| Organisatie | Bergeijk |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Gemeente Bergeijk - Uitvoeringsprogramma VTH Bergeijk 2020 |
| Citeertitel | Uitvoeringsprogramma VTH Bergeijk 2020 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
| Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 20-08-2020 | 01-01-2020 | Nieuw uitvoeringsplan | 28-01-2020 |
Uitvoeringsprogramma VTH Bergeijk 2020
ln dit uitvoeringsplan worden de volgende afkortingen gebruikt:
AMvB: Algemene Maatregel van Bestuur
APV: Algemene Plaatselijke Verordening
Awb: Algemene wet bestuursrecht
B&W: Het college van Burgemeester en wethouders
BAG: Basisregistratie Adressen en Gebouwen
BOA: Buitengewoon opsporingsambtenaar
BTP-taken: Basis Taken Pakket (voor Regionale Uitvoeringsdiensten )
HUP: Handhaving Uitvoeringsprogramma
LSI: Landelijke Stuurgroep Interventieteams
Mor: Ministeriële regeling omgevingsrecht
PIT: Peelland Interventie Team
Odzob: Omgevingsdienst Zuidoost Brabant, uitvoeringsorganisatie
Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma 2020 van het cluster Vergunningen Toezicht & Handhaving (hierna te noemen VTH) van de gemeente Bergeijk. Dit uitvoeringsprogramma is tevens het programma zoals bedoeld in het “Besluit omgevingsrecht”. De invulling van het programma is gebaseerd op de keuzes en prioriteiten zoals vastgelegd in het “Omgevingsbeleidsplan onderdeel bouwen 2019 -2020” en het “Meerjaren handhavingsprogramma 2017-2020”. Het nieuwe Omgevingsbeleidsplan onderdeel bouwen borduurt voort op het daaraan voorgaande Omgevingsbeleidsplan 2015 – 2018 en is voor de duur van 2 jaar vastgesteld. Beide plannen lopen dan ook in 2020 af waarna één integraal beleidsplan zal worden geformuleerd voor VTH.
Volgens de voorgeschreven wijze, wordt dit programma aangeboden aan de raad van de gemeente Bergeijk en aan Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant.
In dit Uitvoeringsprogramma VTH Bergeijk 2020 is opgenomen welke taken, in welke omvang, cluster VTH het komende jaar gaat uitvoeren. Maatwerk binnen het plan blijft mogelijk. Mocht er gedurende het jaar behoefte ontstaan om de gemaakte keuzes te wijzigen, dan kan daar invulling aangegeven worden en kan het programma eventueel worden bijgesteld.
2 Werkzaamheden binnen de clusters VTH in 2020
Het wordt in alle opzichten een enerverend jaar voor VTH. De komst van de Omgevingswet, een nieuw VTH systeem (een opvolger van Squit XO waarvan de ondersteuning na 1 januari 2020 stopt), de Wet op de Kwaliteitsborging, ontwikkelingen in de Veehouderij, de stikstofproblematiek en de Pfas zijn nieuwe onderwerpen die ons dagelijks bezighouden en die mogelijk consequenties hebben voor de werkzaamheden van het cluster VTH. Daarnaast zullen we de bestaande reguliere taken op een adequate manier moeten blijven uitvoeren.
2.1 Algemene ontwikkelingen 2020
2020 is hét jaar van de voorbereiding op - en implementatie van – de Omgevingswet. Er staat de gemeente Bergeijk nog een flinke klus te wachten. Werkprocessen moeten worden herzien, diverse systemen moeten worden heringericht, medewerkers moeten worden geschoold in de nieuwe wetgeving (en naar verwachting gelijktijdig inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen). Hiervoor is projectleiding nodig. De geschatte kosten zijn reeds in beeld gebracht en in de begroting opgenomen. Door middel van inzet van de eigen medewerkers zal de betrokkenheid bij de invoering van deze wet worden vergroot en kunnen mogelijk kosten voor inhuur worden bespaard. Prioriteit heeft het zorgdragen voor een goedwerkend vergunningensysteem, zodat aanvragen om een omgevingsvergunning op 1 januari 2021 gewoon in behandeling kunnen worden genomen en dat alle systemen naar behoren functioneren, processen zijn aangepast en de medewerkers voldoende zijn geschoold in de inhoud van de Omgevingswet. Vooral het technische aspect met een werkend vergunningensysteem dat communiceert met het “Digitale Stelsel” en dat gevuld is met de juiste tekstsjablonen zal veel aandacht vragen.
Overgang SquitXO naar een nieuw VTH systeem
De software Squit XO die wordt gebruikt voor het behandelen van vergunningen en meldingen, toezicht en handhaving en bezwaar & beroep, is niet Omgevingswetproof. In 2020 zal een nieuw VTH systeem moeten worden geïmplementeerd. Het reguliere functioneel applicatiebeheer van het VTH systeem voert het cluster zelf uit. Ook de afdeling Beleid en Ontwikkeling zal met RO vermoedelijk aansluiten op het nieuwe systeem. De conversie en de inrichting van het nieuwe systeem zal veel aandacht vragen van het cluster.
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Zoals de vlag er momenteel bij hangt zal gelijk met de Omgevingswet ook op 1 januari 2021 de wet kwaliteitsborging voor het bouwen (ook wel bekend als de wet private kwaliteitsborging) in werking treden. Ook hier zal het cluster VTH zich op voorbereiden. Het is echter op dit moment nog onvoldoende duidelijk wat het effect van de wet heeft op de inhoud en vooral op de omvang van de werkzaamheden. De gemeente Bergeijk heeft in principe al geanticipeerd op deze wet door te werken met de gecertificeerde omgevingsvergunning. (zie het omgevingsbeleidsplan) Door architecten wordt steeds vaker gekozen voor deze mogelijkheid. Voor het overige houdt het cluster de ontwikkelingen rondom deze wet goed in de gaten en zal waar mogelijk en nodig verder actie ondernemen.
Ontwikkelingen Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB)
Voor 2019-2022 is een nieuwe Dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de ODZOB gesloten. Net zoals in de huidige DVO, is in de nieuwe DVO uitsluitend een afname verplichting opgenomen voor basistaken en niet de verzoektaken.
In het Besluit omgevingsrecht (Bor) is vastgelegd welke taken onder het basistakenpakket vallen waarvan de uitvoering bij de omgevingsdienst ligt.
