Organisatie | Omgevingsdienst Rivierenland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Agressiebeleid Omgevingsdienst Rivierenland |
Citeertitel | Agressiebeleid |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-09-2020 | NIeuwe regeling | 27-01-2020 |
Werknemers met een publieke taak krijgen regelmatig te maken met agressie en geweld tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden. En steeds vaker worden ze ook privé en/of via social media belaagd vanwege hun werk. Er wordt van de werknemers verwacht zich verantwoordelijk te gedragen op de social media. Om het risico op agressie en geweld terug te dringen en de effecten ervan te beperken, heeft de ODR deze beleidsnotitie opgesteld. Deze notitie is een verdere uitwerking van ons arbobeleid op het gebied van ‘agressie en geweld’. De beleidsnotitie wordt praktisch ondersteund met diverse bijlagen waaronder agressieprotocollen, voorbeeldbrieven en een meldingsformulier.
Bij het opstellen van het beleid is het agressieprotocol ODR 2016 tegen het licht gehouden en aangevuld met als doel onze werknemers zo goed mogelijk te ondersteunen als zij te maken krijgen met agressie en geweld tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden.
1 Definitie van agressie en geweld
“Iedere vorm van gedrag waarbij de werknemer en/of de organisatie wordt lastig gevallen, bedreigd of schade wordt toegebracht, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van de publieke taak”.
Dit gedrag kan gepaard gaan met verbaal of fysiek geweld of dreiging hiervan.
De ODR is als werkgever primair verantwoordelijk voor de bescherming haar werknemers bij de uitvoering van haar publieke taak. Daarbij wordt het volgende standpunt gehanteerd:
Wij tolereren op geen enkele wijze agressie en/of geweld en iedere vorm van agressie en/of geweld keuren wij af. Dit is locatie-onafhankelijk en geldt dus ook voor die situaties waarbij onze werknemers bij derden (bijvoorbeeld op een gemeentehuis) hun werkzaamheden uitvoeren. In onze contacten staat klantvriendelijkheid en een professionele dienstverlening voorop.
Intentieverklaring bestuur/management
Wij proberen waar mogelijk agressie en geweld te voorkomen door het nemen van materiële, bouwkundige en/of organisatorische maatregelen. Iedereen die agressief, of gewelddadig gedrag vertoont tegen een werknemer van onze organisatie wordt door ons aangesproken of gesanctioneerd volgens het sanctiebeleid. Wij registreren alle gevallen van agressie en geweld in het daarvoor aanwezige registratiesysteem. Afhankelijk van de aard van het incident nemen wij contact op met de politie.
3 Vormen van agressie en geweld
Agressie en geweld wordt ingedeeld naar (non)verbale agressie, persoonsgerichte bedreiging en fysieke agressie. De overeenkomst tussen al deze vormen van gedrag is dat ze norm overschrijdend en onacceptabel zijn. Onder onacceptabel verstaan wij: gedrag dat in het normale menselijke verkeer in alle gevallen als onacceptabel wordt beschouwd.
4 Taken en verantwoordelijkheden
Het aanpakken van agressie en geweld binnen de ODR is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en werknemers (-vertegenwoordiging). Voor iedereen moet duidelijk zijn wat zijn taken en verantwoordelijkheden zijn. Dit wordt hieronder weergegeven.
Agressief gedrag kan zich voordoen tijdens het bezoek van personen aan het ODR-kantoor, een gemeentehuis, bij telefonische contacten of bij huis- en bedrijfsbezoeken. Daarnaast kan agressie en geweld ook buiten werktijd voorkomen. Bijvoorbeeld wanneer werknemers op straat, thuis of via social media worden benaderd over zaken die eerder tijdens de werkuitoefening zijn voorgevallen.
Binnen de ODR staat klantgericht werken centraal. De definitie hiervan is als volgt:
Kent en doorziet de wensen en belangen van de klant, is oplossings- en servicegericht, en houdt hierbij rekening met de behoeften, belangen en gevoelens van de klant met inachtneming van het algemeen belang. Bouwt met de klant een relatie op door de klant bij de eigen organisatie te betrekken en op deze wijze doelgericht aan klanttevredenheid te werken.
Dit vraagt om communicatie die actief, open en integer is. Door zelf het goede voorbeeld te geven, streven we naar goed gedrag terug. Onze communicatielijnen naar de agressor en ook intern zijn open en duidelijk.
