Organisatie | Westervoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Westervoort houdende regels omtrent de commissie bezwaarschriften (Regeling commissie bezwaarschriften gemeenten Westervoort en Duiven 2020) |
Citeertitel | Regeling commissie bezwaarschriften gemeenten Westervoort en Duiven 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Regeling commissie bezwaarschriften gemeente Westervoort en Duiven 2018.
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-08-2020 | nieuwe regeling | 26-11-2019 | Z/18/040777 |
Het college van burgemeesters en wethouders en de burgemeester van de gemeente Westervoort;
het college van burgemeesters en wethouders en de burgemeester van de gemeente Duiven;
elk voor zover het de eigen bevoegdheid betreft;
gelet op de artikel 84 van de Gemeentewet en hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat de colleges en de burgemeesters, ieder voor zich, voor het nemen van besluiten op bezwaarschriften zich willen laten bijstaan door een adviescommissie die wat samenstelling en werkwijze betreft uniform is;
Regeling commissie bezwaarschriften gemeenten Westervoort en Duiven 2020
Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden genoemd in het eerste lid en voorts de bevoegdheden genoemd in de artikelen 9, derde lid, 10 tot en met 13, 17 tot en met 19 en 20, eerste lid, worden uitgeoefend door de voorzitter van de kamer, niet zijnde de voorzitter van de commissie, voor zover het de werkzaamheden van diens kamer betreft.
Het verwerend orgaan verstrekt aan de commissie alle op de zaak betrekking hebbende stukken die het onder zich heeft. Op verzoek van de secretaris dient het verwerend orgaan binnen vier weken een verweerschrift in bij de commissie.
Artikel 14 Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in geding is.
Artikel 15 Openbaarheid hoorzitting
De algemene kamer behandelt bezwaarschriften in het openbaar. De deuren worden gesloten zodra de voorzitter of een van de leden dit nodig oordeelt of een belanghebbende daartoe het verzoek doet. De kamer beslist vervolgens of gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten.
Het college van burgemeester en wethouders van Westervoort,
de secretaris,
P.J.E. Breukers
de burgemeester,
drs. A.J. van Hout
de burgemeester van Westervoort,
drs. A.J. van Hout
Het college van burgemeester en wethouders van Duiven,
de secretaris,
C.J. Papjes
de burgemeester,
H.B.I. de Lange
De burgemeester van Duiven,
H.B.I. de Lange
Toelichting regeling commissie bezwaarschriften gemeente Westervoort en Duiven 2020
In de aanhef is opgenomen dat de regeling wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft. Beiden gezamenlijk stellen de commissie in om te adviseren op bezwaren tegen besluiten van het college en de burgemeester.
Deze regeling dient voor het instellen van een commissie bezwaarschriften ten behoeve van de werkorganisatie 1Stroom. De commissie adviseert zowel de colleges van de gemeente Duiven en de gemeente Westervoort, als ook de burgemeester van beide gemeenten (voor zover het besluiten betreft die door de burgemeester worden genomen). Aangezien het een adviesorgaan betreft van de colleges, stelt iedere college de regeling apart vast voor de eigen gemeente. Er is nadrukkelijk voor gekozen om één commissie in te stellen, onderverdeeld in meerdere kamers. De leden dienen uiteraard te beschikken over de deskundigheid die vereist voor de kamer waarin zij zitting hebben. In voorkomende gevallen dienen zij ook in staat te zijn in te vallen bij de andere kamer. Het strikt gescheiden houden van beide kamers wordt niet wenselijk geacht. Dit leidt er in de praktijk toe dat het vaak lastiger wordt om de vaste vergaderdata aan te houden.
In dit artikel zijn een aantal begripsbepalingen opgenomen. Begrippen die reeds in de Gemeentewet of de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van een definitie zijn voorzien worden niet in dit artikel opgenomen. In de definities wordt onderscheid gemaakt tussen “de voorzitter” (de algemene voorzitter van de gehele commissie) en de “kamervoorzitter” (voorzitter van een van beide kamers). De algemene voorzitter is ook voorzitter van een van de beide kamers die zijn ingesteld. De voorzitter van de andere kamer is de plaatsvervanger van de algemene voorzitter.
Artikel 2 Inleidende bepaling commissie
Dit artikel beschrijft dat een commissie bezwaarschriften wordt ingesteld. Het betreft een commissie in de zin van artikel 7:13 Awb. Deze commissie adviseert het college over de afhandeling van een bezwaarschrift. In artikel 1:5 Awb is de definitie van het maken van bezwaar opgenomen: het gebruik maken van de ingevolge een wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid, voorziening tegen een besluit te vragen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.
