Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gouda

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Gouda houdende regels omtrent de Nota Reserves en Voorzieningen Gemeente Gouda 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGouda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de gemeenteraad van de gemeente Gouda houdende regels omtrent de Nota Reserves en Voorzieningen Gemeente Gouda 2020
CiteertitelNota Reserves en Voorzieningen Gemeente Gouda 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de in 2003 vastgestelde nota reserves en voorzieningen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 212 van de Gemeentewet
  2. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Actueel/Gouda/CVDR614744.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-09-202001-01-2020nieuwe regeling

01-07-2020

gmb-2020-224339

3785

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Gouda houdende regels omtrent de Nota Reserves en Voorzieningen Gemeente Gouda 2020

De raad van de gemeente Gouda;

 

gelezen het voorstel van 24 maart 2020,

 

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en artikel 10, lid 1 van de financiële verordening 2019;

 

besluit:

 

  • 1.

    Het vaststellen van de volgende wijzigingen in de nota reserves en voorzieningen 2020:

    • a)

      Om de volgende instellingscriteria voor reserves toe te voegen: Bestemmingsreserves en claims op reserves vervallen als er binnen twee jaar geen (werkelijk) onttrekkingen dan wel toevoegingen hebben plaatsgevonden, tenzij er een bewuste afweging en onderbouwing is om de claim/reserve te handhaven. Het saldo van de vervallen reserve wordt toegevoegd aan de algemene reserve.

    • b)

      om de volgende overige spelregels bij reserves toe te voegen: Jaarlijks, bij he opstellen van de primaire begroting, vindt een onderbouwing plaats van alle bestemmmingsreserves. Bij de onderbouwing wordt getoetst of het doel van de bestemmingsreserve nog in overeenstemming is met het raadsbesluit. Daarnaast worden waar mogelijk de stortingen en onttrekkingen in beeld gebracht en geraamd. Deze stortingen en onttrekkingen zijn nodig voor het opstellen van een juiste balansprognose. Met betrekking tot de algemene reserve is het niet toegestaan om van die ramingen (in de primaire begroting) af te wijken, ook niet in tussenrapportages, tenzij met voldoende onderbouwing kan worden aangetoond dat een afwijking van aan de orde is.

    • c)

      Bij de Egalisatiereserve openbare ruimte: om op basis van de begrotingsbrief 2020 van de toezichthoude deze reserve niet meer onder de Algemene Reserve te plaatsen, maar met ingang van de jaarrekening 2019 als een bestemmingsreserve te beschouwen. Ook wordt er voorgesteld de naam van de reserve te wijzigen naar: "reserve afschrijvingslasten vervangingsinvesteringen openbare ruimte". En de verwerking daarvan bij de eerstvolgende tussenrapportage plaats te laten vinden.

    • d)

      Bij de Reserve cofinanciering regionale projecten: om op basis van de begrotingsbrief 2020 van de toezichthouder deze reserve niet meer onder de Algemene Reserve te plaatsen, maar mat ingang van de jaarrekening 209 als een bestemmingsreserve te beschouwen.

    • e)

      Bij de Reserve maatschappelijke opvang en vrouwenopvang: om de naam van de reserve te wijzigen naar: "reserve maatschappelijke omvang, vrouwenopvang en beschermd wonen". En aan het doel toe te voegen: beschermd wonen en maatregelen ter voorkoming van intramurale zorg en versnellen van de uitstroom. De verwerking hiervan bij de eerstvolgende tussenrapportage plaats te laten vinden.

  • 2.

    De nota reserves en voorzieningen 2020 vast te stellen en met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2020 in werking te laten treden onder gelijktijdige intreking van de in 2003 vastgestelde nota reserves en voorzieningen.

1. Inleiding

1.1 Reserves en voorzieningen

Bij het vaststellen van de Financiële verordening 2019 gemeente Gouda, ex artikel 212 Gemeentewet (hierna te noemen Financiële verordening) is toegezegd dat de nota reserves en voorzieningen zou worden geactualiseerd, hetgeen heeft geleid tot onderhavige nota.

 

De laatste Nota reserves en voorzieningen gemeente Gouda is vastgesteld door de gemeenteraad op 20 oktober 2003. Na deze datum is bij het vaststellen van diverse jaarstukken besloten tot het samenvoegen, vormen of opheffen van reserves en voorzieningen. De laatste grote wijziging heeft plaatsgevonden bij de jaarstukken 2016.

 

Reserves en voorzieningen leggen een beslag op het vermogen van de gemeente. Dit betekent dat het geld dat hiermee gemoeid is niet aan andere zaken kan worden uitgegeven (tenzij de raad een andere bestemming aan de reserve(s) geeft). Aan de ene kant moet voorkomen worden dat onnodig vermogen vastzit in reserves en voorzieningen. En aan de andere kant hebben reserves en voorzieningen een functie als buffer en kan er bijvoorbeeld gespaard worden voor grote projecten.

 

Bij het onderzoek onder een aantal gemeenten, dat vooraf gegaan is aan het opstellen van deze nota, is gebleken, dat de gemeente Gouda relatief weinig reserves en voorzieningen heeft.

 

1.2 Doel nota reserves en voorzieningen

Om grip te houden op de reserves en voorzieningen is het belangrijk dat er duidelijke regels zijn voor het instellen van reserves en voorzieningen. Vervolgens is het goed om de bestaande reserves en voorzieningen regelmatig tegen het licht te houden en te beoordelen op toereikendheid, nut en noodzaak.

 

Het doel van deze nota is dan ook:

  • Het bieden van inzicht in het wettelijk kader omtrent reserves en voorzieningen;

  • Het vastleggen van beleidsregels en -uitgangspunten en de handelswijze omtrent reserves en voorzieningen;

  • Het bieden van een actueel overzicht van de gemeentelijke reserves en voorzieningen.

De nota reserves en voorzieningen is een instrument ten behoeve van de kaderstellende rol van de gemeenteraad.

 

1.3 Leeswijzer

In deze nota zal eerst worden ingegaan op de bestaande wet- en regelgeving ten aanzien van reserves en voorzieningen (hoofdstuk 2). Vervolgens wordt het beleid en beheer van reserves in hoofdstuk 3 toegelicht. Hierin worden de richtlijnen weergegeven met betrekking tot instellen, wijzigen, onttrekken, doteren en opheffen van reserves. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de richtlijnen rondom voorzieningen.

 

In hoofdstuk 5 worden alle reserves en voorzieningen toegelicht. Daarnaast wordt in dit overzicht aangegeven of sprake is van gewijzigd beleid. Indien hiervan sprake is dan wordt uitdrukkelijk aangegeven wat de nieuwe gedragslijn is voor de desbetreffende reserve of voorziening. Bij iedere reserve en voorziening is hiervoor een beslispunt opgenomen.

2. Wettelijk kader  

2.1 Besluit begroting en verantwoording

Het Besluit begroting en verantwoording (BBV) bevat een aantal artikelen over reserves en voorzieningen. Reserves en voorzieningen worden vaak in één adem genoemd. Toch is het onderscheid groot. Reserveren is een vorm van sparen. Meestal gaat het om lasten die niet direct binnen de reguliere exploitatie kunnen worden opgevangen. Reserves kunnen in principe vrij worden besteed. De gemeenteraad kan aan reserves een bepaalde bestemming geven en de bestemming wijzigen.

 

Bij voorzieningen ligt dat anders. Voorzieningen worden gevormd vanwege verliezen of verplichtingen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker maar redelijkerwijs te schatten is. De raad kan de bestemming van voorzieningen niet wijzigen.

 

Het wettelijk kader voor reserves en voorzieningen wordt gevormd door artikel 212 van de Gemeentewet, artikel 42 tot en met 45 van het BBV en de Financiële verordening gemeente Gouda. Voor de toepassing van het BBV is aan de hand van praktijkcases veel informatie beschikbaar gekomen die een eenduidige uitvoering en toepassing van het BBV bevordert. Hiermee is in deze nota rekening gehouden.

 

2.2 Overzicht onderscheid reserves en voorzieningen 

 

In onderstaande tabel is het onderscheid tussen reserves en voorzieningen samengevat.

RESERVE

VOORZIENING

Verantwoordelijkheid

De raad is bevoegd tot het instellen en beschikken

Het college is bevoegd tot het instellen en beschikken (en achteraf door raad, maar geen keuze door verplichtend karakter van voorzieningen)

Balanspositie

Eigen vermogen

Vreemd vermogen

Wijziging bestemming

Wel mogelijk (door raad)

Niet mogelijk

Opbouw (dotatie)

Het resultaat van baten en lasten leidt tot een dotatie aan de reserve. Een raadsbesluit is vereist. Directe toevoeging is niet toegestaan.

