Organisatie | Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent de subsidiëring van stages in Fryslân (Subsidieregeling stageplaatsen Fryslân 2020) |
Citeertitel | Subsidieregeling stageplaatsen Fryslân 2020 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-08-2020 | nieuwe regeling | 25-08-2020 |
Gedeputeerde Staten van Fryslân,
Gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;
Overwegende dat door de Coronacrisis stagetekorten zijn ontstaan en het wenselijk is een steuntje in de rug te bieden aan Friese stage aanbiedende ondernemingen, kennisinstellingen en organisaties.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
geaccrediteerdePRO, VSO, MBO, HBO of WO-opleiding:
Voor het PRO geldt dat het onderwijs betreft zoals bedoeld in artikel 10f van de Wet op het voorgezet onderwijs. Voor het VSO gaat het om onderwijs zoals bedoeld in artikel 9 van de Wet op de expertisecentra. Voor het HBO en WO zijn dit opleidingen die geaccrediteerd zijn in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs. Voor het MBO geldt het Centraal Register Beroepsopleidingen.
De prestatiesubsidie heeft tot doel om Friese ondernemingen, kennisinstellingen en organisaties te stimuleren stageplaatsen beschikbaar te stellen voor studenten in de herstelfase na de coronacrisis.
Artikel 1.4 Subsidiabele activiteit
Een prestatiesubsidie kan worden verstrekt voor het beschikbaar stellen van een stageplaats aan een student en het doorlopen van deze stage.
Bij de aanvraag worden alle bescheiden gevoegd die via het web-portal worden opgevraagd. Dit zijn in elk geval de volgende:
in het geval dat op de datum van ontvangst van de aanvraag nog gestart moet worden met de subsidiabele activiteit: een kopie van de stageovereenkomst die minimaal door twee van de drie partijen is ondertekend, alsmede een kopie van bewijs van inschrijving van de stagiair bij de onderwijsinstelling indien reeds in bezit;
in het geval dat de rechtsvorm van de aanvrager economische activiteiten uitvoert: een ingevulde de-minimisverklaring, waaruit blijkt dat het aangevraagde bedrag geheel of gedeeltelijk kan worden verstrekt zonder dat sprake zal zijn van overtreding van de geldende voorschriften van de Europese Unie ter zake van de verstrekking van overheidssteun.
Hoofdstuk 2 Subsidievoorwaarden
Om voor een prestatiesubsidie in aanmerking te komen voor een activiteit als bedoeld in artikel 1.4, wordt voldaan aan de volgende criteria:
In aanvulling op hetgeen is bepaald in artikel 2.7 van de ASV 2013, wordt een prestatiesubsidie geweigerd indien:
Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 25 augustus 2020.
Voorzitter
drs. A.A.M. Brok
Secretaris
R.E. Bouius – Riemersma, MBA MCM
Subsidieregeling stageplaatsen Fryslân 2020.
Artikel 1.1, aanhef en onder m
Ook een internship kan onder deze begripsbepaling vallen. Dit geldt niet voor een traineeship.
Artikel 1.1, aanhef en onder p
De stageovereenkomst wordt in sommige gevallen ook wel Praktijk Overeenkomst (POK) genoemd. Hierin staat het wettelijk kader van de overeenkomst beschreven.
Artikel 1.3, eerste en tweede lid
Uitsluitend Friese ondernemingen, kennisinstellingen of organisaties die worden gedreven onder rechtsvormen die vallen onder hetgeen is op opgesomd in het eerste lid van dit artikel, kunnen voor een prestatiesubsidie in aanmerking komen.
In het geval de privaatrechtelijke rechtspersoon van de aanvrager, op het moment van ontvangst van de aanvraag nog een (i.o.) in oprichting status heeft bij de Kamer van Koophandel, dan valt de aanvrager eveneens niet onder de doelgroepomschrijving van de regeling.
Indien de aanvrager niet binnen de doelgroep valt, wordt de aanvraag geweigerd.
Alle wijzen waarop de student de opleiding kan volgen, zoals voltijd, deeltijd of duaal (bijvoorbeeld BBL), vallen onder de reikwijdte van deze subsidiabele activiteit omschrijving.
Artikel 1.5, tweede lid, onder a en b
Onder de drie partijen wordt verstaan: de stageverlener (aanvrager), de stagiair en de onderwijsinstelling waar de stagiair staat ingeschreven.
De verdeelsystematiek vindt plaats op basis van het principe ‘’wie het eerst komt, wie het eerst maalt’’. De datum waarop de aanvraag als volledig wordt aangemerkt, is de feitelijke datum waarop de aanvraag mee gaat tellen voor het beslag op het subsidieplafond.