Artikel 3 Samenstelling van de commissie
De commissie bestaat uit een algemeen voorzitter en ten minste vijf leden. Hiermee wordt voldaan aan de eisen zoals die gesteld zijn in artikel 7:13 Awb. Het feit dat de commissie uit tenminste vijf leden dient te bestaan laat ruimte om in de praktijk een hoger aantal leden te benoemen, al naar gelang er behoefte is. Aangezien de commissie zowel de colleges van Duiven en Westervoort adviseert, bestaat iedere kamer naast de voorzitter uit vier leden. Tijdens een hoorzitting zijn drie leden actief, waaronder de voorzitter. De zitting van de beide kamers worden over de twee gemeenten verdeeld, zodat alle leden in principe een zitting per maand hebben en de voorzitter van de kamer twee.
De voorzitter en de leden worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college. De leden van de kamers bepalen onderling hoe de voorzitter vervangen wordt voor de werkzaamheden binnen de kamer, bij diens afwezigheid.
Voor de voorzitter en leden geldt een zittingstermijn van vier jaar. In het verleden werd deze termijn vaak gekoppeld aan de zittingsperiode van de gemeenteraad. De commissie bezwaarschriften is echter een adviescommissie van het college. Deze koppeling is dus losgelaten. De voorzitter en de leden kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van vier jaar. Er geldt dus een maximale periode van acht jaar. Daarmee wordt verzekerd dat de commissie zich regelmatig vernieuwt en wordt voorkomen dat het voor de commissieleden routine wordt.
De voorzitter en de leden kunnen ook tussentijds aftreden. Zij blijven in ieder geval aan, totdat in hun opvolging is voorzien.
De commissie bezwaarschriften is onverdeeld in twee kamers, de Algemene Kamer en de Sociale Kamer. De Sociale Kamer behandelt alle zaken die betrekking hebben op de sociale wetgeving, zoals de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet. De Algemene Kamer behandelt de overige zaken, waarbij het bijvoorbeeld gaat om omgevingsvergunningen of handhavingsbesluiten.
De beide kamers hebben een eigen voorzitter. Een van de voorzitters is de algemene voorzitter van de commissie. De voorzitter van de andere kamer is tevens plaatsvervanger van de algemene voorzitter van de commissie. Indien de voorzitter van de kamer afwezig is voor een zitting, regelen de leden van de kamer onderling wie als plaatsvervangend voorzitter optreedt.
De commissie wordt ondersteund door een secretaris. Het dagelijks bestuur van 1Stroom wijst een of meer ambtenaren aan die deze taak op zich nemen. De ondersteuning heeft onder meer betrekking op het samenstellen van het bezwaardossier, het verzenden van uitnodigingen voor de hoorzitting en het maken van verslagen van de hoorzitting en adviezen. Voor het werk voor de commissie is de secretaris alleen verantwoording schuldig aan de commissie. De secretaris is een ambtenaar van 1Stroom, maar vertegenwoordigt niet de belangen van 1Stroom bij de commissie. Dit wordt gedaan door de ambtelijk vertegenwoordiger die bij de hoorzitting aanwezig is.
Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift
Dit artikel beschrijft de start van de bezwaarprocedure. De datum van ontvangst wordt geregistreerd, zodat kan worden getoetst of het bezwaar tijdig is ontvangen en dus ontvankelijk is. Het is van belang de bezwaarde te melden dat een bezwaarcommissie adviseert. Dit leidt tot een verlenging van de beslistermijn op het bezwaar op grond van artikel 7:10 Awb (twaalf weken in plaats van zes weken).
Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden
Dit artikel beschrijft de bevoegdheden die door de voorzitter van de commissie worden uitgeoefend. In de praktijk worden deze bevoegdheden vaak door de secretaris uitgeoefend, namens de voorzitter. Het bevestigen van de ontvangst van het bezwaar wordt wel door het college gedaan. Dit biedt ruimte om eerst te beoordelen of er via een minnelijk traject tot een oplossing kan worden gekomen (pre-mediation).
In dit artikel wordt aangegeven dat de commissie tijdig alle stukken met betrekking tot het bezwaar vanuit het college ontvangt. Het college stelt een verweerschrift op. Hiervoor is een termijn van vier weken gesteld, zodat het bezwaarschrift tijdig op zitting kan worden behandeld. Het verweerschrift wordt met de uitnodiging voor de hoorzitting meegezonden, zodat een bezwaarmaker (en eventuele overige belanghebbenden) tijdig weet wat de visie van het college is. Dit maakt dat de behandeling van het bezwaar op de hoorzitting zich meer kan toespitsen op de specifieke punten waarover onenigheid bestaat. Het voorkomt ook dat een bezwaarmaker ter zitting verrast wordt met standpunten van het college, waar hij zich niet op heeft kunnen voorbereiden.