5.2 Organisatorische maatregelen
Om onze werknemers te beschermen, is een aantal organisatorische maatregelen getroffen. Door huisregels en gedragscodes op te stellen en deze te publiceren op onze website en door ze in de centrale hal op te hangen, maken we kenbaar wat gewenst en ongewenst gedrag is. In verband met privacy verstrekken wij geen privégegevens zoals adressen en telefoonnummers aan derden.
Bij het inrichten van het kantoor is rekening gehouden met de wens om een klantgerichte en open uitstraling te hebben. Bij de entree is er een wachtruimte voor de bezoekers. Bezoekers moeten zich melden bij de receptie. Er is gekozen voor open en transparant werk- en vergaderruimtes. Tevens hanteren we een ‘clean desk policy’. Er wordt een beveiligde spreekkamer met 2 afzonderlijke ingangen gecreëerd om de werknemer een veilige uitweg te bieden. Alarmknop bij de beveiligde kamer wordt als optie meegenomen.
5.4 Preventie bij bedrijfs- of locatiebezoek
Om ervoor te zorgen zo min mogelijk risico te lopen bij bedrijfs- of locatiebezoeken, maakt een werknemer voor het bezoek op basis van de aanwezige informatie een inschatting van wat zal worden aangetroffen en hoe groot de kans c.q. het risico op incidenten is. Als dit risico aanwezig is (bijv. als sprake is van een “voorgeschiedenis”) bespreken werknemer en coördinator of het nodig is de controle met twee personen of met assistentie van de politie af te leggen. Daarnaast wordt in zo’n situatie ook een afspraak gemaakt over de bereikbaarheid (controle aan- en afmelden bij een collega).
Als hoofdlijn geldt dat een controlebezoek wordt aangekondigd. Hierdoor is het “verrassingseffect” al aan de voorkant weggenomen, hetgeen in bepaalde situaties spanning reducerend kan werken. Controles worden niet van tevoren aangekondigd als de aard van de controle zich daartegen verzet (bijv. vaststellen van illegale bewoning, niet voldoen aan bepaalde gedragsvoorschriften).
Om de agressieprotocollen goed tot uitvoering te brengen, dienen werknemers van de ODR getraind te worden in hoe zij in bepaalde situaties het beste kunnen handelen. De trainingen worden zo veel mogelijk op maat gemaakt voor specifieke functiegroepen. Tevens is het van belang dat trainingen periodiek worden herhaald, zodat werknemers alert blijven op mogelijk spanningsvolle situaties en daarnaast zichzelf ontwikkelen om daar effectief mee om te kunnen gaan.
We hanteren de volgende algemene richtlijn: als zich een situatie voordoet waarbij een werknemer te maken krijgt met een agressor, wijst hij deze in eerste instantie tactvol maar duidelijk op zijn ongewenste gedrag. Daarna gaat het gesprek verder. Indien het ongewenste gedrag blijft aanhouden, beëindigt de werknemer het gesprek. Als het nodig is schakelt hij hulp van het afdelingshoofd of bij diens afwezigheid de vervanger of de coördinator in.
Een manier om deze richtlijn te onthouden is het BLAME[1]-model. Dit model nemen we ook op in de agressietrainingen.
[1] Blame betekent aanrekenen, terechtwijzen, waarschuwen of beschuldigen
Wanneer een agressor de huisregels overtreedt, onderneemt het afdelingshoofd actie met bijbehorende sancties. Door sancties willen we bereiken dat:
De aard van de sanctie beoordelen we per situatie. Schematisch worden de mogelijk sancties weergegeven.
7 Opvang en nazorg van de werknemer
Ook al doet een werknemer er alles aan om agressief gedrag te voorkomen, toch komt het voor dat een klant agressief wordt in woord en/of daad. Dit kan een behoorlijke impact op de werknemer hebben. In bijlage 2 zijn de diverse emotionele stadia bij een agressie-incident weergegeven. Bij alle gevallen van agressie wordt een werknemer opgevangen door het afdelingshoofd.
Als hulpmiddel gebruiken we het driegesprekken model om een zo goed mogelijke opvang en nazorg na te streven:
Dit model dient als leidraad. Afhankelijk van de behoefte van de werknemer houden we meerdere gesprekken en schakelen we hulp in.
Werknemers die geconfronteerd worden met agressie en geweld, kunnen naast gesprekken met de leidinggevende ook een beroep doen op o.a. de bedrijfsmaatschappelijk werker (individueel), trauma opvang en nazorgadvies (groepstraject) vanuit het IZA-Bedrijfszorgpakket. Deze hulp kan op elk moment in het proces ingeschakeld worden.