In opdracht van de bevoegde gezagen voert de ODZOB voor de deelnemers conform het Regionaal Operationeel Kader (ROK) vergunningverlening en toezicht en handhaving milieu haar werkzaamheden uit. Daarnaast houdt de ODZOB volgens vastgesteld beleid toezicht en handhaving op bodem en asbest.
Verzoektaken zijn taken die niet zijn genoemd in het basistakenpakket. Dit betreft veelal taken op het terrein van de fysieke leefomgeving die niet tot de eerder genoemde basistaken behoren zoals adviezen geluid, archeologie, milieuonderzoeken etc.
De gemeente Bergerijk heeft als gevolg van de nieuwe werkwijze conform de ROK systematiek extra budget in de begroting opgenomen voor het jaarlijks vast te stellen werkprogramma voor de ODZOB.
In het concernplan van de ODZOB 2019-2022en de kadernota 2020 is aangegeven welke grote opgaven de gemeenten en de ODZOB de komende jaren op zich af zien komen in het domein van de leefomgeving die een grote financiële impact hebben. Dit vraagt om het maken van keuzes. In 2020 en verder zal op basis van de gemaakte keuzes hieraan uitvoering worden gegeven. Voorbeelden van deze opgaven zijn: de Omgevingswet en de Ontwikkeling intensieve veehouderij.
In 2019 zijn een aantal projecten gestart die in 2020 verder doorlopen en die met name voor het cluster VTH gevolgen hebben voor wat betreft de controles en tijdsbesteding.
Het tegengaan van alle activiteiten die de bestuurlijke soevereiniteit en daarmee samenhangende besluitvorming kunnen ondermijnen de hoogste prioriteit op de bestuurlijke agenda Het betreft een zeer ongewenste ontwikkeling. De tendens dat daar steeds meer inzet op wordt gepleegd om aan die ontwikkeling weerstand te bieden en een halt toe te roepen is al geruime tijd aan de orde. Uit onderzoeken volgt dat vooral het Brabantse platteland voor ondermijnende activiteiten extra gevoelig is. Mede daardoor worden de gemeentelijke toezichthouders vaker en diepgaander betrokken worden bij uiteenlopende projecten om die processen tegen te gaan en zijn zij niet langer sec bezig met aan bouwregelgeving verbonden toezicht. De organisatie en de individuele medewerkers zijn daar weliswaar weerbaar voor gemaakt, toch blijft dit continue een punt van aandacht.
Project Kempisch Interventie Team (KIT) en pilot arbeidsmigranten
In 2019 is gestart met dit project. Naar voorbeeld van het Peelland Interventie Team (PIT) is voor de Kempen in 2019 een pilotproject voor bestuurlijke interventie gestart (KIT) Als eerste speerpunt is de problematiek uitgekozen rond de huisvesting van arbeidsmigranten. Het KIT richt zich op overlastsituaties en handhavingsknelpunten die een integrale aanpak behoeven. Onder de paraplu van het “LSI-convenant” (Landelijke Stuurgroep Interventieteams) wordt met het project de juridische basis voor samenwerking en gegevensuitwisseling mogelijk gemaakt. De inzet van het KIT wordt in 2020 voorgezet. Vooralsnog blijft de focus gericht op de huisvesting van arbeidsmigranten aangezien de adequate huisvesting van deze doelgroep en de invloed daarvan op de leefomgeving een actueel probleem is binnen de gemeente Bergeijk.
Project permanente bewoning van recreatiewoningen
In Bergeijk is beleid voor de permanente bewoning van recreatiewoningen vastgesteld. Daarbij zijn persoonsgebonden beschikkingen afgegeven. Ter controle op het gevoerde beleid en ter voorkoming verdere verstening en scheefbewoning in het buitengebied het hoofd te bieden worden projectmatig controles uitgevoerd.
Project Intensivering Toezicht Veehouderijen (ITV)
Het betreft een provincie breed project waarbij we een goed beeld krijgen van deze sector op met name het naleefgedrag van de regelgeving. Het project beoogt om alle veehouderijen binnen 3 jaar minimaal één keer op een uniforme manier te inspecteren. Omdat wij in 2017 vanwege het project “intrekken lege vergunningen” al ongeveer 50 bedrijven uitgebreid hadden gecontroleerd, hebben we besloten om alleen de overige veehouderijen op de “ITV manier” te controleren. Hier is budget voor gereserveerd en de ODZOB zal binnen 3 jaar alle overige inrichtingen gaan controleren. In 2020 zullen alle ITV bedrijven bezocht zijn. Mogelijk dat het project daarna een vervolg gaat krijgen. We verwachten als gevolg van deze controles, gegeven de recente ontwikkelingen, dat dit veel extra werk voor het cluster Vergunningen gaat opleveren. Denk hierbij aan nieuwe meldingen en vragen over mogelijkheden wijzigen bestemming etc.
Met enige regelmaat wordt VTH betrokken bij verschillende interne vooroverleggen zoals bijvoorbeeld bij de totstandkoming van nieuwe bestemmingsplannen, herziening van bestemmingsplannen, het formuleren van nieuw beleid of de herziening van bestaand beleid zoals de APV, legesverordening, parkeerbeleid etc. De overleggen hebben tot doel om met betrokken disciplines van nieuwe plannen of beleid dan wel de herziening daarvan vooraf en integraal de verschillende belangen op elkaar af te stemmen en achteraf met elkaar te evalueren.
De medewerkers van het cluster Vergunningen behandelen vergunningen en meldingen, dragen zorg voor informatieverstrekking aan architect of inwoners en geven uitleg over de huidige wet- en regelgeving. Er wordt bewust veel tijd besteed aan het verstrekken van informatie en advisering over ruimtelijke regels. Daardoor zijn we vaak in een vroegtijdig stadium al op de hoogte van bouwinitiatieven en ontwikkelingen. “Ja mits” is daarbij ons uitgangspunt.
Naast deze hoofdtaak verricht het cluster nog meer werkzaamheden (zie ook 3.3)
Per kwartaal monitoren we aantallen en doorlooptijden van de aanvragen omgevingsvergunningen en kunnen we, indien nodig, hierop anticiperen door externe capaciteit in te huren.
Het jaar 2020 zal voor een groot gedeelte in het teken staan van de voorbereiding op de implementatie van de Omgevingswet. Werkprocessen moeten worden aangepast, en software moet worden aangeschaft en geïmplementeerd en opleidingen georganiseerd.