De voorzitter van de commissie dient in staat te zijn alle handelingen te verrichten die nodig zijn voor het uitbrengen van een goed advies. Daarvoor kan het noodzakelijk zijn om ook bij deskundigen inlichtingen in te winnen. Voor zover daar kosten aan zijn verbonden, is voorzien in machtiging vooraf, gezien de verantwoordelijkheid van het college voor de begroting. Daarbij is ook artikel 3:7 Awb van belang. Op grond van dit artikel is het de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan om een adviseur alle gegevens beschikbaar zijn voor een goede vervulling van diens taak. De adviseur dient het bestuursorgaan dan wel in staat te stellen een goede afweging te maken of de gevraagde gegevens nodig zijn voor het uitbrengen van een advies.
Het is aan de voorzitter van de commissie (dan wel de voorzitter van de kamer) om de datum en de tijd van de hoorzitting vast te stellen. Hij geeft ook toepassing aan artikel 7:3 Awb, het afzien van horen. Dit is overeenstemming met artikel 7:3 lid 4 Awb, waarin deze bevoegdheid aan de voorzitter toegekend wordt, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.
Als het bestuursorgaan van oordeel is, dat geheel of gedeeltelijk een gewijzigd besluit neemt, wordt het bezwaarschrift op grond van artikel 6:18 en 6:19 Awb mede gericht te zijn tegen dit gewijzigde besluit. Het verwerend orgaan doet hiervan mededeling aan de commissie, zodat deze kan bepalen of een hoorzitting nog dient plaats te vinden, in de situatie dat het bezwaar niet reeds wordt ingetrokken.
Artikel 12 Uitnodiging hoorzitting
Voor de hoorzitting worden zowel de bezwaarde als een vertegenwoordiger van het college uitgenodigd. Zo krijgen beide partijen de ruimte om hun standpunt naar voren te brengen. Bij de uitnodiging zijn de stukken van het bezwaar gevoegd met een verweerschrift (zie artikel 9). Door twee weken voor de zitting de uitnodiging te versturen hebben beide partijen tijdig dezelfde informatie (conform het equality of arms-beginsel).
Door zowel bezwaarde als het college kan een verzoek tot uitstel worden gedaan binnen drie dagen na de uitnodiging. De voorzitter beslist op het verzoek. Een verzoek wordt niet automatisch gehonoreerd. Een verzoek van het college tot uitstel wordt minder snel gehonoreerd, gezien het feit dat er binnen het desbetreffende team vaak oplossingen zijn om een vervanger te vinden.
Artikel 13 Vergadering en quorum
De vergaderdata worden ieder jaar vastgesteld volgens een vast schema. Dit geeft de mogelijkheid een bezwaarde vroegtijdig duidelijkheid te kunnen geven over de te verwachten zittingsdatum.
Het horen geschiedt door ten minste twee leden. Het derde lid dat afwezig is, kan na afloop van de hoorzitting nog wel betrokken worden bij de beraadslagingen over het uit te brengen advies. Als het nodig is, kan een van de leden van de andere kamer vervangen.
Artikel 14 Niet-deelneming aan de behandeling
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 15 Openbaarheid hoorzitting
Op grond van artikel 7:5 lid 2 Awb bepaalt het bestuursorgaan of een hoorzitting openbaar plaatsvindt. Uitgangspunt is dat een zitting openbaar is. Bij de Sociale Kamer wordt echter een uitzondering gemaakt. Dit betreft vaak bezwaarschriften, waarbij de onderwerpen die aan de orde zijn een privacygevoelig karakter hebben.
Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging
Artikel 7:7 Awb geeft aan dat van het horen een verslag wordt gemaakt. Aan het verslag worden geen nadere vereisten gesteld. Het verslag is een weergave van hetgeen in de hoorzitting is opgemerkt door beide partijen. Het is op zich niet noodzakelijk dat alles woordelijk wordt opgeschreven. De leden van de commissie en de secretaris bepalen gezamenlijk wat de beste wijze is om het verslag vorm te geven.
Tijdens de hoorzitting kan worden vastgesteld dat nader onderzoek nodig is. De informatie die uit het onderzoek komt, wordt aan alle partijen ter beschikking gesteld, met de mogelijkheid hier een nadere reactie op te geven en zo nodig een nieuwe hoorzitting te plannen. Dit vloeit voort uit artikel 7:9 Awb.
Artikel 18 Raadkamer en advies
Het horen kan plaatsvinden door twee van de drie leden (zie ook artikel 13). De beraadslaging over het uit te brengen advies gebeurt altijd door de leden van de kamer gezamenlijk (inclusief het afwezige lid).
Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging
Artikel 7:13 lid 6 Awb schrijft voor dat het verslag van de hoorzitting deel uitmaakt van het advies. Het advies wordt schriftelijk uitgebracht. De beslistermijn is twaalf weken na het einde van de bezwaartermijn van het bestreden besluit. Het is aan het bestuursorgaan om tijdig te verdagen indien nodig, op grond van artikel 7:10 lid 1 Awb.