De storting in een voorziening komt direct ten laste van de exploitatie.

Aanwending (onttrekking)

Resultaatbestemmend (wordt begroot). Directe onttrekking is niet toegestaan.

Rechtstreeks ten laste van de voorziening (balansmutatie)

Financiële onderbouwing Rentebijschrijving

Niet verplicht, wel gewenst

Wel verplicht

Volgens BBV is bijschrijving toegestaan

Niet toegestaan

Toetsing

Eigen verantwoordelijkheid

Door accountant in het kader van controle op jaarrekening

Indeling

  • 1.

    Algemene reserve

  • 2.

    Bestemmingsreserves

Voorzieningen voor:

  • 1.

    Verplichtingen en verliezen

  • 2.

    Bestaande risico’s

  • 3.

    Egalisatie van kosten

  • 4.

    Bijdragen van derden

 

3. Reserves  

3.1 Algemeen

Reserves zijn een onderdeel van het eigen vermogen. Reserves zijn bedrijfseconomisch gezien vrij te besteden. Dit wil zeggen dat tot het moment van daadwerkelijke aanwending er altijd voor gekozen kan worden om de reserve op te heffen en in te zetten voor een ander doel.

 

3.2 Soorten reserves

In artikel 43 BBV worden reserves onderscheiden naar twee soorten reserves:

  • 1.

    de algemene reserve: dit is een reserve waaraan geen bestemming is gegeven. De algemene reserve wordt gebruikt voor het opvangen van risico’s in algemene zin. De algemene reserve draagt het karakter van spaarfunctie en buffer. Bijvoorbeeld ter dekking van mogelijke exploitatieverliezen.

  • 2.

    bestemmingsreserves: dit zijn reserves waaraan de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven.

Het onderscheid tussen algemene en bestemmingsreserves is gebaseerd op politieke beslissingen. Zodra de raad aan een reserve een bepaalde bestemming heeft gegeven, is sprake van een bestemmingsreserve (zie ook 2.2). De insteek was dat reserves zonder een dergelijk oormerk, samen de algemene reserve vormden. Daarover heeft de provincie Zuid-Holland recent geadviseerd, dat die samenstelling van de Algemene Reserve in strijd is met de BBV. In deze nota wordt dat advies overgenomen, zie hiervoor de beslispunten bij die drie reserves en de voetnoot bij onderstaande tabel.

 

De gemeente Gouda kende ultimo 2018 de volgende reserves:

Omschrijving

Stand 31-12-2018

Algemene reserve

Algemene reserve

16.453.000

Reserve sociaal domein

6.325.000

Egalisatiereserve openbare ruimte 1

5.880.000

Reserve cofinanciering regionale projecten1

710.000

Totaal Algemene reserve

 

29.368.000

 

 

Bestemmingsreserves

Reserve parkeren

675.000

Reserve actualiseren en digitaliseren bestemmingsplannen

69.000

Reserve organisatieontwikkeling

568.000

Reserve NGE WO2 (niet-gesprongen explosieven WO2)

1.832.000

Reserve wijkontwikkeling

386.000

Reserve maatschappelijke opvang en vrouwenopvang

5.458.000

Reserve cultuur- en erfgoedfonds

212.000

Reserve zuidelijk stationsgebied

3.951.000

Reserve revitalisering Goudse Poort

1.064.000

Reserve nog uit te voeren werkzaamheden 3 Notenbomen

271.000

Reserve nog uit te voeren werkzaamheden Bolwerk

510.000

Reserve voormalig NIEGG Spoorzone en Westergouwe

1.750.000

Reserve groenfonds

0

Reserve versnellen woningbouw en (gebieds)transformatie

0

Reserve onderwijshuisvesting

0

Totaal Bestemmingsreserves

 

16.745.000

Totaal reserves

 

46.114.000

 

Voor een nadere toelichting op de reserves wordt verwezen naar hoofdstuk 5.

 

3.3 Instellingscriteria reserves

Het instellen van reserves is in het kader van het budgetrecht een bevoegdheid van de raad. Een bestemmingsreserve wordt ingesteld voor een concreet door de raad vastgesteld doel. Om te voorkomen dat onnodig middelen worden vastgelegd waarvoor een andere bestemming mogelijk is, moet een bewuste afweging en onderbouwing ten grondslag liggen aan de instelling van een reserve.

Bij het instellen van reserves gelden de volgende criteria:

  • 1.

    Het instellen van een reserve dient via een raadsbesluit plaats te vinden.

  • 2.

    In het raadsbesluit zal, voor zover van toepassing, aangegeven moeten worden:

    • a.

      de soort reserve;

    • b.

      het doel waarvoor de reserve wordt gevormd;

    • c.

      de minimale en/of maximale omvang;

    • d.

      de omvang en de wijze van stortingen en onttrekkingen (structureel of incidenteel), inclusief de onderbouwing daarvan;

    • e.

      de looptijd van de reserve (start- en/of einddatum).

  • 3.

    De beoogde omvang voor het instellen van een bestemmingsreserve bedraagt tenminste € 250.000. Dit bedrag kan eventueel ook op termijn behaald worden.

  • 4.

    De minimale looptijd van een reserve is twee jaar.

  • 5.

    Vooruitlopend op goedkeuring van de gemeenteraad van de instelling van een bestemmingsreserve kunnen geen financiële verplichtingen worden aangegaan.

 

3.4 Mutaties reserves

In beginsel is het toevoegen en onttrekken aan reserves een bevoegdheid van de raad. Hierbij gelden de volgende criteria:

  • A.

    Toevoegingen

    • Toevoegingen aan reserves worden door de raad goedgekeurd via de PenCdocumenten (kadernota, begroting, tussentijdse rapportages en de jaarstukken) of via een apart raadsbesluit;

    • Verwerking van de toevoegingen vindt plaats tot maximaal het bedrag dat via de begroting door de raad is goedgekeurd. Daarboven is een expliciet raadsbesluit vereist.

  • B.

    Onttrekkingen

    • Onttrekkingen aan reserves worden door de raad goedgekeurd via de PenCdocumenten (kadernota, begroting, tussentijdse rapportages en de jaarstukken) of via een apart raadsbesluit;

    • Verwerking van de onttrekkingen vindt plaats tot maximaal het bedrag dat via de begroting door de raad is goedgekeurd. Daarboven is een raadsbesluit vereist;

    • Onttrekkingen mogen niet tot gevolg hebben dat de reserve negatief wordt;

    • Lasten die gedekt worden middels een onttrekking uit een reserve, dienen in principe incidenteel van aard te zijn omdat een reserve eindig is. Vandaar dat structurele lasten, structureel gedekt moeten worden in de begroting. Incidentele lasten of uitgaven die gedurende een beperkt aantal jaren plaatsvinden, kunnen wel worden gedekt uit een reserve. Voor bestemmingsreserves, die dienen ter dekking van afschrijvingslasten of kapitaallasten, zoals de Egalisatiereserve openbare ruimte, de reserve Parkeren, revitalisering Goudse Poort en reserve Onderwijshuisvesting wordt hierop een uitzondering gemaakt;

    • De besteding van de middelen kan door omstandigheden in tijd anders zijn dan vooraf gepland. Zolang het doel waaraan de middelen worden besteed gelijk is aan hetgeen de raad heeft vastgesteld, mag het college deze gewijzigde onttrekking in jaarschijven goedkeuren mits het maximaal te onttrekken bedrag niet wordt overschreden.

3.5 Wijzigen van doel/bestemming en opheffen reserves

De gemeenteraad besluit, al dan niet op voorstel van het college, over het wijzigen van het doel of het opheffen van reserves. Hierbij gelden de volgende criteria:

  • 1.

    De raad kan besluiten de bestemming van de reserves te wijzigen (voor zover hiervoor nog geen externe verplichtingen zijn aangegaan) dan wel bestemmingsreserves op te heffen en toe te voegen aan de algemene reserve of andere bestemmingsreserves;

  • 2.

    Het opheffen van een reserve vereist een raadsbesluit;

  • 3.

    Een reserve kan worden opgeheven op het moment dat het geformuleerde doel is gerealiseerd dan wel op basis van ontwikkelingen waarbij het beoogde doel niet meer van toepassing is of de reserve is uitgeput;

  • 4.

    Indien tot opheffing van reserves wordt besloten, vloeien de vrijkomende gelden naar de algemene reserve;

  • 5.

    Bestemmingsreserves en claims op reserves vervallen als er binnen twee jaar geen (werkelijke) onttrekkingen danwel toevoegingen hebben plaatsgevonden, tenzij door de budgethouder er een bewuste afweging en onderbouwing aan ten grondslag ligt om de claim/specifieke reserve te handhaven. Indien zo, dan worden deze toegevoegd aan de algemene reserve.

