Paragraaf 1 Vormgeving Politieke Markt
Artikel 10 Oriëntatiebijeenkomsten
- 1.
Ter ondersteuning van de werkzaamheden van de raad worden openbare oriëntatiebijeenkomsten gehouden.
- 2.
De oriëntatievergadering kent benoemde leden
- 3.
De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van de oriëntatievergadering.
- 4.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadscommissieleden de presentielijst. Aan het einde van elke oriëntatievergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
- 5.
De raadscommissieleden zijn zelf verantwoordelijk voor het plaatsen van hun handtekening op de presentielijsten.
- 6.
Alle raadsleden zijn in ieder geval tot lid van de oriëntatievergadering benoemd.
- 7.
Deze bijeenkomsten hebben tot doel de raad en de leden van de raadscommissies in de breedste zin van het woord voor te bereiden op komende besluitvorming.
Artikel 11 De carrousel
- 1.
Ter voorbereiding op de besluitvorming in de raadsvergadering wordt de carrouselvergadering gehouden.
- 2.
De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van de carrouselvergadering.
- 3.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadscommissieleden de presentielijst. Aan het einde van elke carrouselvergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
- 4.
De raadscommissieleden zijn zelf verantwoordelijk voor het plaatsen van hun handtekening op de presentielijsten.
- 5.
De carrouselvergadering heeft tot doel:
- a.
het debatteren over en/of het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat in de raad wordt behandeld;
- b.
het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;
- c.
het voeren van overleg met het college of de burgemeester.
- 6.
Wanneer het onderwerp in de carrousel voldoende is besproken, sluit de voorzitter het debat en verwijst het onderwerp zo nodig ter besluitvorming naar de raadsvergadering.
Artikel 12 De voorzitters van de carrousel
- 1.
Elke carrouselvergadering wordt geleid door een door de raad aangewezen voorzitter
- 2.
De raad benoemt tenminste twee (externe) voorzitters, die elkaar onderling kunnen vervangen.
- 3.
De zittingsperiode van een (externe) voorzitter eindigt aan het einde van de zittingsperiode van de raad.
Artikel 13 Woordvoerders in de carrousel
- 1.
De carrousel kent benoemde leden.
- 2.
Alle raadsleden zijn in ieder geval tot lid van de carrousel benoemd.
- 3.
Alle raadsleden en de tot raadscommissielid benoemde leden kunnen in de vergaderingen van de carrousel het woord voeren, met inachtneming van het gestelde in het vierde lid van dit artikel.
- 4.
In de vergadering heeft een fractie één woordvoerder per onderwerp.
- 5.
De fungerende voorzitter is geen woordvoerder over een onderwerp dat tijdens zijn voorzitterschap aan de orde is.
Paragraaf 2 Voorbereiding vergaderingen
Artikel 14 oproep en agenda's
- 1.
De raadsvoorzitter zendt tien werkdagen vóór een politieke markt aan de raadsleden en raadscommissieleden, een oproep onder vermelding van dag, aanvangsuur en plaats van de te houden vergaderingen.
- 2.
De (voorlopige) agenda’s voor de carrousel- en raadsvergaderingen en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid en artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijk met de oproep aan de raadsleden en raadscommissieleden digitaal verzonden.
- 3.
Indien een aanvullende (voorlopige) agenda wordt opgesteld, wordt deze agenda en de daarop vermelde voorstellen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden van de raad digitaal gezonden.
- 4.
Bij aanvang van de raadsvergadering stelt de raad de agenda vast. Op voorstel van een raadslid of raadscommissielid of de raadsvoorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen, afvoeren en/of de volgorde wijzigen van de te behandelen onderwerpen.
- 5.
Wanneer de raad een onderwerp onvoldoende voorbereid acht voor een debat of voor besluitvorming, kan hij het onderwerp verwijzen naar de carrousel, of aan het college nadere inlichtingen of advies vragen.
Artikel 15 Openbare kennisgeving
De politieke markt wordt tenminste door aankondiging in het huis-aan-huisblad en door plaatsing op de gemeentelijke website bekendgemaakt.
Paragraaf 3 Ter vergadering
Artikel 16 Presentielijst
- 1.
De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.
- 2.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 17 Zitplaatsen in de raad
De raadsvoorzitter, de leden van de raad en de raadsgriffier hebben een vaste zitplaats, aangewezen door de raadsvoorzitter bij aanvang van iedere nieuwe zittingsperiode van de raad.
Artikel 18 Opening vergadering; quorum
- 1.
De raadsvoorzitter opent de raadsvergadering op het vastgestelde uur, indien het daarvoor door de wet vereiste aantal leden van de raad blijkens de presentielijst aanwezig is.
- 2.
Wanneer een half uur na het vastgestelde tijdstip het vereiste aantal leden niet aanwezig is, bepaalt de raadsvoorzitter, na voorlezing van de namen van de afwezige leden, dag en uur van de volgende raadsvergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.
- 3.
Op de carrouselvergaderingen is het quorum niet van toepassing.