3.2 Capaciteit van het cluster Vergunningen
Op dit moment beschikt het cluster vergunningen voor 2019 over een capaciteit van 6,92 fte en bestaat uit:
De medewerker BAG valt functioneel onder het cluster Vergunningen en werkt voor 0.33 fte bij het cluster Vergunningen en voor 0.23 fte bij Financiën
3.2.1 Borgen financiële middelen 2020 (Bor art.7.5, onder a en c)
De in te zetten capaciteit is afgestemd op de noodzakelijke uit te voeren en daarvoor in dit Uitvoeringsprogramma 2020 geprogrammeerde werkzaamheden. Indien nodig zal (tussentijds) het Uitvoeringsprogramma worden aangepast en /of worden de middelen aangevuld als de omstandigheden dan wel bestuurlijke keuzes / prioriteiten daarom vragen.
Voor de uitvoering van de reguliere taken die in dit Uitvoeringsprogramma zijn opgenomen, zijn de financiële middelen geborgd.
Voor het cluster Vergunningen is in de begroting van 2020 een bedrag van € 359.500 beschikbaar. Het betreft een totaalbedrag. Dat bedrag is in de begroting van 2020 op verschillende kostenposten ondergebracht. Deze middelen worden in 2020 voornamelijk besteed aan salariskosten (loonsom), en kosten die gemaakt worden door het SSC (meetgegevens in het kader van de BAG), welstandstoezicht en controle van rooilijnen door de LM groep.
Voor vergunningverlening op het aspect milieu is in de gemeente Bergeijk een structureel budget opgenomen van € 43.171 ten behoeve van de inzet van medewerkers van de Odzob bij de uitvoering van milieuvergunningverlening.
Voor extra uit te voeren werkzaamheden zoals de implementatie van de Omgevingswet en de overgang naar een nieuw VTH systeem is voor 2020 een budget opgenomen van € 75.000. De andere kempengemeenten stellen een zelfde bedrag beschikbaar. Tevens wordt onderzocht of (deels) samengewerkt kan worden met de kempengemeenten om de clusters Vergunningen en Toezicht en Handhaving “omgevingswetproof” te maken.
3.3 De verschillende taken van het cluster Vergunningen
De taken van het cluster Vergunningen zijn grotendeels afhankelijk van externe factoren. De werkvoorraad is hierdoor lastig te sturen. Het zijn vooral de initiatieven van inwoners en bedrijven waar het aantal ontvangen aanvragen en meldingen afhankelijk van is. Ook kan intensief toezicht leiden tot meer aanvragen. Bij de raming van het aantal producten is uitgegaan van gemiddelde aantallen van voorgaande jaren.
Figuur 1: Aantal producten vergunningverlening 2017-2018-2019 (t/m 3e kwartaal)
Gelet op de figuur 1 en gelet op het gemeentelijk (woning)bouwprogramma wordt verwacht dat het aantal omgevingsvergunningen voor bouwprojecten, in 2020 ongeveer gelijk zal blijven.
De planvorming in de veehouderijsector is in 2019 enigszins aan het oplopen. Voor 2020 worden ontwikkelingen verwacht die effect hebben op het aantal omgevingsvergunningen. Vanwege het gedoogbeleid Actieplan ammoniak (stoppersregeling), hebben bedrijven kunnen aangeven of zij, indien zij niet voldoen aan het Besluit huisvesting, willen doorgaan of stoppen met de intensieve veehouderijtak na 2020. Er zijn diverse bedrijven die per 2020 stoppen. Hiervoor moet de vergunning worden aangepast dan wel worden ingetrokken.
Daarnaast speelt dat in het kader van de Transitie veehouderij, de Provincie Noord- Brabant haar regels heeft aangepast, waardoor “oudere” stalsystemen voor 2022 moeten worden aangepast om te gaan voldoen aan nieuwe (strengere) eisen. Voor 1 januari 2021 (onder voorbehoud) moet door de betreffende veehouderijen een vergunningaanvraag worden ingediend. Om hoeveel locaties het exact gaat, is moeilijk in te schatten, maar het is zeker dat extra aanvragen behandeld moeten worden.
Alles bij elkaar overwegende is de verwachting dat het aantal aanvragen ongeveer gelijk zal blijven maar dat de complexiteit van de aanvragen (milieu) zal vermoedelijk toenemen. We zullen deze ontwikkeling nauwlettend in de gaten houden middels de kwartaalcijfers en indien noodzakelijk hierop anticiperen. Dit kan door het werkprogramma van de ODZOB verder uit te breiden als er meer aanvragen met de activiteit milieu worden ingediend.
3.3.1 Link naar het Omgevingsbeleidsplan onderdeel bouwen 2019 -2020
De prioriteiten in de taakuitvoering van het cluster Vergunningen zijn bepaald in het Omgevingsbeleidsplan bouwen 2019 - 2020. Op grond hiervan worden de zaken op basis van thema, locatie en risico getoetst, volgens vooraf vastgestelde toets-niveaus. Deze toetsingen worden op zaakniveau uitgevoerd en geregistreerd. Het Omgevingsbeleidsplan onderdeel bouwen 2019 -2020 is als bijlage I bij dit Uitvoeringsprogramma VTH Bergeijk 2019 gevoegd.
3.4 Input leveren nieuwe bestemmingsplannen
Het cluster Vergunningen wordt vaak om advies en inbreng gevraagd bij het maken van nieuwe bestemmingsplannen of herzieningen hiervan. Dit kan zijn in de vorm van fysieke bijdrage aan werkgroepen, maar ook het leveren van informatie, zoals gegevens uit SquitXO of andere registraties. Deze werkzaamheden vallen onder het reguliere werk.
Er is structureel overleg tussen de afdelingen Beleid & Ontwikkeling en Beheer Ruimte. Dit overleg heeft onder andere betrekking op afdelingsoverstijgende plannen op het gebied van de ruimtelijke ordening. In deze overleggen worden de actuele plannen en nieuwe ontwikkelingen besproken. Daarnaast is er een structureel overleg over VAB locaties. (Vrijkomende agrarische bebouwing) Deze werkzaamheden vallen onder het reguliere werk.
Zoals reeds eerder genoemd zal in 2020 de overgang van SquitXO naar een nieuw VTH systeem worden vormgegeven. De conversie en de inrichting zal veel aandacht vragen voor het cluster. Extra budget zal hiervoor worden vrijgemaakt. Zie paragraaf 3.2.1.
