Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Steenwijkerland

Treasurystatuut gemeente Steenwijkerland 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSteenwijkerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTreasurystatuut gemeente Steenwijkerland 2020
CiteertitelTreasurystatuut gemeente Steenwijkerland 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. Algemene wet bestuursrecht
  3. Wet financiering decentrale overheden
  4. Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden
  5. Wet houdbare overheidsfinanciën
  6. Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden
  7. Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden
  8. Regeling schatkistbankieren decentrale overheden
  9. Wet houdbare overheidsfinanciën
  10. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Steenwijkerland/619774/CVDR619774_1.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-2020Nieuwe regeling

10-03-2020

gmb-2020-219891

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut gemeente Steenwijkerland 2020

De raad van de gemeente Steenwijkerland;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 januari 2020;

 

gelet op artikel 147 eerste lid van de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet financiering decentrale overheden, de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden, de Wet houdbare overheidsfinanciën, het Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden, de Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden, de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden en artikel 15 van de “Financiële verordening gemeente Steenwijkerland 2018”;

besluit:

 

Vast te stellen het

 

“Treasurystatuut gemeente Steenwijkerland 2020”

Artikel 1 Begrippenkader

Deze verordening verstaat onder:

Daggeld

Daggeld (ook wel callgeld genoemd) staat voor een opgenomen of uitgezette lening voor onbepaalde tijd die dagelijks gewijzigd kan worden.

Derivaten

Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren.

Drempelbedrag

Het bedrag van de overtollige middelen dat buiten de schatkist gehouden mag worden. Op grond van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden is het drempelbedrag voor openbare lichamen met een begrotingstotaal kleiner of gelijk aan € 500 miljoen gelijk aan 0,75% van het begrotingstotaal, waarbij het drempelbedrag minimaal € 250.000 bedraagt.

Financiering

Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen.

Garantie(product)

Een borgstelling waarbij de gemeente zich tegenover de geldverstrekker verbindt om één of meerdere vorderingen van een geldverstrekker op een debiteur te voldoen indien de debiteur niet aan zijn betalingsverplichtingen voldoet.

Geldstromenbeheer

Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te verplaatsen zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).

Intradaglimiet

Het maximale bedrag dat de gemeente per dag kan opnemen.

Kasgeld(lening)

Een kortlopende lening, meestal voor 1, 2, of 3 weken en maximaal 12 maanden waarbij de rente gedurende de looptijd vast staat.

Kasgeldlimiet

Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage (momenteel 8,5%) van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar.

Koersrisico

Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

Kredietlimiet

In de overeenkomst met de BNG is vastgelegd de kredietlimiet voor de gemeente Steenwijkerland maximaal € 12 miljoen bedraagt. Dit bedrag is gesplitst in een kredietlimiet van € 5 miljoen en een intradaglimiet van € 7 miljoen.

Kredietrisico

De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij.

Liquiditeitenbeheer

Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar.

Liquiditeitspositie

Het totaal van de rekening-courantsaldi, kasgeld- en daggeldleningen.

Onderhandse leningen

Leningen waarbij de voorwaarden van de lening in onderling overleg met de geldgevende partij wordt vastgesteld.

Rating

Rating van banken door derde partijen op grond van een inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente en aflossingsbetalingen op schuldpapier.

Renterisico

Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen.

Renterisiconorm

De norm waarmee de vaste schuld, verminderd met de verstrekte leningen, jaarlijks maximaal een renteherziening mag ondergaan. Op grond van de Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden bedraagt de renterisiconorm voor gemeenten 20% van het begrotingstotaal. Gemeenten die per saldo een schuld hebben die lager is dan € 2,5 miljoen, zijn vrijgesteld van deze verplichting.

Rentetypische looptijd

Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding.

Rentevisie

Toekomstverwachting over de rente ontwikkeling.

Saldobeheer

Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen.

Schatkistbankieren

Het aanhouden van overtollige middelen in de schatkist bij het ministerie van Financiën in de vorm van rekening-courant of deposito’s.

Treasury

Treasury omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Treasury bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren en crediteurenbeheer.

Uitzetting

Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.

Valutarisico

Het risico dat een muntsoort, op het moment dat betaling plaatsvindt, meer of minder waard is dan op het moment dat de transactie werd afgesloten.

Wet fido

Wet financiering decentrale overheden.

Artikel 2 Doelstellingen financieringsfunctie

  • 1.

    Het verkrijgen en behouden van toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities.

  • 2.

    Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren.

  • 3.

    Het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s, interne liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s.

  • 4.

    Het beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van een optimaal rendement op de uitzettingen.

