Organisatie | Urk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsuitvoeringsprogramma gemeente Urk 2020 |
Citeertitel | Handhavingsuitvoeringsprogramma gemeente Urk 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-09-2020 | 04-09-2020 | 15-04-2021 | Nieuwe regeling | 25-08-2020 | 018415089 |
In dit Handhavingsuitvoeringsprogramma 2020 (HUP 2020) is weergegeven wat de gemeente Urk gaat uitvoeren op het gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) in 2020. Het HUP 2020 gaat over de gemeentelijke taken op het gebied van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Onderwerpen die onder de Wabo vallen zijn bouw en wonen, Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de Drank- en Horecawet. Hieronder zijn de specifieke aandachtspunten voor 2020 kort samengevat. De volledige versie van het uitvoeringsprogramma vindt u onderliggend aan deze samenvatting.
Naar verwachting gaat de Omgevingswet op 1 januari 2022 van kracht. Tegelijkertijd wordt ook de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen ingevoerd. Deze wordt geïntegreerd in de Omgevingswet. De VTH-taken zullen met de inwerkingtreding van de Omgevingswet bijna niet veranderen, maar wel toenemen. De implementatie van de wet leidt tot: minder vergunningplichten, meer doelvoorschriften, open normen en er komen andere manieren voor de gemeente om grip te houden op activiteiten. Burgerparticipatie speelt daarbij een belangrijke rol. Hoewel er wat betreft de organisatie van het toezicht en de handhaving niet veel wijzigt onder de Omgevingswet wordt er al wel gekeken naar de benodigde vaardigheden, kennis en middelen om in de ‘geest van de Omgevingswet’ te kunnen werken. In het najaar van 2020 worden de opleidingsbehoeften van de toezichthouders en handhavers op Urk nader in kaart gebracht en worden trainingen verzorgd.
Actualisatie vergunningen en ontheffingen
Het systeem voor de parkeerontheffingen in de blauwe zone van het Oude Dorp op Urk wordt in 2020 herzien. Het beleid voor parkeerontheffingen in het Oude Dorp wordt waar nodig aangepast om de eenduidigheid in het verlenen van parkeerontheffingen te verbeteren. Dit betekent ook dat de oude parkeerontheffingen ingenomen worden, die vervolgens door passen vervangen worden. Het vervangen van de oude ontheffingen door de nieuwe passen betekent dat het aantal te verlenen parkeerontheffingen voor 2020 hoger ligt dan in voorgaande jaren.
Er is gebleken dat niet alle Drank- en Horecavergunningen actueel zijn. Daarom is in 2018 gestart met het actualiseren van de drank- en horecavergunningen en bij de inrichting horende terrassen. Dit wordt naar verwachting in 2020 afgerond.
Met behulp van een risicoanalyse is in het Handhavingsbeleid 2016-2020 van de gemeente Urk prioriteit gegeven aan verschillende zaken. De prioritering genoemd in het handhavingsbeleid wordt aangehouden in het HUP 2020. Zo wordt handhaving op illegale bouw, illegaal gebruik van bedrijventerreinen en brandveiligheid nieuwe gebouwen nog steeds actief opgepakt. Er zijn daarnaast wel een aantal nieuwe zaken die actief opgepakt worden. In het handhavingsbeleid 2016-2020 was geen prioriteit gegeven aan handhaving op de huisvesting van arbeidsmigranten. Echter, sinds een bepaalde tijd wordt actief gekeken of dit volgens de regels verloopt, om onveilige situaties, overlast door arbeidsmigranten en uitbuiting van arbeidsmigranten te voorkomen. Daarnaast is het nieuw dat gevaarlijke honden aangepakt zullen worden. Naar aanleiding van een aantal bijtincidenten in de gemeente Urk zal hiervoor in 2020 een beleidsregel opgesteld worden.
Voor meer informatie over de beweegredenen om bepaalde zaken wel of niet op te pakken wordt er doorverwezen naar het jaarverslag IBT WABO 2018 en het jaarverslag 2019 IBT WABO, dat later dit jaar gepubliceerd wordt. In de paragrafen 2.3, 3.3 en 4.3 is een uitgebreider overzicht te vinden van de onderwerpen waar de gemeente Urk in 2020 op handhaaft.
Beschikbare en personele capaciteit
In de begroting van 2020 is er een bedrag van € 3.287.368 beschikbaar voor de Vergunningverlening-, Toezicht-, en Handhavingstaken (VTH-taken). De beschikbare en benodigde uren voor de VTH-taken zijn geïnventariseerd. Hieruit is gebleken dat er voor vergunningverlening een tekort is van 0,2 fte. Voor toezicht en handhaving is er sprake van een tekort van 1,1 fte. Dit tekort wordt opgevangen door de inzet van inhuurkrachten. Redenen daarvoor zijn dat de uitwerking van de Wet Kwaliteitsborging onzeker is voor de benodigde capaciteit voor VTH taken en Toezicht en Handhaving op de stranden weersafhankelijk is.
Dit handhavingsuitvoeringsprogramma (hierna: HUP 2020) geeft inzicht in de taken die de gemeente Urk in 2020 uitvoert op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving, welke capaciteit daarmee gemoeid is en wat de gewenste resultaten zijn.
Gemeenten hebben te maken met een toezichthouder per beleidsdomein in het kader van Interbestuurlijk Toezicht (IBT). De provincie is de toezichthouder voor onder meer: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), archief, financiën, ruimtelijke ordening, huisvesting vergunninghouders en milieu. Het opstellen van het uitvoeringsprogramma per beleidsdomein is een wettelijke verplichting. Jaarlijks stellen gemeenten een HUP op om de provincie inzicht te geven in de uitvoering van hun wettelijke taken.
Dit HUP is toegespitst op het beleidsdomein Wabo. Volgens de Wabo-kwaliteitscriteria moet het uitvoeringsprogramma tenminste de volgende onderdelen bevatten:
1.1 Doel van het Uitvoeringsprogramma
Het HUP maakt inzichtelijk hoe de beschikbare capaciteit en middelen worden ingezet op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Verder geeft het inzicht in de gestelde uitvoeringsdoelen en de gegevens die moeten worden gemonitord om na te kunnen gaan of de uitvoeringsdoelstellingen zijn behaald.
Ook geeft het HUP aan waar geen capaciteit voor vrij is gemaakt. Daarmee is het zowel binnen de organisatie als daarbuiten duidelijk wat men kan vragen en verwachten op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Het HUP 2020 wordt door het college bekendgemaakt aan de gemeenteraad. Daarnaast wordt dit programma toegezonden aan het waterschap, de provincie, veiligheidsregio en de politie. Met de OFGV (Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek), die namens de gemeente vergunningverlening, toezicht en handhaving met betrekking tot milieutaken uitvoert, zijn werkafspraken gemaakt. Het Uitvoeringsprogramma 2020 van de OFGV is als bijlage bij dit HUP gevoegd.
1.2 Uitvoeringsprogramma in één oogopslag
De tabel in bijlage 2 geeft het HUP 2020 in een oogopslag weer. In de linker kolom staan alle taken die samen het speelveld van vergunningverlening, toezicht en handhaving vormen.
De eenheid op basis waarvan geprogrammeerd wordt is het product. Een product kan betrekking hebben op één of meerdere taken uit het schema van bijlage 2. Een product is aangeduid met een nummer. Uit de tabel kan afgeleid worden hoeveel capaciteit gekoppeld is aan een product.
De COVID-19 pandemie heeft vanaf maart 2020 ook op Urk grote gevolgen gehad voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Aanvragen voor evenementenvergunningen kwamen stil te liggen, vergunde activiteiten gingen niet meer door en de handhaving was vooral nog druk met het handhaven van alle landelijke, regionale en lokale maatregelen en voorschriften. Ook waren de thuiswerkende ambtenaren druk met het adviseren van en reageren op (vragen van) bedrijven en inwoners. Dit is mede afhankelijk van een eventuele tweede ziektegolf in het najaar en het vinden van een vaccin of medicijn. Door dit alles is het HUP voor 2020 anders dan andere jaren.
Niet voor alle toezichts- en handhavingstaken kiezen we voor een actieve, programmatische aanpak. Bij taken met een lage(re) prioriteit treden we alleen reactief op. Dit optreden kan zijn naar aanleiding van klachten/ meldingen, ambtelijke constateringen of bestuurlijke wensen.
De manier van aanpak van de handhavingstaken is onder te verdelen in drie categorieën:
Programmatische werkzaamheden- handhavingstaken die proactief opgepakt worden. Deze taken komen voort uit de naleving van de Wabo (o.a. bouwtoezicht, brandveiligheid, ruimtelijke ordening) de Algemene plaatselijke verordening, Afvalstoffenverordening (overlast in de openbare ruimte), de Drank- en Horecawet en de Wet op de kinderopvang.
Reactieve werkzaamheden- werkzaamheden die veelal aanvangen nadat een aanvraag om vergunning, melding of ontheffing is binnengekomen. Dit bemoeilijkt het maken van een sluitende jaarplanning. Aan de hand van het handhavingsbeleid 2016-2020 is een risicoanalyse opgesteld. In verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet in 2022 is het handhavingsbeleid met een jaar verlengd. Op basis van de risicoanalyse is voor 2020 de verwachte workload in beeld gebracht voor vergunningverlening, gebaseerd op een gemiddelde van de jaren 2016 t/m 2020.
De reactieve werkzaamheden voor toezicht en handhaving komen voort uit klachten/ meldingen van burgers, bedrijven, bestuurders of signaaltoezicht van collega’s. De op te pakken klachten/meldingen kunnen betrekking hebben op alle integrale handhavingstaken. Er is de laatste jaren een stijgende lijn waar te nemen in deze werkzaamheden.
Uitbestede werkzaamheden- gemeente Urk heeft een aantal van haar toezichthoudende taken uitbesteedt aan particuliere adviesbureaus, aan andere overheidsorganen of aan regionale diensten. Daarbij zijn schriftelijke afspraken gemaakt over, o.a. de taakbeschrijving, de bevoegdheidsverdeling en de wederzijdse verplichtingen en aansprakelijkheden. In paragraaf 1.5 is een opsomming gemaakt van uitbestede werkzaamheden.
1.5.1 Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek
De provincies Flevoland en Noord-Holland en de Flevolandse gemeenten plus de gemeenten uit de Gooi en Vechtstreek hebben in 2012 de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV) opgericht. De gemeente Urk is één van de deelnemers aan de OFGV. De vestigingsplaats van de Omgevingsdienst is Lelystad.
Alle deelnemende partijen hebben minimaal het basistakenpakket ondergebracht bij de OFGV. Het basispakket heeft betrekking op vergunningen, toezicht en handhaving van milieuregelgeving binnen inrichtingen. In bijlage 5 is een overzicht van de taken die bij de OFGV zijn ondergebracht weergegeven.
De invulling van de milieutaken die de OFGV voor gemeente Urk uitvoert is te lezen in het Uitvoeringsprogramma OFGV 2020 van de gemeente Urk. Dit Uitvoeringsprogramma is als bijlage toegevoegd.
1.5.2 Gemeentelijke gezondheidsdienst Flevoland
De gemeente is verantwoordelijk voor de kinderopvang. Het toezicht hierop is wettelijk ondergebracht bij de GGD. Voor onze gemeente voert de GGD Flevoland op basis van risicoprofielen inspecties uit bij kindercentra, gastouderbureaus en peuterspeelzalen. Ook wordt jaarlijks een percentage van de gastouders gecontroleerd. De eventuele handhaving die hierop volgt wordt uitgevoerd door de gemeente Urk.
Dit Uitvoeringsprogramma bestaat uit vier hoofdstukken, met uitzondering van de inleiding. De eerstvolgende drie hoofdstukken beslaan elk een eigen onderwerp en zijn per hoofdstuk als volgt gestructureerd:
De hoofdstukken sluiten af met een tabel waarin wordt opgesomd wat er actief zal worden opgepakt in 2020 met betrekking tot het onderwerp. De tabellen geven antwoord op de volgende vragen: wat wordt er opgepakt, waarom wordt dit opgepakt, hoe wordt dit opgepakt, op welke doelgroep is de interventie gericht en hoeveel uren zijn hiermee gemoeid.
Het laatste hoofdstuk, hoofdstuk vijf, zal ingaan op de personele capaciteit en financiële middelen die noodzakelijk zijn om het Uitvoeringsprogramma uit te kunnen voeren.
Als laatst is er een aantal bijlagen toegevoegd, namelijk:
1.7 Verwacht aantal te verlenen vergunningen en af te handelen meldingen en ontheffingen
Tabel 1: Raming van meldingen, ontheffingen en vergunningen voor 2020
De raming van 900 parkeerontheffingen is aanzienlijk hoger dan de raming van 300 parkeerontheffingen in 2019. Dit komt doordat de gemeente Urk het huidige systeem van parkeerontheffingen gaat herzien in 2020. De huidige parkeerontheffingen worden ingenomen en omgezet naar nieuwe passen. Paragraaf 3.2.6 gaat hier verder op in.
H2: Bouwen en ruimtelijke ordening
2.1.1 Programma Aanpak Stikstof en PFAS
Door de uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof (PAS) komen vergunningsprocedures van projecten stil te liggen. Dit heeft naar verwachting invloed op de doelstellingen, taakuitoefening en omvang voor en van de OFGV.
PFAS is een stoffengroep die in Nederland verspreid in het milieu voorkomt. Kenmerkend voor dit soort stoffen is dat zij nauwelijks biologisch afbreekbaar zijn en hierdoor schadelijk voor het milieu. Het grond- en baggerverzet is in 2019 gestagneerd als gevolg van strengere regelgeving. Bodemvervuiling met zeer zorgwekkende stoffen zoals PFAS is net als PAS een taak voor de OFGV en de ontwikkelingen staan verder omschreven in het uitvoeringsprogramma van de OFGV (derde bladzijde van bijlage 5).
2.1.2 Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen
Dit wetsvoorstel regelt de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen. Hiermee wordt de positie van particuliere en zakelijke bouwconsumenten versterkt. Door de toenemende complexiteit in de bouw is herziening van het huidige stelsel van kwaliteitsborging noodzakelijk. Hiermee wordt de relatie tussen de opdrachtgever, de bouwconsument, en de bouwende partijen evenwichtiger.
In het huidige stelsel toetst de gemeente bouwplannen vooraf en ziet toe op de uitvoering volgens de verleende vergunning. Onder de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen dragen partijen in de bouw zelf zorg voor het voldoen aan de voorschriften.