 

3.6 Overige spelregels reserves

Reserves worden op basis van het BBV gewaardeerd tegen nominale waarde. Jaarlijks, bij het opstellen van de primaire begroting, vindt een onderbouwing plaats van alle bestemmingsreserves. Bij de onderbouwing wordt getoetst of het doel van de bestemmingsreserve nog in overeenstemming is met het raadsbesluit. Daarnaast worden waar mogelijk de stortingen en onttrekkingen in beeld gebracht en geraamd. Deze stortingen en onttrekkingen zijn nodig voor het opstellen van een juiste balansprognose. Met betrekking tot de algemene reserve is het niet toegestaan om van die ramingen (in de primaire begroting) af te wijken, ook niet in tussenrapportages, tenzij met voldoende onderbouwing kan worden aangetoond dat een afwijking wel aan de orde is.

Aan reserves wordt geen rente toegerekend. Aangezien bij de periodieke herijking de noodzaak en omvang van de reserves wordt getoetst, is het niet noodzakelijk bij voorbaat een inflatiecorrectie toe te passen op de reserves.

  

4. Voorzieningen  

4.1 Algemeen

De voorzieningen worden gevormd om aan toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. De omvang van de verplichting kan redelijkerwijs worden ingeschat. Voorzieningen zijn vermogensbestanddelen die onderdeel zijn van het vreemd vermogen, omdat deze gelden niet vrij besteedbaar zijn.

 

Bij voorzieningen is sprake van een oorzaak uit het verleden: er is iets gebeurd dat niet terug te draaien is en waarschijnlijk leidt tot lasten in de toekomst, die niet waren voorzien (begroot). Van een vrije keuze is daarom geen sprake. Wel kunnen soms de gevolgen nog beïnvloed worden. Bij het bepalen van de noodzakelijke omvang van de voorziening wordt hiermee ook rekening gehouden.

 

Alle voorzieningen moeten onderbouwd zijn en indien mogelijk gerelateerd aan een bepaald plan. Deze plannen moeten jaarlijks worden geactualiseerd. Dit gebeurt bij de jaarrekening, waarbij eveneens toetsing door de accountant plaats vindt. Daarmee wordt inzicht verkregen in de op- en afbouw van deze voorzieningen en het gewenste/noodzakelijke niveau van de voorzieningen.

 

De gemeente Gouda kende ultimo 2018 de volgende voorzieningen:

 

Omschrijving

Stand 31-12-2018

Egalisatievoorzieningen

Voorziening groot onderhoud Brandweerkazerne (regio)

465.000

Voorziening verhuurdersonderhoud Schouwburg

339.000

Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen en objecten

1.303.000

Voorziening planmatig onderhoud gemeentelijke onderwijsgebouwen

461.000

Voorziening groot onderhoud openbare ruimte

6.184.000

Voorziening verwerking afvalstoffen

260.000

Voorziening riolering

13.545.000

Voorziening onderhoud Huis van de Stad

52.000

Voorziening onderhoud Stationsgarage

181.000

Totaal egalisatievoorzieningen

22.790.000

 

Risicovoorzieningen

 

Voorziening spaaruren verlof

14.000

Voorziening deelname grondbank Zuidplas

1.320.000

Voorziening pensioenaanspraken (voormalig) wethouders

5.521.000

Totaal risicovoorzieningen

6.855.000

 

Voorzieningen verplichtingen (bijdragen van) derden

Voorziening pijporgel aula (begraafplaats IJsselhof)

53.000

Totaal voorzieningen verplichtingen (bijdragen van) derden

53.000

Totaal voorzieningen

29.698.000

 

4.2 Soorten voorzieningen

De voorzieningen zijn onderverdeeld in de volgende categorieën:

  • egalisatievoorzieningen;

    °  risicovoorzieningen;

  • verplichtingen derden.

 

4.2.1 Egalisatievoorzieningen

Egalisatievoorzieningen worden vooraf ingesteld. Binnen de gemeente Gouda onderscheiden we twee soorten egalisatievoorzieningen, te weten:

  • 1.

    voor het egaliseren van de onderhoudslasten en

  • 2.

    voor het egaliseren van tarieven.

Voor het instellen van een voorziening ten behoeve van het egaliseren van onderhoudslasten is een beheerplan en/of meerjarenonderhoudsplan (MJOP) vereist. Dit beheerplan of MJOP geeft inzicht in de onderhoudslasten van een kapitaalgoed over een aantal jaren. Bij de vaststelling van het plan wordt het te hanteren kwaliteitsniveau vastgesteld. De achterliggende gedachte hiervan is dat de continuïteit van het gemeentelijk voorzieningenniveau (zowel in beleidsmatige als in kwalitatieve en financiële zin) is gewaarborgd en dat de hoogte van de onderhoudsvoorziening aansluit bij een beheerplan. De meerjarenplannen worden periodiek geactualiseerd. De wijze waarop de actualisatie plaatsvindt, is beschreven in hoofdstuk 5 Overzicht reserves en voorzieningen.

 

Voor het egaliseren van tarieven zijn twee voorzieningen in gebruik, te weten de voorziening verwerking afvalstoffen en de voorziening riolering. Door het gebruik van deze voorzieningen wordt een eventueel overschot dan wel tekort geëgaliseerd. Dit is nodig om grote schommelingen in de tarieven op te vangen en om de kostendekkendheid van 100% te realiseren: de verschillen tussen baten en lasten worden verrekend met deze tariefegalisatievoorzieningen. Deze werkwijze borgt dat geen winst op afval en/of riool wordt gemaakt.

 

4.2.2 Risicovoorzieningen

De risicovoorzieningen worden gevormd voor verplichtingen en risico’s.

 

Bij instelling van deze voorzieningen wordt in ieder geval het volgende aangegeven:

  • de aard en reden voor het vormen en de omvang van de voorziening;

  • de verwachte looptijd van de voorziening. Met andere woorden, wanneer wordt de verplichting of het risico naar verwachting geëffectueerd.

4.2.3 Verplichtingen derden

Deze voorzieningen worden gevormd door bijdragen van derden, waartegenover verplichtingen staan. Bijvoorbeeld uit een legaat, waarbij is vastgelegd waaraan de gelden moeten worden besteed.

 

4.3 Instellingscriteria voorzieningen

De vorming van voorzieningen is vastgelegd in artikel 44 van het BBV. Ten opzichte van reserves zijn de bepalingen dwingender.

 

Voorzieningen worden gevormd wegens:

  • concrete verplichtingen en verliezen waarvan de omvang onzeker is doch redelijkerwijs in te schatten;

  • bestaande risico’s ter zake van te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten;

  • voor egalisatie van sterk wisselende kosten van grote omvang (onderhoud riolering, wegen, gebouwen e.d.). De mate waarin schommelingen afgedekt moeten worden is mede afhankelijk van de vraag in hoeverre deze schommelingen verstorend werken op het totaalbeeld en daardoor de structurele financiële positie van de gemeente vertekenen. Ter onderbouwing van deze kosten dienen actuele beheerplannen aanwezig te zijn;

  • de bijdrage aan toekomstige (vervangings-)investeringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35 lid 1b BBV;

  • van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. Uitgezonderd zijn voorschotbedragen ontvangen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.

Voor het instellen van voorzieningen gelden de volgende criteria:

  • voor bepaalde toekomstige verplichtingen wordt in de wet aangegeven dat hiervoor een voorziening gevormd moet worden. Dit betreft voorzieningen voor afdekking van risico’s. Bij deze voorzieningen geldt het principe dat lasten genomen moeten worden zodra ze bekend zijn (en baten wanneer ze gerealiseerd zijn). Het nemen van verlies betekent het verwerken direct ten laste van de exploitatie al of niet via de vorming van een voorziening. Het instellen van voorzieningen die rechtstreeks voortvloeien vanuit de bedrijfsvoering en wettelijke regelingen, kan achteraf bij de vaststelling van de jaarstukken (toelichting op de balans) worden geformaliseerd.

  • voor het vormen van voorzieningen wordt een minimumbedrag van € 25.000 gehanteerd. °  voor iedere voorziening wordt een budgethouder aangewezen.

Het beschikkingsrecht over de voorzieningen ligt bij het college.

 

4.4 Mutaties voorzieningen

Voorzieningen moeten dekkend zijn voor verplichtingen en risico’s. Ze mogen daarom niet hoger of lager zijn dan de verplichtingen of risico’s waarvoor ze zijn gevormd. Als blijkt dat een voorziening te hoog is doordat verplichtingen wegvallen of risico’s afnemen dan valt een gedeelte van de voorziening vrij ten gunste van de exploitatie. Als een verplichting te laag is, dan moet de voorziening worden aangevuld ten laste van de exploitatie.