Vanuit de afdeling Beleid & Ontwikkeling worden plannen en ontwikkelingen ter advisering op de milieukundige aspecten voorgelegd aan het cluster Vergunningen. Dit kan gaan om een postzegelplan, maar ook om bijvoorbeeld een uitbreidingslocatie voor woningbouw of verplaatsing van een bedrijf. In sommige gevallen worden dergelijke verzoeken vanwege zeer specialistisch gevraagde kennis doorgezet naar de ODZOB. In het werkprogramma van de ODZOB is hier budget voor gereserveerd.
De coördinator van het cluster VTH is het vaste aanspreekpunt voor interactie en overleg met de ODZOB. Dit kan gaan over het Opdrachtgeversplaform (OGP), regionale bijeenkomsten of het voorbereiden van de DB-vergaderingen voor de portefeuillehouder van de gemeente. De coördinator VTH is ook de kartrekker als het gaat om het jaarlijkse werkprogramma, de kadernota, de begroting, de DVO etc. die samen met de ODZOB tot stand komen. Deze werkzaamheden vallen onder het reguliere werk.
Het cluster Toezicht & Handhaving (TH) maakt onderdeel uit van de afdeling Beheer Ruimte. Een groot deel van het toezicht op en de handhaving van de bestuursrechtelijke zaken zijn ondergebracht binnen dit cluster. Tot het werkterrein van TH behoort niet het toezicht op en de handhaving van de leerplicht en de sociale regelgeving.
In het Besluit omgevingsrecht (Bor) is geregeld dat het college van burgemeester en wethouders met betrekking tot het omgevingsrecht handhavingsbeleid vaststelt. Voorts dient het college jaarlijks bekend te maken op welke wijze het komende jaar uitvoering zal worden gegeven aan het beleid. Dit beleid is vastgelegd in het Meerjaren-handhavingsplan 2017-2020 (MJHP). De uitvoering van het beleid wordt jaarlijks vastgelegd in het Uitvoeringsprogramma VTH. Jaarlijks dient er verslag uitgebracht te worden aan het college over de wijze waarop in het voorgaande jaar uitvoering is gegeven aan het beleid en het programma. Daartoe wordt jaarlijks een handhavingsjaarverslag opgesteld en aangeboden aan college en raad.
In het uitvoeringsprogramma is een planning opgenomen voor TH voor het jaar 2020. Aan de hand van de gestelde prioriteiten wordt aangegeven wat gepland is voor 2020 en hoe daaraan uitvoering zal worden gegeven. Begin 2020 wordt het jaarverslag opgesteld waarin is opgenomen wat de resultaten zijn van de uitgevoerde handhavingsacties in 2019. Deze resultaten kunnen aanleiding geven om het dan al vastgestelde handhavingsprogramma bij te stellen. De betreffende wijzigingen worden dan opnieuw aan het college van burgemeester en wethouders ter vaststelling voorgelegd. We noemen dit een “dubbele regelkring” Deze ziet er schematisch als volgt uit;
In eerdere Uitvoeringsprogramma’s is reeds een uitgebreide beschouwing gegeven van het gemeentelijk beleid op het gebied van het toezicht en de handhaving. Ook is gedetailleerd ingegaan op de samenwerkingsverbanden, waarbinnen de gemeentelijke toezichts- en handhavingstaak gestalte krijgt en op de handhavingspartners (de provincie Noord-Brabant, de Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB), de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost, het Waterschap en de Politie). Daarop wordt hier niet nogmaals ingegaan.
4.2 Capaciteit van het cluster Toezicht en Handhaving
Bij de totstandkoming van dit uitvoeringsprogramma beschikt het cluster Toezicht & Handhaving over een capaciteit van 6,39 fte en 1 fte garantiebaan en bestaat uit:
Vanuit de banengarantie is een algemeen medewerker aan het cluster Toezicht & Handhaving toegevoegd. Hier staat 1 fte voor 31 uur. De handhavingsjurist valt niet onder het cluster Toezicht en handhaving maar werkt voor 0.6 fte voor het cluster. De vacature toezicht / handhaving zal naar verwachting in 2020 ingevuld gaan worden.
De gemeentelijke handhavers zijn steeds vaker en diepgaander betrokken bij uiteenlopende en integrale projecten. Naar verwachting zal de inzet op de al lopende projecten onverminderd van kracht blijven. Aanvankelijk is daartoe eerst een extra toezichthouder ingehuurd (2018) De inzet daarvan is structureel gebleken en in 2019 geformaliseerd. Deze formatieplaats is verwerkt in bovenstaand capaciteitsoverzicht.
Voor taken aangaande brandveiligheid beschikt de gemeente Bergeijk ook over de inzet van een medewerker van de Veiligheidsregio (VRBZO) voor 0,2 fte (gerekend wordt met 1400 x 0,2 = 280 – 10% = 252 uur).
Voor het toezicht op de naleving van voorschriften op het aspect milieu, BTP-taken, en voor specifieke verzoeken is structureel budget opgenomen voor de inzet van de ODZOB. Voor het specifieke toezicht op de naleving van de “Drank en Horecawet” (DHW) worden door het gemeentebestuur gecertificeerde personen aangewezen en ingezet. De daaraan verbonden kosten zijn ook in de begroting opgenomen.
Vanwege de grote vraag om hun inzet en geringe beschikbare capaciteit is er voor gekozen om de BOA’s in Bergeijk gericht, projectmatig en thematisch in te zetten. De werkschema’s zijn dusdanig op elkaar afgestemd dat er in principe altijd een BOA beschikbaar is. Op enkele dagdelen zijn de BOA’s samen aanwezig zodat ze ook samen op pad kunnen. Op deze manier kan ook een “vuist” gemaakt worden bij de aanpak van complexere problemen delicten waarbij zij gezamenlijk moeten optreden.
De capaciteit van het cluster Toezicht en Handhaving is afgestemd op de in dit Uitvoeringsprogramma 2020 geprogrammeerde werkzaamheden. Indien nodig zal (tussentijds) het Uitvoeringsprogramma worden aangepast en /of worden de middelen aangevuld als de omstandigheden dan wel bestuurlijke keuzes / prioriteiten daarom vragen.
Voor de uitvoering van de reguliere taken die in dit Uitvoeringsprogramma zijn opgenomen, zijn de financiële middelen geborgd.
