Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoeksche Waard

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent Subsidiebeleidsregels gemeente Cromstrijen 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoeksche Waard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent Subsidiebeleidsregels gemeente Cromstrijen 2018
CiteertitelSubsidiebeleidsregels gemeente Cromstrijen 2018
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-07-2020nieuwe regeling

14-07-2020

gmb-2020-196943

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent Subsidiebeleidsregels gemeente Cromstrijen 2018

[Deze regeling is op 14 juli 2020 van toepassing verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente Hoeksche Waard. Dit besluit is bekend gemaakt op 30 juli 2020 in Gemeenteblad 2020, 195954.]

 

Hoofdstuk 1 Algemene beleidsregels

1.1 Algemeen

Deze beleidsregels zijn een praktische uitwerking van de Algemene Subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2015 en de door de gemeenteraad vastgestelde kaders. De verordening en de door de raad vastgestelde kaders omvatten het subsidiebeleid en kennen een sterke onderlinge samenhang en vormen een onlosmakelijk geheel samen met de Algemene wet bestuursrecht.

In de subsidieverordening staan de technische eisen, die aan de subsidie worden gesteld, vermeld.

Het beschrijft aan welke spelregels u als aanvrager en wij als verstrekker ons moeten houden.

Daarnaast heeft de gemeenteraad kaders vastgesteld die van invloed zijn op de subsidieverstrekking. Deze kaders zijn verwoord in het raadsbesluit van 27 maart 2018. In deze beleidsregels werken wij als college de technische regels en de kaders verder uit. Met deze regels sturen wij als gemeente op de gewenste maatschappelijke effecten. Uiteindelijk ontvangt u als aanvrager een beschikking, waarin de voorwaarden staan vermeld die wij aan de subsidieverstrekking verbinden.

 

1.1.1 Beleid: inhoudelijke verankering

Als wij in deze beleidsregels spreken over ‘het beleid’ dan bedoelen wij daarmee het vigerend gemeentelijke beleid dat op het moment dat deze beleidsregels zijn opgesteld, onder andere is vastgelegd in het collegeprogramma “Investeren in een vitale en betrokken gemeenschap”, het Regionaal Beleidsplan WMO 2015, het BRTA Jeugdhulp 2015, Visie voorschoolse voorzieningen, het welzijnsbeleid 2018 en het Accommodatiebeleid 2017.

 

De beleidsregels hebben wij ingedeeld in algemene regels en specifieke regels. De algemene regels gelden voor alle subsidieaanvragen en de specifieke beleidsregels geven aanvullende regels voor subsidieaanvragen die in een bepaalde categorie vallen.

 

1.1.2 Subsidiesoorten

Binnen de gemeente Cromstrijen kennen wij 2 verschillende subsidiesoorten, namelijk:

  • -

    Structurele subsidie

  • -

    Incidentele subsidie (de projectsubsidie is een bijzondere vorm van incidentele subsidie)

Daarnaast kennen wij regionale subsidies. Omdat u een regionale subsidie bij meerdere gemeenten in de regio kunt aanvragen en subsidieregels per gemeente kunnen verschillen, kunnen wij bij regionale subsidies afwijken van onze lokale regels. Een regionale subsidie kan op elke subsidiesoort van toepassing zijn:

 

1.1.3 Jubileumbijdrage

Een vereniging statutair gevestigd in de gemeente Cromstrijen kan in aanmerking komen voor een jubileumbijdrage. Hiervoor is een aparte regeling die wordt uitgevoerd door de afdeling Communicatie van de gemeente Cromstrijen.

 

1.1.4 Nieuwe subsidieaanvragen

Als u als instelling niet eerder een subsidie heeft aangevraagd bij onze gemeente of voor nieuwe/extra activiteiten/producten subsidie wilt aanvragen dan zien wij uw aanvraag als nieuwe aanvraag. Dit houdt o.a. in dat u extra gegevens moet aanleveren.

 

1.1.5 Maximaal beschikbare budgetten: subsidieplafonds

Het subsidieplafond voor incidentele subsidies wordt jaarlijks vastgesteld door de gemeenteraad. Vanaf 2018 stellen wij € 25.000 beschikbaar voor incidentele subsidies. Dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld door de gemeenteraad bij de begrotingsbehandeling.

 

Voor projectsubsidies (impulssubsidies en opleidingssubsidies) heeft de gemeenteraad voor de periode 2016-2019 jaarlijks € 15.000 beschikbaar gesteld. Deze regeling wordt met 2 jaar verlengd tot en met 2021. Voor structurele subsidies geldt het in de begroting opgenomen budget als subsidieplafond.

 

1.1.6 Grondslag subsidie

De hoogte van de subsidie wordt zo veel mogelijk gekoppeld aan de activiteiten of resultaten. Er wordt niet – of zo min mogelijk – uitsluitend gesubsidieerd op basis van kosten of uitgaven.

Bij het bepalen van de hoogte van de subsidie kijken we naar de mogelijkheden voor het verwerven van eigen inkomsten en een redelijke bijdrage of contributie van deelnemers.