 

Toevoegingen

  • toevoegingen moeten zijn gebaseerd op de gewenste of noodzakelijke omvang.

  • voorzieningen ter egalisatie van kosten worden afgestemd op de door de raad bepaalde kaders (in het bijzonder de beheerplannen).

  • de voeding van voorzieningen vindt plaats via de exploitatie. Bij (verwachte) tekorten dienen de voorzieningen te worden aangevuld.

Onttrekkingen/bestedingen

  • bestedingen worden rechtstreeks ten laste van een voorziening verantwoord en blijven buiten de exploitatie.

  • bestedingen ten laste van voorzieningen vinden alleen plaats indien de onttrekkingen zijn gepland bij de vorming van de voorziening. Deze staan in directe relatie tot het doel van de voorziening.

  • voorzieningen mogen niet negatief zijn.

Afwijkingen in geraamde onttrekkingen/bestedingen of dotaties moeten gemeld worden in tussentijdse rapportages en uiteindelijk als toelichting in de jaarstukken.

 

4.5 Opheffen voorzieningen

Voorzieningen worden opgeheven als:

  • de verplichting en/of het risico waarvoor de voorziening is gevormd is vervallen of is opgehouden te bestaan. Indien dit het gevolg is van veranderingen in wet- en regelgeving is een raadsbesluit niet nodig. Voorzieningen ter egalisatie van kosten worden opgeheven na een besluit van de raad.

  • de omvang van de voorziening kleiner is dan € 25.000. Uitgezonderd zijn de voorzieningen die zijn gevormd voor van derden verkregen middelen.

Het doel van een voorziening kan niet gewijzigd worden. Als de daaraan ten grondslag liggende verplichting komt te vervallen wordt de voorziening opgeheven en valt het saldo vrij in de exploitatie.

 

4.6 Overige spelregels voorzieningen

Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. voorzienbare verlies. Een uitzondering hierop is de voorziening wethouders pensioenen, die wordt gewaardeerd op de contante waarde.

Voor jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een vergelijkbaar volume mag geen voorziening worden gevormd.

 

Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan, tenzij de waardering tegen contante waarde is of voorzieningen als gevolg van bijdragen van derden dit verplicht stellen.

 

5. Overzicht reserves en voorzieningen  

5.1 Reserves

Conform artikel 42 van het BBV bestaat het eigen vermogen uit de reserves (algemene reserve en bestemmingsreserves) en het gerealiseerde resultaat. Het gerealiseerde resultaat is in feite het saldo van baten en lasten, inclusief toevoegingen en onttrekkingen aan reserves op grond van eerdere besluitvorming.

 

Het gerealiseerde resultaat is een rekeningsaldo, waaraan nog geen bestemming is gegeven. Bestemming van het resultaat gebeurt aan de hand van een raadsvoorstel, dat bij de PenCdocumenten (kadernota, begroting, tussentijdse rapportages en de jaarstukken) wordt goedgekeurd. De feitelijke bestemming van het gerealiseerde resultaat vindt daarmee pas plaats nadat de raad heeft besloten over een voorstel tot de bestemming. Op de balans wordt het gerealiseerde resultaat overigens ook tot uitdrukking gebracht als het gerealiseerde resultaat.

 

Toevoegingen aan reserves worden door de raad goedgekeurd via de PenC-documenten (kadernota, begroting, tussentijdse rapportages en de jaarstukken) of via een apart raadsbesluit.

 

5.2 Soorten reserves

 

5.2.1 Algemene reserve

 

Algemene Reserve 

Doel

Het vormen van een buffer voor financiële tegenvallers.

Programma

8 Algemene Dekkingsmiddelen

Toevoeging

Positieve jaarrekeningresultaten of incidentele bijdragen/meevallers

Onttrekking

Negatieve jaarrekeningresultaten en incidentele tekorten/tegenvallers op de begroting.

Bijzonderheden

De Algemene reserve vormt een vast onderdeel van het weerstandsvermogen en daarmee van de begroting en jaarstukken. Het weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.

  • 1.

    De benodigde weerstandscapaciteit is een optelsom van alle risico’s waarvoor geen beheersmaatregelen zijn getroffen. Voor het berekenen van de benodigde weerstandscapaciteit maakt de gemeente Gouda een onderscheid tussen bedrijfsvoering risico’s en risico’s verbonden aan grondexploitaties.

  • 2.

    Voor bedrijfsvoering risico’s wordt een statische methode gehanteerd. Hierbij wordt voor elk risico nagegaan wat de kans is dat het risico optreed en de bijbehorende impact. Voor risico’s verbonden aan grondexploitaties hanteert de gemeente Gouda de IFLO-methode met boekwaarden als uitgangspunt.

De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten op te vangen. Dit is een optelsom van de algemene reserve, de reserve sociaal domein en het saldo van mutaties in de exploitatiesfeer.

Stand 31-12-2018

€ 16.453.000

Beslispunt

Geen

 

Reserve sociaal domein 

Doel

Voor het opvangen van de gevolgen van onvoorziene risico’s binnen het sociaal domein en voor eenmalige investeringen die de structurele financiële houdbaarheid op langere termijn ten goede komen.

Programma

4 Sociaal Domein

Toevoeging

Geen (bij raadsbesluit Programmabegroting 2020-2023)

Onttrekking

Conform de prognose in de Programmabegroting 2020-2023

Bijzonderheden

De reserve sociaal domein is ingesteld bij de jaarstukken 2015, waarbij is besloten deze onder de Algemene Reserve te plaatsen

Bij het vaststellen van de programmabegroting 2020-2023 is besloten niet langer aan deze reserve te doteren en bij nihil op te heffen.

Stand 31-12-2018

€ 6.325.000

Beslispunt

Geen

 

Egalisatiereserve openbare ruimte 

Doel

Opvangen van de kapitaallasten van investeringen openbare ruimte met een maatschappelijk nut

Programma

3 Wonen en leefomgeving

Toevoeging

Jaarlijks bedrag op basis van begroting

Onttrekking

Kapitaallasten van investeringen openbare ruimte met een maatschappelijk nut

Bijzonderheden

Door een wijziging van het BBV ingaande 1 januari 2017, moeten de investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut verplicht worden geactiveerd. Die investeringen werden tot en met 2016 deels direct

t.l.v. de Voorziening groot onderhoud openbare ruimte gebracht. De hiermee samenhangende verlaging van de dotatie aan die voorziening wordt toegevoegd aan de Egalisatiereserve openbare ruimte.

De egalisatiereserve wordt ingezet ter dekking van de kapitaallasten m.b.t. het activeren van voornoemde investeringen.

Stand 31-12-2018

€ 5.880.000

Beslispunt

Met ingang van 1 januari 2020 wordt de Egalisatiereserve openbare ruimte ingezet ter dekking van de afschrijvingskosten inzake het activeren van investeringen met een maatschappelijk nut in de openbare ruimte. Verrekening van de rentelasten met deze egalisatiereserve vindt dan niet meer plaats. Ten behoeve van de financiering van de boekwaarde van die investeringen moet de waarde van de egalisatiereserve per balansdatum daaraan gelijk zijn. In de begroting en jaarrekening 2020 wordt dit gerealiseerd.

Indien het bedrag van de gerealiseerde investeringen afwijkt van het daartoe gevoteerde krediet, wordt de onder- dan wel overschrijding verrekend met de dotatie aan de Voorziening groot onderhoud openbare ruimte.

Voorgesteld wordt de naam van de reserve te wijzigen naar: reserve afschrijvingslasten vervangingsinvesteringen openbare ruimte. De verwerking hiervan vindt plaats bij de eerstvolgende tussenrapportage.

Op basis van de begrotingsbrief 2020 van de toezichthouder wordt deze reserve niet meer onder de Algemene Reserve geplaatst, maar met ingang van de jaarrekening 2019 als een bestemmingsreserve beschouwd.

Toelichting:

Door het inzetten van de egalisatiereserve voor de dekking van de afschrijvingslasten loopt de egalisatiereserve op de langere termijn “leeg” op het moment dat de jaarlijkse dotatie aan deze reserve structureel lager is dan de onttrekking afschrijvingslasten. Daardoor ontstaat gelijktijdig een oplopend financieringstekort, hetwelk zal moeten worden opgelost door het aantrekken van vreemd vermogen.

Als de toevoeging aan de reserve elk jaar gelijk wordt gesteld aan het bedrag van de geactiveerde investeringen in dat jaar, is daarmee de jaarlijkse dekking

van de afschrijvingskosten en de financiering van de boekwaarde gegarandeerd.

Bij een onderschrijding van het gevoteerde investeringsbudget wordt in afwijking van de begrote dotatie aan de egalisatiereserve een lager bedrag daaraan toegevoegd. De onderschrijding wordt dan toegevoegd aan de Voorziening groot onderhoud openbare ruimte.