Nazorg is erg belangrijk! Tijdens het derde gesprek (zie hierboven) bespreekt het afdelingshoofd met de werknemer welke hulp hij (nog) nodig heeft. We zetten hierbij o.a. de producten uit het IZA-Bedrijfszorgpakket in zoals bedrijfsmaatschappelijk werker, psycholoog, traumaopvang etc. Heeft de werknemer een trauma opgelopen, dan wordt specialistische hulp gezocht. Indien dit niet aan de orde is, wordt het traject afgesloten.
Uitgangspunt is, dat in situaties waarbij sprake is van strafbare feiten, zoals belediging, bedreiging, lokaalvredebreuk, mishandeling of vernieling wij altijd aangifte doen bij de politie. Hierbij wordt gemeld dat het om een VPT-zaak (Veilige Publieke Taak) gaat zodat politie en Openbaar Ministerie (OM) de aangifte hoge prioriteit kunnen geven.
Om de privacy van onze werknemers te beschermen, wordt aangifte altijd met domiciliekeuze gedaan, waarbij het kantooradres van de ODR wordt vermeld. Hierbij wordt een door de werknemer op schrift gestelde verklaring overlegd. Bij ernstige dreiging wordt aangifte onder personeelsnummer gedaan. In bijlage 3 is de aangifte bij de politie verder uitgewerkt.
Het is als benadeelde mogelijk om een vordering tot schadevergoeding in een strafprocedure in te dienen. Dit betekent dat het benadeelde geen eigen civielrechtelijke procedure hoeft te starten, maar kan meeliften met de strafprocedure. Er kan zowel vermogens- als immateriële schade (smartengeld) worden gevorderd. Wanneer de strafrechter tot een veroordeling van de veroorzaker komt, zal hij ook oordelen over de vordering. Zowel een werknemer als de ODR kan op deze wijze schade verhalen op de veroorzaker, indien zij direct benadeelden zijn. Bij het doen van aangiften dan worden aangegeven dat benadeelde van deze mogelijkheid gebruik wil maken. Of van de mogelijkheid om te voegen gebruik kan worden gemaakt, kan met de organisatiejurist worden afgestemd.
Allereerst vangen we de eventuele slachtoffers op volgens de protocollen (zie bijlage 4). Vervolgens gaat het om het goed melden en registreren van het incident. Alleen dan zijn incidenten zichtbaar en kunnen we passende maatregelen treffen of het agressiebeleid aanpassen.
Voor de melding van een incident gebruiken we het meldingsformulier (zie bijlage 5) De leidinggevende vult dit samen met de werknemer in en stuurt deze door naar de preventiewerknemer. We gebruiken de melding tevens als registratie en input voor de jaarlijkse evaluatie. De meldingen worden bijgehouden in het GIR.
Elke (serieuze) melding verdient een analyse, zeker om de kans op herhaling te voorkomen. We laten het thema ‘agressie en geweld’ regelmatig terugkeren op de agenda in de werkoverleggen om incidenten te evalueren. Hiermee zorgen we ervoor dat alle meldingen worden meegenomen in de jaarlijkse arbo-evaluatie en houden we het agressiebeleid met bijbehorende protocollen actueel.
De procedure rondom het verhalen van de schade die door een werknemer door agressie is opgelopen, is in bijlage 1 schematisch weergegeven.
Overzicht emotionele stadia bij een agressie-incident
Protocollen en voorbeeldbrieven
Meldingsformulier agressie-incident (incl. nazorg)
Huisregels Omgevingsdienst Rivierenland
Overzicht emotionele stadia bij een agressie-incident
Slachtofferloket Oost-Nederland
E-mail: slachtofferloket.oostnederland@om.nl
Bezoekadres: Eusebiusbinnensingel 28,6811 BX Arnhem
Postadres: Postbus 9032, 6800 EP Arnhem
Wat kan het Slachtofferloket voor je doen?
Als slachtoffer kun je bij het Slachtofferloket terecht met vragen over de afhandeling van je aangifte. Het Slachtofferloket informeert, adviseert en begeleidt slachtoffers tijdens het hele strafproces. In het Slachtofferloket werken de politie, Slachtofferhulp Nederland en het Openbaar Ministerie (OM) nauw samen.
