en de planvorming daarvoor in ontwikkeling is;

 

  • Overwegende dat gelet op de uitkomst van de voornoemde evaluatie en de aanvullende rapportage van de politie cameratoezicht op de Haagdijk als aanvullende maatregel op de Haagdijk noodzakelijk wordt geacht als onderdeel van het cameratoezicht in de brede aanpak in het convenant ‘Veilig Uitgaan Breda 2020-2024’;

 

  • Overwegende dat de driehoek op basis van voorgaande heeft geconcludeerd dat het op de Haagdijk in te stellen cameratoezicht voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit;

 

  • Overwegende dat het in dit aanwijzingsbesluit om gebieden gaat waar de bebouwing niet primair en uitsluitend is bestemd voor bewoning als bedoeld in artikel 2.74 van de Algemene Plaatselijke verordening Breda 2018;

 

  • Overwegende dat de burgemeester voorafgaand aan dit aanwijzingsbesluit in de lokale driehoek afspraken heeft gemaakt met de officier van justitie zoals genoemd in artikel 151c, derde lid, van de Gemeentewet omtrent de perioden waarin de camera’s daadwerkelijk worden gebruikt en de met de camera’s gemaakte beelden worden opgenomen;

Besluit:

  • 1.

    Het volgende gebied aan te wijzen als gebied waar met camera’s op de openbare weg toezicht wordt gehouden: de Haagdijk inclusief het direct daaraan grenzende deel van de Nieuwe Haagdijk, Fellenoordstraat en Schorsmolenstraat.

  • 2.

    Dit besluit in werking te laten treden met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 3.

    Dit besluit is geldig tot vijf jaar na datum van inwerking treden van dit besluit.

De burgemeester van Breda