Bij een overschrijding van het gevoteerde investeringsbudget wordt de begrote dotatie aan de egalisatiereserve toegevoegd. Voor toevoeging van het bedrag van de overschrijding wordt bij de bestemming van het jaarrekeningresultaat daartoe een voorstel gedaan. De overschrijding wordt gecompenseerd door een lagere dotatie aan de Voorziening groot onderhoud openbare ruimte.

 

 

Reserve cofinanciering regionale projecten 

Doel

Aanpak regionale projecten die gezamenlijk worden gefinancierd

Programma

1 Economie, werk en onderwijs

Toevoeging

Eenmalig bij het vormen van de reserve

Onttrekking

Besteding regionale projecten

Bijzonderheden

Deze reserve heeft de raad bij de 2e begrotingswijziging 2017 ingesteld met o.a. de volgende uitgangspunten:

  • Binnen de algemene reserve wordt rekening gehouden met dit bedrag door een nieuwe reserve te vormen. Deze blijft meetellen in het weerstandsvermogen.

  • De middelen zijn alleen in te zetten als bron voor cofinanciering voor regionale projecten.

  • Er vindt geen regionale overheveling van middelen plaats.

  • Besluitvorming over al dan niet benutting van dit bedrag is voorbehouden aan het college van BenW van Gouda en voor zover het budgetrecht van de raad van toepassing is: de raad van de gemeente Gouda.

  • Besluitvorming kan alleen als er tenminste op hoofdlijnen een projectvoorstel is. Er is geen sprake van ‘solidariteit’; ieder college / raad beslist zelf over welke bedrag die betreffende gemeente in een regionaal project wil investeren.

  • Indien er aan de indiening van projectvoorstellen voor externe financiële middelen een zodanig strakke termijn is verbonden, waardoor de goedkeuring door de raad agendatechnisch niet haalbaar is, zullen projectvoorstellen onder voorbehoud van goedkeuring door de raad ingediend worden.

  • De beschikbaarheid van dit deel van de algemene reserve zal herzien worden, indien de reserves op een te laag peil dreigen te raken. Op dit moment is daar geen sprake van.

  • De middelen worden vooralsnog eenmalig gereserveerd; in 2018 wordt beoordeeld wat de ervaringen zijn met deze financieringssystematiek en of het wenselijk is om regionale afspraken te maken over een meerjarig karakter.

Stand 31-12-2018

€ 710.000

Beslispunt

Op basis van de begrotingsbrief 2020 van de toezichthouder wordt deze reserve niet meer onder de Algemene Reserve geplaatst, maar met ingang van de jaarrekening 2019 als een bestemmingsreserve beschouwd.

 

5.2.2 Bestemmingsreserves

Reserve parkeren 

Doel

Dekking van kosten voor aanleg van parkeerplaatsen, het treffen van parkeerregulerende maatregelen en andere voorzieningen in het kader van het betaald en/of belanghebbenden parkeren.

Programma

3 Wonen en leefomgeving

Toevoeging

De

1.

reserve wordt gevoed door: afkoopsommen die moeten worden betaald als bij de afgifte van bouwvergunningen niet (volledig) kan worden voldaan aan de normering van het aantal te realiseren parkeerplaatsen op eigen terrein en

2.

een eventueel batig saldo bij de exploitatie van de Stationsgarage.

Onttrekking

1.

Voor de kosten van de aanleg van parkeerplaatsen, het treffen van parkeer regulerende maatregelen en andere voorzieningen in het kader van het betaald en/of belanghebbenden parkeren.

2.

Ter dekking van de kapitaallasten voor de uitbreiding van het parkeerterrein Klein Amerika voor een periode van 10 jaar

Bijzonderheden

De toevoeging die betrekking heeft op het batig saldo van de exploitatie van de Stationsgarage komt voort uit het besluit, dat het nadelig resultaat de eerste jaren ten laste van deze reserve kan worden gebracht.

Stand 31-12-2018

€ 675.000

Beslispunt

Geen

 

 

Reserve actualiseren en digitaliseren bestemmingsplannen 

Doel

Regulering van over meerdere jaren te maken kosten ten behoeve van werkzaamheden, mede door en voor derden, met betrekking tot het actualiseren en digitaliseren bestemmingsplannen

Programma

3 Wonen en leefomgeving

Toevoeging

Op basis van de meerjarenraming bestemmingsplannen

Onttrekking

Op basis van de meerjarenraming bestemmingsplannen of raadsbesluit

Bijzonderheden

Eind 2003 heette deze reserve nog Reserve herziening bestemmingsplannen, maar in de loop van 2004 heeft een naamswijziging plaatsgevonden. Een en ander is vastgelegd in het toenmalige PVA Actualiseren en Digitaliseren Bestemmingsplannen.

Stand 31-12-2018

€ 69.000

Beslispunt

Geen 

 

Reserve organisatieontwikkeling 

Doel

Dekking van kosten van reeds in gang gezette en toekomstige organisatieontwikkelingen

Programma

7 Bestuur en organisatie

Toevoeging

Op grond van een inschatting van toekomstige kosten

Onttrekking

Kosten van bovenformatief personeel en kosten die verband houden met het uitplaatsen van gemeentelijke taken

Bijzonderheden

De reserve Organisatie-ontwikkeling is een uitvloeisel van het traject Optima Forma. Voor zover valt na te gaan ligt het besluit Flankerend Beleid uit 2003 hieraan ten grondslag. De huidige werkwijze is, dat in overleg met de directie, jaarlijks de hoogte van de raming van de onttrekking (of toevoeging) bepaald wordt.

Stand 31-12-2018

€ 568.000

Beslispunt

Geen

 

Reserve niet-gesprongen explosieven WO2

Doel

Dekking van de kosten van onderzoek naar en het opruimen van nietgesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog (WO2)

Programma

6 Leefbaarheid en veiligheid

Toevoeging

Op basis van een meerjarige risico-inventarisatie

Onttrekking

Onttrekking vindt plaats op basis van uitvoering van de offerte door de aanvrager.

Bijzonderheden

Deze reserve is gevormd door de bijdragen die in het verleden van het Rijk ontvangen zijn in het kader van het opsporen en ruimen van niet-gesprongen explosieven WO2. De Rijksregeling waarop die bedragen zijn gebaseerd is inmiddels meerdere keren gewijzigd. In 2014 is er voor het Lombok terrein een aanvraag ingediend op basis van een ontvangen raming. Van het Rijk hebben wij 70% van de ingediende raming ontvangen, € 825.041. In 2015 is een gedeelte van het terrein onderzocht op de aanwezigheid van explosieven en heeft een eerste uitbetaling plaatsgevonden. Voor het niet onderzochte gedeelte van het Lombokterrein is in deze reserve nog een bedrag aanwezig van € 703.000,-.

De kans op het aantreffen van explosieven is aanwezig, daarom is de inschatting dat het (resterende) bedrag van € 703.000,- in deze reserve hoort en het niet meer benodigde deel van circa € 1.129.000 kan vrijvallen.

Stand 31-12-2018

€ 1.832.000

Beslispunt

Voorgesteld wordt om het niet benodigde deel van € 1.129.000 in 2020 te laten vrijvallen ten gunste van de Algemene Reserve. En de verwerking hiervan vindt bij de eerstvolgende tussenrapportage plaats.

 

Reserve wijkontwikkeling 

Doel

Dekking van de kosten van wijkontwikkelingsprojecten

Programma

3 Wonen en leefomgeving

Toevoeging

Indien sprake is van een hogere opbrengst dan de kosten

Onttrekking

Indien sprake is van een lagere opbrengst dan de kosten

Bijzonderheden

In april 2004 heeft de gemeenteraad met het vaststellen van de structuurvisies Korte Akkeren karaktervol en gastvrij Gouda Oost en het hieraan gekoppelde uitvoeringsprogramma de kaders voor de wijkontwikkeling bepaald. In juni 2004 heeft de gemeenteraad bij de voorjaarsnota € 14 miljoen ter beschikking gesteld om de start van de uitvoering van de projecten uit het uitvoeringsprogramma mogelijk te maken.

Het doel van de wijkontwikkeling is om de leefbaarheid in de wijken te verbeteren door het uitvoeren van fysieke projecten in samenspraak met de bewoners. Het gaat daarbij om de herinrichting van de openbare ruimte, maar ook om verbetering van de woningvoorraad. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de twee betrokken woningbouw corporaties.

De kosten en opbrengsten die de gemeente hiervoor maakt worden vanaf 2004 verrekend via de reserve wijkontwikkeling. Jaarlijks wordt aan de hand van het verwachte projectverloop van deze reserve een prognose gemaakt.