Slachtofferloket: informatie en advies
De werknemers van het Slachtofferloket geven je tijdens het strafproces informatie en uitleg over je aangifte en strafzaak. Hierbij kun je denken aan:
Neem dan wel contact met de politie met het verzoek het voorval als mutatie op te nemen in het dagregister van de politie. Een dergelijke mutatie is van belang bij eventuele recidive (herhaling van gedrag binnen 6 maanden).
Protocollen en voorbeeldbrieven
Verbale agressie (Telefonisch)
Op <datum> zocht u telefonisch contact met ons. Tijdens dit contact stond u onze werknemer op een voor ons onacceptabele wijze te woord. Ook nadat onze werknemer u op uw gedrag aansprak, paste u uw houding niet aan. Onze werknemer verbrak daarna de verbinding. In deze brief informeer ik u over de gevolgen van uw gedrag.
Ik ga ervan uit dat dit voorval een incident was. Staat u onze werknemer een volgende keer opnieuw ongepast te woord, dan nemen wij passende maatregelen ter bescherming van onze werknemers.
Doordat het niet de eerste keer is dat u zich tijdens een telefoongesprek misdraagt, heb ik mijn werknemers toestemming gegeven de verbinding meteen te verbreken zodra u weer telefonisch contact opneemt.
In het geval u contact zoekt met een van onze afdelingen, kunt u dit het komende <periode> uitsluitend schriftelijk doen.
U kunt uw correspondentie sturen aan:
Van dit gesprek ging een zodanige dreiging uit, dat dit voor ons de grens van het toelaatbare overschreed. Tijdens het telefoongesprek gebruikte u onder meer de volgende bewoordingen: “<letterlijke tekst of essentie hieruit>“. De dreigementen zijn van dien aard dat wij hebben besloten hiervan aangifte te doen bij de politie.
Uw gedrag is voor ons onacceptabel en ik heb mijn werknemers toestemming gegeven om de verbinding te verbreken zodra u weer telefonisch contact opneemt. In het geval u contact zoekt met een van onze afdelingen, kunt u dit het komende jaar uitsluitend schriftelijk doen. Ik verzoek u om zich bij toekomstige correspondentie te beperken tot de inhoudelijke aspecten.
U kunt uw correspondentie sturen aan:
Daarnaast leg ik u een verbod op voor het betreden van onze bezoeklocatie, tenzij u vooraf schriftelijk een afspraak heeft gemaakt en deze afspraak door ons is bevestigd. Deze toegangsbeperking geldt voor de periode van 6 maanden na dagtekening van deze brief
Ons uitgangspunt is dat wij iedereen die contact met ons zoekt met respect behandelen. Datzelfde respect verwachten onze werknemers ook van u. Ik ga ervan uit dat een volgend contact op respectvolle wijze verloopt.
Verbale agressie (persoonlijke contact )
Op <datum> bezocht u onze locatie aan <locatie>. Tijdens dit bezoek <beschrijving gedrag>. Ook nadat onze werknemer u hierop aansprak, paste u uw gedrag niet aan. <keuzetekst: U gebruikte onder meer de volgende bewoordingen: “<letterlijke tekst of essentie hieruit>“ of Tijdens dit bezoek paste u fysiek geweld toe en bracht u vernielingen aan <beschrijving objecten en schade>. In deze brief informeer ik u over de gevolgen van uw gedrag. In deze brief informeer ik u over de gevolgen van uw gedrag.
Tijdens uw bezoek hield u zich niet aan de volgende punten:
Een afschrift van onze huisregels is toegevoegd aan deze brief.
Ik ga ervan uit dat dit voorval een incident was. Bij een volgend bezoek verwacht ik dat u zich aan deze huisregels houdt. Doet u dat niet, dan nemen wij passende maatregelen ter bescherming van onze werknemers en bezoekers.
Binnen een periode van 6 maanden heeft u zich al eerder misdragen, waarover u op <datum> een brief van ons ontving. Tijdens het afgelopen bezoek hield u zich niet aan de volgende punten:
<opsomming wat betrokkene heeft gedaan>
<Keuzetekst: De dreigementen zijn van dien aard dat wij besloten hiervan aangifte te doen bij de politie>.
<Keuzetekst: Het fysiek geweld en de vernielingen waren van dien aard dat wij hebben besloten hiervan aangifte te doen bij de politie. Tevens verhalen wij de schade op u.>
Ik verbied u onze bezoeklocatie te betreden, tenzij u vooraf een schriftelijke afspraak met ons heeft gemaakt en deze afspraak schriftelijk door ons is bevestigd. Deze toegangsbeperking geldt voor de periode van 3 maanden na dagtekening van deze brief. Tijdens deze periode kunt u wel schriftelijk contact met onze dienst onderhouden over inhoudelijke onderwerpen.