 

1.1.7 Voorschotten

Het college kan voorschotten op de subsidie verlenen. Voorschotten worden bij de vaststelling van de subsidie verrekend. Indien blijkt dat meer aan voorschotten is verstrekt dan waarop de aanvrager bij de vaststelling recht heeft, kan het college bepalen dat het verschil wordt teruggestort in de gemeentekas of dat het verschil in mindering wordt gebracht op te verstrekken voorschotten op andere subsidies. Het college kan huurbedragen voor gemeentelijke accommodaties en overige vorderingen op een aanvrager rechtstreeks verrekenen met de voorschotten.

 

Het college kan het verlenen van voorschotten opschorten indien een aanvrager naar zijn oordeel niet in voldoende mate de aan de toekenning van de subsidie verbonden voorwaarden.

 

1.1.8 Eigen vermogen en reservevorming

Tot het eigen vermogen wordt gerekend de algemene reserves, de egalisatiereserve, bestemmingsreserves en overige reserves. Indien de jaarlijkse toevoeging aan het eigen vermogen meer dan 10 procent van de exploitatiekosten bedraagt, dient het meerdere bedrag teruggestort te worden naar de gemeente Cromstrijen. Het terug te storten bedrag kan evenwel niet hoger zijn dan de in dat jaar verleende subsidie. In de uitvoeringsovereenkomst kan van deze verplichting ontheffing worden verleend.

 

Deze verplichting geldt niet voor subsidieontvanger waarvan de verleende subsidie lager is dan € 1.500.

 

Bestemmingsreserves

  • -

    Het college kan de gesubsidieerde rechtspersoon toestemming verlenen om bestemmingsreserves of voorzieningen te vormen;

  • -

    Het college geeft instemming voor het vormen van een bestemmingsreserve, indien naar het oordeel van het college de noodzaak hiertoe door de gesubsidieerde rechtspersoon is aangetoond;

  • -

    Bestemmingsreserves mogen slechts worden aangewend voor het doel waarvoor ze zijn gevormd.

 

1.1.9 Aanvullende subsidievoorwaarden

  • -

    Aan de subsidieverlening kan de voorwaarde verbonden worden dat subsidieontvanger actief een maatschappelijke tegenprestatie leveren.

  • -

    Bij activiteiten gericht op een brede doelgroep is de voorwaarde verbonden dat de activiteit actief bekend wordt gemaakt, bijvoorbeeld in de bekende huis-aan-huis-bladen of via de gemeentelijke kanalen (zoals de gemeentelijke activiteitenkalender op www.cromstrijen.nl).

  • -

    Bij activiteiten voor kinderen of mensen met een verstandelijke beperking is de voorwaarde verbonden door zowel professionals als vrijwilligers beschikken over een VOG. Elke vrijwilliger die werkt met kinderen of met mensen met een verstandelijke beperking kan een gratis VOG krijgen. De vrijwilliger kan met de VOG aantonen dat hij of zij in het verleden niet iets heeft gedaan dat het vrijwilligerswerk in de weg staat. Vrijwilligersorganisaties zonder winstoogmerk kunnen voor hun vrijwilligers kosteloos een VOG opvragen (www.justis.nl).

1.2 Structurele subsidie

Indieningstermijn

Een aanvraag voor structurele subsidie moet u indienen uiterlijk 1 mei in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

 

Subsidieaanvrager

Voor structurele subsidie komen alleen organisaties met volledige rechtsbevoegdheid in aanmerking.

 

Subsidieverlening

Uiterlijk 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, informeren wij u over ons besluit over uw aanvraag.

 

Voorschotten

Structurele subsidies worden verleend per boekjaar. Aan het begin van het boekjaar wordt een voorschot betaald. Bij bedragen tot € 1.500 wordt het totale subsidiebedrag in één keer als voorschot uitbetaald. Bij hogere bedragen kan er ook gekozen worden voor voorschotten per half jaar, kwartaal of maand uit te betalen.

 

Uitvoeringsovereenkomst

Bij structurele subsidies vanaf € 5.000 kan een uitvoeringsovereenkomst worden gesloten tussen het college en de subsidieontvanger. Daarin staan onder meer bepalingen over de inhoud, duur en wijziging van de overeenkomst. In de overeenkomst kan worden bepaald dat de subsidieontvanger verplicht is de activiteiten te verrichten waarvoor de subsidie is verleend. Ook kan een percentage worden opgenomen om prijsstijgingen te compenseren.

 

Verantwoording en vaststelling

De ontvanger van een structurele subsidie dient voor 1 mei van het jaar volgende op het jaar waarover subsidie is ontvangen een aanvraag tot vaststelling in. Indien deze termijn niet gehaald kan worden moet u voor 1 mei uitstel aanvragen.

  • Bij een subsidie tot € 5.000 moet u aantonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Deze verantwoording is vormvrij. Het college kan aanvullende informatie vragen als dat nodig is voor de beoordeling.