Stand 31-12-2018

€ 386.000

Beslispunt

Geen

 

Reserve maatschappelijke opvang en vrouwenopvang 

Doel

Realisatie maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, beschermd wonen en maatregelen ter voorkoming van intramurale zorg en versnellen van de uitstroom

Programma

4 Sociaal Domein

Toevoeging

Overschotten tussen de van het Rijk ontvangen middelen en de uitgaven

Onttrekking

Kosten voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang, beschermd wonen en maatregelen ter voorkoming van intramurale zorg en versnellen van de uitstroom

Bijzonderheden

De gemeente Gouda krijgt als centrumgemeente via decentralisatie-uitkeringen van het Rijk middelen voor maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en beschermd wonen. Deze middelen worden regionaal ingezet. Eventuele overschotten worden toegevoegd aan deze bestemmingsreserve op grond van het raadsbesluit van 20 juni 2012 resp. 6 juli 2016 (jaarstukken 2015).

In 2019 is geconstateerd dat er de laatste jaren alleen toevoegingen hebben plaatsgevonden (en geen onttrekkingen). Daarom wordt erover nagedacht om een deel van de reserve te gaan inzetten. De concretisering daarvan staat in 2020 gepland.

Stand 31-12-2018

€ 5.458.000

Beslispunt

Voorgesteld wordt de naam van de reserve te wijzigen naar: Reserve maatschappelijke omvang, vrouwenopvang en beschermd wonen. En aan het doel toe te voegen: beschermd wonen en maatregelen ter voorkoming van intramurale zorg en versnellen van de uitstroom. De verwerking hiervan bij de eerstvolgende tussenrapportage plaats te laten vinden.

 

Reserve cultuur - en erfgoedfonds 

Doel

Het meerjarig beschikbaar houden van de middelen uit het cultuur- en erfgoedfonds dat als belangrijk instrument geldt voor het gebruik en behoud van Gouds erfgoed

Programma

5 Cultuur, sport en recreatie

Toevoeging

Overschotten op de reguliere exploitatiebudgetten

Onttrekking

Op grond van een raadsbesluit

Bijzonderheden

De reserve is ingesteld bij de 2e begrotingswijziging 2015. Na de vaststelling van de jaarstukken 2019 kan en zal de reserve cultuur- en erfgoedfonds (ook) worden aangewend voor het bekostigen van de festiviteiten en activiteiten in het kader van Gouda 750 jaar in 2022.

Stand 31-12-2018

€ 212.000

Beslispunt

Geen

 

Reserve zuidelijk stationsgebied 

Doel

Dekking van de plankosten

Programma

3 Wonen en leefomgeving

Toevoeging

Eénmalig bij de vorming van de reserve (2016)

Onttrekking

Op basis van werkelijk gemaakte kosten (bijvoorbeeld o.a. plankosten) voor het zuidelijk stationsgebied

Bijzonderheden

Op 22 juni 2016 heeft de raad besloten met de herontwikkeling Zuidelijk Stationsgebied. Hiervoor is een investeringsbudget en deze reserve ter dekking ingesteld. De reserve spoorse doorsnijdingen en de reserve ketenmobiliteit zijn destijds opgeheven en samengevoegd tot deze reserve. De reserve is eveneens gevoed met de subsidies die reeds voor dit project zijn ontvangen.

Stand 31-12-2018

€ 3.951.000

Beslispunt

Geen

 

Reserve revitalisering Goudse Poort

Doel

Dekking van structurele kapitaallasten voor infrastructuur in Goudse Poort en het mogelijk maken van (co)financiering bij de Versnellingskamer.

Programma

1 Economie, werk en onderwijs

Toevoeging

Eénmalig bij de vorming van de reserve

Onttrekking

Dekking structurele kapitaallasten en inzet van middelen voor (co)financiering

Bijzonderheden

De raad heeft bij het vaststellen van de jaarstukken 2016 besloten om de nog beschikbare incidentele middelen voor de revitalisering van de Goudse Poort te storten in een nieuw te vormen reserve. De subsidie die in 2018 in dit kader van de provincie is ontvangen is aan de reserve toegevoegd.

Stand 31-12-2018

€ 1.064.000

Beslispunt

Geen

 

Reserve nog uit te voeren werkzaamheden 3 Notenboomen 

Doel

Dekking van de kosten van nog uit te voeren civieltechnische werken en bijbehorende plankosten van de voormalige grondexploitatie 3 Notenboomen

Programma

3 Wonen en leefomgeving

Toevoeging

Eénmalig bij de vorming van de reserve

Onttrekking

Op basis van werkelijk gemaakte kosten voor deze (civieltechnische) werken

Bijzonderheden

Bij de actualisatie van de grondexploitaties in het kader van de jaarrekening 2012 is de grondexploitatie 3 Notenboomen afgesloten. Voor de nog uit te voeren civieltechnische werken in de openbare ruimte en bijbehorende plankosten is destijds een afzonderlijke voorziening gevormd. Deze voorziening moest, vanwege het ontbreken van concrete verplichtingen, in 2016 boekhoudkundig vrijvallen. De resterende middelen zijn toegevoegd aan de nieuwe gelijknamige reserve (raadsbesluit jaarstukken 2016).

Stand 31-12-2018

€ 271.000

Beslispunt

Geen

 

Reserve nog uit te voeren werkzaamheden Bolwerk

Doel

Dekking van de kosten van nog uit te voeren civieltechnische werken en bijbehorende plankosten van de voormalige grondexploitatie Bolwerk

Programma

3 Wonen en leefomgeving

Toevoeging

Eenmalig bij de vorming van de reserve

Onttrekking

Op basis van werkelijk gemaakte kosten voor deze (civieltechnische) werken

Bijzonderheden

Bij de actualisatie van de grondexploitaties in het kader van de jaarrekening 2012 is de grondexploitatie Bolwerk afgesloten. Voor de nog uit te voeren civieltechnische werken in de openbare ruimte en bijbehorende plankosten is een afzonderlijke voorziening gevormd. Deze voorziening moest, vanwege het ontbreken van concrete verplichtingen, in 2016 boekhoudkundig vrijvallen. De resterende middelen zijn toegevoegd aan de nieuwe gelijknamige reserve (raadsbesluit jaarstukken 2016).

Stand 31-12-2018

€ 510.000

Beslispunt

Geen

 

Reserve voormalig NIEGG Spoorzone en Westergouwe 

Doel

Het afdekken van het risico afwaardering van de NIEGG-gronden

Programma

5 Cultuur, sport en recreatie

Toevoeging

Overschot op de bouwgrondexploitatie

Onttrekking

Tekort op de bouwgrondexploitatie

Bijzonderheden

De BBV-regels rondom niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) zijn in 2016 veranderd. De NIEGG-gronden van Westergouwe en Spoorzone zijn overgeheveld van voorraden naar Materiële Vaste Activa (MVA). De waarde van de voormalige NIEGG-gronden moet uiterlijk 31-12-2019 zijn gewaardeerd, op maximaal de marktwaarde in huidige staat. Deze waarde hangt onder andere af van marktontwikkelingen en bestemmingsplan. Op dit moment is nog onzeker of en hoe groot deze afwaardering zal zijn. Mocht de raad besluiten om voor 31 december 2019 (een deel van) deze gronden in exploitatie te nemen door een grondexploitatie te openen, dan zal het risico op een afwaardering afnemen.

Stand 31-12-2018

€ 1.750.000

Beslispunt

Geen

 

Reserve onderwijshuisvesting

Doel

Dekking toekomstige kapitaallasten

Programma

1 Economie, werk en onderwijs

Toevoeging

Opbrengst verkoop voormalige bouwlocaties en financiële voordelen combinatiegebruik scholen

Onttrekking

Dekking structurele kapitaallasten

Bijzonderheden

Op grond van het raadsbesluit 3 april 2019 is het kader van het Integraal Huisvestingsplan (IHP) vastgesteld.

Vanwege de aard en omvang van het financiële risico is besloten een aparte reserve te creëren voor het dekken van de kapitaallasten die voortvloeien uit IHP.

Gedurende de looptijd van het IHP kunnen inkomsten die voortkomen uit de verkoop van vrijvallende schoollocaties ten gunste van deze reserve worden afgewikkeld. In het kader van realistisch begroten worden deze inkomsten pas verwerkt nadat ze gerealiseerd zijn. Eveneens kunnen financiële voordelen vanuit het combinatiegebruik hieraan toegevoegd worden. Intentie is om de reserve in te zetten ter dekking van de kapitaallasten. Dit alles ter beheersing van de omvang van het mogelijke exploitatietekort.