Ons uitgangspunt is dat wij iedereen die contact met ons zoekt met respect behandelen. Datzelfde respect verwachten onze werknemers ook van u. Ik ga ervan uit dat een volgend contact op respectvolle wijze verloopt.
Verbale agressie (bij bedrijfsbezoek)
Op <datum> bracht een van onze werknemers u ambtshalve een bezoek op <uw huisadres of uw bedrijf>. Tijdens dit bezoek gebruikte u geweld tegen onze werknemer. U overschreed hiermee een duidelijke grens en uw gedrag is voor ons volstrekt onacceptabel. In deze brief informeer ik u over de gevolgen van uw gedrag.
Tijdens het bedrijfsbezoek verrichte u de volgende gewelddadige handelingen:
<opsomming van wat betrokkene heeft gedaan>.
Wij hebben hiervan aangifte gedaan bij de politie. Tevens zullen wij de schade op u gaan verhalen.
U ontvangt hier nader bericht over.
Ook zullen wij de politie vragen om onze werknemer bij een volgend bezoek te vergezellen.
Ons uitgangspunt is dat wij iedereen die contact met ons zoekt met respect behandelen. Datzelfde respect verwachten onze werknemers ook van u. Ik ga ervan uit dat een volgend contact op respectvolle wijze verloopt.
Op <datum> ontvingen wij uw brief over <onderwerp>. In uw brief gebruikt u onder meer de volgende bewoordingen: “<letterlijke tekst of essentie hieruit In deze brief informeer ik u over de gevolgen van uw gedrag.
Ik ga ervan uit dat dit voorval een incident was. Ik verzoek u om zich bij toekomstige correspondentie te beperken tot de inhoudelijke aspecten. Bij herhaald respectloos taalgebruik nemen wij uw brief niet in behandeling.
Omdat het niet de eerste keer is dat u zich hieraan schuldig maakt, heb ik mijn werknemers toestemming gegeven uw brief niet in behandeling te nemen.
De dreigementen zijn zodanig dat ik heb besloten hiervan aangifte te doen bij de politie.
U heeft zich binnen een periode van 6 maanden eerder op soortgelijke wijze misdragen, waarover u op <datum> een brief van ons ontving. Daarom leg ik u een verbod op voor het betreden van onze bezoeklocatie, tenzij u vooraf schriftelijk een afspraak heeft gemaakt en deze afspraak schriftelijk door ons is bevestigd. Deze toegangsbeperking geldt voor de periode van 6 maanden na dagtekening van deze brief.
Ons uitgangspunt is dat wij iedereen die contact met ons zoekt met respect behandelen. Datzelfde respect verwachten onze werknemers ook van u. Ik ga ervan uit dat een volgend contact op respectvolle wijze verloopt.
Meldingsformulier agressie-incident (incl. nazorg)
Voor, tijdens en na verschillende zittingen hebben werknemers van de Omgevingsdienst Rivierenland (Odr) een onveilig gevoel gehad. Dit had te maken met de wederpartij of derde-belanghebbende in de betreffende zaak en de tegen hen gerichte vormen van agressie, intimidatie en geweld.
Met name is er een gevoel van onveiligheid bij het verlaten van het pand.
Waar komt (de toename van) agressie en geweld tegen deze werknemers vandaan?
Agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak is deels te verklaren uit de
maatschappelijke taak en soms exclusieve bevoegdheden van deze werknemers, zoals het
zoals het brengen van een nadelige boodschap en het nemen van een handhavingsbesluit. Deze handelingen en beslissingen raken de burger in zijn persoonlijke levenssfeer.
In het Agressiebeleid van de ODR wordt de volgende definitie van agressie en geweld gehanteerd:
" Alle gedragingen van klanten tegen werknemers in dienst van of ingehuurd door de ODR, waarbij een werknemer psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid. Ook werkgerelateerde voorvallen in de privésituatie vallen hieronder."
De norm binnen de ODR is de volgende:
Wij tolereren op geen enkele wijze agressie en/of geweld en iedere vorm van agressie en/of geweld keuren wij af. Dit is locatie-onafhankelijk en geldt dus ook voor die situaties waarbij onze werknemers bij derden (bijvoorbeeld op een gemeentehuis) hun werkzaamheden uitvoeren. In onze contacten staat klantvriendelijkheid en een professionele dienstverlening voorop.