Na ontvangst van een volledige aanvraag wordt de aanvraag inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de regeling en zal worden beoordeeld of de aanvraag voor een prestatiesubsidie in aanmerking komt.
Voor zover het subsidieplafond dat voor deze regeling van 1 september 2020 9:00 uur tot en met 31 december 2020 23:59 uur beschikbaar is gesteld door een aanvraag wordt overschreden, wordt deze aanvraag geweigerd. Ook al voldoet de aanvraag aan de vereisten om voor een prestatiesubsidie in aanmerking te komen.
Steunmaatregelen die onder een de-minimisverordening vallen, worden geacht het handelsverkeertussen de lidstaten niet ongunstig te beïnvloeden en de mededinging niet te vervalsen of dreigen te vervalsen. Zulke maatregelen voldoen hierdoor niet aan alle cumulatieve criteria van het staatssteunverbod (art. 107 lid 1 VWEU) en leveren derhalve geen staatssteun op.
Om overschrijding van het de-minimisplafond te voorkomen, moet de aanvrager een de-minimisverklaring overleggen bij de aanvraag. Hierin moet de aanvrager alle steun en de-minimis opgeven die over de twee voorgaande belastingjaren en in het lopende belastingjaar is verstrekt.
Onder de reguliere de-minimisverordening kan aan aanvragers tot € 200.000,- aan steun verstrekt worden zonder dat er sprake is van staatssteun. Dit bedrag (steunplafond) geldt per aanvrager over een periode van driebelastingjaren. Ten aanzien van aanvragers die voor rekening van derden goederenvervoer over de weg verrichten, geldt hierbij een steunplafond van € 100.000,-.
Het steunplafond voor maatregelen onder de landbouw de-minimisverordening, dat geldt ten aanzien van aanvragers die actief zijn in de primaire productie van landbouwproducten, bedraagt over drie belastingjaren € 20.000,-.
Het steunplafond voor maatregelen onder de visserij de-minimisverordening, dat geldt ten aanzien van aanvragers die actief zijn in de productie, verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten, bedraagt over drie belastingjaren € 30.000,-.
Om voor een prestatiesubsidie in aanmerking te komen voor een subsidiabele activiteit als bepaald in artikel 1.4 van de regeling, gelden een aantal toetsingscriteria. Indien niet voldaan wordt aan één of meer van deze criteria komt de aanvraag niet in aanmerking voor een prestatiesubsidie en levert dit een (dwingende) weigeringsgrond op.
Artikel 2.2, aanhef en onder a
Indien de stageovereenkomst die bij de aanvraag wordt overgelegd vóór 17 augustus 2020 (de datum waarop de meeste onderwijsinstellingen in Fryslân het nieuwe studiejaar starten) door alle drie partijen is ondertekend of wanneer gestart is met de stage vóór 17 augustus 2020, dan wordt de gehele aanvraag geweigerd.
Indien aan de hand van de ondertekening niet kan worden afgeleid op welke datum de stageovereenkomst uiteindelijk door alle partijen is ondertekend, wordt ervan uitgegaan dat de documentdatum op de stageovereenkomst de datum is waarop de stageovereenkomst door alle partijen is ondertekend. Als deze documentdatum gelegen is vóór 17 augustus 2020, wordt de gehele aanvraag eveneens geweigerd.
Een prestatiesubsidie die verstrekt wordt voor een activiteit als omschreven in artikel 1.4 van de regeling wordt direct vastgesteld, zonder dat daar een subsidieverlening aan voorafgaat. Dit betekent dat de subsidieontvanger na realisatie van de gesubsidieerde activiteit geen vaststellingsverzoek hoeft in te dienen waarmee zij (financiële) verantwoording aflegt aan Gedeputeerde Staten.
Evenwel kunnen Gedeputeerde Staten de in het kader van de regeling vastgestelde prestatiesubsidies controleren, al dan niet steekproefsgewijs. Als een subsidieontvanger gecontroleerd wordt, is hij verplicht om aan te tonen dat de gesubsidieerde activiteit is verricht en dat aan de subsidievaststelling verbonden verplichtingen is voldaan. Hiertoe verschaft de subsidieontvanger alle informatie die Gedeputeerde Staten bij haar opvragen. Hieronder vallen in elk geval de bescheiden als aangegeven in het tweede lid van dit artikel. In aanvulling daarop kunnen ook andere bescheiden die verband houden met de controle op de vastgestelde subsidies worden opgevraagd.
Als uit de (steekproef)controle onregelmatigheden blijken, dan kan dat gevolgen hebben voor de subsidievaststelling. Een subsidievaststelling kan ten nadele van de subsidieontvanger gewijzigd of ingetrokken worden. Bovenstaande kan ertoe leiden dat uitbetaalde subsidiebedragen worden teruggevorderd.