Het wetvoorstel is op 21 februari 2017 aangenomen door de Tweede Kamer. Op 14 mei 2019 is de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen aangenomen door de Eerste Kamer.
De komende tijd worden verschillende proefprojecten uitgevoerd met kwaliteitsborging. Verlopen deze proefprojecten goed, dan zal de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen, tegelijk met de Omgevingswet, per 1 januari 2022 in werking treden. In 2020 en 2021 zal de gemeente Urk de ontwikkelingen rondom deze nieuwe wet volgen.
Er is een regionale werkgroep opgericht om zoveel mogelijk verschillende proefprojecten uit te kunnen voeren. Op deze manier kunnen leden van de werkgroep bij elkaar mee kijken en van elkaar leren bij het draaien van de proefprojecten.
Voor alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, geldt dat aanvragen van de omgevingsvergunning vanaf 1 januari 2021 moeten voldoen aan de eisen voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG).
De Europese richtlijn voor de energieprestatie van gebouwen (EPBD) stelt dat overheidsgebouwen een voorbeeldfunctie hebben. Daarom moeten nieuwe overheidsgebouwen bij aanvraag van de omgevingsvergunning vanaf 1 januari 2019 al aan de BENG-eisen voldoen. Voor alle overige nieuwbouw (woningbouw en utiliteitsbouw) geldt dat vanaf 1 januari 2021.
2.2.1 Bodemkwaliteitskaart Flevoland en Urk
Op de bodemkwaliteitskaart is vastgelegd welke kwaliteit de bodem op welke plaats moet hebben om duurzaam gebruik mogelijk te maken. De bodemkwaliteitskaart Flevoland en Urk is in samenwerking met Arcadis geactualiseerd en aangevuld met PFAS. Ook wordt gewerkt aan actualisatie van de nota bodembeheer en de warme overdracht van de bodemtaken van provincie naar gemeente. In de nota bodembeheer is beschreven binnen welke zones vrij grondverzet mogelijk op basis van de bodemkwaliteitskaart en wanneer een ander bewijsmiddel noodzakelijk is om grond te mogen toepassen.
In 2016 is landelijk de Erfgoedwet (voorheen de Monumentenwet 1988) van kracht geworden. Het door de VNG ontwikkelde model is door de Gemeente Urk overgenomen en waar nodig aangepast. De Raad van de gemeente Urk heeft in november 2017 het voorstel overgenomen om de oude Monumentenverordening 2006 te vervangen voor de Erfgoedverordening Urk 2017. Een gevolg van de gewijzigde regelgeving is dat de Monumentencommissie Urk nu Erfgoedcommissie Urk heet.
Het college heeft in februari 2019 ingestemd met het evalueren en actualiseren van het huidige welstandsbeleid. De evaluatie van het huidige welstandsbeleid is ondertussen afgerond. In samenwerking met een raadswerkgroep wordt het nieuwe welstandsbeleid in 2020 vormgegeven. Daarbij worden verschillende criteria opgesteld voor de beoordeling van het aanzien van verschillende gebouwen.
De vacatures voor de Erfgoedcommissie en Welstandscommissie zullen op korte termijn ingevuld worden. Deze commissies worden betrokken bij het ontwikkelen van het nieuwe welstandsbeleid. De nieuwe Erfgoedcommissie en Welstandscommissie worden met elkaar verbonden door een tussenpersoon die bij beide commissies betrokken is.
2.2.3 Monumenten & archeologie
Momenteel wordt voor de oude begraafplaats, die in 2016 aangewezen is als gemeentelijk monument, nagedacht over wat belangrijk is om te bewaren. Op deze manier kan namelijk het verhaal van de oudste begraafplaats van Flevoland in leven worden gehouden. Hierbij aansluitend wordt ook de optie onderzocht om de oude begraafplaats onder te brengen in een stichting, in combinatie met het museum.
Verder loopt voor de nieuw te ontwikkelen Zeeheldenwijk een onderzoek naar de aanwezigheid van archeologische bodemschatten. Begin april 2018 is het verkennend booronderzoek afgerond. Momenteel wordt er nagedacht over de vertaalslag van het onderzoek, met andere woorden hoe om te gaan met de (mogelijke) aanwezige waarden in het plangebied. Behoud in situ (ter plekke) staat voorop en waar nodig vindt een veiligstellende opgraving plaats. Inmiddels zijn de verkennende en karterende booronderzoeken in volle gang. De relevante archeologische grondslagen lijken in het verleden te zijn geroerd maar vergaande conclusies zijn op basis van deze onderzoeksresultaten nog niet te trekken.
Ten behoeve van de ruimtelijke ontwikkeling van de Zeeheldenwijk stelt de gemeente een specifieke gebiedsvisie Archeologie op. Verder zullen er programma’s van eisen en plannen van aanpak Archeologie worden opgesteld alsmede ook een Toevalsvondsten protocol. In het kader van de Crisis- en Herstelwet en dito besluit is de gemeente Urk in onderzoek hoe deze producties uit te rollen zijn over de rest van Urk.
Op 1 juli 2018 is de Wet Voortgang Energietransitie (Wet Vet) in werking getreden. Hierin is bepaald dat de gasaansluitplicht voor nieuwbouw vervalt. De oude verplichting voor de netbeheerder uit artikel 10, lid zes en zeven, van de Gaswet van ‘het een ieder die verzoekt tot een aansluiting op het gas te voorzien van een aansluiting’ is per 1 juli 2018 vervallen voor een nieuw te bouwen bouwwerk. Het Bouwbesluit 2012 schrijft dan ook niet meer voor dat een te bouwen bouwwerk, naast een aansluiting op het distributienet voor elektriciteit en warmte, is aangesloten op het distributienet voor gas.
De gemeente Urk speelt in op de ontwikkeling om gasloos te bouwen. In de nieuw te ontwikkelen Zeeheldenwijk worden de mogelijkheden voor het verwarmen door middel van een warmtenet onderzocht. Daarbij is het de intentie om het warmtenet te voeden met restwarmte van het industrieterrein.
In 2020 wordt gefocust op het uitwerken van de landelijke opgaven naar de opgave voor de gemeente Urk. Dit wordt vertaald in de Duurzaamheidsvisie Urk, die medio 2020 is vastgesteld. De insteek is om aan de hand van de thema’s Energietransitie, Circulaire Economie, Klimaatadaptatie en Mobiliteit de ambities te beschrijven.
Aansluitend zullen de opgaven in deze visie opgepakt worden. Voorbeelden van opgaven zijn bijdrage RES Bod Flevoland, het vast laten leggen van het beleidskader Zon op Land, het oppakken van de risico dialoog op het gebied van klimaatadaptatie en het starten met het opstellen van de Warmte Transitie Visie (WTV) voor de gemeente Urk.
Met name het laatste onderdeel, het opstellen van de WTV, zal zowel in 2020 als in 2021 een belangrijke stempel drukken op de duurzaamheidsopgave op Urk. Deze visie moet namelijk de kapstok worden voor de gehele warmte transitie op Urk om uiteindelijk in 2050 alle woningen van het gas af te hebben.
Ten aanzien van circulair bouwen worden in 2020 stappen gezet om het circulair inkopen meer in de reguliere inkoopprocessen te integreren. Middels diverse pilots willen we dit gaan oppakken. Bij de ontwikkeling van een nieuwe Brandweerkazerne zal circulariteit ook een rol spelen.
Naast concrete maatregelen die vanuit de gemeente zelf geïnitieerd worden, wordt dit jaar ook stevig ingezet op het betrekken van de bevolking en het bedrijfsleven. Via verschillende kanalen wordt hieraan gewerkt, zoals het Energieloket Urk, waarbij het stimuleren en informeren over energiebesparing in de eigen woning centraal staat. Bij het Energieloket kan men terecht voor een adviesgesprek. Vanuit het RRE project (Regeling Reductie Energieverbruik) worden Urkers in 2020 en 2021 ondersteund bij het besparen van energie in de woning. Bedrijven kunnen daarnaast advies inwinnen bij Duurzame Energie- en Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland (DE-on) en de Energieke Regio. De Erkende Maatregelenlijst (EML) voor energiebesparing bij bedrijven stelt dat bedrijven maatregelen dienen te treffen die binnen vijf jaar terugverdiend kunnen worden. Hier dient ook een melding van gemaakt te worden door bedrijven. DE-on en de Energieke regio ondersteunen het bedrijfsleven bij het besparen van energie en uitvoering van de EML.
Ook maakt Urk gebruik van Stimulerend Toezicht voor het uitvoeren op de energiebesparingsplicht en de informatieplicht. Vier bedrijven zijn in dat kader inmiddels aangemeld voor de subsidieregeling (Versterkte Uitvoering Energiebesparing). De bedrijven worden met Stimulerend Toezicht geholpen om aan de verplichtingen voor energiebesparing te voldoen.
Het bestemmingsplan Schokkerhoek heeft inmiddels een naamsverandering ondergaan. De nieuwbouwwijk Schokkerhoek heet voortaan Zeeheldenwijk. In 2017 is er een bestemmingsplan voor het gebied vastgesteld toen het nog Schokkerhoek heette. Op dit moment is de gemeente Urk bezig met een nieuw bestemmingsplan voor de Zeeheldenwijk. Het voorontwerp van het bestemmingsplan Zeeheldenwijk heeft al ter inzage gelegen. De gemeente Urk is nu bezig om het ontwerpbestemmingsplan Zeeheldenwijk op te stellen, waarna deze net als het voorontwerp ter inzage gelegd zal worden. Na uitvoering van deze stappen zal het bestemmingsplan vastgesteld worden.
Noordelijk Flevoland zit economisch weer in de lift. Bedrijven groeien en investeren, de werkgelegenheid stijgt. Dat is terug te zien in de vraag naar bedrijfsgrond. Waar in Noordelijk Flevoland tijdens de crisisjaren de uitgifte van grond op bedrijfslocaties opdroogde, is de laatste jaren weer een positieve ontwikkeling zichtbaar. Door deze ontwikkeling wordt er een nieuw bedrijventerrein ontwikkeld in de gemeente Urk. Vaststelling van het bestemmingsplan is voorzien begin 2021.
ISOR staat voor Informatie Systeem Overige Ramptypen. Het ISOR heeft tot doel om risico gevaarlijke objecten te registreren. Deze informatie kan worden ingevoerd via het internet. Hiertoe is een gecombineerde website met het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS) actief. Het bijhouden van het ISOR is opgedragen aan de Omgevingsdienst. Het voornemen is om in 2020 hier in samenspraak met de Omgevingsdienst prioriteit aan te geven, voor zover dat nog niet is gebeurd.
2.2.7 Nota Regionaal Beleidskader Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) 2019-2022
Met de invoering van de Wet Vergunningen, Toezicht en Handhaving in 2017 is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente verplicht om beleid voor de uitvoering te maken. Dit geldt ook voor taken die zijn uitbesteed zoals aan de Omgevingsdienst Flevoland, Gooi & Vechtstreek (OFGV).
Conform de wet dient het uitvoeringsbeleid te zijn afgestemd met alle partners; zodat voor alle, aan de OFGV deelnemende, gemeenten en provincies dezelfde procedures worden gevolgd door de OFGV in de uitvoering van haar taken. Het was een heel proces om tot overeenstemming te komen tussen alle partijen. De provincies Flevoland en Noord-Holland hebben hier een positieve rol in gespeeld.
Dit alles heeft geresulteerd in de nota Regionaal Beleidskader Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) 2019-2022. Belangrijk is dat de provincies hebben aangegeven dat met deze nota wordt voldaan aan de wettelijke eis. De OFGV heeft aangegeven met deze beleidsnota te kunnen en willen gaan werken de komende jaren. Binnen de gemeente Urk is deze vastgesteld op 5 november 2019. Door de OFGV wordt de komende jaren uitvoering gegeven aan deze nota. Groot voordeel is dat binnen het werkgebied Flevoland en Noord-Holland voor met name genoemde overtredingen eenduidig de dwangsommen worden opgelegd en verbeurd qua begunstigingstermijn en hoogte, zoals opgenomen in bijlage 8 van de nota. In 2022 wordt het Regionaal Beleidskader VTH geëvalueerd en geactualiseerd.
2.2.8 De Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang
De wetgeving voor kinderdagverblijven en buitenschoolse opvanglocaties is per 1 januari 2018 veranderd. Sommige delen van de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (Wet IKK) zijn ingegaan per 1 januari 2019. Dit heeft geleid tot strengere eisen aan pedagogisch medewerkers en de ontwikkeling van kinderen wordt beter gevolgd. De Inspectie kinderopvang van de GGD controleert of de kinderdagverblijven en buitenschoolse opvanglocaties voldoen aan deze nieuwe wet en adviseert de gemeente bij eventuele handhavingszaken. Het aanpassen aan de nieuwe wet betekent extra werk voor de GGD als toezichthouder. Gemeenten moeten handhaven als kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen niet voldoen aan deze eisen, door middel van een waarschuwing of een boete. In 2019 zijn er geen signalen vanuit de GGD gegeven dat er niet voldaan werd aan de eisen, er is daarom ook geen sprake van handhaving geweest. Voor 2020 wordt hierop gehandhaafd wanneer de GGD aangeeft dat er niet voldaan wordt aan de eisen van de Wet IKK.
De Rijksoverheid is druk bezig met de voorbereidingen voor de invoering van de Omgevingswet. De inwerkingtredingsdatum is inmiddels met een jaar uitgesteld. Naar verwachting gaat de nieuwe wet op 1 januari 2022 van kracht. Tegelijkertijd wordt ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen ingevoerd.
De Omgevingswet staat voor een goede balans tussen het benutten en beschermen van de fysieke leefomgeving. De invoering van de wet vraagt om een integrale benadering van de leefomgeving (fysiek en sociaal) en een andere manier van werken. De VTH-taken zullen met de inwerkingtreding van de Omgevingswet bijna niet veranderen, maar wel toenemen. De implementatie van de wet leidt tot: minder vergunningplichten, meer doelvoorschriften en open normen en er komen andere manieren voor de gemeente om grip te houden op activiteiten.