  • Bij een subsidie vanaf € 5.000 tot € 50.000 bevat de aanvraag tot vaststelling tenminste een inhoudelijk verslag waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht. Het college kan aanvullende informatie opvragen als dat nodig is voor de beoordeling.

  • Bij een subsidie vanaf € 50.000 is een aanvullende financieel verslag of jaarverslag vereist, een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop en een accountantsverklaring. Het college kan aanvullende informatie opvragen als dat nodig is voor de beoordeling.

Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, blijkt dat voor de beslissing een langere termijn nodig is, dan informeert het college u daar zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag over.

1.3 Incidentele subsidie

Vind uw activiteit eenmalig of niet regelmatig plaats? Dan kunt u een incidentele subsidie oftewel eenmalige subsidie aanvragen.

 

Subsidieaanvraag

U kunt gedurende het hele boekjaar (1 januari t/m 31 december) een incidentele subsidie aanvragen. Aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst van de volledige (complete) aanvraag. De aanvraag moet twee maanden voor aanvang van het project ingediend worden.

Bij uw schriftelijke aanvraag om subsidieverlening voegt u in ieder geval:

  • een activiteitenbeschrijving;

  • een begroting van inkomsten en uitgaven van de activiteit.

Subsidieaanvrager

Groepen van natuurlijke personen kunnen in aanmerking komen voor incidentele subsidie als de activiteit waarvoor zij subsidie aanvragen in het belang van (een deel van) de Cromstrijense bevolking is.

 

Bij subsidie aan een groep van natuurlijke personen zijn zij als persoon verantwoordelijk voor een rechtmatige besteding van de subsidie. Bij het in gebreke blijven kunnen zij daarvoor als natuurlijk persoon hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld.

 

Bij subsidiebedragen hoger dan € 1.500 wordt alleen subsidie verstrekt aan rechtspersonen met een volledig rechtsbevoegdheid. Dit zowel om als gemeente meer zekerheid te hebben als om risico’s voor de subsidieaanvrager te beperken.

 

Subsidieplafond en verdeling

Het subsidieplafond voor incidentele subsidies wordt jaarlijks vastgesteld door de gemeenteraad. Voor

2018 is een totaal subsidie van € 25.000 beschikbaar. Bij de verdeling van het beschikbare bedrag tot het subsidieplafond geldt de volgorde van ontvangst van de aanvragen.

 

Subsidieverlening

Binnen 8 weken nadat u een aanvraag hebt ingediend, nemen wij een besluit over uw aanvraag.

 

Subsidievoorwaarden

Een aanvraag voor een incidentele subsidie moet voor toewijzing in ieder geval voldoen aan de volgende inhoudelijke voorwaarden:

  • Elke organisatie kan maximaal 2 keer per jaar een incidentele subsidie aanvragen;

  • Alleen organisaties uit de gemeente Cromstrijen of de Hoeksche Waard komen in aanmerking voor een incidentele subsidie mits de activiteit (ook) in Cromstrijen plaatsvindt;

  • Naast deze voorwaarden toetsen wij elke aanvraag ook aan de uitgangspunten /weigeringsgronden zoals genoemd in de Algemene subsidieverordening Gemeente Cromstrijen 2015 (artikel 8).

Bij een negatieve beoordeling op basis van het niet voldoen aan de voorwaarden, bieden wij u niet de mogelijkheid om in een ander jaar opnieuw hetzelfde verzoek in te dienen. Bij een afwijzing op grond van het bereiken van het subsidieplafond, bieden wij u wel de mogelijkheid om in een volgend tijdvak opnieuw hetzelfde verzoek in te dienen.

 

Voorschotten

Na verlening van de incidentele subsidie wordt een voorschot uitbetaald. Bij activiteiten waarvan de doorgang nog onzeker is, kan het college besluiten om geen voorschot te betalen en de subsidie pas na vaststelling te betalen.

 

Verantwoording en vaststelling

Bij een incidentele subsidie moet u binnen 13 weken nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht of afgerond een verantwoording indienen.

  • Voor een subsidiebedrag tot € 5.000 moet u aantonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Deze verantwoording is vormvrij. Het college kan aanvullende informatie vragen als dat nodig is voor de beoordeling.

  • Bij een subsidie vanaf € 5.000 bevat de aanvraag tot vaststelling tenminste een inhoudelijk verslag waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht. Het college kan aanvullende informatie opvragen als dat nodig is voor de beoordeling.

Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, blijkt dat voor de beslissing een langere termijn nodig is, dan informeert het college u daar zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag over.

1.4 Regionale subsidie

Organiseert u een activiteit welke een regionaal karakter heeft? Dan betreft uw aanvraag een regionale subsidie. Van een regionaal karakter is sprake als uw activiteit plaatsvindt in (delen van) de Hoeksche Waard, het gebied van het Samenwerkingsverband Zuid-Holland Zuid of de Zuid-Hollandse Eilanden.

