Organisatie | Best |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere subsidieregeling gemeente Best voor cultuur, sport en recreatie, welzijn en gezondheid, ondernemersklimaat en duurzaamheid 2020 |
Citeertitel | Nadere subsidieregeling gemeente Best voor cultuur, sport en recreatie, welzijn en gezondheid, ondernemersklimaat en duurzaamheid |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Algemeen (Subsidie) |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2020 | Nieuwe regeling | 21-07-2020 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Best;
De gemeenteraad op 8 januari 2018 voor de herijking van het subsidiebeleid de volgende uitgangspunten voor vrijwilligersorganisaties heeft vastgesteld:
De gemeente scherpt het uitgangspunt dat subsidie het sluitstuk is aan door te stellen dat ledenorganisaties geen subsidie ontvangen voor activiteiten waarvan verwacht mag worden dat de leden hiervoor betalen. Hierbij maakt de gemeente een uitzondering voor activiteiten voor jeugdleden en voor incidentele activiteiten die (ook) toegankelijk zijn voor andere inwoners.
Vrijwilligers die een activiteit organiseren waarvan verwacht mag worden dat de bezoekers ervan hiervoor betalen, kunnen slechts eenmalig een garantiesubsidie ontvangen om de activiteit binnen een afgesproken opstartperiode rendabel te maken. De raad kan een uitzondering maken voor activiteiten die niet rendabel te maken zijn, maar die onderdeel uitmaken van een basisaanbod aan activiteiten in Best.
De gemeente twee redenen onderscheidt voor het verstrekken van subsidie:
Het gaat om activiteiten waarbij het economische belang niet direct voor de hand ligt. Verschillende activiteiten zijn zonder subsidie van de overheid niet mogelijk of worden onbetaalbaar voor gebruikers. Door ook hiervoor subsidie te verlenen, wordt het bereiken van de beleidsdoelstellingen van de gemeente gestimuleerd.
Het wenselijk is om de diverse subsidieregelingen voor inwoners en organisaties omwille van de eenvoud en transparantie samen te voegen in één regeling. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende vijf thema’s die in aanmerking komen voor subsidie: Cultuur, Sport en recreatie, Welzijn en gezondheid, Ondernemersklimaat en Duurzaamheid.
De gemeente samenwerking tussen organisaties wil stimuleren. De activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend staan over het algemeen niet op zichzelf. Zij zijn onderdeel van een sociale structuur, de buurt, cultuur, sport, welzijnswerk, etc. Van organisaties en initiatiefnemers wordt gevraagd om open te staan voor andere partijen met dezelfde doelen of voor initiatieven in de buurt en zo mogelijk verbindingen te leggen. Samenwerking schept kansen voor nieuwe initiatieven en verlaagt de drempels om deel te nemen aan activiteiten.
De gemeente bij het subsidiëren van activiteiten bijzondere aandacht wil geven aan:
Kwetsbare inwoners. Inwoners die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben om hun leven vorm en inhoud te geven, bijvoorbeeld door een lichamelijke of verstandelijke beperking, psychosociale (inclusief materiële) problemen, of doordat deze mensen uitgesloten (dreigen) te worden. Activiteiten gericht op deze inwoners leveren een bijdrage aan de zelfredzaamheid en de inclusieve samenleving.
gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening gemeente Best 2018,
Artikel 1. Algemene doel van de subsidieregeling
Wil de zelfredzaamheid van inwoners vergroten. Inwoners zijn voldoende toegerust om (langer) zelfstandig hun eigen leven, maar ook de opvoeding en ondersteuning van hun kinderen, vorm en inhoud te geven. opvoeding en ondersteuning. Eigen verantwoordelijkheid staat daarbij voorop, maar daar waar nodig stelt de gemeente een financiële bijdrage beschikbaar.
Richt zich op een goed leef- en woonklimaat en wil dat Best een aantrekkelijke vestigingsplaats voor mens en bedrijf blijft. Inwoners ervaren hun leefomgeving als leefbaar, prettig en veilig en voelen zich hier mede verantwoordelijk voor. En ondernemers en bedrijven kunnen zich blijven ontwikkelen. Er is een grote economische dynamiek en vitaliteit met een groeiende werkgelegenheid.