Voor Toezicht & Handhaving is in de begroting van 2020 een bedrag van € 441.100 opgenomen. Het betreft een totaalbedrag. Dat bedrag is in de begroting van 2020 op verschillende kostenposten ondergebracht. Deze middelen worden in 2020 voornamelijk besteed aan salariskosten (loonsom) en kosten die gemaakt kunnen worden bij handhavingsacties, uitbesteding van handhaving. Onder ander wordt de controle op verstrekking van alcohol aan minderjarigen in horecagelegenheden uitbesteed. Voorts is er een bedrag opgenomen voor overige kosten zoals materieel en materiaalhuur voor de uitvoering van de handhavingstaken.
Voor het toezicht op de naleving van voorschriften en verzoeken van inwoners op het gebied van milieu (basis en verzoektaken) is een structureel budget opgenomen van € 134.634. Dit wordt gebruikt voor de inzet van medewerkers van de ODZOB bij de uitvoering van het milieutoezicht. In eerdere jaren zijn extra gelden toegekend in verband met de kosten van vele illegale dumpingen drugsafval. Indien daartoe aanleiding bestaat zal voor deze calamiteiten opnieuw aandacht worden gevraagd en zal via een bestuurlijke rapportage worden verzocht extra middelen ter beschikking te stellen in verband met de kosten die met het verwijderen van de dumpingen zijn gemoeid.
4.3 De verschillende taken van het cluster toezicht en handhaving
Het cluster TH heeft een groot werkveld. Er liggen diverse taken op het gebied van handhaving en toezicht die aandacht vragen.
Het aantal toezichts- en handhavingsverzoeken dat op het cluster afkomt in 2020 is moeilijk te prognosticeren. De inzet van capaciteit is voor een groot deel afhankelijk van externe factoren. Dit maakt dat de werkvoorraad van het cluster toezicht en handhaving moeilijk is te sturen. Het zijn vooral verzoeken van inwoners/ bedrijven alsmede procedures die voortvloeien uit de diverse projectmatig aangepakte problematiek. Inzet van de toezichthouders ‘op straat’ kan leiden tot meer procedures. Vooralsnog wordt voor de prognose van het aantal handhavingsproducten in 2020 uitgegaan van dezelfde raming als in 2019.
In onderstaande tabel 2 is een overzicht opgenomen van het aantal in 2019 behandelde handhavingsproducten.
Figuur 2: producten cluster Toezicht en Handhaving
De buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA's) zorgen voor het toezicht in de openbare ruimte. Toezicht op bestuursrechtelijke handhavingsaspecten wordt voornamelijk door de toezichthouders gedaan. Door de toezichthouders wordt toezicht uitgevoerd op het zogenaamde “rode kleurspoor” (bouwen, ruimtelijke ordening en brandveiligheid). Ook wordt toezicht gehouden op vergunningplichtige en vergunningsvrije bouwwerken en de registratie van die bouwwerken in de verplichte Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG).
De toezichthouders zijn tevens opgeleid en gecertificeerd voor het houden van toezicht op (asbest) sloopwerkzaamheden. Het toezicht op asbest wordt inmiddels aangemerkt als BTP taak die wordt uitgevoerd door ODZOB. Incidenteel en bij calamiteiten wordt echter nog steeds van de deskundigheid van de toezichthouders gebruik gemaakt. De toezichthouders houden tevens preventief toezicht op en rond evenementen. Ook de veiligheid in en rond horeca instellingen wordt daarbij gecontroleerd. Te denken valt aan kermissen, carnaval, openstellingen bij feestdagen en andere evenementen zoals huldigingen et cetera. In die gevallen wordt door de BOA’s standaard toezicht gehouden.
Zonder controle en toezicht verworden normen en wetten tot een lege huls. Controle is dan ook noodzakelijk. De overheid dient er op toe te zien dat regels en wetten die zijn opgesteld ook worden nageleefd. Bij de naleving van regels en wetten appelleert de overheid steeds vaker aan de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en ondernemer. Ook wordt gestreefd naar het afschaffen van overbodige niet langer adequate regelgeving. De ervaring heeft geleerd dat, als er een consequent-, transparant en solide handhavingsbeleid wordt gevoerd, inwoners zich ook op die verantwoordelijkheid laten aanspreken. Deze uitgangspunten zijn leidend geweest bij het stellen van de prioriteiten. De prioriteiten zijn vastgelegd in het MJHP dat aan dit Uitvoeringsprogramma VTH Bergeijk 2020 ten grondslag ligt.
Met dit Uitvoeringsprogramma VTH Bergeijk 2020 wordt beoogd inzichtelijk te maken welke activiteiten in 2020 door het cluster TH zullen worden ontplooid. Uitgangspunt is daarbij dat door de inzet van het cluster TH de leefbaarheid binnen het grondgebied van de gemeente wordt behouden dan wel versterkt en de veiligheid van de inwoners van Bergeijk wordt geborgd. Bij de inzet van het cluster TH moet rekening worden gehouden met de gestelde doelen in het MJHP en de daarin benoemde prioriteiten. Te denken valt aan;
Zoals gezegd is de betrokkenheid van de burger bij het naleven van normen en regels van vitaal belang. Het uitgeoefende toezicht moet als gevolg hebben dat een appèl wordt gedaan op het verantwoordelijkheidsgevoel van de burger en dit te vergroten. Hierdoor wordt betrokkenheid en bewustzijn van de burger bij het belang van handhaving bevorderd. Om die reden is het van belang dat tijdens de controles aan de burger duidelijk wordt gemaakt welke gevolgen of consequenties bepaald gedrag of nalaten kan hebben. Uitgangspunt is om op de langere termijn het naleefgedrag te verhogen waardoor de kwaliteit van de leefomgeving en het veiligheidsgevoel wordt verbeterd.
Om inzicht te krijgen in deze ontwikkeling zal ook in 2020 systematisch worden bijgehouden welke overtredingen zijn gemeld en vastgesteld en welke actie daarop is ondernomen. Er vindt registratie plaatse naar de aard en omvang van de overtreding/ melding. Op die manier kan inzicht worden verkregen in hoeverre het toezicht en de ondernomen handhavingsacties resulteren in een verandering van de betrokkenheid van de burger bij het naleven van normen en regels.
Om controlemomenten zo doelmatig mogelijk te laten plaats vinden en de duur daarvan voor de betrokken inwoners c.q. ondernemers zo beperkt mogelijk te houden is het wenselijk om de controles integraal uit te voeren. Hierdoor is de controle zoveel als mogelijk beperkt tot één controlemoment. Hierdoor wordt de beschikbare capaciteit efficiënt ingezet.