  • 5.

    Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Risicobeheer

Artikel 3 Uitgangspunten risicobeheer

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    Garanties en leningen aan derde partijen worden slechts verstrekt uit hoofde van de “publieke taak”.

  • 2.

    De gemeente kan middelen uitzetten, indien deze uitzettingen conform de Wet fido een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd door de richtlijnen van dit treasurystatuut.

  • 3.

    Het gebruik van derivaten is toegestaan, maar deze worden uitsluitend toegepast ter beperking van financiële risico’s. In alle gevallen is een collegebesluit noodzakelijk.

Artikel 4 Renterisicobeheer

  • 1.

    Conform de Wet fido wordt de kasgeldlimiet niet overschreden. Indien de gemeente voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet overschrijdt, stelt het daarvan de toezichthouder op de hoogte, en legt het de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring voor aan de toezichthouder.

  • 2.

    Conform de Wet fido wordt de renterisiconorm niet overschreden.

  • 3.

    Om te voorkomen dat de kasgeldlimiet, zoals beschreven onder lid 1, aan het eind van een derde kwartaal wordt overschreden, zal een nieuwe langlopende lening worden afgesloten. Daarbij wordt rekening gehouden met de korte termijn liquiditeitsprognose op basis van nog te realiseren investeringen die door de raad zijn vastgesteld.

  • 4.

    De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie.

  • 5.

    De rentevisie van de gemeente wordt jaarlijks opgesteld op basis van de meest actuele ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt waarbij onder andere gebruik wordt gemaakt van de renteprognose van onze huisbankier. Rapportage vindt jaarlijks plaats in de paragraaf financiering in de programmabegroting.

Artikel 5 Koersrisicobeheer

De gemeente beperkt de koersrisico's op uitzettingen door uitsluitend de volgende producten te hanteren: rekening courant, schatkistbankieren, daggeld, deposito’s, obligaties en garantieproducten.

Artikel 6 Kredietrisicobeheer

  • 1.

    De gemeente beperkt de kredietrisico’s op uitzettingen, door haar gelden aan te houden bij financiële instellingen of te participeren in beleggingsproducten van financiële instellingen met tenminste een A-rating.

  • 2.

    Ratings dienen afgegeven te zijn door twee toegestane ratingbureaus. De toegestane ratingbureaus zijn Standard & Poors, Moody’s en Fitch IBCA.

  • 3.

    Financiële instellingen dienen in landen met minimaal een AA rating gevestigd te zijn en onder Nederlands of anderszins EER1 toezicht te vallen.

  • 4.

    De gemeente mag met inachtneming van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden gelden tijdelijk uitzetten bij (Nederlandse) overheden en andere publiekrechtelijke lichamen met een solvabiliteitsratio van 0%.

  • 5.

    Als de rating van een van de hierboven genoemde financiële instellingen tijdens de looptijd van een uitzetting daalt tot onder het hierboven genoemde ratingniveau zal worden beoordeeld of de overeenkomst wordt beëindigd.

  • 6.

    Bij het verstrekken van garanties uit hoofde van de publieke taak worden indien mogelijk zekerheden of garanties geëist.

Artikel 7 Valutarisicobeheer

Valutarisico’s worden uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro.

Gemeentefinanciering

Artikel 8 Financiering

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak.

  • 2.

    Het toegestane instrument bij het aantrekken van financieringen is de onderhandse lening.

  • 3.

    Alvorens een financiering wordt aangetrokken, wordt bij minimaal 3 financiële instellingen een offerte gevraagd. Deze offertes worden door de gemeente schriftelijk vastgelegd.

Artikel 9 Richtlijnen uitzetten geldleningen

  • 1.

    Geen arbitrage: Het is niet toegestaan om gelden op te nemen en deze weer uit te zetten met als doel het genereren van inkomsten.

  • 2.

    Een tijdelijk overschot van middelen wordt uitgezet, rekening houdend met de geldende wettelijke vereisten. De hoofdsom van de uitzetting dient intact te blijven.

  • 3.

    In geval van uitzettingen voor een periode tot één jaar worden deze in beginsel aangehouden bij het agentschap van het Ministerie van Financiën conform de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden met uitzondering van:

    • a.

      overtollige middelen beneden het drempelbedrag. Deze middelen worden in rekening courant aangehouden bij de huisbankier;

    • b.

      middelen die worden aangehouden bij derden vanuit de publieke taak;

    • c.

      leningen aan andere decentrale overheden niet zijnde de toezichthoudende provincie.

  • 4.