Eind 2019 heeft de gemeente Urk een implementatieplan voor de Omgevingswet vastgesteld. Dit implementatieplan bouwt voort op het Koersdocument Omgevingswet, welke in 2018 door Antea Group is opgesteld en door de gemeenteraad is vastgesteld. Het implementatieplan beschrijft het overzicht van alle werkpakketten voor de implementatie van de Omgevingswet. Het plan geeft inzicht in de manier waarop we de voorbereidingen van de wet op Urk aanpakken. Het implementatieplan is een dynamisch document. ‘We bouwen aan de brug, terwijl we er op lopen’. Al werkende zullen er keuzes gemaakt worden om het plan te actualiseren.
Het kernteam Omgevingswet van de gemeente Urk werkt aan de realisatie van het implementatieplan. Uitgangspunt is dat de bestaande verantwoordelijkheden in de organisatie zoveel mogelijk in stand blijven. Dat betekent dat vanuit het kernteam met name de samenhang en de verandering binnen de gemeente Urk op gang wordt gebracht. Een regiegroep borgt de afdelings- en opgave overstijgende zaken.
De gemeente Urk volgt bij de uitrol en implementatie van de Omgevingswet de lijst met minimale acties van de VNG. Dit overzicht laat zien wat gemeenten minimaal moeten regelen om klaar te zijn voor de invoering van de Omgevingswet. Er wordt momenteel gewerkt aan een fysiek-sociale Omgevingsvisie en de eerste voorbereidingen om te komen tot een Omgevingsplan zijn gestart. De regels op Rijksniveau staan vast, maar de regels voor de gemeente Urk zullen de komende jaren nader worden uitgewerkt. Vroegtijdige samenwerking met de toezichthouders en handhavers onderling, maar ook met de opstellers van instrumenten zoals de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan is daarbij essentieel.
Hoewel er wat betreft de organisatie van het toezicht en de handhaving niet veel wijzigt onder de Omgevingswet wordt er al wel gekeken naar de benodigde vaardigheden, kennis en middelen om in de ‘geest van de Omgevingswet’ te kunnen werken. Vanuit een werkgroep binnen het platform Omgevingswet Flevoland wordt hiertoe een kennismiddag georganiseerd. Doel van de werkgroep is om toezichthouders en handhavers met elkaar kennis te laten maken, onderling te verbinden en samen kennis op te laten doen voor de Omgevingswet. In het najaar van 2020 worden de opleidingsbehoeften van de toezichthouders en handhavers op Urk nader in kaart gebracht en worden trainingen ingekocht.
2.3 Wat gaan wij actief oppakken in 2020
2.4 Wat gaan wij niet (meer) actief oppakken in 2020
Net als vorig jaar zijn er een aantal taken die niet zijn meegenomen in het Uitvoeringsprogramma van 2020. Deze taken zullen daarom niet of minder actief worden opgepakt, omdat het uitvoeringsniveau van geprogrammeerde taken anders omlaag gaat. Om verwarring te voorkomen over de taken en verantwoordelijkheden wordt hieronder inzichtelijk gemaakt welke aspecten niet actief aan bod komen binnen toezicht en handhaving. Hieronder zal per beleidsonderdeel worden ingegaan op taken die niet actief worden opgepakt.
De genoemde onderdelen kunnen niet gezien worden als uitputtende opsomming. Klachten/ meldingen, bestuurlijke wensen en wetswijzigingen kunnen aanleiding geven tot wijzigingen. Duidelijk is dan wel dat dit kan leiden tot een aanpassing van de geprogrammeerde taken.
Permanente bewoning recreatie Urkerbos
Op grond van het bestemmingsplan Buitengebied is permanente bewoning op recreatiepark Het Urkerbos verboden. September 2006 is een eerste handhavingsactie gestart ten aanzien van illegale bewoning. Op grond hiervan heeft er een inventarisatie plaatsgevonden van de mate waarin illegale bewoning plaatsvond en zijn er dwangsommen opgelegd. Deze actie heeft voor een deel succes gehad. Door de jaren heen is het probleem van illegale bewoning toegenomen. Huisjesmelkers en (tijdelijke) huisvesting als gevolg van een tekort aan huurwoningen hebben hieraan bijgedragen. Hoewel de aanpak van illegale bewoning in 2020 niet urgent is verdient het aanbeveling om in 2020 een inventarisatie te maken van de mate waarin illegale bewoning plaatsvindt. Het daadwerkelijke handhaven zal moeten geschieden in de vorm van een project, omdat hiervoor geen budget in de begroting is opgenomen. Uiteindelijke beslist het college of er prioriteit moet worden geven aan handhaving van permanente bewoning recreatie Urkerbos.
Controle nieuwe mountainbikeroute Urkerbos
Begin 2020 is er een nieuwe mountainbikeroute geopend in het Urkerbos. In de weekenden na de opening is door de gemeente toezicht gehouden op deze mountainbikeroute. Het toezicht was er met name op gericht om te controleren of iedereen zich aan de corona regels hield. Daarnaast werd er gecontroleerd om brandstichting in droge perioden te voorkomen. Na een periode van toezicht heeft Staatbosbeheer aangegeven hier voortaan zelf op te controleren. Daardoor wordt dit niet meer door de gemeente Urk opgepakt.
Brandveiligheid van niet vergunning- en meldingplichtige gebouwen
De voorschriften voor brandveilig gebruik van gebouwen staan vooral in hoofdstuk 6 en 7 van het Bouwbesluit 2012. Deze voorschriften gelden voor alle gebouwen. Echter, niet voor elk gebouw hoeft een melding te worden gedaan of een vergunning te worden aangevraagd in het kader van de brandveiligheid. Deze meldings- en vergunningsplicht is van toepassing op gebouwen waar veel mensen aanwezig kunnen zijn of waar mensen kunnen overnachten. Deze gebouwen worden periodiek gecontroleerd. De overige gebouwen (waar de voorschriften ook voor gelden) worden niet actief gecontroleerd.
Informeren inwoners over asbestdakenverbod
In eerste instantie leek het er op dat na 2024 asbestdaken in Nederland verboden zouden zijn. De Tweede Kamer stemde dinsdag 16 oktober 2018 met brede steun in met het wetsvoorstel. Echter, de Eerste Kamer heeft in juni 2019 tegen dit wetvoorstel gestemd, waardoor een verbod op asbestdaken van de baan is.
Doordat de Eerste Kamer het wetsvoorstel met het verbod op asbestdaken verworpen heeft is het niet meer nodig om inwoners over dit verbod te informeren. Daarom ligt de handhaving op dit onderdeel stil. Vragen over het verwijderen van asbestdaken en meldingen over bijvoorbeeld gevaarlijke situaties worden wel gericht opgepakt en behandeld.
In 2020 zal de gemeente niet toezien op de naleving van de sluitingstijden van horecagelegenheden. Controle op de sluitingstijden ligt bij de Politie.
H3: Algemene Plaatselijke Verordening (Apv)
In de afgelopen jaren is het aantal evenementen toegenomen. Ook de belangstelling voor evenementen neemt toe; evenementen trekken steeds meer publiek. Dit is een positieve ontwikkeling voor gemeenten.
Daarnaast hebben andere factoren een landelijke focus op evenementen gelegd. Verschillende incidenten, sommige met dodelijke afloop, vormden de oorzaak om alerter naar vergunningaanvragen te kijken. Aanscherping van het evenementenbeleid en/of het proces rondom vergunningverlening is hierdoor bij veel gemeenten op de agenda gekomen. Dit geldt ook voor de gemeente Urk.
3.1.1 Landelijke lachgasverbod
De landelijke politiek is bezig met wetgeving over lachgas (wijziging Opiumwet). Dit is een aanbodbeperkende maatregel, gericht op het tegengaan van recreatief gebruik van lachgas. In aanloop naar deze nieuwe wetgeving zal worden onderzocht wat de rol van de gemeente wordt nadat deze wetswijziging is doorgevoerd. Op 3 oktober 2019 heeft de gemeenteraad van Urk de motie ‘Maatregelen tegen lachgasgebruik’ aangenomen. Als gevolg van deze motie wordt het lachgasgebruik van consumenten tot aan de wetswijziging op andere manieren door de gemeente tegengegaan. Dit gebeurt met behulp van verschillende instrumenten, zoals via het ventverbod, optreden tegen hinderlijk gedrag op openbare plaatsen en andere regels uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Daarnaast wordt lachgas tegengegaan via de vergunningvoorschriften voor evenementen.
Tijdens de jaarwisseling 2020-2021 zal het gebruik van knalvuurwerk en vuurpijlen door consumenten verboden zijn. In het najaar van 2020 gaat de gemeente Urk samen met de politie bekijken hoe dit verbod binnen de gemeente gehandhaafd zal worden. Op het afsteken van lichter vuurwerk buiten de toegestane tijden wordt door zowel BOA’s als politie toegezien en gehandhaafd. Daarnaast is voorlichting over veilig vuurwerk afsteken en bestuurlijke handhaving een gemeentelijke taak.
In 2019 is door het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) het ondermijningsbeeld voor de gemeente Urk opgeleverd. Het ondermijningsbeeld is een verslag van een exploratief onderzoek naar ondermijnende criminaliteit in de gemeente Urk, zoals verwoord door professionals van de gemeente en andere veiligheidspartners. Daarnaast geeft het RIEC aanbevelingen over hoe de ondermijnende criminaliteit aangepakt kan worden.
Naar aanleiding van het ondermijningsbeeld is in samenwerking met de driehoekspartners (politie en het Openbaar Ministerie) een plan van aanpak opgesteld voor de komende jaren. In dit plan van aanpak staan concrete actiepunten benoemd om ondermijning in onze gemeente verder tegen te gaan. Dit alles is erop gericht om het faciliteren van criminele activiteiten door de overheid (bijv. via vergunningen) en andere partijen of bedrijven te voorkomen.
In 2020 wordt het plan van aanpak verder uitgevoerd. De gemeente Urk probeert daarbij mede vanuit capaciteitsverdeling de samenwerking op te zoeken met de gemeenten Dronten en Noordoostpolder. Vandaar dat het onderwerp ondermijning als gezamenlijke prioriteit is opgenomen in het Integraal Veiligheidsbeleid Dronten, Noordoostpolder en Urk 2020-2023 en er periodiek een DNU ondermijningsoverleg wordt gehouden. Wat er binnen de gemeente Urk in 2020 in elk geval gedaan wordt, is het opstellen van Bibob-beleid (zie toelichting bij paragraaf 3.2.7). Daarnaast probeert de gemeente Urk (verder) te werken aan bewustwording, bijvoorbeeld op het thema mensenhandel (uitvoering actiepunt is afhankelijk van geldende coronamaatregelen). Ook gaan we inzetten op (integrale) toezicht- en handhavingstaken (zie tabel bij 3.3). Verder wordt vanuit het RIEC, in samenwerking met de Flevolandse gemeenten en Provincie Flevoland, gewerkt aan de ‘Flevolandse norm’.
3.2.2 Digitaal Opkopers Register (DOR)
Ter voorkoming van heling van gestolen goederen is besloten om actief het verplicht bij te houden register van handelaren te controleren. Handelaren kunnen voor hun registratieplicht gebruik maken van een papieren register, maar ook van het Digitaal Opkopers Register. Beide registers zijn door de gemeente aangewezen als in- en verkoopregister zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening. Het voordeel van het digitale systeem is dat de politie automatisch bericht krijgt, wanneer een goed wordt ingevoerd dat als gestolen geregistreerd staat. De snelheid van uitwisseling van gegevens met de politie vergroot de pakkans van helers, inbrekers en veelplegers. Daarbij wordt het steeds lastiger gemaakt om gestolen goederen te verkopen.
Al eerder zijn aan de hand van gegevens uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) de opkopers in de gemeente Urk geïnformeerd over de registratieplicht en het Digitaal Opkopers Register. In 2019 en de eerste maanden van 2020 zijn er een aantal controles uitgevoerd op het Digitaal Opkopers Register. Deze controles zijn uitgevoerd in samenwerking met de politie. Om naleving van de registratieplicht te bevorderen, gaat de gemeente Urk ook in het verdere verloop van 2020 controles uitvoeren op de registers. Hierbij zal de focus liggen op goederen waarvan bekend is dat deze vaak in verband gebracht worden met heling zoals sieraden, fietsen en elektronica. Tegen opkopers die zich niet aan de geldende regelgeving houden kan de gemeente bestuursrechtelijk optreden.
3.2.3 Evenementenbeleid en pilot vergunningverlening
Afgelopen jaar is het evenementenbeleid, waarbij gebruik gemaakt wordt van een risicoanalysemodel, vastgesteld door de raad. Na vaststelling van het evenementenbeleid door de raad is de gemeente Urk in 2020 gestart met werken volgens het evenementenbeleid. Elke aanvraag wordt hieraan getoetst en moet voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden in het beleid. Als gevolg van de coronacrisis ligt er in het evenementenbeleid ook een prioriteit op de 1,5 meter samenleving.
Er is een evenementencoördinator gestart die ervoor zorgt dat de gemeente Urk organisatoren in een eerder stadium benadert, waardoor het voor organisatoren makkelijker is om aan het beleid te voldoen. Dit zorgt voor een verbetering en versoepeling van het vergunningverleningsproces. Deze evenementen coördinator is nu voor 16 uur per week op inhuurbasis werkzaam. Vanaf 1 januari 2021 komt hij voor onbepaalde tijd in dienst voor 20 uur per week.
De gemeente Urk wil in 2020 een nieuw standplaatsenbeleid opstellen. Op dit moment is er veel vraag naar standplaatsvergunningen, terwijl de gemeente Urk op basis van het huidige beleid weinig mogelijkheden tot vergunningverlening heeft. Er zal eerst onderzoek gedaan worden of de mogelijkheden uitgebreid kunnen worden. Vervolgens zal het nieuwe beleid opgesteld gaan worden.
De blauwe zone in het Oude dorp van Urk is in oktober 2017 ingevoerd. Een jaar na invoering is er een evaluatie gehouden onder de bewoners van en bezoekers aan het Oude dorp om de ervaringen te peilen. Het doel van de blauwe zone is de leefbaarheid van het dorp te verbeteren. De belangrijkste actiepunten worden hieronder kort toegelicht:
Naar aanleiding van de evaluatie van 2018 is er in november 2019 een projectgroep gestart om te onderzoeken welke verbeteringen doorgevoerd kunnen worden. Dit jaar wordt er gewerkt aan een collegevoorstel. In dat collegevoorstel worden een aantal veranderingen voorgesteld, waarmee de gemeente Urk tegemoet wil komen aan reacties uit de evaluatie van 2018. De grootste veranderingen zijn:
Het doel van dit collegevoorstel is eenduidig beleid voor het verlenen van parkeerontheffingen voor de Blauwe zone. Daarnaast leiden de verbeterpunten uit dit nieuwe beleid tot soepelere verlening van parkeerontheffingen, waardoor de aanvrager en verlener van de parkeerontheffing tijd bespaard wordt.
