Organisatie | Culemborg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg houdende regels omtrent bijzondere bijstand (Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Culemborg juli 2020) |
Citeertitel | Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Culemborg juli 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-08-2020 | nieuwe regeling | 14-07-2020 |
Artikel 3. Terugwerkende kracht
Er wordt geen bijzondere bijstand verstrekt met terugwerkende kracht, tenzij bijzondere omstandigheden of de aard van de kosten het onmogelijk maken om een aanvraag in te dienen voordat de kosten opkomen. Dan kan bijzondere bijstand worden verstrekt met terugwerkende kracht tot maximaal drie maanden voor de indieningsdatum van aanvraag.
Voor bijzondere bijstand voor kosten van bewindvoering wordt een uiterste aanvraagdatum gesteld op drie maanden na de datum waarop de uitspraak is gedaan. Voor aanvragen die later dan drie maanden na de uitspraak gedaan worden, is de ingangsdatum van de bijzondere bijstand de eerste van de maand van aanvraag.
De vergoeding vanuit de bijzondere bijstand voor kosten van bewindvoering mag maximaal voor drie jaar worden vastgesteld. Waarbij de bewindvoerder gedurende deze periode jaarlijks aantoont dat bijzondere bijstand voor de bewindvoering noodzakelijk is op grond van de draagkracht, naast de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 17 van de wet.
Artikel 5. Draagkracht en drempelbedrag
Indien een belanghebbende een wettelijk of minnelijk schuldsaneringstraject doorloopt, dan geldt een afwijkende berekening van de draagkracht. De norm is het Vrij Te Laten Bedrag (VTLB) plus een reservering voor schuldeisers volgens de aflostabel van de NVVK. Alle inkomsten boven dit bedrag wordt in aanmerking genomen als draagkracht.
Artikel 6. Woonkostentoeslagen
De periode van 12 maanden kan twee keer met maximaal 6 maanden worden verlengd als de belanghebbende zich heeft ingespannen om goedkopere woonruimte te vinden, maar hierin niet is geslaagd (verhuisverplichting) en het belanghebbende ook niet is gelukt om, ondanks verplichte inspanningen, zijn inkomen te verhogen .
In de situatie van artikel 8 lid 2 sub a geldt de voorwaarde dat belanghebbende de volledige medewerking verleent aan het op orde brengen van de financiën en het aflossen van schulden door middel van budgetcoaching, een schuldhulpverleningstraject en/of het zich onder bewind laten stellen, afhankelijk van de individuele situatie.
Bijzondere bijstand voor de kosten van een babyuitzet kan slechts worden verleend als door bijzondere omstandigheden de kosten hoger zijn dan gebruikelijk, bijvoorbeeld in verband met medische complicaties, of de geboorte van een meerling. De kosten van bijstand zijn vastgesteld op maximaal € 500,--.
Er kan bijzondere bijstand worden verleend voor de kosten van rechtsbijstand, waaronder wordt begrepen de voor rekening van belanghebbende komende eigen bijdrage conform de Wet op de rechtsbijstand, het griffierecht en de kosten van getuigen en deskundige, voor zover deze niet op de wederpartij kunnen worden verhaald.
Van inwoners wordt verwacht dat ze gebruik maken van de diensten van het Juridisch Loket. Als in het diagnosedocument van het Juridisch Loket is vastgesteld dat verder procederen noodzakelijk is, wordt door de Raad voor Rechtsbijstand een korting verleend op de eigen bijdrage. Dit is een voorliggende voorziening waar een beroep op gedaan kan worden en betekent dat per toevoeging bijzondere bijstand verstrekt wordt ter hoogte van de eigen bijdrage minus de korting.
Artikel 13. Inherente afwijkingsbevoegdheid
Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
Lid 2 Het college kan besluiten bijzondere bijstand te verlenen in de vorm van een geldlening. U krijgt dan wel bijzondere bijstand maar zult deze moeten terugbetalen aan de gemeente. Het college kan dat doen als er sprake is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid bij betrokkene.
Betrokkene heeft volgens het college een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid als betrokkene handelingen verricht of nalaat waardoor een onnodig beroep op de bijzondere bijstand wordt gedaan. Bijvoorbeeld: betrokkene had recht op een andere regeling of uitkering. Maar door de eigen schuld van betrokkene krijgt deze de regeling of uitkering niet (meer).
Het gaat ook om het onverantwoord snel opmaken van vermogen door bijvoorbeeld een schenking of door uitgaven te doen die niet horen tot algemeen noodzakelijke kosten van bestaan. Of het onvoldoende reserveren van geld voor voorzienbare uitgaven door een onverantwoordelijk uitgavenpatroon, dat wil zeggen dat inkomen is uitgegeven aan niet noodzakelijke kosten van bestaan in plaats van aan het maken van reserveren voor voorzienbare kosten.
Lid 1 Bij bijzondere omstandigheden kan worden gedacht aan ingrijpende levensgebeurtenissen waarop betrokkene geen of nauwelijks invloed heeft gehad, zoals een ernstige ziekte of ongeluk van betrokkene of gezinslid, en/of het overlijden van een gezinslid, waardoor het leefritme van betrokkene dusdanig abrupt verstoord is geweest dat het begrijpelijk is dat de aanvraag later is ingediend.
Lid 2 Omdat de bewindvoerder of curator pas na de uitspraak van de rechter kennis kan nemen van de hoogte van het inkomen van de onder bewind gestelde en dit in de praktijk pas echt kan na een inventarisatie en beoordeling van de financiële gegevens, is het redelijk dat deze aanvragen met terugwerkende kracht gedaan kunnen worden tot drie maanden.