Artikel 19 Aantal spreektermijnen
- 1.
De beraadslaging in een carrousel of een raadsvergadering over een onderwerp of een voorstel geschiedt in termijnen, tenzij door de raad of de fractiewoordvoerders anders wordt beslist.
- 2.
Elke spreektermijn wordt door de voorzitter van de vergadering afgesloten. In het besluitvormende gedeelte van de raadsvergadering komen slechts aan de orde: de stemverklaringen en de toelichtingen op ingediende moties en amendementen.
Artikel 20 Deelname aan de beraadslaging door anderen
Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.
Artikel 21 Toehoorders en pers
- 1.
Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.
- 2.
Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.
Artikel 22 handhaving van de orde; schorsing
- 1.
Indien de orde wordt verstoort, wordt de persoon/personen in kwestie door de voorzitter van de vergadering tot de orde geroepen. Indien de betreffende persoon/personen, hieraan geen gevolg geeft/geven, kan de voorzitter de persoon/personen het woord ontzeggen dan wel de persoon/personen uit de vergadering laten verwijderen.
- 2.
De voorzitter van de vergadering kan, ter handhaving van de orde, de vergadering schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.
Artikel 23 Voorstellen van orde
- 1.
Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.
- 2.
Bij stakende stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Paragraaf 4 Stemmingen
Artikel 24 Stemverklaring
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag kort toelichten.
Artikel 25 Beslissing
- 1.
De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.
- 2.
Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.
Artikel 26 Stemming; procedure hoofdelijke stemming
- 1.
De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder (hoofdelijke) stemming is aangenomen.
- 2.
Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen.
- 3.
Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.
- 4.
Indien de raad over gaat tot hoofdelijke stemming wordt dit zo nodig gedaan bij loting. Het lot bepaalt bij wel genoemd lid de hoofdelijke stemming begint en vervolgens naar de volgorde van de presentielijst.
- 5.
Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.
- 6.
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
- 7.
De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. Deze doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.
Artikel 27 Volgorde stemming over amendementen en moties
- 1.
Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd
- 2.
Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.
- 3.
Als meerdere amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.
- 4.
Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.
Artikel 28 Stemming over personen
- 1.
Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.
- 2.
Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen.
- 3.
Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.
- 4.
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal raadsleden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
- 5.
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht de raadsleden, die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:
- a.
een blanco ingeleverd stembriefje;
- b.
een ondertekend stembriefje;
- c.
een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming meerdere vacatures betreft;
- d.
een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon is gestemd die niet is voorgedragen;
- e.
een stembriefje waarbij op een andere persoon is gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.
- 6.
In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.
Artikel 29 Herstemming over personen
- 1.
Wanneer bij een stemming over personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.
- 2.
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
- 3.
Indien bij de tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.
Artikel 30 Beslissing door het lot
- 1.
Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de raadsgriffier op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven.
- 2.
Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud.
- 3.
Vervolgens neemt de raadsvoorzitter één van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.
Artikel 31 Spreekrecht burgers en rechtspersonen
- 1.
Burgers en rechtspersonen kunnen het woord voeren tijdens een carrouselvergadering over onderwerpen geagendeerd voor betreffende vergadering of tijdens een raadsvergadering over onderwerpen die vallen binnen de gemeentelijke taken en bevoegdheden. De voorzitter beoordeelt of hieraan voldaan wordt.
- 2.
Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit vóór aanvang van de vergadering aan de raadsgriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, contactgegevens en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.
- 3.
De spreektijd bedraagt maximaal 5 minuten. Staat de duur van de vergadering dit niet toe dan bekort de voorzitter de spreektijd, zodat er voldoende tijd resteert om het onderwerp te kunnen behandelen.
- 4.
Het woord kan niet gevoerd worden:
- a.
over een genomen besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;
- b.
over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
Paragraaf 5 Verslaglegging; ingekomen stukken
Artikel 32 Besluitenlijst van de raadsvergadering en carrousel
- 1.
Van een vergadering wordt onder de zorg van de raadsgriffier een concept-besluitenlijst gemaakt en verzonden aan de raadsleden en raadscommissieleden.
- 2.
Als de concept-besluitenlijst naar de mening van de voorzitter, de leden van de raad of het college een onjuistheid bevat of een onduidelijke weergave bevat van hetgeen besproken is, kunnen zij een wijzigingsvoorstel aan de raad doen.
- 3.
De besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk na de laatstgehouden vergadering openbaar gemaakt, voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet.
Artikel 33 Ingekomen stukken
Bij de raad ingekomen stukken – waaronder de brieven aan de raad - worden op een lijst geplaatst. Deze lijst is openbaar en wordt aan de leden van de raad toegezonden.
Paragraaf 6 Besloten raadsvergaderingen
Artikel 34 Toepassing reglement op besloten vergaderingen
Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 35 Besluitenlijst
De besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk na afloop van de vergadering aan de raadsleden aangeboden. Zo nodig neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van deze besluitenlijst, of gedeelten daarvan.
Artikel 36 Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.