Stand 31-12-2018

€ 0

Beslispunt

Geen

 

Reserve versnellen woningbouw en (gebieds)transformatie

Doel

Versnellen van de woningbouw

Programma

3 Wonen en leefomgeving

Toevoeging

Jaarlijkse storting vanaf 2019 tot en met 2022

Onttrekking

Dekking kosten verstrekte subsidies (en ander lasten, zoals bijvoorbeeld personele inzet ten gevolge van versnelling woningbouw)

Bijzonderheden

De reserve is in 2018 ingesteld bij de vaststelling van de programmabegroting 2019-2022 en vindt zijn basis in het Coalitieakkoord 2018-2022 waar ingezet wordt op de versnelling van de woningbouw en de transformatie van zakelijke panden en gebieden naar woningen. In totaal wordt daarvoor in 4 jaar € 5.640.000 beschikbaar gesteld en gestort in deze nieuwe reserve. Het jaarrekeningresultaat 2018 is aanleiding geweest om de voorgenomen toevoegingen aan de reserve naar voren te halen in de tijd.

Stand 31-12-2018

€ 0

Beslispunt

Geen

 

Reserve groenfonds

Doel

Realiseren van nieuw groen en water in samenhang met het te realiseren Klimaatadaptatieplan

Programma

6 Leefbaarheid en veiligheid

Toevoeging

Jaarlijkse storting vanaf 2019 tot en met 2022

Onttrekking

Dekking kosten verstrekte subsidies en dekking gemeentelijke lasten

Bijzonderheden

Met geld uit het Groenfonds kan meer groen komen in de Goudse wijken met het minste groen: Binnenstad, Kadebuurt, Kort Haarlem, Korte Akkeren, Gouda Noord en Goverwelle. Bijvoorbeeld door bestrating of bebouwing om te zetten in groen. Bewonersinitiatieven uit deze wijken kunnen aanspraak maken op een deel van het geld uit het Groenfonds.

Middels de aangepaste subsidieverordening is een deel van het budget beschikbaar als subsidie.

Hier lag het coalitieakkoord 2018-2022 aan ten grondslag. De reserve is ingesteld bij de vaststelling van de jaarstukken 2018. Op grond van het rekeningresultaat 2018 is de geplande toevoeging aan de reserve in 2022 naar voren gehaald en feitelijk gerealiseerd in 2019.

Stand 31-12-2018

€ 0

Beslispunt

Geen

 

5.3 Voorzieningen

Voorzieningen zijn vermogensbestanddelen die binnen de BBV als vreemd vermogen worden aangemerkt en niet vrij te besteden zijn. Voorzieningen moeten dekkend zijn voor de achterliggende verplichtingen of risico's waarvoor ze zijn gevormd. Om een juiste weergave van de vermogenspositie van de gemeente te geven is het nodig om de noodzakelijke omvang van een voorziening te bepalen.

 

Als een voorziening niet toereikend is, kan er immers een tekort op de exploitatie ontstaan. Tegelijk kan een te hoge voorziening juist onnodig beslag leggen op de schaarse middelen. Om de noodzakelijke omvang van een voorziening te bepalen is het daarom van belang dat er bijvoorbeeld goede beheerplannen beschikbaar zijn. Op basis van deze beheerplannen kunnen voorzieningen worden gevormd om de onderhoudslasten van de kapitaalgoederen zo egaal mogelijk over de jaren te spreiden. Deze werkwijze geldt bijvoorbeeld voor het onderhoud van kapitaalgoederen zoals wegen, riolering en accommodaties.

 

5.4 Soorten voorzieningen

5.4.1 Egalisatievoorzieningen

 

Voorziening groot onderhoud Brandweerkazerne (regio) 

Doel

Nivelleren van uitgaven voor groot onderhoud

Programma

3 Wonen en leefomgeving

Toevoeging

Op basis van het meerjarenonderhoudsplan dat voor een periode van 5 jaren wordt vastgesteld

Onttrekking

Uitgaven worden rechtstreeks ten laste van deze voorziening geboekt

Bijzonderheden

Deze voorziening is bestemd voor het uitvoeren en nivelleren van uitgaven voor groot onderhoud aan de nieuwe brandweerkazerne.

Op 21 januari 2014 is het nieuwe meerjarenonderhoudsplan (MJOP) vastgesteld door het college. In 2020 wordt er gesproken over het verruimen van de scope van het MJOP van 5 naar 40 jaar.

Stand 31-12-2018

€ 465.000

Beslispunt

Geen

 

Voorziening verhuurdersonderhoud Schouwburg 

Doel

Nivelleren van uitgaven voor groot onderhoud

Programma

3 Wonen en leefomgeving

Toevoeging

Op basis van het meerjarenonderhoudsplan dat voor een periode van 5 jaren wordt vastgesteld

Onttrekking

Uitgaven worden rechtstreeks ten laste van deze voorziening geboekt

Bijzonderheden

Deze voorziening is bestemd voor het nivelleren van de uitgaven verhuurdersonderhoud aan het schouwburgcomplex gelegen aan de

Boelekade 67. Het meerjarenonderhoudsplan is vastgesteld door het college op 21 januari 2014. In 2020 wordt er gesproken over het verruimen van de van de scope van het MJOP van 5 naar 40 jaar.

Stand 31-12-2018

€ 339.000

Beslispunt

Geen

 

Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen en objecten 

Doel

Nivelleren van uitgaven van planmatig onderhoud

Programma

3 Wonen en leefomgeving

Toevoeging

Op basis van het meerjarenonderhoudsplan dat voor een periode van 5 jaren wordt vastgesteld

Onttrekking

Uitgaven worden rechtstreeks ten laste van deze voorziening geboekt

Bijzonderheden

Deze voorziening is bestemd voor het nivelleren van uitgaven aan planmatig onderhoud aan gemeentelijk pandenbezit. Op 21 januari 2014 is het meerjarenonderhoudsplan vastgesteld door het college. In 2020 wordt er gesproken over het verruimen van de scope van het MJOP van 5 naar 40 jaar.

Stand 31-12-2018

€ 1.303.000

Beslispunt

Geen

 

Voorziening groot onderhoud gemeentelijke onderwijsgebouwen 

Doel

Nivelleren van uitgaven voor groot onderhoud van onderwijsgebouwen

Programma

1 Economie, werk en onderwijs

Toevoeging

Op basis van het meerjarenonderhoudsplan

Onttrekking

Uitgaven worden rechtstreeks ten laste van deze voorziening geboekt

Bijzonderheden

De bekostiging voor de onderhoudsvoorzieningen voor schoolgebouwen is vanaf 1 januari 2015 geen taak meer voor de gemeente. Schoolbesturen ontvangen deze middelen vanaf dat moment rechtstreeks van het Rijk. De gemeente blijft nog wel verantwoordelijk voor nieuwbouw, uitbreiding, medegebruik, eerste inrichting, vandalismeschades en constructiefouten.

Deze voorziening is opgebouwd uit 2 componenten. Enerzijds betreft het vanaf 2015 nog het meerjarig onderhoud voor de bruikleenscholen en de gymzalen. Voor dit deel is geen MJOP beschikbaar. Er wordt nog nader uitgezocht hoe dat plan vorm gaat krijgen.

Anderzijds is deze voorziening ook bestemd voor het meerjarig onderhoud aan de Burgemeester Martenssingel (vanwege gebruik door de GSG). Hiervoor is wel een MJOP beschikbaar.

Stand 31-12-2018

€ 461.000

Beslispunt

Voorgesteld wordt om, na vaststelling van deze nota, deze voorziening op te splitsen: in een reserve voor het deel bruikleenscholen, waarvoor geen meerjarenonderhoudsplan (MJOP) beschikbaar is. Dat wordt nog nader uitgezocht. En in een voorziening voor de Burgemeester Martenssingel, waarvoor wel een MJOP beschikbaar is. En de verwerking hiervan plaats te laten vinden bij de eerstvolgende tussenrapportage.

 

Voorziening groot onderhoud openbare ruimte 

Doel

Egalisatie meerjarenkosten groot onderhoud openbare ruimte

Programma

3 Wonen en leefomgeving

Toevoeging

Ten laste van de exploitatie op basis van Beheerplan Groot Onderhoud en Vervanging Openbare Ruimte

Onttrekking

Ten laste van de Voorziening Groot Onderhoud Openbare Ruimte op basis van Beheerplan Groot Onderhoud en Vervanging Openbare Ruimte

Bijzonderheden

Deze voorziening is bestemd voor de egalisatie van beschikbare middelen ter dekking van de kosten van groot onderhoud van de openbare ruimte (onder meer wegen, kunstwerken, water en groen) zoals is opgenomen in het Beheerplan GOVO. Het Beheerplan GOVO is als onderdeel van het Integraal Uitvoeringsplan (IUP) opgenomen. De scope van het Beheerplan GOVO bedraagt 8 jaar. Jaarlijks wordt een bedrag in deze voorziening gestort. Op basis van een projectmatige aanpak wordt het groot onderhoud uitgevoerd.