In 2020 zal beleid voor bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) worden opgesteld. Het doel hiervan is om een eenduidige werkwijze vast te leggen en zo duidelijkheid te bieden richting de betrokkenen. In samenhang met het Bibob-beleid zal ook gekeken worden naar het instellen van exploitatievergunningen. Dit alles wordt gedaan om te voorkomen dat de gemeente Urk criminele activiteiten, bijvoorbeeld met behulp van vergunningen, faciliteert.
3.2.8 Beleidsregel bijtincidenten honden
Naar aanleiding van een aantal bijtincidenten dat zich binnen de gemeente Urk heeft voorgedaan, zal in 2020 een beleidsregel bijtincidenten honden opgesteld worden. Deze beleidsregel geeft invulling aan de toepassing van art. 2.59 APV (opleggen aanlijngebod of aanlijn- en muilkorfgebod door de burgemeester).
3.3 Wat gaan wij actief oppakken in 2020
Bevorderen van naleving van voorschriften van de volgende onderwerpen: verkeer, brandveiligheid, constructieve veiligheid. | Uit ervaring van de toezichthouder is gebleken dat deze onderwerpen meer controle vereisen om de veiligheid van evenementenbezoekers te waarborgen. | Door 75% van de totale jaarlijkse hoeveelheid evenementen hierop te controleren. | Evenementenorganisatoren in brede zin. Organisatoren die in het verleden nalatigheid in voorschriften hebben getoond in het bijzonder. | ||
Het aanpakken van glaswerkoverlast (gebroken flessen, bierglazen op straat) in de uitgaansgebieden. | Vanuit de bevolking komen veel klachten binnen over gebroken glas op straat. Dit probleem is ook door wijkbeheer geconstateerd; zij worden steeds vaker opgeroepen om in deze gebieden glas op te ruimen. | Probleem wordt nu opgepakt door wijkbeheer. Iedere maandag wordt een rondje gemaakt om uitgaansgebieden schoon te maken. | |||
Zwerfafval is veel mensen een doorn in het oog. Het is al het afval dat - bewust of onbewust - is achtergelaten of beland op plekken waar het niet hoort, bijvoorbeeld op straat of in de natuur. De meest gangbare soorten zwerfafval zijn: verpakkingsmaterialen (snoepwikkels, blikjes en patatbakjes), sigarettenpeuken en kauwgomresten. | In 2018 is een initiatief opgericht in samenwerking met Caritas Urk1 om zwerfafval tegen te gaan. Elke dinsdagmiddag prikken een groep vrijwilligers een deel van Urk schoon. Los van dit initiatief wordt er op maandag ook afval opgeruimd door vrijwilligers. Ook dit jaar zal er voorlichting worden gegeven aan basisscholen door het Clean Team als het gaat om zwerfafval. Daarnaast doet Wijkbeheer, samen met de basisscholen en buurtverenigingen, mee aan de landelijke acties van Mooi-schoon. Begin 2019 is een sticker campagne door Wijkbeheer gestart met Urker leuzen om zwerfafval te voorkomen. Deze campagne loopt in 2020 nog door. | ||||
Inzetten op de naleving van de parkeerschijfzone (blauwe zone) in het Oude Dorp. | De blauwe zone in het Oude dorp van Urk is in oktober 2017 ingevoerd. Het doel van de blauwe zone is de leefbaarheid en toegankelijkheid van het dorp te verbeteren en waarborgen. | ||||
Inzetten op de naleving van de Wegenverkeerswet 1994 en APV. | Het waarborgen van de veiligheid en de (vlotte) doorstroming van het verkeer en het voorkomen van schade en overlast door het verkeer aan anderen. Dit is ook als aandachtspunt uit de Veiligheidsmonitor naar voren gekomen. | ||||
Vanuit de bevolking komen veel klachten binnen over hondenoverlast. Dit is tevens naar voren gekomen in de resultaten van de Veiligheidsmonitor 20172 die medio 2018 bekend zijn gemaakt. | Het schrijven van een plan van aanpak voor het tegengaan van loslopende honden en het niet gebruiken van hondenpoepzakken. Tevens is hondenoverlast een punt van aandacht bij dagelijkse controlerondes van de toezichthouder/Boa. | ||||
Inzetten op de naleving van de registratieplicht (via het Digitaal Opkopers Register of papieren register) voor bedrijven die tweedehands goederen op- of verkopen. | Bedrijven die handelen in tweedehands goederen zijn verplicht hun producten te registreren. Gezien de beperkte aanmeldingen van bedrijven voor het Digitaal Opkopers Register, is het vermoeden dat dit nog weinig gebeurt. Door op de naleving in te zetten, zal het gebruik en daarmee de voordelen van de registraties in het kader van helingbestrijding toenemen. | In samenwerking met de politie controles uitoefenen op bedrijven die handelen in tweedehands goederen. | De nadruk ligt op de bedrijven die goederen verkopen die veel gestolen worden (sieraden, fietsen en elektronica). | ||
Naar aanleiding van een aantal bijtincidenten in de gemeente Urk. | Meenemen tijdens de dagelijkse controlerondes van de toezichthouder/Boa. | ||||
Vanuit het plan van aanpak ondermijning (integrale) toezicht- en handhavingsactiviteiten uitvoeren om ondermijning tegen te gaan. | De aanpak van ondermijning is één van de prioriteiten zoals benoemd in het Integraal Veiligheidsbeleid Dronten, Noordoostpolder en Urk 2020-2023. Dit komt voort uit de ondermijningsbeelden die eind 2018 zijn opgeleverd. | Handhaven op illegale activiteiten en gedoogsituaties. Integrale toezicht- en handhavingsactiviteiten structureel organiseren, gericht op met name hennepkwekerijen, drugstransport, arbeidsuitbuiting en smokkel. | |||
Toezicht houden op de jeugdhonken op Urk. Naast het toezicht dat Wise Owl uitvoert wordt er in 2020 ook toezicht gehouden door de Boa’s van de gemeente Urk. | Toezicht en handhaving op naleving veiligheidsvoorschriften, besloten karakter, kleinschaligheid, geen commerciële bedrijfsvoering, geen gebruik en handel in drugs, etc. |
3.4 Wat gaan wij niet (meer) actief oppakken in 2020
Met betrekking tot de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) zijn er ook een aantal taken die niet of minder actief gehandhaafd worden. Om verwarring te voorkomen over de taken en verantwoordelijkheden wordt hieronder inzichtelijk gemaakt welke aspecten niet actief aan bod komen binnen toezicht en handhaving. Hieronder zal per beleidsonderdeel worden ingegaan op taken die niet actief worden opgepakt.
De genoemde onderdelen kunnen niet gezien worden als uitputtende opsomming. Klachten/ meldingen, bestuurlijke wensen en wetswijzigingen kunnen aanleiding geven tot wijzigingen. Duidelijk is dan wel dat dit kan leiden tot een aanpassing van de geprogrammeerde taken.
Overtredingen APV die niet actief worden gehandhaafd
Het aanpakken van het dealen van drugs of drugsgerelateerde overlast in de openbare ruimte is een taak van de Politie. Indien een hennepkwekerij ontdekt wordt dan is er mogelijk wel een rol weggelegd voor de gemeente. Op grond van artikel 13b van de Opiumwet en het daarop gebaseerde Damoclesbeleid kan de burgemeester in geval van aanwezigheid van drugs of het telen of vervaardigen en het verhandelen van drugs een lokaal, bedrijfspand of een woning sluiten. Het doel is niet het opleggen van een straf, maar het wegnemen van de illegale en ongewenste situatie en het voorkomen van herhaling.
Winkels mogen binnen de gemeente Urk dagelijks open zijn tussen 06:00 uur en 22:00 uur. Op zondag mogen winkels niet open. Door de gemeente Urk wordt niet actief toegezien op de naleving van de winkelsluitingstijden. Mochten er echter klachten zijn dan zullen deze klachten actief worden opgepakt.
Privaatrechtelijke handhaving maakt geen onderdeel uit van het takenpakket van team Handhaving. Het toezien op de naleving van overeenkomsten die de gemeente met derden afsluit ligt op dit moment bij de organisatieonderdelen die deze overeenkomsten zijn aangegaan. De organisatieonderdelen zijn zelf verantwoordelijk voor het toezien op de naleving van de afgesloten overeenkomsten.
Indien onze toezichthouders misstanden zien op bovenstaande terreinen zullen zij dit signaal aan de daarvoor bevoegde instantie doorgeven.
Overlast door vuurwerk/ carbid schieten
Handhaving op (het afsteken en handel) in zwaar illegaal vuurwerk is een taak van de politie. Het schieten met carbid is in de Algemene plaatselijke verordening opgenomen. Daarom is de gemeente hiervoor wel aanspreekpunt voor de regelgeving. Door het college wordt bezien of het noodzakelijk is om een locatie aan te wijzen waar carbidschieten gedurende een bepaalde periode is toegestaan. Het toezicht daarop is reactief.
(Bouw)materiaal, campers, caravans en aanhangwagens in de openbare ruimte
In sommige gevallen kan het gebeuren dat bedrijven of privépersonen hun materiaal in de openbare ruimte (bijvoorbeeld de berm) plaatsen. Dit is niet toegestaan. Het toezicht hierop is reactief, als er overlast ervaren wordt dan wordt dit door wijkbeheer opgepakt. Wanneer waarschuwingen niet werken dan wordt dit in samenwerking met BOA’s opgepakt.
Campers, caravans en aanhangwagens mogen niet langer dan 3 dagen achter elkaar op gemeentegrond staan. Wanneer een eigenaar van een camper, caravan of aanhangwagen deze regel overtreedt, dan wordt hij of zij hierop door wijkbeheer aangesproken. Het toezicht hierop is ook reactief, wanneer overlast ervaren wordt, dan wordt er ingegrepen.
4.2 Ontwikkelingen binnen de gemeente Urk
De gemeente Urk heeft een redelijk constant horecabestand. In 2018 heeft de gemeente besloten om het toezicht zelf te gaan uitvoeren in verband met de komst van de nieuwe extra toezichthouder/Boa. Hierdoor kan er sneller ingezet worden op klachten en meldingen. Tevens is er in 2018 een begin gemaakt met het actualiseren en controleren van alle bestaande drank- en horecawet vergunningen. Hierbij wordt de gemeente bijgestaan door Bureau Horeca Bijzondere Wetten (BHBW). Zij zijn op declaratiebasis ingehuurd. Dit project heeft geleid tot een actueel vergunningenbestand en wordt in 2020 afgerond.
4.3 Wat gaan wij actief oppakken in 2020
H5: Personele capaciteit en middelen
Om het Uitvoeringsprogramma uit te kunnen voeren, zijn personele capaciteit en financiële middelen noodzakelijk. Hieronder wordt dit inzichtelijk gemaakt.
5.1.1 Handhavingsjurist fysieke leefomgeving
Per 1 februari 2019 is een nieuwe handhavingsjurist Fysieke Leefomgeving werkzaam bij de gemeente Urk. De handhavingsjurist is voor 0,7 Fte ofwel 24 uur per week aangenomen (960 uur op jaarbasis) en dit betreft een uitbreiding van de formatie. De Raad heeft hier 16 februari 2017 over besloten. Per 1 april 2020 is het aantal uren van de handhavingsjurist definitief verhoogd naar 32, vanwege het gebruik maken van het generatiepact door een collega-jurist. Per saldo betekent dit dat er op het totaal aan beschikbare uren per week 7 uur minder beschikbaar is. In bijlage 2 zijn deze uren verwerkt. Het invullen van dit tekort zal worden geregeld met de invulling van de formatie VTH in het kader van de nieuwe Omgevingswet.
In het kader van doorontwikkeling van de ambtelijke organisatie gaat de gemeente Urk haar teamindeling aanpassen. In de nieuwe teamindeling worden de drie huidige teams opgesplitst in zes teams, met ieder een eigen teamleider. Vanaf januari 2021 wordt er met deze nieuwe teamindeling gewerkt. De VTH-taken zijn in één team ondergebracht. De werknemers blijven inhoudelijk hun eigen functie uitoefenen binnen één team. Voor de VTH-taken betekent dit dat er een verdere professionalisering plaatsvindt van het team.
5.1.3 Beschikbare financiële capaciteit
Conform afspraken met de provincie zijn wij in 2017 begonnen met het ontwikkelen van een systematiek voor het inzichtelijk maken van de benodigde capaciteit van de VTH taken. Om dit te bereiken is een werkgroep samengesteld met de afdeling financiën. Als eerste heeft de werkgroep een analyse gemaakt waarin onder andere de volgende elementen zijn behandeld: wat valt er allemaal onder VTH, wie zijn er belast met VTH taken, welke apparatuur en instrumenten worden er gebruikt et cetera.
Op basis van de resultaten van de analyse is een tweede stap gezet. De resultaten van de analyse zijn gekoppeld met de begroting om zo te achterhalen onder welke kostenposten VTH gerelateerde zaken zijn ondergebracht. Het resultaat hiervan is te zien in bijlage 1.
In bijlage 1 is te zien dat in de begroting van 2020 een bedrag van € 3.287.368 beschikbaar is voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Bedoeld bedrag is in de begroting op verschillende kostenposten ondergebracht. In de tabel is per onderwerp de benodigde capaciteit opgenomen van personele en materiële inzet, diensten en leveringen derden, inhuur, apparatuur en instrumenten.
Ook is de overhead toegevoegd in de tabel. De overhead bestaat uit alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Het primaire proces zijn de kerntaken van de gemeente ofwel de uitvoering. Tot de overhead behoren alle functies die dit doel dienen. De overheadfuncties staan dus niet rechtstreeks ten dienste van de klant. Ze leveren indirect een bijdrage aan het functioneren van de gemeente.
Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft geen wijze van overheadberekening voor. Voor de gemeente Urk staat de overhead op 76,6%. In de overhead zijn kosten van huisvesting, leidinggeven, administratie, P&O, facilitaire zaken en ICT-middelen opgenomen, maar ook werkkleding, opleiding en helpdeskondersteuning zijn in de overhead opgenomen.
