Organisatie | Nijmegen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Kwaliteitsverordening kinderopvang |
Citeertitel | Kwaliteitsverordening kinderopvang |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
art. 149 Gemeentewet en art. 20 Welzijnswet 1994
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-02-2002 | 01-01-2021 | Onbekend | 30-01-2002 Gemeenteblad 2002/057 | Raadsvoorstel 9/2002 |
De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 8 juli 1998;
Gelezen het voorstel van College van burgemeester en wethouders van 10 maart 1998;
Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 20 van de Welzijnswet 1994;
Vast te stellen de Kwaliteitsverordening kinderopvang die als volgt luidt:
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regels wordt verstaan onder:
1. a. in een kindercentrum werkzame persoon die werkzaamheden verricht, opgenomen in de voor kinderopvang geldende CAO, en die over de voor die werkzaamheden benodigde opleiding beschikt;
b. in een kindercentrum werkzame persoon van minimaal 18 jaar oud die de beroepsbegeleidende leerweg volgt, onder de voorwaarden dat het kindercentrum een erkend leerbedrijf is, beschikt over een scholings- en loopbaanbeleid en de betreffende persoon op een adequate manier begeleidt.
2. in een gastouderbureau werkzame persoon, belast met de bemiddeling van gastouderopvang, die voor zijn werkzaamheden de op grond van de voor de kinderopvang geldende CAO benodigde opleiding heeft.
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 nemen burgemeester en wethouders, voor zover de aanhouding bedoeld in het eerste lid langer duurt dan de in artikel 6 gestelde termijnen, de beslissing op een aanvraag om vergunning of een verzoek tot ontheffing zo spoedig mogelijk na afloop van de in artikel 6 bedoelde termijnen.
Artikel 8 Duur van de vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing wordt verleend voor ten hoogste vijf jaar.
Paragraaf 1 Regels voor alle vormen van kinderopvang
Artikel 12 Invloed van functionarissen, gastouders en begeleiders op het beleid van de houder
De houder zorgt ervoor dat de invloed van functionarissen, gastouders en begeleiders op het beleid van de houder gewaarborgd is.
Artikel 13 Informatie aan ouders/verzorgers
De houder van een kindercentrum of een gastouderbureau informeert de ouders/verzorgers voorafgaand aan het aangaan van de overeenkomst schriftelijk over:
Paragraaf 2 Specifieke regels voor kindercentra
Artikel 15 Groepsgrootte en aantallen functionarissen
Ten minste één functionaris wordt ingezet voor de verzorging en opvoeding van gelijktijdig ten hoogste:
a. 4 kinderen in de leeftijd van 0 tot 1 jaar;
b. 5 kinderen in de leeftijd van 1 tot 2 jaar;
c. 6 kinderen in de leeftijd van 2 tot 3 jaar;
d. 8 kinderen in de leeftijd van 3 tot 4 jaar;
e. 10 kinderen in de leeftijd van 4 tot het einde van de basis-schoolleeftijd;
f. het aantal functionarissen bij een gemengde groep wordt bepaald aan de hand van het gemiddelde, waarbij naar boven kan worden afgerond.
Artikel 17 Voorkoming verspreiding infectieziekten
Het is aan de houder, dan wel aan degene die met de dagelijkse leiding is belast, verboden:
enig persoon tot het kindercentrum of tot enige daarmee in verbinding staande lokaliteit toe te laten of daarin te vertoeven, wanneer, volgens of vanwege de directeur van de GGD, daarmee het gevaar van overbrenging van een infectieziekte, zoals genoemd in de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken, aanwezig is;
Paragraaf 3 Specifieke regels voor gastouderopvang
Artikel 18 Eisen aan de gastouderopvang
Als kwaliteitseisen zijn in ieder geval opgenomen dat:
a. de woning waar gastouderopvang plaatsvindt veilige en voldoende ruimte biedt voor het aantal kinderen dat daar verblijft. De hier bedoelde ruimte heeft zowel betrekking op de speelgelegenheid binnen en buiten de woning als op de slaap- en rustruimte;
HOOFDSTUK 3 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Overtreding van artikel 2 en 9 en van de kwaliteitsregels in hoofdstuk 2 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechtelijke uitspraak.
Burgemeester en wethouders kunnen personen aanwijzen die belast zijn met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.
Burgemeester en wethouders controleren tenminste een maal per vier jaar de houders op naleving van de verordening.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de Kwaliteitsverordening kindercentra (Gemeenteblad 1995, nr 35) is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
De Kwaliteitsverordening kindercentra (gemeenteblad 1995, nr 35), vastgesteld op 26 april 1995 en in werking getreden op 1 mei 1995 wordt ingetrokken op de in het eerste lid bedoelde datum, met dien verstande dat de verordening gedurende één jaar onverkort van kracht blijft ten aanzien van kindercentra en gastouderbureaus die een op deze verordening gebaseerde vergunning hebben.
op grond van artikel 11 van de Kwaliteitsverordening Kinderopvang Gemeente Nijmegen
Een voorlopige vergunning kan slechts éénmaal met een jaar worden verlengd.
Kindercentra in oprichting: Indien met ingang van de openingsdatum van een nieuw kindercentrum of een nieuwe groep voldaan wordt aan de eisen in de kwaliteitsverordening kinderopvang gemeente Nijmegen en de aandachtspunten uit het GGD-inspectieformulier die direct, binnen 2 maanden of binnen een jaar moeten zijn gerealiseerd, dan kan meteen een vergunning voor 4 jaar worden verleend. Inspectie door de GGD kan eventueel vlak voor opening plaatsvinden. Indien slechts wordt voldaan aan de eisen in de verordening en de aandachtspunten uit het GGD-inspectieformulier die direct moeten worden gerealiseerd, dan wordt een voorlopige vergunning verleend. Indien niet wordt voldaan aan de eisen in de verordening en de aandachtspunten uit het GGD-inspectieformulier die direct moeten worden gerealiseerd, dan wordt géén vergunning verleend. De vergunning is pas geldig met ingang van de datum waarop het kindercentrum geopend is.
Illegale kinderopvang, dat wil zeggen kinderopvang waarvoor volgens de Kwaliteitsverordening een vergunning vereist is maar waarvoor geen vergunning is verstrekt, wordt door de GGD actief opgespoord en gemeld bij de gemeente Nijmegen. De gemeente onderneemt na melding achtereenvolgens de volgende stappen:
Vastgesteld bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 11 december 2001 - CIS-nr. 1304/2001, agendapuntnr. 2.10
De voorzitter, mevr. dr. G. ter Horst
De secretaris, dhr. ir. H.K.W. Bekkers
In de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nijmegen van 30 januari 2002 heeft de Raad ingestemd met de nadere regels.