We kunnen hier op de volgende manier mee omgaan:
Door klantgericht te werken en zelf het goede voorbeeld te geven, streven we naar goed gedrag bij de wederpartij. Verder worden/zijn organisatorische maatregelen getroffen zoals het opstellen van huisregels en gedragscodes. In verband met privacy worden geen privégegevens aan derden verstrekt.
Ook de inrichting van het kantoor draagt door zijn open uitstraling bij aan preventie van agressie en geweld.
Bij locatiebezoeken moet door de werknemer van tevoren worden ingeschat welk risico er gelopen wordt.
Om dit alles bij de werknemers te bereiken is training nodig.
Voor een aanpak van agressie wordt het BLAME-model gehandteerd:
Binnen de ODR is een sanctiebeleid opgesteld. Dit hanteren we wanneer er sprake is van agressie of geweld. Hierbij gaan we er ook van uit dat er ook een preventief effect uitgaat van dit beleid.
Binnen de ODR is aandacht voor de nazorg van de werknemer.
5: Agressie en geweld worden geregistreerd
De burger die ongewenst gedrag vertoond, moet zich ervan bewust zijn, dat wij dit gedrag registreren; minimaal in onze eigen organisatie, maar eventueel ook bij de politie. (Een bijzondere vorm van registratie is het doen van aangifte.)
Meldingen worden bijgehouden in het landelijk Gemeentelijk Incidenten Registratiesysteem (GIR).
De kosten van de schade en of het letsel verhalen de partijen op de dader (inclusief de kosten van immateriële schade).
Dit zijn allemaal mogelijke oplossingen die vooraf of achteraf moeten leiden tot het verminderen van agressie. Op het moment van de zitting krijgt de werknemer er waarschijnlijk geen veiliger gevoel door.
5: Mogelijke andere oplossingen:
Binnen de verschillende gemeentehuizen is veiligheid vaak gegarandeerd door de aanwezigheid van de commissie en extra werknemers.
De gemeente Lingewaal heeft geen maatregelen op het gebied van veiligheid.
De gemeente Neerijnen heeft geen maatregelen op het gebied van veiligheid.
Bij de gemeente Tiel zijn er alleen bodes aanwezig.
Bij de gemeente West Maas en Waal is iets dergelijks al eens voorgevallen. Maatregelen die genomen zijn, zijn:
Van de Provincie is nog geen informatie ontvangen.
Bij de Raad van State is sprake van een soortgelijke situatie als in de rechtbank. Er kan hier zelfs gevraagd worden naar een parkeerplaats binnen de Raad van State.
4) Waar zijn aanvullende maatregelen nodig?
Bij enkele gemeenten en de provincie zijn aanvullende maatregelen nodig, omdat er op dit moment niets is geregeld. Ook zijn bij de rechtbank en de Raad van State aanvullende maatregelen nodig waar het gaat om de weg van en naar de zitting.
5) Welke maatregelen zijn nodig?
Bij een zaak waar een werknemer zich onveilig voelt, zou altijd beveiliging in het gebouw en zelfs in de zittingszaal aanwezig moeten zijn. Ook moet de beveiliging de werknemer begeleiden van en naar de auto, tenzij er geparkeerd kan worden op een beveiligde parkeerplaats. Misschien moet er in die gevallen ook over gedacht worden de werknemer in een Odr-auto naar de zitting te laten gaan.
Wanneer de zaak bij de rechtbank of de Raad van State dient, zou de beveiliging mee moeten naar de zitting en dan met name voor het gedeelte vóór de zitting en na afloop, buiten het gebouw.
Waar gemeenten meer hebben dan alleen een beveiliger, is dit te waarderen.
De kosten zijn de kosten van de extra werknemer die mee gaat naar zittingen.
Gelet op het feit dat de Odr slechts een uitvoeringsorganisatie is, ligt het voor de hand dat de opdrachtgever betaalt voor de veiligheid van de werknemer.
ga met de opdrachtgevers in overleg welke maatregelen getroffen moeten worden wanneer een werknemer vooraf aangeeft zich niet veilig te voelen; ook kan daarbij ter sprake komen welke aanvullende maatregelen getroffen kunnen worden, zoals bijvoorbeeld een mobilofoon of een mobiele rode knop en beveiligde parkeerplaatsen.