Deze werkwijze wordt op dit moment zoveel als mogelijk toegepast. Het systeem van de Wabo maakt het mogelijk dat één vergunning kan worden afgegeven voor verschillende activiteiten (omgevingsvergunning). Door het toezicht op deze vergunning( en) gelijktijdig te laten plaats vinden, leidt tot een integrale benadering. Voortzetting en verder uitbouw van deze werkwijze wordt nagestreefd.
Omdat de beschikbare toezichthouders niet bevoegd zijn voor alle regelgeving waarop wordt toegezien, worden op controlemomenten ook andere handhavingspartners en/of deskundigen ingeschakeld. Een dergelijke integrale controle vergt een zorgvuldige voorbereiding en planning.
Als voorbeeld kan worden genoemd het eerder omschreven KIT-project dat op dit moment als speerpunt heeft de problematiek rond de huisvesting van arbeidsmigranten en de daarmee gepaard gaande overlast aangezien de adequate huisvesting van deze doelgroep en de invloed daarvan op de leefomgeving een actueel probleem is binnen de gemeente Bergeijk.
Uit het voorgaande blijkt dat er een grote diversiteit en hoeveelheid van taken op het gebied van toezicht en handhaving dient te worden uitgevoerd. Gelet op de beschikbare capaciteit is het onmogelijk om alle zaken gelijktijdig aan te pakken. Het is dan ook nodig om prioriteiten te stellen en keuze te maken.
Op basis van het MJHP zijn de prioriteiten tot en met 2020 vastgelegd. Deze prioriteiten zijn na een risico- analyse in 2017 thematisch in kaart gebracht en vastgelegd. In de hierna weergegeven tabel komt tot uiting welke prioriteiten het bestuur geeft aan de verschillende thema’s. Bij de behandeling van de verschillende handhavingstaken zal steeds de relatie worden gelegd tussen deze prioriteiten en het uitvoeringsbeleid.
Vermeld dient te worden dat de toezichtstaken op milieugebied worden uitgevoerd door de ODZOB onder verantwoordelijkheid van de gemeente Bergeijk. Op het gebied van (brand)veiligheid worden de toezichtstaken uitgevoerd door de Veiligheidsregio. Voor de thema’s milieu en veiligheid zijn de prioriteiten regionaal vastgesteld, voor milieu binnen het Regionaal operationeel kader (ROK), voor veiligheid binnen het Beleidsplan Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost 2015-2019. De prioritering en wijze van totstandkoming is als bijlage II bij dit Uitvoeringsprogramma gevoegd.
4.7 Afstemming en samenwerking handhavingspartners
Het Bor en de Regeling omgevingsrecht (verder Mor) schrijven voor dat het bevoegd gezag handhavingsactiviteiten afstemt met andere bestuursorganen en de politie en/of openbaar ministerie. Na vaststelling dient het Uitvoeringsprogramma VTH Bergeijk 2020 aan deze partners te worden toegezonden. De afstemming vindt onder andere plaats met politie, Veiligheidsregio Brabant Zuidoost en het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC). Daarnaast worden werkafspraken gemaakt met de ODZOB, die namens de gemeente de toezichthoudende taken op milieu uitvoert. Sinds 2016 worden door de ODZOB behalve de BTP taken, ook andere taken verbonden aan (milieu)vergunningverlening en toezicht uitgevoerd. Het opdracht- en werkprogramma van de ODZOB wordt jaarlijks afzonderlijk vastgesteld.
In het Bor is vastgelegd dat de gemeente ook buiten de gebruikelijke kantooruren bereikbaar is voor calamiteiten op het gebied van de Wabo en handhaving daarvan. In Bergeijk is deze 24-uurs bereikbaarheid geregeld via de consignatiedienst van de ODZOB. Daarnaast zijn er nog de gemeentelijke Meld- en Herstellijn en de Milieuklachtenlijn (S@men). De gemeentelijke Meld- en Herstellijn is 24 uur per dag bereikbaar waarbij de telefoon buiten werktijden wordt doorgeschakeld naar een telefoonteam (Alert Service). Dringende zaken worden direct doorgezet naar het meldingenteam van de afdeling Beheer Ruimte. Dit team kan desgewenst een BOA of toezichthouder inschakelen. De BOA’s zijn dan via een 06 nummer bereikbaar. Niet urgente meldingen worden dezelfde of eerstvolgende werkdag opgepakt via de reguliere kanalen.
4.9 Ontwikkelingen met betrekking tot de uitvoering in 2020
Hieronder wordt puntsgewijs ingegaan op een aantal toezichts- en handhavingstaken die, naast de reguliere taken, bijzondere aandacht behoeven.
Overlast in de natuurgebieden wildcrossen / dumpingen
In 2020 zal de aanpak en het toezicht op de aantasting van natuurgebieden met gemotoriseerde voertuigen, de zogenoemde wildcrossers worden voortgezet. De overtreders begeven zich, met name in het weekend en de zomeravonden, onrechtmatig in de bosrijke gebieden van de gemeente Bergeijk. Het betreft hier overtredingen met allerlei voertuigen waaronder personenwagens en jeeps (4x4), quads, (cross)motoren en kooibuggy’s.
Kempisch interventieteam (KIT)
De in 2019 gestarte pilot gestarte van het project Handhaving arbeidsmigranten (HAM) naar aanleiding van de oprichting van een KIT (Kempen Interventie Team) zal in 2020 worden voortgezet. Binnen het Uitvoeringsprogramma 2019 was hiervoor capaciteit geraamd. Evaluatie van het pilotproject vindt plaats in het eerste kwartaal van 2020. De eerste resultaten van het project, met name de samenwerking tussen de verschillende betrokken discipline zijn, positief. Hoewel bestuurlijke besluitvorming nog moet plaats vinden, wordt er van uitgegaan dat het KIT bestaansrecht heeft en in de toekomst blijft bestaan.
Problematiek rond de huisvesting van arbeidsmigranten.
In 2019 heeft de raad beleid vastgesteld met betrekking tot de huisvesting van arbeidsmigranten. Doelstelling daarbij is dat concentratie in woonwijken van panden waar huisvesting aan arbeidsmigranten plaats vindt wordt vermeden. Ook is een parapluplan vastgesteld waarin is bepaald dat nieuwe gevallen van kamersgewijs verhuurde panden niet meer kan plaats vinden zonder dat daarvoor een vergunning is verleend.