Wil maatschappelijke initiatieven stimuleren waarmee de acceptatie en bewustwording van de duurzaamheidstransitie binnen de gemeente Best wordt vergroot, dan wel daadwerkelijk een bijdrage aan (de versnelling van) de realisatie van de energie- en materiaaltransitie geleverd wordt. Hierbij wordt onder duurzaamheidstransitie verstaan de overgang naar een energieneutraal en circulair Best, waarin energie op een duurzame manier wordt opgewekt en materialen worden hergebruikt.
Subsidie kan worden verleend voor éénmalige initiatieven die een positieve bijdrage leveren aan het uitdragen en beleven van erfgoed in Best of initiatieven die jaarlijks terugkeren zoals de landelijke Open Monumentendagen. De initiatieven vinden plaats in de gemeente Best of hebben betrekking op het grondgebied van de gemeente. Deze regeling is niet van toepassing op (klein) onderhoud of restauratie aan monumenten of bouwwerken.
Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten en neemt hierbij de volgende uitgangspunten in acht:
De volgende wegingscriteria worden in acht genomen:
De financiële draagkracht. Subsidieverlening vindt alleen plaats als overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut en financiering door de gemeente noodzakelijk is. Subsidie is het sluitstuk. We verwachten van aanvragers dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, donaties, fondsen en sponsoring, ect. Dit betekent ook dat indien de subsidie niet volledig nodig was voor het uitvoeren van de activiteit(en), het restant moet worden terugbetaald.
Doelmatigheid. Daarbij gaat het om de vraag of het subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet. We kijken bijvoorbeeld naar het aantal mensen dat bereikt wordt of deelneemt en uit welke doelgroep deze komen in verhouding tot de gevraagde subsidie.
Artikel 6. Instandhouding monumenten
Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die zich richten op de instandhouding van de cultuurhistorische waarden van een monument op een sobere en doelmatige wijze. Het gaat om conserverende herstelwerkzaamheden van het bestaande monument of object, die (bouwtechnisch) noodzakelijk zijn voor het behoud van een monument, die tot normaal onderhoud behoren en/of dit te boven gaan. Het college kan besluiten om:
Aanvullend op de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 3 gelden de volgende subsidievereisten:
De eigenaar is verplicht om kort vóór aanvang van de werkzaamheden melding te maken bij het college en aan, door burgemeester en wethouders aangewezen, personen van de gemeente toegang tot de werkplaats(en) en het werk te verlenen, alsook inzage te geven in alle op het werk betrekking hebbende stukken.
De aanvrager is een rechtspersoon zonder winstoogmerk die functioneert op basis van vrijwillige inzet en is aangesloten bij een landelijke en bij NOC*NSF aangesloten sportbond of sportkoepel. De aanvrager heeft minimaal 10 jeugdleden uit Best. De omschrijving van een jeugdlid is opgenomen in lid 4 onder a.
Er geldt een overgangsregeling voor partijen die in 2019 subsidie ontvingen op basis van de “Nadere regeling subsidieverstrekking vrijwilligersorganisaties sport” en op basis van voorliggende regeling geen subsidie meer kunnen aanvragen. Deze partijen kunnen in 2020 een subsidie aanvragen ter hoogte van 66% van de subsidie die zij in 2019 ontvingen. In 2021 bedraagt dit percentage 33%. Vanaf 2022 komen deze partijen niet meer in aanmerking voor subsidie.
De doelstelling van deze subsidie is beschreven in artikel 1 lid 3, 4 en 5. Scoutingverenigingen moeten in staat worden gesteld activiteiten voor jeugdige inwoners te organiseren door middel van het scoutingspel. Aangepast aan de leeftijdsgroep van de kinderen wordt met creatieve thema’s aan de kinderen de ruimte gegeven om fysiek te bewegen, sociaal te experimenteren en zich te ontwikkelen.
De aanvrager is een rechtspersoon zonder winstoogmerk die functioneert op basis van vrijwillige inzet en is aangesloten bij Scouting Nederland. De aanvrager richt zich specifiek op het organiseren van scoutingsactiviteiten en heeft minimaal 10 jeugdleden uit Best die contributie betalen. Onder jeugdlid wordt verstaan het lid van de vereniging dat op 1 januari in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft minimaal 4 jaar en maximaal 17 jaar oud is.