 

Het regionale beleid is leidend bij de beoordeling van uw subsidieaanvraag. Wanneer er geen regionale afspraken van toepassing zijn op uw aanvraag dan kijken wij naar ons lokale beleid.

 

Het verlenen van subsidie is in beginsel afhankelijk van een gezamenlijk advies van de betrokken gemeenten. Dit gezamenlijke advies komt voort uit het Regionaal Portefeuillehoudersoverleg Samenleving. Bij het bepalen van de hoogte van de subsidie gaan wij uit van een bijdrage naar rato van het aantal inwoners.

Hoofdstuk 2 Specifieke beleidsregels

2.1 Projectsubsidies 2019-2021

Doel

De projectsubsidies zijn onderverdeeld in twee doelen.

  • 1.

    Het doel van de impulssubsidie is om een nieuwe impuls aan verenigingen te geven, door middel van de organisatie van een nieuwe activiteit.

  • 2.

    Het doel van de opleidingssubsidie is verdere professionalisering door het mogelijk maken voor leden om een cursus of training te volgen.

Activiteit

  • 1.

    Voor de impulssubsidie gaat het om activiteiten voor (een deel van) de inwoners van Cromstrijen, maar ook bijvoorbeeld in samenwerking met het onderwijs, het jongerenwerk of voor een ledenwervingsactie. De subsidie is bestemd voor een nieuwe, innovatieve activiteit naast het bestaande aanbod van de aanvragende organisatie.

  • 2.

    Voor de opleidingssubsidie gaat het om opleidingen en trainingen voor (een groep van) leden met als doel de vereniging te professionaliseren, te versterken of beter uit te rusten voor de toekomst.

Doelgroep

De subsidie is bestemd voor alle verenigingen en stichtingen zonder commercieel karakter, scholen, Brede school, Jongerenwerk, en ook onder andere Stichting NU! en het welzijnswerk, uit de gemeente Cromstrijen. De impulssubsidie is ook bestemd voor een groep van natuurlijke personen.

Algemene voorwaarden

Naast bovenstaande voorwaarden moet een aanvraag ook aan een aantal algemene voorwaarden voldoen:

  • De activiteit of de opleiding moet ten gunste komen van de inwoners en/of de vereniging in de gemeente Cromstrijen;

  • De subsidie is per aanvraag gemaximeerd op € 1.500,00;

  • Het aantal deelnemers moet in relatie staan tot het budget;

  • De aanvragende organisatie levert een eigen bijdrage van minimaal 10% van de aangevraagde subsidie. Dit mag ook door middel van een deelnemersbijdrage;

  • De activiteit mag geen commercieel karakter hebben;

  • Structureel gesubsidieerde instellingen die meer dan € 75.000,- per jaar ontvangen, komen slechts eenmaal in de twee jaar in aanmerking voor de eenmalige projectsubsidie.

Aanvullende voorwaarden opleidingssubsidie

  • De vereniging/organisatie moet aan kunnen tonen dat zij zelf niet over voldoende budget beschikt door middel van een jaarrekening van het voorafgaande jaar; - De cursus of opleiding duurt maximaal een jaar.

Soort subsidie

Incidentele subsidie

Beschikbaar budget In de periode 2016-2021 is jaarlijks een budget van € 15.000 beschikbaar.

2.2 Sport

Doel

  • 1.

    Algemene waardering van lokale sportverenigingen, dat wil zeggen verenigingen in de breedte waarderen voor al hun activiteiten

  • 2.

    Bevorderen actieve sportdeelname door specifieke doelgroepen uit Cromstrijen, te weten:

    jeugd en kwetsbare inwoners

  • 3.

    Stimuleren samenwerking tussen lokale onderwijs- of zorginstellingen en lokale sportverenigingen

Activiteit

  • 1.

    Het organiseren van sportactiviteiten voor leden van de sportvereniging

  • 2.

    Het organiseren van sportactiviteiten voor de doelgroepen jeugd, ouderen, gehandicapten of andere kwetsbare inwoners.

  • 3.

    Het organiseren van sportactiviteiten gericht op samenwerking met lokale onderwijs- en/of zorginstellingen.

2.3 Muziekeducatie en -beoefening

Doel

Bevorderen deelname van inwoners aan activiteiten op het gebied van sport, cultuur en recreatie

Activiteit

Muziekbeoefening en -educatie

Soort subsidie

Structurele subsidie

Nadere voorwaarden

  • muziekverenigingen verzorgen een aantal optredens per jaar tijdens een hoogtijdag of evenement

  • muziekverenigingen verzorgen muziekopleiding voor jeugdleden

  • muziekverenigingen gebruiken een deel van de subsidie aantoonbaar voor het creeren van een reserve, zodat de vereniging zelf zorgt voor de aanschaf c.q. vervanging van instrumenten en uniformen

2.4 Onderwijsbegeleiding

Doel

Onderwijsbegeleiding, vergroten onderwijskansen

Doelgroep

De regeling staat open voor scholen voor (speciaal) basisonderwijs Activiteit

  • 1.

