Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid,
van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het
door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor
gemeenteklasse 9 vastgestelde maximum.
Artikel 3 Onkostenvergoeding
- 1.
De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap
verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 9,
vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden.
- 2.
Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge
artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting
1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt
aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding
gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 9 vermeld in tabel III van
het Rechtspositiebesluit raadsen commissieleden.
Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen
- 1.
Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is
geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3,
naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid
is geweest.
- 2.
De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3,
geschiedt in maandelijkse termijnen.
Artikel 5 Reiskosten
- 1.
Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte
kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de
gemeente ter uitvoering van een beslissing van het
gemeentebestuur vergoed.
- 2.
De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een
taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid
gemaakte noodzakelijke reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding
van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten
overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b,
van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 6 Verblijfkosten
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van
reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid
vergoed.
Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium
- 1.
De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen,
seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens
de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de
gemeente.
- 2.
Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of
symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of
verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag
gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een
kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente
als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van
het raadslidmaatschap.
Artikel 8 Computer en internetverbinding
- 1.
Op aanvraag stelt het college het raadslid ten laste van de gemeente
voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een computer,
bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter
beschikking.
- 2.
Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een
ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer,
bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid
ontvangt het raadslid ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar
een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een
periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan
van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en
software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter
beschikking stelt.
- 3.
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter
beschikking is gesteld, verleent het college een raadslid op
aanvraag voor de uitoefening van het raadslidmaatschap voor een
periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de
aanschafwaarde voor
- a.
aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en
software, of
- b.
gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en
software.Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de
aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en
software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter
beschikking stelt.
- 4.
Op aanvraag vergoedt het college het raadslid de aanleg- en
abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste
of derde lid genoemde computerapparatuur.
- 5.
Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst
met de gemeente.
- 6.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 9 Kinderopvang
Vervallen
Artikel 10 Spaarloonregeling/levensloopregeling
- 1.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4,
aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de
toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op
aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende
spaarloonregeling.
- 2.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4,
aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de
toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan
deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van
de Wet op de loonbelasting 1964.
- 3.
Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het
raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.
- 4.
Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen
aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 10a Fietsregeling
- 1.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4,
aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de
toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan
deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de
Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid
wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd
met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de
Uitvoeringsregeling.
- 2.
Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen
aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij
arbeidsongeschiktheid
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op
verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering
ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke
arbeidsongeschiktheid.
Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
- 1.
In het geval een raadslid een uitkering op grond van de
Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die
wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het
uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel
2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid
ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd
tot het bedrag van bedoelde korting.
- 2.
In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit
Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na
toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane
korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het
raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde
vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt
deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag
van bedoelde korting.
Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de
gemeenteraad
- 1.
Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan
30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad
waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in
artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van
de waarneming.
- 2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de
onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.
Artikel 13a Ziektekostenvoorziening
- 1.
De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als
bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden bedraagt € 175 per jaar.
- 2.
In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het
kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de
tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van
het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
- 3.
De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid,
geschiedt in maandelijkse termijnen.
Artikel 13b Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en
bevalling of ziekte
- 1.
De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 tot en met 12 en 13a blijven van
toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de
Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en
bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding
die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid,
ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die
bepalingen van toepassing is.
- 2.
De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde
lid, en 11 tot en met 13a van deze verordening zijn van toepassing
op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van
eenraadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk
ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of
ziekte.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Artikel 14 Onkostenvergoeding
- 1.
De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschapschap
verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 9,
vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders.
- 2.
Indien de wethouder op grond van artikel 21 van deze verordening een
mobiele telefoon of smartphone ter beschikking is gesteld, bedraagt
de component telefoonkosten van de onkostenvergoeding 90% van het
bedrag vastgesteld in artikel 2 van de regeling rechtspositie
burgemeesters.
Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer
De tegemoetkoming voor het reizen tussen zijn woning en de plaats van
tewerkstelling van de wethouder is gelijk aan de vergoeding bedoeld in
artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 16 Zakelijke reiskosten
- 1.
Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel
15 vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in
artikel 15 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt. De
vergoeding betreft: bij gebruik van openbare middelen van vervoer en
van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;
- a.
bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als
bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling
rechtspositie wethouders;
- b.
een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs
gemaakte verblijfkosten.
- 2.
Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de
wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk
personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is
vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de
zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a
van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling
buitenland en artikel 13a van de krachtens het
Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde
Verplaatsingskostenregeling 1989.
Artikel 17 Verblijfkosten
Vervallen
Artikel 18 Buitenlandse dienstreis
- 1.
Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten
Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke
reis- en verblijfkosten vergoed.
- 2.
Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet
zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming
van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming
voorwaarden verbinden.
Artikel 19 Cursus, congres, seminar of symposium
- 1.
De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen,
seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens
de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de
gemeente.
- 2.
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of
symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of
verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag
gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een
kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente
als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening
van het ambt van wethouder.
Artikel 20 Computer en internetverbinding
- 1.
Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor de
uitoefening van het ambt een computer, bijbehorende apparatuur en
software in bruikleen ter beschikking gesteld.
- 2.
Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een
ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer,
bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid
ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar
een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een
periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan
van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en
software welke het college aan wethouders in bruikleen ter
beschikking stelt.
- 3.