Thema 3 – Welzijn en gezondheid
Artikel 9. Zelfredzaamheid, participatie en mantelzorgondersteuning
De doelstelling van deze subsidie is beschreven in artikel 1 lid 1, 2, 3, 4 en 10. Alle inwoners van Best moeten zo lang, zo gezond, zo prettig en zo zelfstandig mogelijk wonen en leven in Best. Preventie, eigen verantwoordelijkheid en een inclusieve samenleving staan daarbij voorop. Met deze subsidieregeling wordt beoogd:
De activiteit moet gericht zijn op de kwetsbare inwoners van Best. Dit zijn inwoners die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben om hun leven vorm en inhoud te geven, bijvoorbeeld door een lichamelijke of verstandelijke beperking, psychosociale (inclusief materiële) problemen, of doordat deze mensen uitgesloten (dreigen) te worden. Activiteiten gericht op deze inwoners leveren een bijdrage aan een draagkrachtige en inclusieve samenleving en kunnen de inzet van professionele zorg, hulpmiddelen en diensten verminderen.
Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die gericht zijn op:
Maatschappelijke participatie: activiteiten die eraan bijdragen dat kwetsbare inwoners actief kunnen deelnemen aan het maatschappelijke verkeer. Bijvoorbeeld activiteiten gericht op het tegengaan van eenzaamheid of op het toegankelijk maken van reguliere activiteiten.
Er wordt een apart subsidieplafond vastgesteld voor nieuwe initiatieven ten aanzien van kwetsbare ouderen, met name op het gebied van fysiek bewegen en het voorkomen en/of het tegengaan van eenzaamheid door middel van maatschappelijke participatie.
Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten en neemt hierbij de volgende wegingscriteria in acht:
De financiële draagkracht. Subsidieverlening vindt alleen plaats als overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut en financiering door de gemeente noodzakelijk is. Subsidie is het sluitstuk. We verwachten van aanvragers dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, donaties, fondsen en sponsoring, ect. Dit betekent ook dat indien de subsidie niet volledig nodig was voor het uitvoeren van de activiteit(en), het restant moet worden terugbetaald.
Doelmatigheid. Daarbij gaat het om de vraag of het subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet. We kijken bijvoorbeeld naar het aantal mensen dat bereikt wordt of deelneemt en uit welke doelgroep deze komen in verhouding tot de gevraagde subsidie.
Er worden verschillende subsidieplafonds vastgesteld:
Een subsidieplafond voor de activiteiten per kalenderjaar. Dit wordt als volgt verdeeld:
Een aantal activiteiten is voor het netwerk van informele ondersteuning en zorg in Best en de doelstelling van deze regeling van groot belang. Daarom worden de subsidieaanvragen van de organisaties die deze activiteiten uitvoeren als eerste behandeld. Het gaat om de volgende organisaties:
De doelstelling van deze subsidie is beschreven in artikel 1 lid 6 en 8. Gemeente Best vindt het belangrijk dat er in Best een dekkend netwerk is van aed’s en burgerhulpverleners. Door het creëren van voldoende ‘zes-minuten zones’ kan het leven worden gered van iemand met een hartstilstand. Met zes-minuten zones wordt bedoeld dat er binnen zes minuten gestart kan worden met reanimeren.
Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten en neemt hierbij de volgende uitgangspunten in acht:
De volgende wegingscriteria worden in acht genomen:
De financiële draagkracht. Subsidieverlening vindt alleen plaats als overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut en financiering door de gemeente noodzakelijk is. Subsidie is het sluitstuk. We verwachten van aanvragers dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit donaties, fondsen en sponsoring. Dit betekent ook dat indien de subsidie niet volledig nodig was voor het uitvoeren van de activiteit(en), het restant moet worden terugbetaald.
Doelmatigheid. Daarbij gaat het om de vraag of het subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet. We kijken bijvoorbeeld naar of het lukt om voldoende zes-minuten zones te realiseren in Best en of het aantal inwoners dat bereikt wordt om als burgerhulpverlener aan de slag te gaan, voldoende verspreid is over die zes-minuten zones.
Artikel 11. Sociale samenhang en leefbaarheid (buurtbudget)
Aanvullend op de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 3 gelden de volgende subsidievereisten:
Vooraf moet de gemeente toestemming geven voor ingrepen en voorzieningen in de openbare ruimte. De gemeente is verantwoordelijk voor de veiligheid en verzekering van voorzieningen die in de openbare ruimte worden aangebracht. Voorafgaand aan de activiteit maken de gemeente en aanvrager afspraken over deze zaken en over het onderhoud. De activiteiten vinden pas plaats nadat deze afspraken zijn vastgelegd.