    Het leveren van een bijdrage aan het voorkomen van leerachterstanden en gedragsproblemen van kinderen (specifieke leerlingenzorg) op het terrein van;

    • a.

      onderzoek van leerlingen en advisering van leerkrachten en ouders waarbij het duidelijk moet zijn dat aangevraagde activiteiten leiden tot structurele en duurzame resultaten. Het moet het onderwijs versterken. Geen activiteiten die door externe worden uitgevoerd waardoor bij beëindiging ook de kennis verdwijnt. Door eigen personeel op te leiden heeft het meer lange termijn effecten.

  • 2.

    Het leveren van een bijdrage aan het versterken van de zorgtaak van de school aan de leerlingen (onderwijsverbetering) op één van de onderstaande terreinen;

    • a.

      Specifieke activiteiten met betrekking tot het versterken van de pedagogische en didactische vaardigheden van leraren. De aanvullende onderwijsbegeleiding zal de nadruk moeten leggen op de sociaal emotionele ontwikkelingen van leerlingen door leerkrachten zelf hiervoor te trainen. Hierdoor kunnen zij zelf worden ingezet op school en is inzet van externe niet altijd nodig. Dit heeft de voorkeur boven het “meer handen principe”

    • b.

      Maatregelen die aantoonbaar onderdeel gaan vormen van het concept van de school om ‘passend onderwijsaanbod” te realiseren.

Soort subsidie

Structurele subsidie per schooljaar

2.5 Welzijn

Doel

Het bieden van financiële steun voor projecten die de zorg voor en het welzijn van inwoners van de gemeente Cromstrijen bevorderen.

Activiteiten

  • 1.

    Ontmoeting en (re)creatie;

  • 2.

    Leren en ontwikkelen;

  • 3.

    Vrijwilligersondersteuning

  • 4.

    Lichte preventieve hulp

Soort subsidie

Structurele subsidie

Nadere voorwaarden

  • -

    Voorwaarde is dat het past in een van de 4 bovengenoemde categorieën, waarbij we weten dat activiteiten voor recreatie en ontmoeting al ruimschoots aanwezig zijn.

  • -

    Rekening houden met het aantal inwoners dat van de activiteiten gebruik maakt

  • -

    Waarbij ook rekening wordt gehouden met de frequentie van de activiteit

  • -

    In hoeverre wordt een maatschappelijk doel en maatschappelijk resultaat bereikt

  • -

    Hoe groot is de eigen inbreng en eigen bestuurskracht - Innovatieve activiteiten hebben een voorkeur

Herijking subsidiebeleid 2018:

ANDERS DENKEN OVER SUBSIDIE

Herijking subsidiebeleid: Anders denken over subsidie

Anders denken over subsidie betekent op de eerste plaats dat we de vanzelfsprekendheid loslaten waarmee in het verleden subsidie werd verleend. We gaan subsidie gerichter inzetten om gemeentelijke beleidsdoelen te bereiken. En we gaan extra inspanningen vanuit de samenleving die bijdragen aan de maatschappelijke opgave en ambitie van de gemeente ook extra belonen. Wie meer bijdraagt aan de doelen en effecten, mag meer van de gemeente verwachten.

 

 

1. Inleiding

De gemeente Cromstrijen kent een rijk verenigingsleven en telt vele (vrijwilligers)organisaties die een bijdrage leveren aan de maatschappelijke doelen in onze gemeente. Daar zijn we trots op.

 

Wij subsidiëren organisaties die een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van beleidsdoelen die zonder subsidie niet of niet helemaal gerealiseerd zouden kunnen worden. Subsidieverstrekking is daarmee een belangrijk instrument om gemeentelijke doelen te realiseren.

 

Maatschappelijke veranderingen

De gemeente heeft te maken met een veranderde maatschappelijke opgave in het sociaal domein. Begrippen als preventie, de kanteling, zelfredzaamheid en eigen kracht hebben hun intrede gedaan en/of een nadrukkelijke plaats gekregen in het gemeentelijk beleid. Ook van onze partners verwachten we soms een andere rol en houding. Wij willen daarom nadenken over hoe we het beleidsinstrument subsidie beter kunnen laten aansluiten bij deze veranderingen.

 

Investeren in een vitale en betrokken gemeenschap.

Wij willen investeren in een vitale en betrokken gemeenschap en gaan daarom aan (onder andere) de volgende zaken werken:

  • Het faciliteren van initiatieven van burgers, instellingen en bedrijven.

  • Faciliteren scholing en kennisuitwisseling van vrijwilligers.

  • Meer duurzame collectieve voorzieningen waardoor het beroep op individuele zorg vermindert.

  • Preventie vorm geven: van oplossen naar voorkomen.

Het subsidiebeleid moet daar een stimulerende en ondersteunende bijdrage aan leveren.