Concluderend blijkt uit bijlage 1 dat de beschikbare capaciteit voor vergunningverlening, toezicht en handhaving financieel gedekt is in de begroting 2020.
5.1.4 Beschikbare personele capaciteit
Bijlage 2 geeft de beschikbare formatie aan om de verschillende taken van het HUP 2020 uit te voeren. In het overzicht is uitgegaan van 1.600 effectieve uren per Fte.
Beschikbare uren voor vergunningen
Voor vergunningen inclusief APV en de juridische toetsing zijn 8.135 effectieve uren beschikbaar. Dit staat gelijk aan 5,1 Fte.
Beschikbare uren voor toezicht en handhaving
Uit bijlage 2 blijkt dat voor de uitvoering van de voorgenomen taken in het Uitvoeringsprogramma voor toezicht en handhaving 7.810 effectieve uren beschikbaar zijn. Dit staat gelijk aan 4,9 Fte.
Beschikbare uren voor leidinggevende werkzaamheden
In bijlage 2 zijn de uren voor de leidinggevende niet opgenomen. De uit te voeren taken zijn verdeeld over twee eenheden namelijk Dienstverlening en Ruimte en Beheer. Hiervoor zijn 3.200 effectieve uren beschikbaar (2 Fte).
Totaal beschikbare personele capaciteit
Voor de uitvoering van alle werkzaamheden binnen vergunningen, toezicht en handhaving zijn 15.945 effectieve uren beschikbaar. Dit staat gelijk aan 9,7 Fte. In bijlage 2 zijn de uren voor inhuur personeel niet meegenomen.
5.1.5 Benodigde financiële en personele capaciteit
Voor de benodigde financiële en personele capaciteit zijn de uren gebruikt van
TimN Urenregistratie, het tijdregistratiesysteem van de gemeente Urk waar medewerkers hun uren verantwoorden. In TimN Urenregistratie kunnen medewerkers hun uren op verschillende producten verantwoorden. Van alle medewerkers die belast zijn met VTH taken zijn de uren van TimN van 2019 opgevraagd om als basis te dienen voor de benodigde uren van 2020. Om dit verder te verduidelijken zal hieronder een voorbeeld met omgevingsvergunningen gebruikt worden met de cijfers van de tabel van vergunningverlening.
Tabel 2: Benodigde uren en financiën voor 2020 ten aanzien van vergunningverlening
Voorbeeld omgevingsvergunningen:
Voor het product ´omgevingsvergunningen´ in TimN zijn 5042 uur door verschillende medewerkers verantwoord voor het jaar 2019. Om te achterhalen hoeveel uur een medewerker gemiddeld met een besluit bezig is geweest, is gekeken hoeveel besluiten in 2018 zijn genomen (toegekend en geweigerd). Uit SquitXO blijkt dat in 2019, 121 besluiten zijn genomen. Dit betekent gemiddeld 42 uur per besluit. Om de benodigde uren voor 2020 te berekenen, is het gemiddeld aantal uur per besluit vermenigvuldigd met de raming voor 2020 (ofwel 42x120=5000). Voor 2020 betekent dit voor vergunningverlening dat er in totaal 5,3 Fte en € 810.409 nodig is. Voor de benodigde financiën is het aantal benodigde uren vermenigvuldigd met het HBO-tarief, omdat alle betrokkenen minimaal HBO geschoold zijn.
Niet alle producten konden op bovenstaande manier berekend worden. In dat geval is het aantal uur dat in 2019 is verantwoord als basis gebruikt voor de benodigde uren van 2020. Dit is het minimaal aantal uren wat in 2020 nodig zal zijn. In 2020 wordt gewerkt aan een nog betere aansluiting van het TimN-systeem aan de werkzaamheden. Er wordt gewerkt aan het uitbreiden van de producten waarop uren verantwoordt kunnen worden. Daardoor wordt per onderwerp inzichtelijker wat de benodigde en beschikbare capaciteit is.
Voor toezicht & handhaving is een vergelijkbare berekening gebruikt. Samen met cluster Toezicht en Handhaving is een analyse gemaakt van de benodigde uren voor de taken die wij in 2020 actief willen oppakken, zie hiervoor ook de tabellen van paragraaf 2.3 en 3.3 onder kopje toezicht en handhaving. Het aantal benodigde uren voor 2020 is, vervolgens net als bij vergunningverlening, vermenigvuldigd met het uurtarief wat van toepassing is. Voor 2020 betekent dit voor toezicht en handhaving dat er in totaal 6 Fte en € 696.890 nodig zal zijn.
Tabel 3: Benodigde uren en financiën voor 2020 ten aanzien van toezicht en handhaving
De resultaten van deze analyse bevatten wel een foutmarge. Uit gesprekken met de medewerkers blijkt dat de uren niet altijd op dezelfde manier worden verantwoord. Om die reden is er in 2019 een start gemaakt met afspraken met cluster Vergunningverlening en cluster Toezicht & Handhaving om op een eenduidige en consistente manier de uren te verantwoorden. Dit zal in 2020 voortgezet worden. Desondanks is de analyse wel een goede basis om op voort te borduren om beter inzicht te krijgen over de benodigde uren en financiën voor de VTH taken.
5.1.6 Verschil beschikbaar en benodigde capaciteit
Het verschil tussen beschikbaar en benodigd voor vergunningverlening bedraagt 0,2 Fte en € 67.072. Dit verschil wordt opgevangen door inzet van inhuurkracht(en). Financieel is dit draagbaar, omdat de baten van vergunningverlening (ofwel legesopbrengst) hoger is dan de lasten. Hierdoor kan cluster Vergunningverlening inhuurkracht(en) financieel dekken.
Voor toezicht en handhaving geldt dit echter niet, het tekort aan 1,1 fte is groter dan bij vergunningverlening. Reden daarvoor is dat de uitwerking van de Wet Kwaliteitsborging onzeker is voor de benodigde capaciteit voor VTH taken en Toezicht en Handhaving op de stranden weersafhankelijk is. Er zijn twee opties om het tekort bij toezicht en handhaving te verhelpen: 1) uitbreiding van de formatie of 2) het bijstellen van de prioriteiten en ambities.
5.2 Monitoring van de uitvoering
De ambities zoals vastgelegd in het handhavingsbeleid gemeente Urk 2016 - 2020 en dit HUP worden gemonitord. Door middel van drie managementrapportages gedurende het jaar zal de voortgang van het Uitvoeringsprogramma gemonitord worden. Deze rapportages maken de voortgang van het behalen van de gestelde uitvoeringsdoelen en de hieraan gespendeerde uren inzichtelijk.
Mochten zich tussentijds grote problemen, afwijkingen of de noodzaak tot herprioritering voordoen, dan zal het college hiervan op de hoogte worden gesteld.
Uniforme aspecten vergunningen
In bijlage 3 zijn alle taken met betrekking tot vergunningverlening, toezicht en handhaving terug te vinden in negen productbladen. In elk blad wordt een vast aantal aspecten uitgewerkt. Omdat de aspecten ‘doelstellingen’ en ‘indicatoren voor de monitoring’ voor vergunningen veelal uniform van aard zijn voor de verschillende producten in bijlage 3, worden ze hieronder weergegeven en niet in de productbladen zelf. Het aspect ‘probleemanalyse’ is alleen uitgewerkt voor toezicht en handhaving omdat voor vergunningen geen noemenswaardige problemen benoemd kunnen worden.
Indicatoren monitoring vergunningen
Om na te kunnen gaan of de doelstellingen zijn behaald aan het eind van 2019 worden de volgende aspecten gemonitord:
Huisvesting van vergunninghouders is hierboven niet meegenomen. In het halfjaarlijks toezichtverslag ´Realisatie taakstelling huisvesting verblijfsgerechtigden gemeenten´ staat vermeld of wij voldoen aan de taakstelling. Het toezichtverslag wordt elk half jaar, na afloop van de taakstellingsperiode, naar de provincie verstuurd.
Bijlage 4: Inbreng gemeentelijke taken bij Omgevingsdienst Flevoland, Gooi en Vechtstreek (OFGV)
Bijlage 5: Uitvoeringsprogramma OFGV 2020
Samenvatting opdracht 2020 gemeente Urk
De Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV) stelt ieder jaar per deelnemer een uitvoeringsprogramma op. In dit programma staat beschreven welke activiteiten en taken de OFGV in 2020 voor de betrokken deelnemer uitvoert. In 2019 is een nieuwe opzet van het uitvoeringsprogramma gemaakt. Het uitvoeringsprogramma van 2020 is bijwerkt aan de hand van de laatste versie van het Beleidskader VTH en aangevuld met, waar relevant, specifieke aandachtspunten die komend jaar voor uw gemeente gaan gelden. Deze worden hieronder kort voor u samengevat. De volledige versie van het uitvoeringsprogramma vindt u onderliggend aan deze samenvatting.
In 2020 moet de OFGV klaar zijn om volgens en in de geest van de Omgevingswet te werken. Dit heeft invloed op de producten en diensten die de OFGV levert aan de gemeente Urk. Denk hierbij aan integrale vergunningverlening, toezicht onder de nieuwe regels van de Omgevingswet en adviseren over de nieuwe omgevingsverorderingen en omgevingsplannen van de gemeente. Daarnaast komt door de komst van de Omgevingswet de bodemtaken bij de gemeente Urk liggen. De OFGV ondersteunt waar nodig om deze overdracht warm te laten verlopen.
Programma Aanpak Stikstof (PAS)
Door de uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof (PAS) komen vergunningsprocedures van projecten stil te liggen. Dit heeft in 2020 naar verwachting invloed op de doelstellingen, taakuitoefening en omvang voor en van de OFGV. Indien hier in 2020 bij de gemeente Urk sprake van is wordt u tussentijds en separaat hierover door de OFGV geïnformeerd.
In het Klimaatakkoord is voor 2020 de CO2-reductiedoestelling verhoogd tot 55 procent (was 49 procent) ten opzichte van 1990. Dit vloeit voort uit het Europees beleid. Dit zal invloed hebben op de uitvoering door de gemeente Urk van de Regionale Energie Strategie (RES), de transitievisies warmte en de warmteplannen. Vanuit de RES in Flevoland en in de Gooi en Vechtstreek is de verwachting dat de OFGV in 2020 op verschillende onderdelen input gaat leveren.
PFAS is een stoffengroep die in Nederland verspreid in het milieu wordt aangetroffen. Kenmerkend voor dit soort stoffen is dat zij nauwelijks biologisch afbreekbaar zijn en hierdoor schadelijk voor het milieu. PFAS wordt aangetroffen in de grond en baggerspecie. Omdat er tot dusver geen bekendheid of onderzoeksresultaten waren van deze stoffen ontbrak het aan duidelijke normen en regelgeving. Het grond- en baggerverzet is in 2019 ernstig gestagneerd. De OFGV verwacht daarnaast dat het een opgave wordt om grondverzet conform het tijdelijk handelingskader uit te voeren. In 2020 kan dit daarom mogelijk invloed hebben op de taakomvang met betrekking tot bodem (aantal beschikkingen/meldingen/controles) van de OFGV.
De Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV) stelt ieder jaar per deelnemer een uitvoeringsprogramma op. In dit programma staat beschreven welke activiteiten en taken de OFGV in 2020 voor de betrokken deelnemer uitvoert. Voor u ligt het uitvoeringsprogramma van uw gemeente.
Het uitvoeringsprogramma bestaat uit twee hoofdstukken:
1.1 Opzet Uitvoeringsprogramma 2020
Dit uitvoeringsprogramma is een uitgewerkt programma op basis van het Besluit omgevingsrecht (art. 7.3 Bor). In het Bor is vastgelegd dat gemeenten en provincies voor de uitvoering van toezichts- en handhavingstaken op basis van een strategisch beleidskader een uitvoeringsprogramma vaststellen. In dit uitvoeringsprogramma moet worden aangegeven welke doelen de omgevingsdienst moet halen bij de uitvoering en handhaving en welke activiteiten daartoe door de omgevingsdienst worden uitgevoerd (art. 7.2 Bor). In paragraaf 2.3 wordt een verdere toelichting gegeven op de verhouding tussen het vastgestelde Beleidskader VTH en het uitvoeringsprogramma.
Door aan de voorkant een koppeling te maken tussen beleid van de deelnemende partijen en de uitvoering door de OFGV kan de Big-8 cyclus gaan draaien/volledig doorlopen worden. Maak je deze koppeling vooraf, dan kan bij de tussentijdse verantwoording van de door de OFGV uitgevoerde taken worden aangegeven hoe dit zich verhoudt tot de gestelde doelen. Hiermee streeft de OFGV naar meer ‘outcome’ gericht rapporteren. Hierdoor wordt beter inzichtelijk hoe het werk van de OFGV (resultaten) bijdraagt aan het welzijn van onze leefomgeving (outcome). Ook kunnen dan de juiste prioriteiten en doelen worden gesteld en/of kan daarop worden (bij)gestuurd.
Dit geeft nog geen garantie dat hiermee volledig wordt voldaan aan het Bor. Beleid laat zich echter niet altijd even makkelijk vertalen naar uitvoering. Dit vraagt goede afstemming aan de voorkant. Hier ligt voor zowel de partners als de OFGV een uitdaging om daar samen meer invulling aan te geven.
Dit uitvoeringsprogramma is onderdeel van de beleidscyclus zoals beschreven in het Bor. Hierin zijn de minimumeisen verwoord waaraan elke professionele VTH-organisatie moet voldoen. Eisen die garant staan voor een adequate, herkenbare en structurele uitvoering van de VTH-taken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een model dat diverse bestuurlijke en uitvoerende werkprocessen op een logische manier aan elkaar schakelt. Dit procesmodel is, vanwege zijn vorm, bekend onder de naam ‘Big-8’.
Het model van de Big-8 bestaat uit de volgende stappen:
Strategisch beleidskader: hieronder worden de kwalitatieve doelstellingen (schoner milieu, beter naleefgedrag, gezonde leefomgeving) geschaard die zijn opgesteld voor de OFGV in het Beleidskader VTH, aangevuld met prioriteiten met behulp van de risicoanalyse uit het beleidskader en lokale prioriteiten. Deze doelstellingen zijn verwerkt onder de relevante milieuthema’s in dit programma.
Operationele beleidskader: het Operationeel (tactisch)beleidskader is de tweede stap van de beleidscyclus. Dit kader bestaat uit een vertaling van de beleidsdoelen in een opzet voor de manier waarop vergunningverlening, toezicht en handhaving kunnen worden ingezet om de beleidsdoelen te bereiken oftewel de VTH-strategie. De VTH-strategie is beschreven in hoofdstuk 4 van het Beleidskader VTH.
