Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent bouwprojecten met een laag ruimtelijk en bouwtechnisch risicoprofiel (Nadere regels Architect aan zet) |
Citeertitel | Nadere Regels architect aan zet |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2020 | nieuwe regeling | 21-07-2020 | Gemeenteblad 2020, nummer 141 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de directeur Stadsontwikkeling van 26 mei 2020 (registratienummer: BS20/00578);
overwegende, dat het wenselijk is de administratieve lasten voor burgers en bedrijfsleven te verminderen en de kwaliteitszorg voor bouwprojecten met een laag ruimtelijk en bouwtechnisch risicoprofiel efficiënter, sneller en goedkoper te laten verlopen;
gelet op de artikelen 2, onderdeel a, 3, 4, 5 en 7 van de Verordening Architect aan zet;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
verordening: Verordening Architect aan zet;
wet: Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen;
eengezinswoning: eengezinswoning, niet gelegen in een woongebouw, met reguliere woonfunctie;
dakopbouw: dakopbouw op een eengezinswoning;
Artikel 4 Kwalificaties van de architect
Aan artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de verordening wordt voldaan indien de architect in het bezit is van:
Aan artikel 4 van de verordening wordt voldaan indien de bouwtechnische kwaliteitsborging plaatsvindt door een onafhankelijk kwaliteitsborger die voldoet aan de eisen van de wet Kwaliteitsborging voor het bouwen en de ruimtelijke kwaliteitsborging plaatsvindt door een onafhankelijk architect die voldoet aan de eisen van artikel 3, eerste lid, van de verordening.
In de periode vanaf de inwerkingtreding van de verordening tot aan de inwerkingtreding van de wet wordt aan artikel 4 van de verordening ook voldaan indien de bouwtechnische kwaliteitsborging plaatsvindt door een onafhankelijk architect die voldoet aan de eisen van artikel 3, eerste lid, van de verordening.
In de periode vanaf de inwerkingtreding van de verordening tot aan de inwerkingtreding van de wet informeert de kwaliteitsborger het bevoegd gezag onverwijld over geconstateerde afwijkingen van de bouwregelgeving of als zich een situatie voordoet die het afgeven van een verklaring volgens artikel 7, eerste lid onder a en derde lid, sub c in de weg staat.
Artikel 7 Oplevering en dossier bevoegd gezag
Het dossier, bedoeld in artikel 6 van de verordening, bevat, voor zover van toepassing, de hierna volgende gegevens:
gegevens en bescheiden over de energiezuinigheid van het bouwwerk en de milieueffecten van het materiaalgebruik die duidelijk maken op welke wijze aan de regelgeving wordt voldaan. Deze opgave omvat onder meer gegevens en bescheiden over de thermische schil en voor zover van toepassing de epc-berekening en de mpg-berekening;
gegevens en bescheiden over de ventilatie van het bouwwerk die duidelijk maken op welke wijze aan de regelgeving wordt voldaan. Deze opgave omvat onder meer gegevens en bescheiden over de luchtverversing, de verdunnings-factorberekening, de spuivoorziening en de toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rookgas;
Aldus vastgesteld in de vergadering van 21 juli 2020.
De secretaris,
V.J.M. Roozen
De burgemeester,
A. Aboutaleb
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 22 juli 2020 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
In de Verordening is vastgelegd dat het college van burgemeester en wethouders een aantal onderwerpen nader uitwerkt in de Nadere Regels Architect. Het gaat om de volgende onderwerpen:
Bij de omschrijving van een eengezinswoning is verduidelijkt dat de woning in de verordening Architect aan zet geen onderdeel kan zijn van een woongebouw. Onder woongebouw wordt in het Bouwbesluit verstaan: een gebouw of gedeelte daarvan met uitsluitend woonfuncties of nevenfuncties daarvan, waarin meer dan een woonfunctie ligt die is aangewezen op een gemeenschappelijke verkeersroute. Een woongebouw heeft derhalve meerdere verdiepingen, is niet grondgebonden en kent een gemeenschappelijke verkeersroute.
Bij dakopbouw, dakterras en dakkapel is verduidelijkt dat het gaat om een bouwwerk op een eengezinswoning. Derhalve niet bij een gebouw met een andere dan een woonfunctie.
Volgens het Besluit Uitvoering Crisis- en herstelwet is het college bevoegd de gebieden aan te wijzen waarin de aanpak van Architect aan zet mogelijk is. Uitgangspunt van het college is dat alleen projecten die liggen in gebieden met een laag ruimtelijk risicoprofiel in aanmerking komen. Op de kaart die als bijlage 1 is gevoegd zijn deze gebieden aangegeven (de groen gearceerde gebieden).