Lid 2. Er is sprake van overmacht bij bijvoorbeeld het ontslag van de bewindvoerder/bewindvoerderskantoor door de rechtbank vanwege nalatigheid of frauduleus gedrag van de bewindvoerder/bewindvoerderskantoor. Of als bewindvoerder/bewindvoerderskantoor failliet is verklaard of om andere reden stopt met het uitvoeren van zijn bewindvoeringstaken in het algemeen (niet in individuele gevallen).
Artikel 2.A Dit betreft een kan bepaling.
Het opleggen van een verhuisverplichting is met name aan de orde als de terugval in inkomsten langdurig is (langer dan driekwart jaar) of dat daar in ieder geval sterke aanwijzingen voor zijn ( bijvoorbeeld door ziekte, scheiding, overlijden, verlies van werk in een sector met lage werkgelegenheid/beperkte omscholingsmogelijkheden). Dan is het verhuizen naar een goedkopere woning een duurzame oplossing.
Het opleggen van een verhuisverplichting is minder aan de orde als de terugval in inkomsten meer tijdelijk van aard is (bijvoorbeeld door de tijdelijke Corona-maatregelen, kortdurende ziekte, verlies van werk in een sector met goede werkgelegenheid/brede mogelijkheden voor omscholing). Het opleggen van een verhuisverplichting moet dan goed afgewogen worden tegen de bredere kosten, zoals toename stress bij belanghebbende en de invloed daarvan op zijn of haar participatiemogelijkheden, als het ontstaan van onnodige (verhuis)kosten.
Artikel 2B. Ook dit betreft een kan bepaling.
Zoals blijkt uit de toelichting bij artikel 2A kan het College ervoor kiezen om geen verhuisverplichting op te leggen. Dit is aan de orde als de terugval in inkomsten tijdelijk van aard is. In sommige situaties is de tijdelijkheid mede afhankelijk van de keuzes van belanghebbende. Om te voorkomen dat de tijdelijke terugval in inkomsten door keuzes van belanghebbende toch langdurig van aard wordt kan het College, op voorstel van de consulenten, wel besluiten om aanvullende verplichtingen op te leggen (bijvoorbeeld inzicht in activiteiten om inkomen te verhogen) c.q. de duur van de woonkostentoeslag te beperken tot in eerste instantie een half jaar.
Artikel 4 en 5. Wij hanteren voor de begrippen rekenhuur, huurtoeslag en huurgrens dezelfde definities en bedragen als de Wet op de huurtoeslag
De rekenhuur is de kale huur die u betaalt plus servicekosten. Deze kunt u meestal terugvinden in uw huurcontract of in de brief over de jaarlijkse huurverhoging. De belastingdienst, en wij in het verlengde, hanteren maximale bedragen als het gaat om de servicekosten. Meer informatie hierover vindt u op de website van de belastingdienst (www.belastingdienst.nl).
Huurtoeslag is een bijdrage in de huurkosten van uw woning. U kunt deze bijdrage aanvragen bij de belastingdienst, specifiek toeslagen.
De huurgrens is een huurbedrag. Ligt uw rekenhuur boven de huurgrens? Dan heeft u voor een deel geen recht meer op huurtoeslag. De huurgrens is afhankelijk van uw leeftijd en gezinssamenstelling. U kunt de huurgrens terugvinden op de website van de belastingdienst (www.belastingdienst.nl
Indien een verhuisverplichting wordt opgelegd aan een belanghebbende met een koophuis, ontstaat de vraag of de woonkostentoeslag een uitkering om niet moet zijn, of een geldlening.
Immers, bij een verkoop kan het zijn dat belanghebbende komt te beschikking over een aanzienlijk geldbedrag uit overwaarde op het koophuis, terwijl hij tegelijkertijd geholpen is met gemeenschapsgeld.
Hier is de afweging gemaakt om te kiezen voor een geldlening zodra er een bepaalde mate van overwaarde op het koophuis zit. Daarmee wordt rekening gehouden met de Vermogensgrens zoals die door de Wet is bepaald. De Wetgever heeft immers niet voor niets gesteld dat vermogen dat daaronder ligt niet mee wordt geteld als financiële draagkracht. Het kan niet de bedoeling zijn dat het verstrekken van een woonkostentoeslag in de vorm van een geldlening leidt tot een te laag eigen vermogen van belanghebbende.
De terugvordering vindt plaats tot die financiële grens. In sommige gevallen betekent dat, dat er achteraf alsnog kwijtschelding plaats kan vinden voor een deel van de lening. Maar alles wat kan worden terugbetaald, wordt wel gevorderd.
Artikel 8 lid 2 sub a. Als belanghebbende geregistreerd staat als wanbetaler bij het CAK kan hij of zij zich niet aanvullend verzekeren en/of gebruik maken van de collectieve aanvullende verzekering van de gemeente. Er kan dan éénmalig bijzondere bijstand worden verstrekt voor kosten die zijn opgenomen in Gemeentepolis Garant Verzorgd 2 en/of Garant Tand verzorgd 2.
Lid 1. Bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage wordt noodzakelijk geacht als er een toevoeging door de Raad voor rechtsbijstand is afgegeven.
Lid 2. Met zeer uitzonderlijke gevallen worden bijvoorbeeld bedoeld gevallen waarin de verhuizing noodzakelijk en onvermijdelijk is én op korte termijn moet plaatsvinden, terwijl dit niet te voorzien was, en het mede door de tijdsdruk niet mogelijk is voor belanghebbende om voldoende te kunnen reserveren. Het kan bijvoorbeeld gaan om situaties waarin veranderingen qua veiligheid of de gezondheid van belanghebbende en/of thuiswonende kinderen vraagt om een snelle verhuizing.