 

Nieuw welzijnsbeleid

Tegelijk met de herijking van het subsidiebeleid ontwikkelt Cromstrijen nieuwe kaders voor het welzijnsbeleid. Dit tegen de achtergrond van

  • a.

    het onderzoek naar de welzijnsbehoefte van inwoners, nieuwe bewonersinitiatieven (burgerkracht) en het aanbod van welzijnsactiviteiten;

  • b.

    de halvering van de subsidie van Welzijn Hoeksche Waard, waardoor in 2018 ruimte van circa € 65.000,- ontstaat voor nieuwe activiteiten en voorzieningen en in 2019 van € 130.000.

Bestuurlijke toekomst

De onzekerheid over de bestuurlijke toekomst van de Hoeksche Waard vormt geen aanleiding om van de herijking van het subsidiebeleid uit te stellen. Het is juist belangrijk om een heldere visie te hebben op hoe wij het instrument subsidie willen inzetten voor onze kernen. Bovendien, het anders denken over subsidie is ook elders in de Hoeksche Waard en in het land een actuele ontwikkeling.

 

Omdat wij onze structurele subsidiepartners niet willen belasten met opeenvolgende financiële gevolgen van het nieuwe subsidiebeleid en de bestuurlijke toekomst, geldt een overgangsperiode voor structurele subsidies totdat er nieuw (regionaal) beleid is vastgesteld. Wij zullen tijdens de overgangsperiode voor structurele subsidies nog geen financiële gevolgen verbinden aan het nieuwe subsidiebeleid. Wij willen organisaties op deze manier de mogelijkheid en vooral de tijd geven om de omslag in denken met ons te maken.

 

Geen bezuinigingsdoelstelling

De herijking van het subsidiebeleid heeft geen bezuinigingsdoelstelling. Uiteraard kan het nieuwe beleid gevolgen hebben voor de hoogte van subsidies van bestaande subsidieontvangers, maar dit is nadrukkelijk niet het doel.

 

Participatie

Bij het veranderen van het subsidiebeleid hebben we te maken met veel verschillende partijen: dat vraagt om een breed draagvlak. Daarom hebben we in november 2017 een bijeenkomst georganiseerd voor (mogelijke) subsidieontvangers, hier waren 39 personen van 26 verschillende organisaties aanwezig. De gemeenteraad is tijdens een raadsinformatieavond in januari 2018 betrokken.

2. De huidige situatie

Het huidige beleid en regels zijn vastgelegd in de volgende documenten:

  • Algemene subsidieverordening Cromstrijen 2015 (Asv)

  • Subsidienota sociaal domein gemeente Cromstrijen 2013

  • Voorwaarden Projectsubsidie 2016-2019

 

Op dit moment zijn er 4 categorieën subsidies/subsidieontvangers te onderscheiden:

  • 1.

    Incidentele subsidies. Dit zijn de eenmalige subsidies. Binnen deze categorie is er een specifieke regeling voor projectsubsidies voor (1) impulssubsidie en (2) opleidingssubsidie. Het totale bedrag aan reguliere incidentele subsidies per jaar wisselt – afhankelijk van de toegekende aanvragen – maar zit ergens tussen € 15.000 en € 20.000. Voor de projectsubsidies is daarnaast voor de periode 2016- 2019 jaarlijks € 15.000 beschikbaar.

  • 2.

    Structurele jaarlijkse subsidies aan vrijwilligersorganisaties op het gebied van sport, cultuur, welzijn, jeugd, leefbaarheid en recreatie). Dit zijn jaarlijks 26 a 27 verenigingen en stichtingen en een totaal subsidiebedrag van ongeveer € 80.000.

  • 3.

    Structurele jaarlijkse subsidies aan professionele organisaties, zoals de bibliotheek, Welzijn Hoeksche Waard, de schoolbesturen, etc. Dit is samen een jaarlijks bedrag van ruim € 460.000. Voor de voorschoolse voorzieningen is sinds 1 januari 2018 een specifieke subsidieregeling van kracht, dit gaat om een totaal subsidiebedrag van ongeveer € 80.000.

  • 4.

    Regionale subsidies voor organisaties die in tenminste 3 van de 5 gemeenten in de Hoeksche Waard werkzaam zijn en waarvan de subsidie via het regionaal samenwerkingsverband worden verstrekt zoals het Streekmuseum, de dierenambulance, de voedselbank, regionaal jeugdbeleid, voorzieningen in het kader van de Wmo en het maatschappelijk werk. Dit gaat samen om een bedrag van ruim € 350.000.

 

Voor jubilerende verenigingen en stichtingen is er een regeling waarbij een bescheiden bedrag per jaar dat men bestaat kan krijgen als stimulerende bijdrage en om hen te bedanken voor hun structurele bijdrage aan de Cromstrijense samenleving.

 

In de praktijk worden bij het werken met het huidige beleid en regels de volgende knelpunten ervaren:

  • Er wordt relatief veel gebruik gemaakt van de hardheidsclausule om toch subsidie te verlenen ondanks dat de regels hier niet voldoende ruimte voor bieden (omdat de regels niet aansluiten bij wat wenselijk wordt geacht)

  • Er wordt een inhoudelijk afwegingskader gemist om activiteiten aan te toetsen. Het is nu te breed en te vrijblijvend. Waarom vinden we bepaalde activiteiten wenselijk en waarom andere niet?