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter
beschikking is gesteld, verleent het college de wethouder op
aanvraag voor de uitoefening van het ambt voor een periode van
maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde
voor
- a.
aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en
software, of
- b.
gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en
software.Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de
aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en
software welke het college aan de wethouders in bruikleen
ter beschikking stelt.
- 4.
Op aanvraag worden de wethouder de aanleg- en abonnementskosten voor
de internetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde
computerapparatuur vergoed.
- 5.
De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst
met de gemeente.
- 6.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 21 Mobiele telefoon of smartphone
- 1.
Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een
mobiele telefoon of een smartphone ter beschikking gesteld.
- 2.
De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de
gemeente.
- 3.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 22 Spaarloonregeling/levensloopregeling
- 1.
De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het
gemeentelijk personeel geldende Spaarloonregeling.
- 2.
De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld
in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
- 3.
Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de
wethouder gebruik maakt van de wettelijke
levensloopregeling.
- 4.
Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat
geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 22a Fietsregeling
- 1.
De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in
artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze
van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel vaste
onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de
vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
- 2.
Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen
aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 23 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente
beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
- a.
reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de
Regeling rechtspositie wethouders;
- b.
verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig
het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 24 Kinderopvang
Vervallen
Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 25 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
- 1.
De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een
commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van het
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is gelijk aan het door
de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor
gemeenteklasse 9 vastgestelde maximum. .
- 2.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die
als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden
als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.
- 3.
Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een
commissie
- a.
als raadslid of wethouder;
- b.
uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een
ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een
functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege
wordt gesubsidieerd;
- c.
als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling,
organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de
commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang
dient.
- 4.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid ontvangt een lid van
de commissie bezwaarschriften een vergoeding die gelijk is aan het
bedrag, vermeld in table IV van het Rechtspositiebesluit raads en
commissieleden verhoogd met 100 %. De voorzitter van de commissie
bezwaarschriften ontvangt een vergoeding gelijk aan het bedrag,
vermeld in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden verhoogd met 150 %.
Artikel 26 Reis- en verblijfkosten
- 1.
Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en
niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is
benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen
van de commissie vergoed. De vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een
volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke
reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in
redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het
bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie
wethouders.
- 2.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in
redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van
reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente vergoed
overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de
Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 27 Buitenlandse excursie of reis
- 1.
De gemeenteraad kan toestemming verlenen aan de leden van de raad
die zitting hebben in een commissie van de raad voor een excursie of
reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming
voorwaarden verbinden.
- 2.
De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege
de gemeente georganiseerd.
- 3.
De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor
rekening van de gemeente.
Artikel 28 Cursus, congres, seminar of symposium
- 1.
De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen,
congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door
of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor
rekening van de gemeente.
- 2.
Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar
of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of
verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag
gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een
kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente
als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van
het commissielidmaatschap.
Artikel 29 Computer en internetverbinding
- 1.
Op aanvraag stelt het college het commissielid ten laste van de
gemeente voor de uitoefening van het commissielidmaatschap een
computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter
beschikking.
- 2.
Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met
een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer,
bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste
lid ontvangt het commissielid ten laste van de gemeente op
aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de
aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar.
Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de
computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college
aan commissieleden in bruikleen ter beschikking stelt
- 3.
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter
beschikking is gesteld, verleent het college een commissielid op
aanvraag voor de uitoefening van het commissielidmaatschap voor
een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30%
van de aanschafwaarde voor
- a.
aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en
software, of
- b.
gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur
en software. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de
aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur
en software welke het college aan commissieleden in
bruikleen ter beschikking stelt.
- 4.
Op aanvraag vergoedt het college het commissielid de aanleg- en
abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het
eerste of derde lid genoemde computerapparatuur.
- 5.
Het commissielid ondertekent voor de bruikleen een
bruikleenovereenkomst met de gemeente.
- 6.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst
vast.
Hoofdstuk V De procedure van declaratie
Artikel 30 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
- a.
betaling uit eigen middelen; of
- b.
rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente; of
Artikel 31 Declaratie van vooruit betaalde kosten
- 1.
Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 16,
19, 24 en 27 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier,
waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze
kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.
- 2.
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en
binnen drie maanden na het onstaan van de kosten-indien het een
wethouder betreft bij de portefeuillehouder Financiën-indien het de
portefeuillehouder Financiën betreft bij de burgemeester-indien het
een raads- of commissielid betreft bij de griffier Ingediend, onder
bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Artikel 32 Rechtstreekse facturering bij de gemeente
De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 16, 19, 20 en 24
kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid,
onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de
gemeente.
Hoofdstuk Vl Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 33 Intrekking oude regeling
De verordening Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden, zoals
vastgesteld op 25 juni 2007, wordt ingetrokken.
Artikel 34 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 15 december 2008 en werkt voor wat
betreft de artikelen 1 tot en met 13b en 25 tot en met 29 terug tot en
met 16 maart 2006 en voor wat betreft de artikelen 14 tot en met 24 ten
aanzien van de op 15 mei 2006 beëdigde wethouders terug tot en met de
dag van hun beëdiging. De artikelen 31 tot en met 32 werken voor zover
het betreft de leden van de raad en commissieleden terug tot en met 16
maart 2006. De artikelen 31 tot en met 32 werken voor zover het de op 15
mei 2006 beëdigde wethouders betreft terug tot en met de dag van hun
beëdiging.
Artikel 35 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie
wethouders, raads- en commissieleden 2006