    In geval van uitzettingen voor een periode langer dan één jaar kunnen deze uitsluitend worden gedaan bij:

    • a.

      financiële instellingen die voldoen aan de in artikel 6 gestelde voorwaarden;

    • b.

      het agentschap van het ministerie van Financiën (schatkistbankieren). Dit geldt voor de overtollige middelen boven het wettelijk voorgeschreven drempelbedrag;

    • c.

      een decentrale overheid niet zijnde de toezichthoudende provincie.

  • 5.

    Het verstrekken van een geldlening aan derden is slechts toegestaan vanuit de publieke taak. Om concurrentievervalsing met bedrijven te voorkomen, dient de gemeente zich te houden aan gedragsregels uit de Wet Markt en Overheid. Per geval is een expliciet besluit hiertoe nodig door het college van B&W, waarbij gemotiveerd wordt welk publiek belang wordt gediend en waarbij besloten wordt over de te verwerven zekerheden. In alle gevallen zal het college een dergelijke besluit vooraf aan de raad voorleggen om diens wensen en/of bedenkingen te vernemen. Daarnaast is het mogelijk om bij financiering aan derden deze te verstrekken in het kader van een door de raad van de gemeente Steenwijkerland vast te stellen regeling.

  • 6.

    Conform een raadsbesluit van 23 februari 2002 worden geen nieuwe leningen meer aangetrokken ten behoeve van de financiering van woningbouwcorporaties.

Kasbeheer

Artikel 10 Geldstromenbeheer

Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt:

  • 1.

    Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitsprognose af te stemmen.

  • 2.

    Er wordt op toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.

  • 3.

    Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

Artikel 11 Saldo- en liquiditeitenbeheer

Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

  • 1.

    Overtollige liquiditeiten tot het drempelbedrag voor schatkistbankieren worden in rekening courant aangehouden bij de huisbankier. Liquide middelen boven het drempelbedrag worden automatisch gestort in het kader van schatkistbankieren.

  • 2.

    Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt – conform artikel 4 lid 1 - de kasgeldlimiet niet overschreden.

  • 3.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en de kredietlimiet/intradaglimiet op rekening courant.

  • 4.

    Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn – naast schatkistbankieren - rekening-courant en deposito’s.

  • 5.

    Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts voor financiële instellingen toegestaan die voldoen aan het vermelde in artikel 6.

  • 6.

    Voor middelen die worden aangetrokken of uitgezet met een looptijd korter dan één jaar kan met één offerte worden volstaan.

Administratieve organisatie en interne controle

Artikel 12 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

In het kader van treasury gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

  • 1.

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd2.

  • 2.

    Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • a.

      voor iedere transactie geldt het vier-ogen-principe zoals vormgegeven in artikel 14;

    • b.

      de uitvoering en controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

    • c.

      de uitvoering en registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

  • 3.

    Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties.

  • 4.

    De transacties worden afgesloten door de coördinator begroting en geregistreerd door de medewerker controlling.

Artikel 13 Verantwoordelijkheden

De verantwoordelijkheden met betrekking tot treasury van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.

Functie

Verantwoordelijkheden

De Gemeenteraad

• Het vaststellen van treasurydoelstellingen, het treasurybeleid, beleidskaders en limieten.

• Het vaststellen van de paragraaf financiering in de programmabegroting en de jaarstukken.

• Het houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan.

• Het evalueren en als gevolg daarvan (eventueel) bijstellen van het treasurybeleid.

Raadscommissie

• Het uitbrengen van advies over beleidsvoorstellen en rapportages op het gebied van treasury aan de Gemeenteraad.

Het college van B&W

• Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid).

• Het achteraf bekrachtigen van de afgesloten transacties. De burgemeester ondertekent de overeenkomst op grond van artikel 171 van de Gemeentewet.

• Het rapporteren aan de Gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid in het jaarverslag.

De portefeuillehouder Financiën

• Het uitvoeren van het treasurybeleid (politieke verantwoordelijkheid).

Teamleider Organisatieadvies

• Het uitvoeren van de aan haar/hem gemandateerde treasuryactiviteiten conform het treasurystatuut.

• Het zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de door hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten.

• Het afleggen van verantwoording aan het college van B&W.

Coördinatoren begroting en jaarstukken

• Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury.

• Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties: het risicobeheer, gemeentefinanciering (financiering, uitzetting en relatiebeheer) en kasbeheer. Deze activiteiten moeten conform dit treasurystatuut worden uitgevoerd.

• Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer.

• Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen.

• Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties.

• Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied.

• Het afleggen van verantwoording aan de teamleider Organisatieadvies over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.