Een aantal gebieden is uitgesloten omdat daar bijzondere aandacht voor ruimtelijke kwaliteit noodzakelijk is. Het gaat dan om:
Bouwactiviteiten aan, op of in panden die liggen in gebieden met funderingsrisico’s die een houten paalfundering hebben of niet onderheid zijn, kunnen risico’s met zich brengen voor het draagvermogen van het desbetreffende pand. Bij het aanbrengen van extra gewicht door het plaatsen van een dakopbouw, dakterras of een aanbouw kan er verminderd of onvoldoende draagvermogen optreden. In die situatie kan de bouwactiviteit met in achtneming van de door de constructeur geadviseerde maatregelen worden uitgevoerd in het kader van de Verordening Architect aan zet. Op de website www.rotterdam.nl/funderingsloket is de zgn. funderingskaart beschikbaar en kan een funderingscheck gedaan worden.
Bouwactiviteiten aan, op of in panden die liggen in gebieden met funderingsrisico’s kunnen risico’s met zich brengen voor het desbetreffende pand en de omgeving. Deze risico’s dienen tot een minimum beperkt te worden.
Hoofdstuk 8 van het Bouwbesluit, of de rechtsopvolger daarvan, bevat voorschriften die ten doel hebben dat de uitvoering van bouwwerkzaamheden zodanig is dat voor de omgeving een onveilige situatie of voor de gezondheid of bruikbaarheid nadelige hinder wordt voorkomen.
De regels van hoofdstuk 8 zijn rechtstreeks werkend dus van toepassing op alle bouwwerkzaamheden. Niet altijd is een veiligheidsplan nodig. Indien voor of tijdens de geplande bouwactiviteit werkzaamheden plaatsvinden waarbij trillingen worden veroorzaakt, dan wel grondwater onttrokken of geïnfiltreerd wordt, dient hiervoor volgens hoofdstuk 8 Bouwbesluit een veiligheidsplan te worden ingediend bij de melding start bouw.
Door de Branchevereniging van Nederlandse Architectenbureaus is een cursus ontwikkeld die architecten bijschoolt en voorbereidt op eisen die de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen stelt. In deze cursus komen ook de actuele eisen aan het Bouwbesluit en de relevante aspecten van vergunningsvrij bouwen aan bod. Na de inwerkingtreding van de Omgevingswet komt het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) in de plaats van het Bouwbesluit.
Verder dient de architect een korte cursus gevolgd te hebben die Bouw- en Woningtoezicht zal verzorgen en waarin de meest relevante aspecten van toetsing en toezicht aan bod komen, toegespitst op de bevindingen met de zestien onderzoeksprojecten van Architect aan zet. In deze cursus wordt ook aandacht besteed aan de theoretische en praktische aspecten van duurzaamheid, zodat de aandacht voor duurzaamheid wordt vergroot.
Artikel 5, eerste en tweede lid
De kwaliteitsborging dient plaats te vinden door zowel een onafhankelijk bouwtechnisch kwaliteitsborger als een onafhankelijk ruimtelijk kwaliteitsborger. Vanaf de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen dient de bouwtechnisch borger te voldoen aan de eisen van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.
In de periode tot aan de inwerking van deze wet hoeft de bouwtechnisch kwaliteitsborger wettelijk daaraan nog niet te voldoen en is als voorwaarde gesteld dat deze kwaliteitsborger voldoet aan de eisen die gesteld worden aan een architect die deelneemt aan de verordening Architect aan zet. Deze architect beschikt ook over bouwtechnische kennis om de toetsing en het toezicht te kunnen uitvoeren. Deze overgangsperiode biedt de mogelijkheid tot vergelijking van beide methodieken.
Bij de formulering van de eisen voor de melding start van de bouw is aangesloten bij de eisen die de wet kwaliteitsborging voor het bouwen stelt en bij de ervaringen die zijn opgedaan met de proefprojecten Architect aan zet.
Artikel 7, eerste en tweede lid
Ook bij de formulering van de eisen voor het dossier bevoegd gezag is aangesloten bij de eisen die de WKB stelt en bij de ervaringen die zijn opgedaan met de proefprojecten Architect aan zet.
Onder omwonenden wordt verstaan de omwonenden van tegenoverliggende en direct aangrenzende panden of percelen, ook als er een straat, plein of water tussen ligt. En andere eigenaren en bewoners van het pand waar de bouwactiviteiten zullen plaatsvinden. Hieronder is een voorbeeld in de vorm van een tekening.
Geel: kadastraal perceel of erf van de initiatiefnemer
Groen: de tegenoverliggende en direct aangrenzende percelen
Lichtblauw: water, singel, vijver