  • Veel subsidies worden nu verstrekt op basis van ‘historie’ en hebben weinig samenhang met het actuele gemeentelijk beleid. In veel gevallen is niet meer duidelijk te herleiden waarom er voor bepaalde activiteiten wel en voor andere geen subsidie wordt verstrekt. En soms is niet scherp te herleiden waarop de hoogte van de verleende subsidie is gebaseerd.

  • In de regeling voor projectsubsidies zit een onderdeel (impulssubsidie) om vernieuwende initiatieven mogelijk te maken, maar in de regeling zelf zit een rem op vernieuwend gedrag doordat eenzelfde organisatie maar een aanvraag per jaar mag indienen.

  • Wij willen initiatieven van burgers faciliteren, maar de Asv 2015 geeft aan dat we alleen subsidie verlenen aan organisaties met rechtspersoonlijkheid. Bij de herijking moet gekeken worden onder welke voorwaarden particuliere initiatieven subsidie kunnen ontvangen.

  • Het huidige beleid is dat religieuze organisaties geen subsidie kunnen ontvangen, terwijl zij wel degelijk een rol hebben binnen het sociaal domein. Bij de herijking moet gekeken worden onder welke voorwaarden kerken subsidie kunnen krijgen.

  • Regionale subsidies: hier moet een uitzondering voor worden benoemd.

3. Nieuwe kaders voor subsidie

Het nieuwe subsidiebeleid heeft als doel de subsidiemiddelen doelgericht in te zetten en krachtige en toekomstbestendige organisaties te realiseren.

 

De volgende speerpunten staan centraal binnen het nieuwe beleid:

 

3.1. We koppelen subsidie aan onze maatschappelijke opgaven.

Omdat wij als gemeente subsidie zien als een instrument voor het bereiken van onze maatschappelijke opgaven, koppelen we subsidie aan daaraan. De kern van die verandering is de omslag van ‘de vanzelfsprekendheid van subsidie’ naar ‘aantonen van een eigen maatschappelijke relevantie’, die gekoppeld is aan de maatschappelijke opgaven van de gemeente.

 

Wij hebben onze maatschappelijke opgave op dit moment vastgelegd in het Collegeprogramma 2014-2018, het Regionaal beleidsplan Wmo 2015, het BRTA Jeugdhulp 2015, Visie voorschoolse voorzieningen, het Accommodatiebeleid en het recent ontwikkelde welzijnsbeleid. De volgende speerpunten staan hier steeds centraal:

  • Het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving en de leefbaarheid en vitaliteit in de kernen;

  • Het bevorderen van de deelname en ontwikkelingsmogelijkheden van inwoners;

  • Eigen kracht en zelfredzaamheid van inwoners benutten en zo nodig stimuleren;

  • Hulp voor inwoners die kwetsbaar zijn;

  • Meer inzetten op preventie en vroegsignalering: voorkomen in plaats van oplossen.

 

3.2. Eigen kracht

Organisaties moeten eerst kijken wat ze zelf kunnen en wat ze samen met andere organisaties in onze gemeente kunnen realiseren. Wij willen een beroep doen op de zelfredzaamheid van organisaties en houden daarom rekening met het verwerven van eigen inkomsten en een redelijke bijdrage/contributie.

 

 

3.3. Wie meer bijdraagt, mag meer van ons verwachten

Uitgangspunt is dat we extra inspanningen die gericht zijn op de maatschappelijke opgaven ook extra belonen. Daarbij houden wij bijvoorbeeld rekening met de (extra) personele inzet van vrijwilligers.

 

Uiteraard zullen (vrijwilligers)organisaties in eerste instantie vanuit hun bestaande activiteiten een bijdrage kunnen leveren aan de gemeentelijke opgaven. Maar we willen hen ook uitdagen om aangrenzende en vernieuwende activiteiten te ontwikkelen die aansluiten bij de beleidsambitie van de gemeente. Ze worden bijvoorbeeld uitgedaagd om activiteiten nadrukkelijker aan te bieden, breder toegankelijk te maken of toegankelijk te maken voor doelgroepen met specifieke ondersteuningsbehoeften bijvoorbeeld in relatie tot het Wmobeleid.

 

 

3.4. Subsidie aan natuurlijke personen en kerken

 

Subsidie aan (een groep van) natuurlijke personen

Tot nu toe hebben wij (vrijwel) uitsluitend verleend aan organisaties met rechtspersoonlijkheid. Dat gaf een aantal voordelen zoals duidelijkheid over de doelstelling van de organisatie, duidelijkheid dat er geen sprake is van een privébelang, door de organisatievorm is continuïteit beter gewaarborgd en het is duidelijk wie er aansprakelijk is als dat nodig blijkt.

 

Wij willen echter ook de mogelijkheid hebben om onder bepaalde voorwaarden incidentele subsidie te verlenen aan burgerinitiatieven die wij als kansrijk en passend beoordelen. Belangrijke voorwaarden zijn in ieder geval dat het om een beperkt bedrag gaat en er geen sprake mag zijn van een privébelang.

