Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent snelladen (Beleidsregel Snellaadinfrastructuur Elektrische Voertuigen) |
Citeertitel | Beleidsregel Snellaadinfrastructuur Elektrische Voertuigen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
De grondslag van deze regeling is gewijzigd.
Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-02-2024 | 01-01-2024 | grondslag, artikel 2, toelichting | 30-01-2024 | ||
05-08-2020 | 28-02-2024 | nieuwe regeling | 16-06-2020 | 1299832 |
Artikel 2 Aanvraag locatie, verkeersbesluit en opbreekvergunning
Een aanvraag voor het plaatsen van een snellaadpaal op of aan de openbare weg bestaat uit de aanvraag voor een opbreekvergunning voor het plaatsen van een snellaadpaal bedoeld in artikel 5:1 van de Verordening fysieke leefomgeving Amersfoort en het verzoek tot het nemen van een verkeersbesluit waarbij een of meerdere openbare parkeerplaatsen worden aangewezen voor het snelladen van elektrische voertuigen. In de aanvraag van het verkeersbesluit wordt de locatie aangeduid met een straatnaam, huisnummer en een plattegrond met precieze locatie. Een aanvraag voor het plaatsen van een snellaadpaal kan alleen worden ingediend door de aanbieder van snellaadpalen.
Artikel 3 Definitieve locatie snellaadpaal/-infrastructuur
Het college bepaalt de definitieve locatie van de snellaadpaal en de aan te wijzen parkeerplaats(en). Het college toetst hierbij aan de volgende criteria:
Deze beleidsregel komt voort uit de wens in de stad om snellaadpalen te faciliteren. Dit type laadpalen onderscheidt zich van de laadpalen waar wel een beleidsregel voor is, het verschil tussen ‘gewone’ laadpalen en snellaadpalen zit hem in het type stroom en het vermogen, en dus in de snelheid waarmee een elektrisch voertuig opgeladen kan worden. Daarnaast voorziet een snellader in een andere behoefte en heeft het een ander gebruiksdoel. Deze beleidsregel geeft de bevoegdheid om aanvragen te toetsen.
Deze beleidsregel is van toepassing op snellaadpalen, dit zijn palen op gelijkstroom. Bij deze beleidsregel hoort een overeenkomst, die wordt aangegaan tussen college en gebruiker.
Elektrisch voertuig: het gaat hierbij om elk voertuig dat op de openbare weg mag rijden, geheel of gedeeltelijk op elektriciteit kan rijden en voorzien is van een stekker om op te laden. Veelal zal het gaan om een volledig elektrische auto of plug-in hybride elektrische auto, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om een ander voertuig, zoals gehandicaptenvoertuig, motor en quad die de parkeerplaatsen voor auto’s gebruikt. Fietsen en snor-/bromfietsen (inclusief speed-pedelec) zijn uitgezonderd.
Snellaadpaal: deze laadpaal onderscheidt zich van een ‘gewone’ laadpaal, omdat de snellaadpaal gebruikmaakt van gelijkstroom (DC) en een vermogen heeft van meer dan 43kW. Een ‘gewone’ laadpaal maakt gebruik van wisselstroom, en heeft een vermogen tot en met 22 kW.
Artikel 2 Aanvraag locatie, verkeersbesluit en opbreekvergunning
De aanvrager benadert het college voor een locatie in de openbare ruimte, door middel van een verzoek tot het nemen van een verkeersbesluit en het aanvragen van een opbreekvergunning. Het college bepaalt de definitieve locatie van de snellaadpaal en wijst op basis van de criteria in artikel 3 de parkeerplaatsen aan. Het college behoudt het recht om een locatie af te keuren. Er wordt met deze beleidsregel geen maximum aantal snellaadpalen afgesproken noch wordt er vooraf bepaald wat de geschikte locaties zijn.
De aanvrager van de oplaadinfrastructuur is verantwoordelijk voor de melding of de aanvraag van de benodigde vergunningen en/of ontheffingen.
Artikel 3 Definitieve locatie snellaadpaal/-infrastructuur
Het college bepaalt de definitieve locatie van de snellaadpaal en de aan te wijzen parkeerplaats(en). De snellaadpalen/-infrastructuur worden bij voorkeur geplaatst op strategische locaties in de nabijheid van potentiële gebruikers. De snellaadpaal voorziet in de behoefte om snel, in ongeveer 60 minuten tijd, de EV te laden. De voorkeur gaat daarom uit naar centrale, goed bereikbare plekken, zoals op parkeerterreinen van winkelcentra. Hiermee wordt voorkomen dat er grote verkeersstromen ontstaan wanneer elektrische auto’s opzoek zijn naar laadplekken.
De doorgang voor al het ander verkeer(auto, fiets, voetganger, rolstoel, etc.) is gewaarborgd, evenals de doorgang voor ander verkeer en belemmeringen van ander straatmeubilair en (openbaar) groen.
Bij het toetsen van de snellaadpalen-/infrastructuur in het straatbeeld kan de gemeente kijken naar de kleur, vorm, reclame-uitingen en naar bijbehorende objecten zoals straatkasten. Omdat een snellader laadt met gelijkstroom, en ons elektriciteitsnetwerk wisselstroom geeft, zet de snellaadpaal de wisselstroom om in gelijkstroom. Vanuit de voorschriften van de netbeheerder betekent dit dat er een straatkast dient te worden geplaatst. Deze straatkast wordt zoveel mogelijk uit het zicht geplaatst, en mag vanzelfsprekend geen hinder vormen voor al het andere verkeer, evenals de doorgang voor ander verkeer en belemmeringen van ander straatmeubilair en (openbaar) groen.