Problematiek van permanente bewoning van recreatiewoningen
Voor wat betreft het permanente bewonen van recreatiewoningen is een aanvang gemaakt met de inventarisatie van de gevallen waarin sprake is van permanente bewoning. Deze inventarisatie vindt plaats op de in de gemeente aanwezig recreatieparken. Prognose is dat effectieve aanpak van deze problematiek in de vorm van handhavingsprocedures qua tijd en personeel veel beslag zal leggen op de bestaande capaciteit.
Drank- en Horeca en evenementen (Welzijn)
In 2018 en 2019 hebben controles in het kader van de Drank- en Horecawet plaats gevonden. Deze vorm van controles zal in 2020 worden voortgezet. Hierbij heeft met name de aandacht gehad het verstrekken van alcoholhoudende dranken aan minderjarigen in horecagelegenheden en sportkantines. De controles komen, mede als gevolg van landelijke trends, in het licht te staan van welzijn en gezondheidszorg.
Landelijke handhavingsstrategie en overleg met de politie
Indien toezicht van de het cluster TH uitmondt in handhavingsacties wordt daarin de landelijke handhavingsstrategie (LHS) gehanteerd, die door de gemeente Bergeijk als leidraad bij handhaving is geaccordeerd in het MJHP. Binnen de LHS kan ook strafrechtelijke handhaving aan de orde zijn. Om er voor zorg te dragen dat de bestuursrechtelijke en de strafrechtelijke handhaving goed op elkaar zijn afgestemd, vindt er periodiek overleg plaats tussen het cluster TH en de Netwerkinspecteurs van de politie. In dit overleg zijn, naast de zojuist genoemde afstemming, ook onderwerpen betreffende de dagelijkse gang van zaken op het gebied van handhaving in de gemeente Bergeijk aan de orde.
Landelijke Aanpak Adreskwaliteit en Basisregistratie personen
In 2019 heeft de gemeente Bergeijk besloten uitvoering te geven aan het landelijk project LAA waarbij als doel is gesteld te komen tot de Landelijke Aanpak van Adreskwaliteit. In dit project wordt als doel gesteld de adreskwaliteit in de Basisregistratie Personen (BRP) te vergroten en daarmee adres-gerelateerde fraude te voorkomen en te bestrijden. Een belangrijk onderdeel van de betreffende aanpak vormen de adresonderzoeken op locatie. Naar verwachting zal dit voor de gemeente Bergeijk beteken dat een tiental adressen moet worden bezocht.
Signaal gestuurde inzet / buurtpreventie
Een adequate uitvoering van de taken op het gebied van toezicht en handhaving is onmogelijk zonder inbreng van de inwoners van Bergeijk. Zoals hiervoor al aan de orde is geweest wordt steeds vaker een appèl gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en ondernemer, en wordt gestreefd naar een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Deze betrokkenheid en signalen van de inwoners zijn van belang bij de inzet van de BOA’s. Gedacht kan worden aan klachten en meldingen maar ook signalen vanuit buurtpreventieteams of burgerinitiatieven kunnen de aanzet vormen voor gerichte acties op toezichts- en handhavingsgebied. In Bergeijk krijgt uit deze betrokkenheid zich in de vorm van wijkschouwen in samenwerking met buurtpreventieteams. Hierbij worden nuttige signalen en voorstellen worden ingebracht door betrokken inwoners. Het is de verwachting dat in de toekomst deze vorm van burgerparticipatie verder wordt ontwikkeld en uitgebreid.
Betrokkenheid bij ontspoorde personen / zorgmijders
In 2019 is het cluster TH in een aantal gevallen naar aanleiding van meldingen van omwonenden gestuit op in een isolement geraakte personen die niet meer zelfredzaam waren. De inzet van capaciteit was gebaseerd op het verlenen van hulp, verwijzen en het waarnemen van zaken c.q. het behartigen van de belangen van de betrokken inwoners. Deze werkzaamheden hebben niet geleid tot specifieke handhavingsacties. Hiermee was veel tijd en capaciteit gemoeid. Naar verwachting zal de inzet op dit gebied verder structureel toenemen. Dit wordt mede veroorzaakt door vermindering van het zorgaanbod, sociale verharding en het in een isolement raken van betrokkenen c.q. het mijden van zorg.
4.9.1 Inrichting van de processen
De medewerkers van de clusters V/TH werken op verschillende beleidsgebieden die aan de leefomgeving zijn gerelateerd. Voor elk van deze beleidsgebieden is een ander werkproces van toepassing. Hieronder wordt per beleidsgebied weergegeven hoe het toezicht- en handhavingproces in Bergeijk voor het beleidsgebied is ingericht.
Nagenoeg alle toezichttaken op het gebied van milieu worden uitbesteed aan de ODZOB. Zoals eerder aan de orde is geweest, is onlangs het ROK vastgesteld. Conform dit beleid zal toezicht worden gehouden in de gemeente Bergeijk. Het toezicht op een aantal typen lichte milieu-inrichtingen (b.v. horecabedrijven) wordt wel uitgevoerd door het cluster toezicht en handhaving.
Elke toezichthouder die betrokken is bij de werkzaamheden in het kader van het Uitvoeringsprogramma VTH, heeft oog en oor voor brandveiligheid. Brandveiligheid is dan ook niet als een apart thema benoemd. In het Omgevingsbeleidsplan onderdeel bouwen 2019 -2020 is opgenomen voor welke bouwwerken de brandveiligheidstoetsing door het cluster vergunningen wordt uitgevoerd. Voor een aantal bedrijven is de brandveiligheid echter een extra belangrijk aspect, omdat er bijvoorbeeld veel mensen aanwezig kunnen zijn. Daarbij valt te denken aan scholen, horeca, hotels, pensions, kampeerboerderijen en verzorgingshuizen. Kortom verblijfsobjecten waar meerder mensen verblijven die veelal niet zelfredzaam zijn. Deze controles bij deze objecten worden in Bergeijk uitgevoerd door daartoe gekwalificeerde medewerkers van de Veiligheidsregio Zuidoost Brabant.
Afhankelijk van de aard van de verleende vergunning(en) wordt een bouwplaats al dan niet bezocht. Bij afgifte van een omgevingsvergunning (voor het aspect bouw) wordt aangegeven dat de bouwer een melding dient te doen bij:
- voorafgaand aan het storten van de vloeren;
- het gereed komen van de bouw.