Programma & organisatie: betreft het kruisthema van de Big-8, hier worden aan het begin van de cyclus de concept uitvoeringsprogramma’s besproken en aan het eind van de cyclus de rapportage van de uitvoering gebundeld en toegelicht aan de partner. Dit uitvoeringsprogramma legt een verbinding tussen de gestelde doelen uit het Strategisch beleidskader en de hiervoor benodigde capaciteit. Zie hiervoor de uitwerking onder de milieuthema’s.
De beide cirkels geven ook de domeinen weer van de strategische cyclus waarin de partner beweegt en de operationele cyclus waarin de OFGV zich beweegt. Op het snijvlak van beide cirkels is de afstemming aan de voorkant waarvan dit uitvoeringsprogramma de uitwerking is en de ‘outcome’ resultaten na uitvoering, verantwoord worden in de jaarrapportage 2020.
1.2 Randvoorwaarden/kanttekening
Indien gemeenten strategische doelen hebben geformuleerd die een specifiek milieuthema raken neemt de OFGV die op in het uitvoeringsprogramma. Dit gebeurt met inachtneming van een uniforme en efficiënte werkwijze. Het uitgangspunt is level playing field in de uitvoering van de wettelijke taken. Voor lokale prioriteiten van gemeenten zal apart moeten worden onderzocht wat de impact daarvan is op de taakuitvoering van de OFGV en hoe deze kunnen worden ingepast.
De kernwaarden die de OFGV hiervoor hanteert zijn: efficiënt, kostenbewust, kwaliteit binnen termijn, heldere en tijdige communicatie. Deze zaken zijn vastgelegd in de procesbeschrijvingen van de OFGV. Doelstellingen van de gemeente met betrekking tot een milieuthema zijn opgenomen bij de betreffende thema’s in hoofdstuk 2.
Kostprijssystematiek (KPS) en uitvoeringsprogramma
Het Algemeen Bestuur (AB) heeft op 28 juni 2017 besloten om per 1 januari 2018 de Kostprijssystematiek (KPS) in te voeren. In de KPS wordt uitgegaan van een uniforme werkwijze (‘level playing field’) waarbij onderlinge verschillen, zoals bijvoorbeeld reistijd, niet worden doorgerekend. Daarnaast is in de systematiek een risicogericht branchemodel uitgewerkt (formule = bedrijven * frequentie * productprijs). De taken van algemeen nut, zoals bijvoorbeeld de juridische expertise, bestuursondersteuning en het opstellen van de uitvoeringsprogramma’s zijn verwerkt in een randvoorwaardelijk takenpakket.
Door de invoering van het ‘level playing field’ voor frequenties van controles wordt een minimaal kwaliteitsniveau voor alle deelnemers vastgelegd. Het branchemodel is leidend voor het aantal producten voor vergunningen- en toezichtcontroles in de prognosetabel (bijlage 1) van dit uitvoeringsprogramma.
Verschil prognosetabel en verrekening
De KPS is vastgesteld voor een periode van drie jaar. De bijdrage van de deelnemers is daarmee voor drie jaar ‘vastgezet’. Na deze periode vindt een herrekening plaats. Dit wordt gedaan aan de hand van de ervaringsgegevens van de achterliggende drie jaar. Op deze manier wordt een eventuele ‘over’ of ‘onder’ productie over maximaal drie jaar verrekend met de productie voor de daarop volgende jaren. Over- of onderproductie per jaar komt standaard bij iedere deelnemer voor. De werkzaamheden laten zich niet begrenzen door een datum. Denk bijvoorbeeld aan doorlopende proceduretijden of nog uit te voeren hercontroles. Doordat de KPS steeds over een periode van drie jaar wordt berekend, levert dit geen problemen op. In feite is sprake van een soort ‘bandbreedte’ en ‘banddikte’:
Banddikte: bij de banddikte zitten er verschillen in de samenstelling van taken per deelnemer. Ook dat kan in de regel door het collectief (deelnemers gezamenlijk) worden opgevangen. Daardoor hoeven piekbelastingen (incidenten, zware ongevallen en dergelijke) niet direct tot hogere kosten te leiden. De collectieve organisatie kan flexibel inspelen op incidenten.
Door deze werkwijze kunnen afwijkingen of wijzigingen per deelnemer worden besproken en uitgevoerd, zonder dat daardoor een verstorend effect voor het collectief ontstaat.
Prognosetabel OFGV 2020 (Bijlage 1)
Het aantal producten in de bijgevoegde tabel (bijlage 1) is een prognose voor 2020. In zowel de Lente- als de Herfstrapportage worden de werkelijk gerealiseerde aantallen per deelnemer verantwoord. In de jaarrapportage wordt het totaal aantal gerealiseerde producten verantwoord. Ook wordt er een toelichting gegeven op de in 2020 uitgevoerde werkzaamheden. Het referentiejaar voor de huidige KPS-berekening is 2017. Als er door een deelnemer meer werkzaamheden worden gevraagd dan in het jaar 2017, wordt dit besproken met de betreffende deelnemer(s). Gezamenlijk wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn. De extra vraag wordt vervolgens afgezet tegen de totale vraag aan producten van alle deelnemers. Als een significante of structurele kostenstijging optreedt, kan in het Algemeen Bestuur (AB) besproken worden hoe daar mee om te gaan.
Opname taken uitvoeringsprogramma
De activiteiten die de OFGV uitvoert in het kader van specifieke subsidies of in het kader van meerwerkopdrachten, zijn niet in dit uitvoeringsprogramma opgenomen. Deze activiteiten kennen een aparte opdrachtverstrekking per partner. De verantwoording ervan verloopt via de subsidieverstrekker en/of bestuurlijke financiële rapportage.
De zogenaamde randvoorwaardelijke taken (zoals bestuursondersteuning, informatiegestuurd werken, accountmanagement en de voorbereidingen Omgevingswet) dragen bij aan de kwaliteit van de OFGV, maar zijn niet als producten in het uitvoeringsprogramma benoemd.
Het uitvoeringsprogramma geeft een verwachting weer van de taken die de OFGV in 2020 zal uitvoeren. Het is niet ongewoon dat accenten binnen het programma verschuiven. Door wisseling van prioriteiten van de deelnemers, wijzigingen in de vraag en/of de conjunctuur kan een specifieke taak meer of juist minder aandacht vragen. Dit kan van invloed zijn op andere activiteiten in het programma. Doet zich een dergelijke situatie voor, dan wordt (binnen of buiten de opdracht) naar een oplossing gezocht. Het is vanzelfsprekend dat daarover vervolgens in de trimesterrapportages wordt teruggekoppeld.
2.1 Toelichting opzet en wijze van programmeren
Dit hoofdstuk geeft een weergave van de taken die de OFGV in 2020 voor uw gemeente uitvoert.
In dit hoofdstuk is een indeling gemaakt naar de te onderscheiden milieuthema’s waar de OFGV actief in is. Per milieuthema zijn de gemeenschappelijke strategische doelstellingen voor de OFGV en speerpunten uit het beleidskader VTH weergeven, aangevuld met lokale prioriteiten van de gemeente uit het collegeprogramma e.d.. Hierbij is zoveel mogelijk aangegeven welke activiteiten de OFGV inzet om de opgestelde doelen te bereiken c.q. daaraan bij te dragen. De genoemde activiteiten zijn gebaseerd op het takenpakket van de OFGV. De activiteiten hebben daarmee betrekking op het gehele takenpakket van de OFGV. Het takenpakket van de OFGV is gebaseerd op de Producten en Dienstencatalogus (PDC) van de OFGV.
2.2 Toelichting opzet beleidsdoelen (nr. 1 van de Big-8 : strategisch beleidskader) In overeenstemming met het nieuwe Bor vormt het voorliggende uitvoeringsprogramma een uitwerking van het door de bevoegde gezagen geformuleerde uitvoerings- en handhavingsbeleid inclusief de bijbehorende (milieu)doelen. De rapportages geven inzicht in de voortgang van het uitgevoerde werk en daarmee het uitvoeringsprogramma.
Bij het uitwerken van de strategische beleidsdoelen is er een onderverdeling te maken. Er zijn beleidsdoelen die bijvoorbeeld meer algemeen van aard zijn en niet direct een milieuthema benoemen. Er zijn ook beleidsdoelen die meer specifiek zijn en een milieuthema aangaan. De doelen en activiteiten zijn afkomstig uit het Beleidskader VTH, aangevuld met lokale prioriteiten en de PDC van de OFGV. Bij de uitwerking van dit uitvoeringsprogramma is bij de uitwerking van strategische doelstellingen en gekoppelde activiteiten onderscheid gemaakt tussen de volgende abstractieniveaus:
Niveau 1. (Verwerkt onder H2.4 algemene beleidsdoelen)
Doelstellingen en activiteiten die algemeen van aard zijn en niet gekoppeld aan een milieuthema. Denk hierbij aan ‘’De OFGV is een betrouwbare dienst”.
Niveau 2. (H2.4 en verwerkt onder milieuthema’s (indien relevant))
Doelstellingen en activiteiten die algemeen van aard zijn (gelden voor alle taken binnen één of meerdere milieuthema’s) en raken aan de omgevingsthema’s. Voorbeeld:
Deze doelstellingen en activiteiten zijn algemeen van aard en wijzigen alleen als onderliggende bronnen wijzigen (Beleidskader VTH).
Niveau 3. (Verwerkt onder milieuthema’s)
Specifieke doelstellingen of activiteiten die gekoppeld zijn aan één of meer specifieke doelstellingen en/of activiteiten en gericht zijn op een aspect van het milieuthema. Voorbeeld:
(Stap 1. Wettelijke uitvoering, stap 2. Thema, stap 3. Aspect).
Deze doelstellingen / activiteiten zijn specifiek en wijzigen alleen als onderliggende bronnen wijzigen (Beleidskader VTH).
Niveau 4. (Verwerkt onder milieuthema’s)
Toelichting op (lokale) prioriteiten(wijzigingen) per gemeente, specifieke omstandigheden, verwachtingen, projecten en zaken die gelden in dat geldende jaar.
2.3 Uitwerking beleidsdoelen deelnemers en OFGV(nr.1 Big-8: strategische doelstellingen)
In het beleidskader VTH zijn uniforme (kwalitatieve) en (leefomgeving) doelstellingen voor de OFGV als dienst opgesteld. Deze worden in deze paragraaf weergegeven. De OFGV geeft bij de uitoefening van de VTH-taken indirect uitvoering aan deze doelstellingen. In het Beleidskader VTH staat in hoofdstuk 3 en 4 vermeld hoe dit wordt gedaan. In dit programma wordt toegelicht welke werkzaamheden de OFGV uitvoert om aan de doelstellingen (Bijlage 2 Beleidskader VTH) te voldoen. Deze werkzaamheden zijn gekoppeld aan producten en diensten uit de PDC.
Gezamenlijk voor de OFGV opgestelde beleidsdoelen Beleidskader VTH:
De OFGV draagt bij aan een gevoel van:
De OFGV draagt bij aan een gevoel van:
Onder de uitgewerkte milieuthema’s in dit programma wordt toegelicht wat door de OFGV wordt gedaan om uitvoering te geven aan deze gezamenlijk opgestelde beleidsdoelen voor de OFGV. Waar nodig wordt daarbij aangegeven welke specifieke aandachtspunten voor het komende jaar gaan gelden.
2.4 Ontwikkelingen(nr.4 Big-8: voorbereiding)
Hieronder staan ontwikkelingen die invloed hebben op meerdere milieuthema’s en producten en diensten van de OFGV. Per milieuthema (verderop in het programma) zijn de specifieke ontwikkelingen genoemd, indien daar sprake van is.
In 2020 moet de OFGV klaar zijn om volgens en in de geest van de Omgevingswet te werken. Waar voor gemeentelijke omgevingsvisies en omgevingsplannen een overgangsfase geldt, is die er voor het uitvoerende werk niet. Vanaf 1 januari 2021 moet de OFGV onder meer;
Verder staat 2020 in het teken van het bereiken van deze concrete doelen. Met vijftien partners wordt bijvoorbeeld afstemming gezocht, hoe het proces tot integrale vergunning doorlopen kan worden. De medewerkers worden inhoudelijk opgeleid en er starten trajecten voor de ontwikkeling van persoonlijke vaardigheden.
Daarnaast vraagt de Omgevingswet dat kennis en ervaring uit de (milieu)uitvoeringspraktijk meegenomen wordt bij het vormen van beleid.
De OFGV verwacht enerzijds meer verzoeken van de partners om een bijdrage te leveren aan bijvoorbeeld omgevingsvisies, omgevingsplannen en monitoringsinformatie. Anderzijds gaat de OFGV haar kennis en ervaring actief naar de deelnemers brengen. Een voorbeeld hiervan is het inzichtelijk maken van de bestuurlijke afwegingsruimte op milieugebied en de deelnemers over het gebruik van deze ruimte en de consequenties daarvan te adviseren. Het is daarom belangrijk om ook in 2020 blijvend aandacht te besteden aan het opbouwen en onderhouden van het omgevingswetnetwerk in beide regio’s.
Voor 2020 zijn er verschillende doelen en acties geformuleerd, met de daar bijbehorende afhankelijkheden; voortgang landelijke wetgevingsspoor, de oplevering van de landelijke voorziening DSO en de bijbehorende standaarden, de bereidheid en mogelijkheden voor regionale samenwerking, de verschillende tempo’s van implementatie van de Omgevingswet bij de vijftien partners en de mate waarin de medewerkers de benodigde kennis en vaardigheden zich eigen kunnen maken. Het gaat hier om factoren die bepalen of de geformuleerde doelen op tijd en op een kwalitatief goed niveau gehaald gaan worden.
Om dit succesvol te laten verlopen, heeft de OFGV een stevige projectorganisatie neergezet. Het is in 2020 echt samen op weg naar de uitvoering van de Omgevingswet vanaf 1 januari 2021.
In de Wet milieubeheer staat dat bedrijven de milieubelasting moeten beperken. Dit betekent vooral het beschermen van de omgeving in het kader van veiligheid en volksgezondheid en het tegengaan van emissies naar bodem, water en lucht. De OFGV controleert of bedrijven zich aan de regels houden. Daarnaast kijkt de OFGV samen met bedrijven of er mogelijkheden zijn om het ontstaan van milieubelastende activiteiten te verminderen of te voorkomen. In een omgevingsvergunning kunnen regels worden opgenomen die verplichten doelmatig om te gaan met milieubeschermende voorzieningen.
