Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening Den Haag 2020 |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening Den Haag 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 4/2020 |
Externe bijlage | Raadsvoorstel |
Geen
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2020 | Nieuwe regeling | 14-07-2020 | RIS305417 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2 Reikwijdte verordening
Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen, en subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 3 Verstrekking door het college
Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies.
Artikel 4 Verstrekking aan rechtspersonen of natuurlijke personen
Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen. Het college kan subsidie verstrekken aan natuurlijke personen wanneer de doelmatigheid en doeltreffendheid van de verstrekking zich hiertegen niet verzetten.
Het college kan bij subsidieregeling nadere regels vaststellen met betrekking tot de activiteiten en doelgroepen die voor subsidie in aanmerking komen, het doel van de subsidie, de wijze van berekening, de aan de subsidie te verbinden voorschriften, de wijze van verantwoorden en de vergoeding voor vermogensvorming met subsidie.
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Artikel 8 De aanvraag subsidie
De aanvraag om subsidie bevat de volgende gegevens:
een begroting inclusief een dekkingsplan van de kosten van de activiteiten waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van alle bij bestuursorganen, private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;
Als het college een voorgenomen subsidieverstrekking overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag aanmeldt bij de Europese Commissie, wordt de beslistermijn opgeschort met ingang van de dag waarop het voornemen is aangemeld tot de dag waarop de Europese Commissie de beslissing omtrent het steunkarakter van de aanvraag aan het college heeft bekendgemaakt.
Hoofdstuk 3 Weigerings-, wijzigings- en intrekkingsgronden
Artikel 11 Weigerings-, wijzigings- en intrekkingsgronden
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling
Artikel 12 Algemene verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 13 Bijzondere verplichtingen van de subsidieontvanger
Naast de verplichtingen uit het vorige lid, kan het college bij subsidieregeling ook andere verplichtingen opleggen als bedoeld in artikel 4:39 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze voorschriften betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.
Als het college in de verleningsbeschikking de subsidie heeft verdeeld over verschillende kostensoorten, mag de subsidieontvanger subsidie niet overhevelen van de ene kostensoort naar de andere kostensoort, tenzij de subsidieregeling dit mogelijk maakt of het college hier uitdrukkelijk toestemming voor heeft verleend.
Als het college besluit voorschot te verstrekken op een subsidie, vermeldt de verleningsbeschikking de hoogte en de termijnen van de voorschotten.
Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening
Artikel 17 Wijze van verantwoorden
Indien de subsidieontvanger bij de aanvraag tot vaststelling de jaarstukken moet indienen en voor de subsidieontvanger door het rijk bij wettelijk voorschrift een sectorspecifieke verantwoordingsdatum voor het aanleveren van de jaarstukken is vastgesteld, dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk op de door het rijk vastgestelde datum.
Artikel 19 Kenbaarheid wijze van verantwoorden
De verleningsbeschikking vermeldt de wijze van verantwoording van de te ontvangen subsidie.
Artikel 20 Termijn vaststelling subsidies
Als het college de aanvraag tot subsidievaststelling niet of niet compleet heeft ontvangen voor het in artikel 17, eerste tot en met derde lid, bedoelde tijdstip, kan het college de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Als de aanvrager de aanvraag niet indient binnen de nieuwe termijn, kan het college overgaan tot ambtshalve vaststelling.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Artikel 22 Wijze van opstellen aanvragen
De aanvrager stelt de aanvraag en de bijbehorende bijlagen zoveel mogelijk zo op dat deze geschikt zijn voor openbaarmaking en toegankelijk zijn voor het algemeen publiek.
Artikel 23 Administratie van de subsidieontvanger
Als de subsidieontvanger de subsidie financieel moet verantwoorden, bevat de administratie van alle relevante uitgaven en inkomsten bewijsstukken waaruit de aard en de omvang van de geleverde prestaties duidelijk blijkt.
De subsidieontvanger dient de bewijsstukken van de uitgaven en inkomsten niet in bij het verzoek tot vaststelling van de subsidie, tenzij in de subsidieregeling of bij de verleningsbeschikking anders is bepaald.
Het college kan een review laten uitvoeren op de door de accountant van subsidieontvanger verrichte werkzaamheden inzake het assurance-rapport of de controleverklaring.
Artikel 25 Vergoeding vermogensvorming
Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding gaat het college uit van de waarde van de eigendommen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt. Bij verlies of beschadiging van eigendommen gaat het college uit van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger is ontvangen. Indien het onroerend goed betreft, wordt de waarde bepaald door één of drie onafhankelijke deskundigen.
Als de activiteiten van de subsidieontvanger met toestemming van het college door een andere rechtspersoon worden voortgezet en de activa en passiva tegen boekwaarde aan die ander in eigendom worden overgedragen, is de subsidieontvanger ter zake in afwijking van het tweede lid geen vergoeding verschuldigd.
In bijzondere gevallen kan het college een of meer artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1 tot en met 7, voor zover toepassing ervan gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.
In een subsidieregeling of andere nadere regeling op basis van deze verordening kan het college bepalen dat het in bijzondere gevallen van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van die regeling kan afwijken als daaraan vasthouden, gelet op het belang of de belangen die met deze bepalingen worden gediend, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.