Medewerker controlling

• Het opstellen van de rentevisie.

• Het beheren van de geldstromen.

• Het vastleggen van de transacties en het doorgeven hiervan aan de medewerker interne controle.

Verbijzonderde Interne Controle (VIC)

• Het controleren van de toereikendheid van de treasuryprocessen en de naleving van regelgeving inclusief mandatering.

• Hierover rapporteren aan het college van B&W als onderdeel van de VIC-rapportage.

Medewerker financiële administratie

• Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen.

• Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer.

Medewerkers (financiële) administratie

• Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie.

Verbijzonderde Interne Controle (VIC)

• Het ontvangen van de transactie-informatie over (kasgeld)leningen zoals verstrekt door de medewerker controlling.

De eenheidcontrollers

• Het adviseren van de afdelingen over de financiële gevolgen van hun activiteiten en projecten.

De externe accountant

• Het in het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren omtrent de feitelijke naleving van het treasurystatuut.

Artikel 14 Bevoegdheden

In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.

Treasuryactiviteit

Bevoegd functionaris

Autorisatie door

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

1. Het uitzetten van middelen via callgeld of deposito.

Coördinator jaarstukken

Coördinator begroting

2. Het aantrekken van middelen via callgeld of kasgeld.

Coördinator jaarstukken

Coördinator begroting

3. Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen.

Medewerkers die daartoe zijn bevoegd3 (1e handtekening)

Medewerkers die daartoe zijn bevoegd (2e handtekening)

Bankrelatiebeheer

4. Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen.

Medewerker controlling

Teamleider Organisatieadvies

5. Bankcondities en tarieven afspreken.

Coördinator begroting

Algemeen directeur/gemeentesecretaris

Risicobeheer

6. Het afsluiten van derivatentransacties.

Coördinator begroting

College van B&W

Financiering en uitzetting

7. Het aantrekken van middelen via onderhandse leningen.

Coördinator jaarstukken

Coördinator begroting

8. Het uitzetten van langlopende middelen.

Coördinator jaarstukken

Coördinator begroting

9. Het (voorstel tot) het verstrekken van garanties uit hoofde van de publieke taak.

Coördinator begroting (na overleg met de medewerker(s) van het primaathoudend team)

College van B&W

Bij afwezigheid van de coördinator jaarstukken is een medewerker controlling bevoegd om de bovenvermelde handelingen te verrichten. Indien de coördinator begroting afwezig is, is de teamleider Organisatieadvies bevoegd om de desbetreffende handelingen te autoriseren.

Artikel 15 Informatievoorziening

Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

Informatie

Frequentie

Informatie-verstrekker

Informatie-ontvanger

1. Gegevens m.b.t. toekomstige uitgaven en ontvangsten

Incidenteel4

Budgethouders

Coördinator jaarstukken

2. Beleidsplannen treasury in paragraaf financiering van begroting

Jaarlijks

Medewerker controlling

Gemeenteraad

3. Evaluatie treasuryactiviteiten in paragraaf financiering van de jaarrekening

Jaarlijks

Medewerker controlling

Gemeenteraad

4. Voortgang onderdelen paragraaf financiering via de bestuursrapportages

n.t.b.

Medewerker controlling

Gemeenteraad

5. Verantwoording n.a.v. paragraaf financiering via het jaarverslag

Jaarlijks

Medewerker controlling

Gemeenteraad

6. Informatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in art. 8 Wet fido

Kwartaal

Medewerker controlling

Derden

Artikel 16 Hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen waarin dit treasurystatuut niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan de raad voorstellen een of meerdere artikelen van dit statuut buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken, voor zover toepassing, gelet op het belang van het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. In dergelijke gevallen beslist de raad.

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit statuut treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Per gelijke datum wordt ingetrokken het “Financieringsstatuut gemeente Steenwijkerland 2011”, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 21 juni 2011.

  • 3.

    Dit statuut kan worden aangehaald als “Treasurystatuut gemeente Steenwijkerland 2020”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 maart 2020,

de raad voornoemd,

de griffier,

A. tenHoff

de voorzitter,

J.H.Bats


1

Europese Economische Ruimte (EER).

2

De schriftelijke vastlegging van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden wordt geregeld in artikel 14 respectievelijk artikel 15.

3

Document ‘Procuraties en autorisaties betaalverkeer BNG’.

4

Teams dienen ‘incidenteel’ informatie te verschaffen op de momenten waarop zich significante wijzigingen voordoen in hun verwachtingen omtrent tijdstip of omvang van toekomstige betalingen of ontvangsten (bijvoorbeeld bij uitstel van een grote investering).