De periodieke milieucontroles kunnen onderverdeeld worden in een aantal gespecificeerde producten. Denk aan themacontroles, initiële controles en opleveringscontroles. In de prognosetabel zijn de aantallen per gespecificeerd product aangegeven. Het aantal periodieke controles wordt berekend met behulp van het branchemodel. Het gaat om gemiddelde frequenties over langere perioden en meerdere jaren. Daarmee wordt een regionaal uniforme werkwijze gevolgd waarbij gelijksoortige bedrijven dezelfde aandacht krijgen.
Hieronder staan de algemene doelstellingen en activiteiten voor het thema Bedrijven beschreven. De doelen die cursief gedrukt staan zijn afkomstig uit het collegeprogramma van de gemeente. De overige doelen en activiteiten zijn afkomstig uit het concept Beleidskader VTH en de PDC van de OFGV. De doelen en activiteiten die onder het hoofdthema ‘Bedrijven’ staan zijn van toepassing op elke branche/subthema. Indien in de tabel Doelstellingen geen tekst staat opgenomen, is voor het betreffende thema nog geen doelstelling geformuleerd. De activiteiten in de tabel aan de rechterzijde zijn niet altijd één op één te koppelen aan de doelstellingen in de tabel aan de linkerzijde.
De prognosetabel is leidend bij de uitwerking van de taken in de onderstaande thema’s en subthema’s. Als in de tekst een activiteit staat opgenomen, maar niet in de prognosetabel is opgenomen met een 0 of een getal, dan geldt die activiteit niet voor dit uitvoeringsprogramma.
• Beschermen en bevorderen van de -omgevingsthema’s; • Voorkomen en/of verminderen van vervuiling en overlast naar bodem, water, en lucht. |
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
Actualisatie (Omgevings)vergunningen
De prioriteit bij actualisaties van vergunningen wordt gelegd bij de actualisatie die voortvloeit uit verplichtingen vanuit veranderende wetgeving. Naast actualisatie vanuit veranderende wetgeving kan worden overgegaan tot actualisatie tezamen met een vergunningaanvraag als verzoek vanuit toezicht en handhaving van de OFGV. Dit kan zich in 2020 uiteindelijk uiten in meerdere soorten producten, zoals een actualisatietoets, een revisievergunning of een (ambtshalve) geactualiseerde vergunning.
Het LAP3 (Afval), Best Beschikbare Technieken (BBT) en Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) zijn voorbeelden van wetgeving die onlangs zijn gewijzigd waarop een huidige vergunning moeten worden getoetst en wellicht geactualiseerd. Hier wordt in 2020 aandacht aan besteed tijdens de actualisaties.
Alle bedrijven met betrekking tot het LAP3 zijn in 2018 en 2019 getoetst. Nog niet alle vergunningen zijn geactualiseerd. In een aantal gevallen loopt een procedure of vooroverleg.
Prognose vergunningen en meldingen
Door de uitspraak van Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof (PAS) komen vergunningsprocedures van projecten mogelijk stil te liggen. Over de ontwikkelingen hierin gaat de OFGV (voor zover van toepassing in uw gemeente/provincie) zo nodig separaat informeren. Dit kan invloed hebben op meerdere doelstellingen, producten en diensten in de opdracht.
Net als in 2019 is de voorspelling dat het aantal aanvragen voor het aanleggen van een gesloten bodemenergiesysteem (product R15.1, woning of R03.1 bedrijf) bij nagenoeg alle gemeenten in het werkgebied van de OFGV in 2020 stijgt. Daarbij geldt dat één aanvraag kan gelden voor de aanleg van meerdere systemen, bijvoorbeeld bij appartementencomplexen of woningen in een vakantiepark.
Over het gehele werkgebied van de OFGV gemeten, bleek in 2018 dat bij meer dan de helft (57 procent) van de initiële controles bij bedrijven geen overtredingen zijn geconstateerd. In vergelijking met voorgaande jaren (2016 en 2017) lijkt een tendens zichtbaar te worden in het naleefgedrag van bedrijven. In 2016 werden bij 39 procent van de bedrijven overtredingen geconstateerd bij de eerste controle, in 2017 was dat 41 procent en in 2018 43 procent. Gemiddeld lijkt veertig procent van de bedrijven de zaken niet (geheel) op orde te hebben bij controle. Daaruit alleen al kan worden afgeleid dat controleren/handhaven wel degelijk nuttig en nodig is en blijft. Overigens zijn deze gegevens te grof om al scherpe conclusies uit te trekken, het werkgebied van de OFGV is zeer divers en de omvang van het aantal bedrijven per gemeente/provincie varieert sterk.
Per gemeente zien we grote verschillen in het naleefgedrag. Vandaar dat het zinvol is weer te geven waar uw gemeente scoort op naleefgedrag ten opzichte van de hierboven geschetste ‘’middellijn”, over het totale werkgebied.
In 2018 werden in Urk bij 58 procent van de gecontroleerde inrichtingen overtredingen geconstateerd.
Bij het naleefgedrag heeft de OFGV geconstateerd dat in de gemeente Urk bij bedrijven binnen de branches: Afval, Industrie en Tankstations bovengemiddeld vaak overtredingen worden geconstateerd. In 2020 wordt hier verder onderzoek door de OFGV gedaan, om te achterhalen wat hier de mogelijke oorzaken van zijn. Ook wordt in 2020 gekeken naar mogelijke oplossingen om het naleefgedrag bij bedrijven te verbeteren.
Deze PDC codes gelden in principe voor alle branches en zijn daarom eenmalig opgenomen.
Subthema 1.1 Afval (Thema Bedrijven)
Hinder/leefbaarheid, Volksgezondheid, Financiële veiligheid, Economische veiligheid, en Fysieke veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
Tijdens het aanhoudende warme weer en de droge periode die daardoor volgde zijn afvalbedrijven met risicovolle afvalopslagen in 2018 en in 2019 extra (en preventief) gecontroleerd op maatregelen ter voorkoming van brand door broei.
Het gaat dan om bedrijven die bijvoorbeeld grote hoeveelheden bedrijfsafval of houtsnippers opslaan. Op basis van de ervaringen die zijn opgedaan tijdens deze controles is een hitteprotocol opgesteld voor afvalbedrijven. Het protocol beschrijft wanneer bedrijven in 2020 extra controles krijgen, wat de risicofactoren zijn en welke (extra) maatregelen er nodig zijn om broei of zelfs brand te voorkomen.
Subthema 1.2 Akkerbouw en Landbouw (Thema Bedrijven)
Hinder/leefbaarheid, Volksgezondheid, Financiële veiligheid, Economische veiligheid, en Fysieke veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
Mestbassins van voor 1987 hadden deze verplichting niet, maar moeten dit nu wel. In het werkgebied van de OFGV zijn nog veel oudere, onafgedekte mestbassins aanwezig.
Subthema 1.3 Bouwnijverheid (Thema Bedrijven)
Hinder/leefbaarheid, Volksgezondheid, Financiële veiligheid, Economische veiligheid, en Fysieke veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
In 2018 is binnen het werkgebied van de OFGV geconstateerd dat bedrijven onder andere in de bouwnijverheid (bedrijfsmatig) bedrijfsafval van derden innemen waarvoor geen vergunning is aangevraagd. Hiervoor is een vergunning vereist. Specifieke aandacht gaat daarom in 2020 uit naar bedrijven die (bedrijfsmatig) bedrijfsafval van derden in ontvangst nemen en opslaan.
Subthema 1.4 Detailhandel (Thema Bedrijven)
Hinder/leefbaarheid, Volksgezondheid, Fysieke veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
In 2020 zijn er geen aanvullende bijzonderheden te benoemen binnen deze branche (anders dan hierboven vermeld onder Thema 1).
Subthema 1.5 Fokken en houden van dieren (Thema Bedrijven)
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
In 2020 zijn er geen aanvullende bijzonderheden te benoemen binnen deze branche (anders dan hierboven vermeld onder Thema 1).
Subthema 1.6 Glas- en Tuinbouw (Thema Bedrijven)
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
In 2020 zijn er geen aanvullende bijzonderheden te benoemen binnen deze branche (anders dan hierboven vermeld onder Thema 1).
Subthema 1.7 Groothandel (Thema Bedrijven)
Financiële/economische veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
• Het aantal onverenigbare combinaties van gevaarlijke stoffen tegengaan | • Controle op de wijze van opslag van gevaarlijke stoffen; • Actief informeren over de wijze van opslag van gevaarlijke stoffen. |
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
Binnen de branche Groothandel krijgen bedrijven met grote opslagen gevaarlijke stoffen extra aandacht. Als hier aanleiding voor is vinden er ook (onaangekondigd) aspectcontroles plaats. Bij deze controles wordt zowel de opslag en registratie van gevaarlijke stoffen meegenomen als de instructie aan en deskundigheid van het personeel over het werken met deze stoffen. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat bij een calamiteit een onbeheersbare situatie ontstaat.
Subthema 1.8 Handel in en reparatie van auto's, motorfietsen en aanhangwagens (Thema Bedrijven)
Financiële/economische veiligheid, Natuur/economische veiligheid, Volksgezondheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
In 2020 zijn er geen aanvullende bijzonderheden te benoemen binnen deze branche (anders dan hierboven vermeld onder Thema 1).
Subthema 1.9 Horeca, sport en recreatie (Thema Bedrijven)
Hinder/leefbaarheid, Financiële/economische veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen deze branche uitvoert.
Subthema 1.10 en 1.11 Industrie 1 en 2 (Thema Bedrijven) Metaal / Papier / Rubber / Kunststof / Chemie
Volksgezondheid, Hinder/leefbaarheid, Fysieke veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor dit punt beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
Bij deze controles wordt zowel de opslag en registratie van gevaarlijke stoffen meegenomen als de instructie aan en deskundigheid van het personeel over het werken met deze stoffen. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat bij een calamiteit een onbeheersbare situatie ontstaat.
Subthema 1.12 Industrie 3 (Thema Bedrijven) Voedingsmiddelen/Textiel, Hout
Hinder/leefbaarheid, Klimaatbescherming, Volksgezondheid, Fysieke veiligheid, Financiële/economische veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen deze branche uitvoert.
Binnen deze branche krijgen bedrijven met grote opslagenen gevaarlijke stoffen extra aandacht. Als hier aanleiding voor is vinden er ook (onaangekondigd) aspectcontroles plaats. Bij deze controles wordt zowel de opslag en registratie van gevaarlijke stoffen meegenomen als de instructie aan en deskundigheid van het personeel over het werken met deze stoffen. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat bij een calamiteit een onbeheersbare situatie ontstaat.
De OFGV besteedt aandacht aan het aspect geur door bij klachten, te onderzoeken wat de oorzaak is. Daarnaast is dit een aspect dat bij reguliere controles wordt meegenomen.
Subthema 1.13 Jachthavens (Thema Bedrijven)
Het toezicht op de jachthaven Urk is afgestemd op de toezichtfrequentie van deze branche. De (milieu)risico’s van deze branche zijn beperkt. Dat betekent dat de controle frequentie vrij laag ligt.
Subthema 1.14 Kantoren / verblijfsgebouwen (Thema Bedrijven)
Volksgezondheid, Klimaatbescherming
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
Indien een natte koeltoren aanwezig is bij deze branche, vindt thematisch toezicht hierop plaats. Tijdens het toezicht wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van een risicoanalyse, een actueel legionellabeheersplan en een bijgewerkt logboek waarin de uitgevoerde activiteiten voor legionellapreventie worden bijgehouden. Dit om de mogelijkheid van een legionellabesmetting zoveel als mogelijk te voorkomen.
Voor koelinstallaties gevuld met f-gassen en stookinstallaties worden bedrijven voorafgaande aan de controle gewezen op hun verplichtingen en hierop gecontroleerd. Informeren vindt plaats om zo het aantal overtredingen op deze regelgeving terug te brengen.
Subthema 1.15 Nutsbedrijven (Thema Bedrijven)
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
In 2020 zijn er geen aanvullende bijzonderheden te benoemen binnen deze branche (anders dan hierboven vermeld onder Thema 1).
Subthema 1.16 Reparatie en installatie machines en apparatuur ( Thema Bedrijven)
Geen invulling vanuit VTH-Beleidskader
Voor deze branche gelden de algemene doelstellingen en activiteiten onder het thema ‘Bedrijven’.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
In 2020 zijn er geen aanvullende bijzonderheden te benoemen binnen deze branche (anders dan hierboven vermeld onder Thema 1).
Subthema 1.17 Tankstations (Thema Bedrijven)
Financiële/economische veiligheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
In 2020 zijn er geen aanvullende bijzonderheden te benoemen binnen deze branche (anders dan hierboven vermeld onder Thema 1).
Subthema 1.18 Transport en opslag (Thema Bedrijven)
Klimaatbescherming, Hinder/leefbaarheid
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor deze branche beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
Binnen de branche Transport en opslag krijgen bedrijven met grote opslagen gevaarlijke stoffen extra aandacht. Als hier aanleiding voor is vinden er ook (onaangekondigd) aspectcontroles plaats. Bij deze controles wordt zowel de opslag en registratie van gevaarlijke stoffen meegenomen als de instructie aan en deskundigheid van het personeel over het werken met deze stoffen. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat bij een calamiteit een onbeheersbare situatie ontstaat.
Subthema 1.19 Overig (Thema Bedrijven)
Klimaatbescherming, Hinder/leefbaarheid
Hieronder staan de algemene doelstellingen en activiteiten voor dit thema beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
In 2020 zijn er geen aanvullende bijzonderheden te benoemen binnen deze branche (anders dan hierboven vermeld onder Thema 1).
Volksgezondheid, Hinder/leefbaarheid, Natuur/economische veiligheid
In het werkgebied van de OFGV vindt veel grondverzet plaats. Het grondverzet wordt geregeld via het Besluit bodemkwaliteit en de bijbehorende Regeling bodemkwaliteit. Hierin zijn regels opgenomen, waarbij de normen voor het toepassen van grond en bagger afhankelijk zijn van zowel de kwaliteit als de functie van de ontvangende bodem. Toezichthouders van de OFGV voeren het toezicht inclusief de administratieve controle en de handhaving op naleving van de regelgeving bij grondverzet uit. Daarnaast bewaakt de OFGV het algemene belang van een schone bodem. De Wet bodembescherming (Wbb) bepaalt dat verontreiniging of aantasting van de bodem gemeld moet worden. Door deze meldingen krijgt de overheid meer zicht op (verontreinigde) grondstromen en meer grip op bodemsaneringen die derden in eigen beheer uitvoeren. Dat is nodig omdat de overheid het algemeen belang van een schone bodem moet bewaken.