 

Subsidie aan kerken

Ook het oogpunt van scheiding van kerk en staat was ons beleid om geen subsidie te verlenen aan kerken en/of andere levensbeschouwelijke organisaties, ongeacht het doel waarvoor subsidie werd gevraagd.

 

Kerken vervullen echter een belangrijke rol in het realiseren van de maatschappelijke opgaven van de gemeente. Wij willen daarom de mogelijkheid hebben om onder bepaalde voorwaarden subsidie te verlenen aan kerken of andere levensbeschouwelijke organisaties. Belangrijke voorwaarden hierbij zijn dat de activiteiten zich niet beperken tot leden van de betreffende organisatie, maar feitelijk voor een ieder toegankelijk zijn en dat de activiteiten niet gericht zijn op religieuze of levensbeschouwelijke vorming.

 

3.5. Wij willen krachtige en toekomstbestendige (vrijwilligers)organisaties.

Wij handhaven de regeling voor projectsubsidies (een specifieke vorm van incidentele subsidie), die bestaat uit de impulssubsidie en de opleidingssubsidie.

 

Impulssubsidie

De impulssubsidie is bedoeld als stimulans om innovatieve activiteiten te organiseren die een nieuwe impuls kunnen geven aan een vereniging. Dit kan een activiteit zijn voor (een deel van) inwoners van Cromstrijen, maar ook een samenwerking met onderwijs, het jongerenwerk of voor een ledenwervingsactie.

 

Opleidingssubsidie

Het doel van de opleidingssubsidie is verdere professionalisering door het mogelijk maken voor leden / kader om een cursus of training te volgen.

 

3.6. We stimuleren samenwerking en nieuwe verbindingen

Samenwerking tussen organisaties in Cromstrijen bevorderen wij. Voorstellen waarbij sprake is van samenwerking tussen partners hebben een streepje voor.

 

3.7. We werken met andere grondslagen en verdeelsleutels

Historisch gegroeide subsidiegrondslagen zoals ledenaantallen of aantallen inwoners worden heroverwogen. Het subsidiebedrag wordt waar mogelijk gekoppeld aan gewenste activiteiten of resultaten. Er wordt niet – of zo min mogelijk – uitsluitend gesubsidieerd op basis van kosten/uitgaven.

 

Wij willen een beroep doen op de zelfredzaamheid van organisaties en houden daarom rekening met het verwerven van eigen inkomsten en een redelijke bijdrage/contributie.

 

3.8 We ondersteunen ook op andere manieren

Naast het verlenen van subsidie, ondersteunen wij onze vrijwilligersorganisaties ook op andere manieren. Bijvoorbeeld bij het krijgen van toegang tot specifieke deskundigheid, door het regelen van praktische zaken bij evenementen of bij communicatie en publiciteit.

4. Wat moet er geregeld worden

Wijzigen Algemene subsidieverordening gemeente Cromstrijen 2015

De algemene subsidieverordening bevat algemene kaders en regels voor subsidies. In de Asv worden wel de beleidsterreinen benoemd waarvoor subsidie verleend wordt, maar niet de inhoudelijke doelen en uitwerking. Om ruimte te geven voor het nieuwe subsidiebeleid is het nodig een aantal artikelen van de Asv te wijzigen.

 

Beleidsregels subsidies samenleving Sociaal domein gemeente Cromstrijen 2018 De beleidsregels zijn een praktische uitwerking van de subsidieverordening, het subsidiebeleid en inhoudelijk beleid zoals dat is vastgelegd het collegeprogramma, regionale beleidsstukken op het gebied van de Wmo en Jeugdhulp en lokale beleidsstukken zoals het welzijnsbeleid en het accommodatiebeleid.

 

Jaarlijks besluit over subsidieplafond incidentele subsidies en projectsubsidies

Voor incidentele subsidies en projectsubsidies wordt jaarlijks een subsidieplafond vastgesteld. Deze plafonds zijn afhankelijk van de financiële kaders die de raad bij de begroting heeft vastgesteld.

 

Zorgvuldige overgang voor structurele subsidies

De ambitie die in dit beleid is beschreven, betekent voor alle partijen een verandering van perspectief. Dit veranderingsproces willen wij zorgvuldig doorvoeren. Voor structurele subsidies geldt een overgangsperiode totdat er nieuw (regionaal) beleid is vastgesteld. Wij zullen tijdens de overgangsperiode voor structurele subsidies nog geen financiële gevolgen verbinden aan het nieuwe subsidiebeleid. Wij willen organisaties op deze manier de mogelijkheid en vooral de tijd geven om de omslag in denken met ons te maken. Met organisaties die in 2018 en daarvoor een structurele subsidie hebben ontvangen gaan wij in gesprek over de verdere uitwerking van het nieuwe subsidiebeleid in maatschappelijke effecten, subsidiegrondslagen en verdeelsleutel.