Stand 31-12-2018

€ 6.184.162

Beslispunt

Geen

 

Voorziening verwerking afvalstoffen 

Doel

Voorkomen fluctuatie tarieven

Programma

2 Energie en Klimaat

Toevoeging

Indien sprake is van een hogere opbrengst dan de kosten

Onttrekking

Indien sprake is van een lagere opbrengst dan de kosten

Bijzonderheden

Bij de inzameling en verwerking van afvalstoffen is volledige kostendekking uitgangspunt. Deze voorziening is een egalisatievoorziening, waarop geen meerjarig onderhoudsplan van toepassing is. Het uiteindelijke jaarlijkse exploitatieresultaat wordt op nacalculatiebasis bepaald en aan deze voorziening toegevoegd of onttrokken. Een nevendoel van deze voorziening is het bevorderen van een gelijkmatig tariefverloop bij onregelmatige lasten.

Stand 31-12-2018

€ 260.000

Beslispunt

Voorgesteld wordt om de naam te wijzigen in Voorziening egalisatie tarieven Afvalstoffenheffing en de verwerking hiervan plaats te laten vinden bij de eerstvolgende tussenrapportage.

 

Voorziening Vervanging Riolering (art 44 lid 1d BBV) 

Doel

Spaarvoorziening vervangingsinvesteringen rioleringen en tariefsegalisatie

Programma

2 Energie en Klimaat

Toevoeging

Spaardeel voor toekomstige vervangingsinvesteringen

Onttrekking

Gelijk aan het bedrag vervangingsinvestering

Bijzonderheden

Bij de riolering is volledige kostendekking uitgangspunt. Deze voorziening is een spaarvoorziening vervangingsinvesteringen rioleringen met als nevendoel een meer gespreide lastenontwikkeling (en daarmee tariefontwikkeling). De kosten die gemaakt worden ten behoeve van riolering worden gedekt door inkomsten rioolrechten.

Op deze voorziening is geen meerjarig onderhoudsplan van toepassing. Het uiteindelijke jaarlijkse exploitatieresultaat wordt op nacalculatiebasis bepaald en aan deze voorziening toegevoegd of onttrokken.

Binnen de tarieven wordt gespaard voor de kosten vervanging riolering. Dit spaardeel wordt toegevoegd aan de voorziening en wordt onttrokken op het moment dat de investering plaats vindt (op basis van de realisatie in het betreffende jaar). De gemeente brengt in mindering op de boekwaarde van de vervangingsinvesteringen de spaarbedragen voor toekomstige

vervangingsinvesteringen bijeen gespaard in de voorziening art 44 lid 1d BBV

Stand 31-12-2018

€ 13.545.000

Beslispunt voor het College

Voorgesteld wordt om deze voorziening te hernoemen van Voorziening Riolering in Voorziening Vervanging Riolering (art 44 lid 1d BBV) en de verwerking hiervan bij de eerstvolgende tussenrapportage plaats te laten vinden.

 

Voorziening onderhoud Huis van de Stad 

Doel

Nivelleren van uitgaven onderhoud Huis van de Stad

Programma

7 Bestuur en organisatie

Toevoeging

Op basis van het meerjarenonderhoudsplan

Onttrekking

Uitgaven worden rechtstreeks ten laste van deze voorziening geboekt

Bijzonderheden

Deze voorziening is bestemd voor het nivelleren van uitgaven van planmatig onderhoud aan het Huis van de Stad. De jaarlijkse dotatie aan deze voorziening wordt elk jaar aangewend voor de onderhoudskosten van dit pand, die gebaseerd zijn op de meerjarige technische onderhoudsplanning.

In 2020 wordt er gesproken over verruiming van de scope van het MJOP.

Stand 31-12-2018

€ 52.000

Beslispunt

Geen

 

Voorziening onderhoud Stationsgarage 

Doel

Nivelleren van uitgaven onderhoud Stationsgarage

Programma

3 Wonen en leefomgeving

Toevoeging

Op basis van het meerjarenonderhoudsplan

Onttrekking

Uitgaven worden rechtstreeks ten laste van deze voorziening geboekt

Bijzonderheden

Deze voorziening is bestemd voor het nivelleren van uitgaven van planmatig onderhoud aan de Stationsgarage. In 2019 wordt er gesproken over het verruimen van de scope van het MJOP van 5 naar 40 jaar.

Stand 31-12-2018

€ 181.000

Beslispunt

Geen

 

5.4.2 Risicovoorzieningen

 

Voorziening spaaruren verlof 

Doel

Dekking voor toekomstige verplichtingen die voortvloeien uit de binnen de organisatie opgebouwde spaaruren.

Programma

7 Bestuur en organisatie

Toevoeging

Bij stijging van de loonkosten

Onttrekking

Opname van de spaaruren

Bijzonderheden

De afspraken met betrekking tot deze spaarvariant werden in een zogenaamd spaarcontract tussen werkgever en werknemer vastgelegd. Per jaar kon niet meer dan de opgebouwde compensatie-uren worden gespaard. Tevens was het maximaal te sparen uren gemaximaliseerd tot 1 jaar per medewerker. Door invoering van de levensloopregeling is de verlofspaarregeling met ingang van 1 april 2006 vervallen. Het saldo per 31 december 2018 betreft de waarde aanspraak van één medewerker.

Stand 31-12-2018

€ 14.000

Beslispunt

Geen

 

Voorziening deelname grondbank Zuidplas 

Doel

Opvangen verschillen waardering gronden

Programma

3 Wonen en leefomgeving

Toevoeging

Op basis van geactualiseerde taxaties

Onttrekking

Op basis van geactualiseerde taxaties

Bijzonderheden

De RZG Grondbank Zuidplas is opgericht om strategische aankopen te doen in de Zuidplaspolder. De gemeente Gouda neemt voor 6% deel in de grondbank. De grondbank waardeert haar gronden jaarlijks. In 2011 heeft een afwaardering plaatsgevonden van in het verleden gekochte gronden en heeft de gemeente Gouda een voorziening gevormd voor € 1.800.000.

Stand 31-12-2018

€ 1.320.000

Beslispunt

Geen

 

Voorziening pensioenaanspraken (voormalig) wethouders 

Doel

Treffen van een voorziening voor het uitbetalen van pensioen aan gewezen wethouders

Programma

7 Bestuur en organisatie

Toevoeging

Op basis van een jaarlijks uit te voeren berekening wordt de hoogte van de toevoeging bepaald

Onttrekking

Uitkering van pensioenen vindt rechtstreeks plaats ten laste van de voorziening

Bijzonderheden

In tegenstelling tot deelnemers aan het ABP, vindt voor de Appa geen premieafdracht plaats van de gemeente aan een pensioenfonds. De pensioenen van de wethouders worden gefinancierd uit de begroting van de gemeente Gouda op het moment dat dit pensioen wordt uitbetaald aan betrokkene. Op grond van artikel 44 van het Besluit Begroting en

Verantwoording (BBV) dient een voorziening voor de pensioenaanspraken (voormalig) wethouders te worden gevormd. Ter financiering van de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten op (partner)pensioen van (voormalig) wethouders is de voorziening gevormd.

Stand 31-12-2018

€ 5.521.000

Beslispunt

Geen

 

5.4.3 Verplichtingen derden

 

Voorziening pijporgel aula begraafplaats IJsselhof 

Doel

Bestemming geven aan legaat

Programma

4 Sociaal Domein

Toevoeging

Eénmalig door legaat

Onttrekking

Uitgaven conform legaat worden rechtstreeks ten laste van deze voorziening geboekt

Bijzonderheden

Op deze voorziening is geen meerjarig onderhoudsplan van toepassing. Deze voorziening heeft betrekking op een legaat dat door de gemeente Gouda als legataris beheerd wordt. Het legaat dient gebruikt te worden voor de aanschaf en het onderhoud van de pijporgel op de begraafplaats IJsselhof te Gouda. De aanschaf en het onderhoud van dit orgel zal worden uitgevoerd door de beheerder/eigenaar van deze begraafplaats. Op dit moment is niet bekend op welke termijn Yarden deze werkzaamheden gaat uitvoeren. Vanaf 2020, als Yarden officieel deel uitmaakt van Dela, is Dela formeel de beheerder.

Stand 31-12-2018

€ 53.000

Beslispunt

Om in 2020 in overleg te treden met de beheerder wanneer tot uitvoering van het legaat overgegaan kan worden.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 1 juli 2020.

De raad van de gemeente voornoemd,

griffier

voorzitter


1

De reserves openbare ruimte en cofinanciering regionale projecten worden geplaatst onder de bestemmingsreserves, zie hiervoor hoofdstuk 5