Hieronder staan de algemene doelstellingen en activiteiten voor dit thema beschreven.
• Controle op het verwijderen van verontreinigingen (het bewaken van termijnen en de kwaliteit van saneringen); • Het adviseren over de kwaliteit van de bodem, bij ruimtelijke ontwikkelingen; |
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
Door de komst van de Omgevingswet komen de bodemtaken bij gemeenten te liggen. Dit vraagt voor een hele omschakeling. De provincies zijn een traject gestart om de overgang van saneren naar een integraal bodembeheer samen ‘warm’ vorm te geven. Verder leiden deze veranderingen tot extra aanpassingen in het zaaksysteem van de OFGV.
In 2020 vinden de bestuurlijke voorbereidingen op de invoering van de Omgevingswet (2021) plaats, waarbij het thema Bodem een plaats gaat krijgen in de Omgevingsplannen en - visie. De OFGV gaat naar verwachting de gemeente Urk hierbij ondersteunen.
PFAS is een stoffengroep die in Nederland verspreid in het milieu wordt aangetroffen. Kenmerkend voor dit soort stoffen is dat zij nauwelijks biologisch afbreekbaar zijn en dus schadelijk voor het milieu. PFAS wordt aangetroffen in de grond en baggerspecie. Door het ontbreken van duidelijke normen en regelgeving ten aanzien van deze stof is in 2019 het grond- en baggerverzet ernstig gestagneerd. Met het ‘Handelingskader PFAS’ beoogt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat deze stagnatie tijdelijk waar mogelijk op te heffen. In 2020 kan dit daarom mogelijk invloed hebben op de taakomvang met betrekking tot bodem (aantal beschikkingen/meldingen/controles/vragen) van de OFGV. Tegelijkertijd verwacht de OFGV ook dat het een opgave wordt om grondverzet conform de nieuwe wet- en regelgeving uit te voeren.
Thema 3: Energiebesparing /duurzaamheid
De OFGV is namens de gemeenten en de provincie vergunningverlener, toezichthouder en handhaver op het gebied van energiebesparing bij bedrijven. Er is een aantal wettelijke regelingen en verplichtingen waaraan bedrijven moeten voldoen. De OFGV houdt hier toezicht op en werkt samen met verschillende maatschappelijke initiatieven om energiebesparing bij bedrijven te stimuleren.
Hieronder staan de algemene doelstellingen en activiteiten voor het thema Energiebesparing/duurzaamheid beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
Ontwikkelingen op CO2-reductiedoelstelling
In het Klimaatakkoord is voor 2020 de CO2-reductiedoestelling verhoogd tot 55 procent (was 49 procent) ten opzichte van 1990. Dit vloeit voort uit het Europees beleid. De beoogde verhoging van het ambitieniveau gaat invloed hebben op de uitvoering door de gemeenten en provincies van de Regionale Energie Strategie (RES), de transitievisies warmte en de warmteplannen. Ook gaat deze versnelling invloed hebben op de Omgevingswet.
Het is aan te raden om als bevoegd gezag hier tijdig op te anticiperen en de samenwerking te zoeken met de OFGV.
Denk hierbij aan werksessies, bijeenkomsten en workshops. Vanuit de RES in Flevoland en in de Gooi en Vechtstreek is de verwachting dat de OFGV in 2020 op verschillende onderdelen input gaat leveren.
Subsidie toezicht en handhaving
Voor het versterken van de kwaliteit van toezicht en handhaving op het gebied van energiebesparing bij bedrijven, wordt door het Ministerie van EZK hoogstwaarschijnlijk in 2020 een extra subsidiebedrag van €5 miljoen beschikbaar gesteld. De Minister van Economische Zaken en Klimaat bepaalt op basis van inschrijving van de Omgevingsdiensten de verdeling. Zodra hier meer over bekend is, worden de partners hierover geïnformeerd.
Volksgezondheid en Hinder/leefbaarheid
Al geruime tijd is bekend dat asbest gezondheidsrisico’s met zich mee kan brengen. Het verwijderen van asbest is daarom aan strenge regels gebonden. De OFGV houdt toezicht op de wijze hoe er om wordt gegaan met het verwijderen en vervoeren van asbest. Ook wordt er gehandhaafd op naleving van de wettelijke voorschriften. Daarnaast verzorgt de OFGV de behandeling van of advisering over een asbestsloopmelding.
Hieronder staan de algemene doelstellingen en activiteiten voor dit thema beschreven.
• Naleving van de wet- en regelgeving om milieuschade en hinder van de uitoefening van activiteiten te voorkomen; | •Toezicht op een veilige en correcte verwijdering van asbest; |
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
Ontwikkelingen wet- en regelgeving asbestdaken 2024
Het wetsvoorstel om asbestdaken vanaf 2024 te verbieden is recentelijk afgewezen. De verwachting is dat dit weinig invloed heeft op de opdracht. De prijzen voor asbestsaneringen waren door de naderende ‘deadline’ fors omhoog gegaan. De markt is aan het stabiliseren de prijzen zijn aan het dalen.
De particulieren worden zich meer van bewust van de risico’s van asbestdaken. De voorspelling is dat door de dalende prijzen de particulieren waarschijnlijk eerder geneigd zullen zijn om uit eigen beweging tot sanering over te gaan. Verder betreft het merendeel van de asbestsloopwerkzaamheden ‘mutatiewoningen’.
De OFGV verwacht dan ook geen grote afwijkingen voor de taakuitvoering op het gebied van asbest ten gevolge van de veranderende wetgeving.
De OFGV gaat in 2020 extra aandacht besteden aan de verwijdering van asbest uit leidingen en buizen uit de bodem. De Inspectie Leefomgeving en Transport houdt toezicht op het juist verwijderen van asbest. De OFGV heeft geconstateerd dat de afsluiting van containers en de markering van de containers niet op een juiste wijze gebeurd. Hierdoor ontstaat er een risico op asbestbesmetting van de omgeving van de container en wordt er makkelijk afval in een container bij gegooid. Dit zorgt voor onrust bij burgers. In 2020 wordt een (klein) deel controles van de geplande controles uitgevoerd bij dergelijke projecten.
De OFGV gaat samen met de milieutoezichthouders in 2020 een aantal tussenopslagen asbest controleren. Ook wordt in de administratie gekeken waar het ingezamelde asbest vandaan komt om zo informatie te krijgen over mogelijk illegale asbestverwijdering. Voor de opzet van het project wordt samengewerkt met andere omgevingsdiensten om zo informatie-uitwisseling te bevorderen.
Dit project sluit aan bij de landelijke speerpunten van OD.nl, politie en OM asbest en gevaarlijke stoffen/afval.
Hinder/leefbaarheid, Volksgezondheid
Te veel en/of ongewenst geluid kan leiden tot hinder en gezondheidsschade. Daarom bestaat er wetgeving en beleid waarin is geregeld welk geluidniveau in welke situatie aanvaardbaar is en welk geluidniveau niet meer aanvaardbaar is. De OFGV zorgt bij de advisering en toezicht en bewaking van de geluidzones rond bedrijventerreinen voor een aanvaardbare geluidsituatie.
Hieronder staan de algemene doelstellingen en activiteiten voor dit thema beschreven.
Verder omvat het onderdeel geluid alle niet-WABO en niet-RO taken. Hiermee wordt onder meer bedoeld:
Onder de omgevingswet (2021) wordt de bestuurlijke afwegingsruimte voor geluid vergroot en wordt er meer flexibiliteit beoogd bij de planvorming.
Gemeenten leggen hun ambities vast en vertalen dit naar instructieregels met normen in hun omgevingsplannen. Vragen over ruimtelijke plannen/omgevingsplannen worden door gemeenten ad hoc gesteld. Verwachtingen ten aanzien van deze ontwikkelingen kan de OFGV daarom niet overzien.
Thema 6. Overige taken en dienstverlening
Fysieke veiligheid, Financiële/economische veiligheid, Natuur/economische veiligheid, Volksgezondheid, Klimaatbescherming, Hinder/ leefbaarheid
Een aantal ondersteunende diensten van de OFGV dragen productief bij aan de kwaliteit van andere VTH-producten. Dit zijn dienstverlenende taken als informatiebeheer en het verstrekken van milieu-informatie, maar ook juridische ondersteuning en activiteiten in het kader van de regionale samenwerking.
Hieronder staan de algemene doelstellingen en activiteiten voor dit thema beschreven.
Subthema 6.1 Juridische ondersteuning
De juridische ondersteuning bij vergunningverlening, handhaving, bezwaar, beroep etc. wordt gerekend tot de zogenaamde randvoorwaardelijke taken. Over de uitgevoerde taken wordt verslag gedaan in de rapportages. Daarom zijn deze taken als expliciete producten in de prognosetabel opgenomen.
De in deze productgroep opgenomen juridische producten zijn generiek. Ze zijn dus niet te onderscheiden naar beleidsterrein of milieuaspect. Het gaat om juridische ondersteuning ten aanzien van de volgende producten:
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor dit subthema beschreven.
In 2020 zijn er geen aanvullende bijzonderheden te benoemen binnen dit subthema, anders dan onder het hoofdstuk 2.4 ‘’Ontwikkelingen” staan genoemd.
Subthema 6.2 Regionale samenwerking
De OFGV organiseert via zijn kenniscentrum opleidingen waar de medewerkers van deelnemende partijen zich kunnen inschrijven. Te denken valt aan cursussen op het gebied van Omgevingswet, geluid, bodem, asbest en andere vakinhoudelijk opleidingen toegespitst op de uitvoering van de overheidstaken op VTH gebied. Daarnaast voert de OFGV diverse taken uit ter bevordering van de regionale samenwerking op het gebied van VTH in het werkgebied van de OFGV.
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor dit subthema beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
In 2020 gaat het Kenniscentrum zich meer richten op het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL). Het BAL houdt, samen met de Omgevingswet en de andere besluiten, een ingrijpende wijziging in. Zonder goede kennis van deze nieuwe generatie regelgeving kunnen omgevingsdiensten en hun opdrachtgevers (gemeenten en provincies) zich niet goed voorbereiden op de komst en implementatie van deze wetgeving, inclusief het overgangsrecht.
Het is een uitdaging voor het Kenniscentrum van de OFGV, in de hoedanigheid van opleidingscentrum, deze omvangrijke wijziging op het terrein van opleidingen te initiëren en te begeleiden. De eerste introductie cursussen starten begin 2020.
De deelnemers van de Flevolandse gemeenten, provincie Flevoland, waterschap Zuiderzeeland, Veiligheidsregio Flevoland, Politie Midden Nederland, Rijkswaterstaat Midden Nederland de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de OFGV werken in dit verband samen en informeren elkaar over het Wabo-brede takenpakket.
De OFGV voert het secretariaat van zowel het Ambtelijke als het Bestuurlijke Omgevingsoverleg. Volgens afspraak wordt er, indien actueel en inhoudelijk nodig, tweemaal per jaar een AOO en maximaal eenmaal per jaar een BOO georganiseerd.
Subthema 6.3 Informatiebeheer en milieu-informatie
De OFGV maakt relevante informatie voor partners en derden beschikbaar. Daarnaast beantwoordt de OFGV vragen over inhoudelijke en procedurele aspecten van milieu-onderwerpen.
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor dit subthema beschreven.
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
In 2020 zijn er geen aanvullende bijzonderheden te benoemen binnen dit subthema.
Subthema 6.4 Overige advisering
De OFGV geeft advies op milieuaspecten bij ruimtelijke planvorming, bij calamiteiten of met betrekking tot het beleid of de reguliere taakuitoefening van het bevoegd gezag. Adviezen die hier genoemd staan hebben betrekking op meerdere thema’s of thema’s die niet in bovenstaand programma zijn opgenomen.
Hieronder staan de doelstellingen en activiteiten voor dit subthema beschreven.
• Bijdragen aan de kwaliteit van en samenwerking bij de uitvoering van de VTH-producten | • Adviseren over diverse vraagstukken die niet onder één van de bovenstaande thema’s vallen |
Hieronder staat beschreven welke (bijzondere) taken/werkzaamheden de OFGV binnen dit thema uitvoert.
In 2020 zijn er geen aanvullende bijzonderheden te benoemen binnen dit subthema.
PDC Product en Diensten Catalogus OFGV
( Vindplaats: https://www.ofgv.nl/overofgv/documentatie/Producten en Diensten Catalogus (PDC) OFGV)
Bijlage 1: Prognosetabel OFGV 2020 gemeente Urk
Bijlage 2: Branchemodel gemeente Urk 2018
Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Botter 14-15 Postbus 2341 8203 AH LELYSTAD T. 088-6333 000 E. info@ofgv.nlW. www.ofgv.nl Opdracht: Uitvoeringsprogramma 2020 Datum: 1 november 2019
Afhandeling asbestsloopmelding incl. asbestinventarisatierapport | ||||||
Advies n.a.v. asbestinventarisatierapport en asbestsloopmelding | ||||||
Branchemodel gemeente Urk 2018
In het branchemodel worden voor groepen milieurelevante bedrijven in specifieke branches op uniforme wijze frequenties berekend waarin bepaalde producten zullen voorkomen. Het betreft gemiddelde frequenties over langere perioden van meerdere jaren.
Onderstaand is aangegeven welke gemiddelde aantallen er specifiek voor uw gemeente gelden voor de betreffende producten.
De onderliggende frequenties zijn gemeente-specifiek omdat deze afhankelijk zijn van het aandeel eenvoudige, standaardmatige en complexe bedrijven in uw bedrijvenbestand. Daarom is onderstaand tevens aangegeven welk type bedrijven voor uw gemeente van toepassing is.
Daarmee wordt een regionaal uniforme werkwijze gevolgd waarbij gelijksoortige bedrijven eenzelfde hoeveelheid aandacht krijgen.
Bijlage 7: Beleidsnota vergunningverlening 2019-2020
In verband met de grootte van dit document is het niet bijgevoegd. Dit document kan opgevraagd worden via a.kaashoek@urk.nl