Voor buurtbarbecues, straat-, buurt- of wijkfeest (of een vergelijkbaar initiatief) wordt alleen eten en drinken (excl. alcohol) vergoed. Vanaf het tweede jaar dat de activiteit wordt georganiseerd, moet hieraan gekoppeld een andere activiteit plaatsvinden die bijdraagt aan de doelstellingen zoals beschreven in lid 1 en 3 van dit artikel.
Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten en neemt hierbij de volgende uitgangspunten in acht:
De subsidie bedraagt maximaal € 7,50 per deelnemer met een maximum van €500,- voor buurtbarbecues, straat-, buurt- of wijkfeest (of een vergelijkbaar initiatief). Vanaf het tweede jaar dat de activiteit wordt georganiseerd is dit maximaal € 250,-. De subsidie voor de gekoppelde activiteit is maximaal € 200,-.
De volgende wegingscriteria worden in acht genomen:
De financiële draagkracht. Subsidieverlening vindt alleen plaats als overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut en financiering door de gemeente noodzakelijk is. Subsidie is het sluitstuk. We verwachten van aanvragers dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, donaties, fondsen en sponsoring, ect.
Doelmatigheid. Daarbij gaat het om de vraag of het subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet. We kijken bijvoorbeeld naar het aantal mensen dat bereikt wordt of deelneemt en uit welke doelgroep deze komen in verhouding tot de gevraagde subsidie.
Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten, met inachtneming van de volgende wegingscriteria:
De financiële draagkracht. Subsidieverlening vindt alleen plaats als overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut en financiering door de gemeente noodzakelijk is. Subsidie is het sluitstuk. We verwachten van aanvragers dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, donaties, fondsen en sponsoring, ect. Dit betekent ook dat indien de subsidie niet volledig nodig was voor het uitvoeren van de activiteit(en), het restant moet worden terugbetaald.
Doelmatigheid. Daarbij gaat het om de vraag of het subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet. We kijken bijvoorbeeld naar het aantal mensen dat bereikt wordt of deelneemt en uit welke doelgroep deze komen in verhouding tot de gevraagde subsidie.
Artikel 13. Duurzame initiatieven
Subsidie kan verleend worden voor:
Initiatieven en activiteiten die gericht zijn op kennisoverdracht rondom milieuproblematiek, duurzaamheid en/of de energie- en materiaaltransitie en inwoners en organisaties verleiden om een bijdrage te leveren aan de energie- en materiaaltransitie. Hierbij wordt zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij (inter)nationale activiteiten/dagen, zoals bijvoorbeeld Dag van de Duurzaamheid, Earth Hour, Warme truiendag, aktie winkelen op de fiets.
Initiatieven en activiteiten die in voldoende mate eraan bijdragen dat bewoners in gezamenlijkheid werk maken van de energietransitie. Denk hierbij aan de activiteiten die nodig zijn om te komen tot een gezamenlijke inkoop van energiebesparende maatregelen en het opzetten van collectieve duurzame energie initiatieven. De investering zelf, zoals de aanschaf van isolatieglas, zonnepanelen of een warmtepomp, wordt niet gesubsidieerd.
Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de door het college noodzakelijk geachte subsidiabele kosten en neemt hierbij de volgende uitgangspunten in acht:
De volgende wegingscriteria worden in acht genomen:
De financiële draagkracht. Subsidieverlening vindt alleen plaats als overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut en financiering door de gemeente noodzakelijk is. Subsidie is het sluitstuk. We verwachten van aanvragers dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, donaties, fondsen en sponsoring, ect. Dit betekent ook dat indien de subsidie niet volledig nodig was voor het uitvoeren van de activiteit(en), het restant moet worden terugbetaald.
Doelmatigheid. Daarbij gaat het om de vraag of het subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet. We kijken bijvoorbeeld naar het aantal mensen dat bereikt wordt of deelneemt en uit welke doelgroep deze komen in verhouding tot de gevraagde subsidie.
Deze regeling treedt in werking op 1 september 2020 en is van toepassing op aanvragen om subsidie voor de uitvoering van activiteiten vanaf 1 januari 2021.
Deze regeling vervangt de “Nadere regeling subsidieverstrekking vrijwilligersorganisaties Wmo” en de “Nadere subsidieregeling gemeente Best voor cultuur, sport en recreatie, welzijn en gezondheid, ondernemersklimaat en duurzaamheid”.