De controlepunten van de uit te voeren controle hangen af van het soort bouwwerk en van de status van het bouwwerk. In het Omgevingsbeleidsplan onderdeel bouwen 2019 -2020 is opgenomen dat de mate van toezicht op bouwwerken is afgestemd op de mate van toetsing van de omgevingsvergunning (aanvraag).
Omdat de daarin genoemde categorieën D, E, en F marginaal worden getoetst aan het Bouwbesluit wordt daarop ook marginaal of geen toezicht op uitgevoerd (het betreft overige bedrijfsmatige bouwwerken met een lage gebruiksintensiteit, kleine verbouwingen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde) Op de in het Omgevingsbeleidsplan onderdeel bouwen 2019 -2020 genoemde categorieën A, B en C wordt wel toezicht gehouden. Omgevingsbeleidsplan onderdeel bouwen 2019 -2020 is als bijlage I bij dit Uitvoeringsprogramma VTH Bergeijk 2019 gevoegd. Er wordt (achteraf) altijd (nog) een controle uitgevoerd om gebouwen op te nemen in de voor de overheid verplichte BAG registratie. Dat geldt ook voor vergunningsvrije bouwwerken. Bij de gecertificeerde omgevingsvergunning wordt niet gecontroleerd op aspecten uit het Bouwbesluit. Overigens wordt niet van elke controle een controlerapport gemaakt, alleen als er afwijkingen geconstateerd zijn wordt dit vastgelegd. Uiteraard wordt wel elke controle schriftelijk vastgelegd in het digitale systeem Squit XO.
Het (oneigenlijk) gebruik van gronden en gebouwen wordt tijdens de controles op andere beleidsdisciplines meegenomen en teruggekoppeld. Ook worden controles uitgevoerd als we meldingen of handhavingsverzoeken ontvangen daarvan ontvangen. Het is in Bergeijk gangbaar dat deze overtredingen worden getoetst aan de in het Meerjaren handhavingsprogramma 2017-2020 vastgelegde prioriteiten en bij bestuurlijke sensitiviteit worden voorgelegd aan het portefeuillehouderoverleg.
In de openbare ruimte wordt toezicht gehouden op verschillende onderdelen, zoals bijvoorbeeld overlast door jeugd, het onjuist aanbieden van huishoudelijk afval, storten van afval, honden(poep), crossen in het buitengebied, parkeren in de blauwe zone, parkeren van caravans en aanhangwagens, defecte voertuigen, en het illegaal stoken. Deze controles houden voornamelijk verband met meldingen en/of klachten en worden veelal uitgevoerd door de BOA’s. De melder/klager krijgt altijd een terugkoppeling van de actie die is gedaan naar aanleiding van de melding. Om niet alleen ad hoc inzet te plegen op inkomende klachten wordt in het voorliggende programma gekozen voor een (gedeeltelijke) projectmatige inzet van BOA’s gebaseerd op ervaringsgegevens. De inzet wordt nu geregistreerd in het BRS (BOA Registratie Systeem) Klachten worden bij het gereedkomen van het onderdeel toezicht en handhaving in de applicatie Squit (in 2019 ook centraal) geregistreerd.
4.10 Inzet cluster Toezicht en Handhaving in 2020
Het cluster T&H wordt ingezet op algemene gemeentelijke handhavingstaken en bijzondere taken waarvoor toezichts- en of handhavingsinzet wordt gevraagd. Hierop zal hieronder nader worden ingegaan.
Algemene taken op het gebied van toezicht en handhaving zijn:
Toezichts- en handhavingstaken op het gebied van het bouwen.
Toelichting: hierbij gaat het niet alleen om het toezicht dat wordt verricht naar aanleiding van verleende vergunningen, maar ook het toezicht op bouwen zonder vergunning en op de kwaliteit van het gebouwde in het licht van het Bouwbesluit.
Toezichts- en handhavingstaken op het gebied van de leefomgeving/openbare ruimte aan de beurt. De regels op dit gebied zijn grotendeels neergelegd in de Algemene plaatselijke verordening (APV)van de gemeente Bergeijk. Een belangrijke rol op dit gebied is weggelegd voor de Buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) die binnen de gemeente werkzaam zijn.
Als bijzondere taken zijn hiervoor in paragraaf 4.9 al genoemd:
Daarnaast wordt gedurende het jaar veel aandacht en tijd besteed aan handhavingsprocedures met betrekking tot overtreding van de Opiumwet, met name sluiting van panden en woningen op grond van artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid) vergt veel inzet.
Voor wat betreft de aanpak van ondermijnende activiteiten neemt het cluster TH deel aan diverse overlegvormen die er toe strekken om de krachten van het openbaar bestuur te bundelen bij deze activiteiten.
Voor wat betreft de prognose van het aantal reguliere toezichts- en handhavingsproducten voor 2020 wordt verwezen naar eerdergenoemde tabel 2 en overzicht dat is opgenomen onder paragraaf 4.3.
Het cluster Toezicht en handhaving werkt op basis van de prioritering uit het MJHP waarin handhavingsthema’s zijn geclusterd. In onderstaand themaoverzicht is per handhavingsthema aangegeven welke prioriteit aan bepaalde onderdelen is gegeven.
Evaluatie van het Uitvoeringsplan 2019 vindt plaats in eerste kwartaal 2020 bij het Handhavingsjaarverslag. Deze evaluatie zal separaat worden voorgelegd aan college, gemeenteraad en provincie. Indien nodig kan het voorliggende uitvoeringsprogramma op basis daarvan nog worden aangevuld of gewijzigd. Het voorliggende Uitvoeringsplan VTH 2020 wordt in het 1e kwartaal van 2021 geevalueerd.
De ambities zoals vastgelegd in het MJHP 2017 – 2020 en dit uitvoeringsprogramma worden gemonitord. Daarmee wordt de voortgang van de activiteiten bewaakt, kunnen afspraken tussentijds worden bijgestuurd en wordt naleefgedrag naar aanleiding van de uitgevoerde activiteiten vastgesteld. Dit gebeurd op verschillende manieren:
Dit besluit tot het vaststellen van het Uitvoeringsprogramma VTH Bergeijk 2020 treedt in werking op de dag na publicatie en werkt terug tot 1 januari 2020
Aldus besloten in de collegevergadering van 28 januari 2020.