Organisatie | Gemeentelijk Belastingkantoor Twente |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | 2e Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen GBT per 1 juli 2019 |
Citeertitel | Wijziging leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2e halfjaar 2019. |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | toelichting bij 2e wijziging leidraad invordering |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-09-2020 | 01-07-2019 | 2e wijziging leidraad invordering 2019 | 11-12-2019 | ||
28-08-2020 | 01-01-2019 | 13-09-2020 | 1e wijziging eerste half jaar 2019 leidraad invordering GBT 2019 | 11-12-2019 | |
01-01-2019 | 28-08-2020 | nieuwe regeling | 20-12-2018 |
Het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
Gelezen het voorstel van de gemeenteambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen van 11 december 2019,
De Leidraad invordering gemeentelijke belastingen, vastgesteld bij besluit van 20 december 2018, DB2018037-3, wordt gewijzigd als volgt.
A. Aan artikel 14.4.5 wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Artikel 19.3.4, eerste alinea, laatste twee volzinnen zijn van overeenkomstige toepassing.
B. Artikel 17, eerste gedachtestreepje, komt als volgt te luiden:
- het aanhouden van de tenuitvoerlegging van een dwangbevel bij verzet;
C. Aan artikel 19.3.4, eerste alinea, worden twee volzinnen toegevoegd, luidende:
Indien de belastingschuldige kenbaar maakt dat de beslagvrije voet onjuist is vastgesteld,
maar niet de juiste informatie verstrekt voor de goede vaststelling ervan, stelt de invorderingsambtenaar hem in de gelegenheid om binnen een redelijke termijn alsnog de juiste informatie te verstrekken. Indien de belastingschuldige de juiste informatie binnen de door de invorderingsambtenaar gestelde termijn aanlevert, herstelt de invorderingsambtenaar de beslagvrije voet met ingang van de inhouding volgend op het moment waarop de belastingschuldige kenbaar maakte dat de beslagvrije voet onjuist was vastgesteld.
D. In de artikelen 25.1.5, 25.1.8, 25.7.2, 25.7.5, 26.1.5, 26.1.7, 26.1.8, 26.4.6 en 26.5.1 wordt
‘tien’ telkens vervangen door ‘veertien’.
E. Aan artikel 26.6, eerste alinea, wordt de volgende volzin toegevoegd:
Tegen het besluit van de invorderingsambtenaar om geen invorderingsmaatregelen meer te treffen staat geen administratief beroep open.
F. In artikel 73.4.2 wordt na ‘geen baten aanwezig’ ingevoegd ‘noch te verwachten’.