Beleidsregels verwijdering fout gestalde fietsen Gemeente Bunnik

Aanleiding voor de beleidsregels

De gemeente Bunnik ontvangt regelmatig meldingen van inwoners en winkeliers over verkeerd gestalde fietsen en fietswrakken. Daarnaast ontvangt de NS regelmatig klachten van reizigers over te weinig stallingsruimte voor fietsen op station Bunnik.

Met name in het stationsgebied, maar ook in de verschillende centrumgebieden, leidt het stallen van fietsen buiten de daarvoor bestemde stallingen tot problemen en ontstaan (verkeers-) onveilige en hinderlijke situaties. De gemeente Bunnik wil het stallen van de fiets reguleren met als doelen veiligheid op de openbare weg, verbetering van de doorstroming en uitzicht en aangezicht voor het rij- en voetgangersverkeer en behoud van fietsenstallingscapaciteit.

Voor het stallen van fietsen en de toegankelijkheid van de openbare weg zijn in de Algemene plaatselijke verordening (hierna: APV) regels gesteld.

Deze beleidsregels geven aan op welke wijze de gemeente handhaaft op verkeerd gestalde fietsen, weesfietsen en fietswrakken.

Doelen van de beleidsregels

De handhaving op fout gestalde fietsen heeft de volgende doelen:

• 1.

  Behoud van de beschikbare stallingscapaciteit.

• 2.

  Verbetering van de doorstroming van verkeer.

• 3.

  Vermindering van overlast door fout gestalde fietsen.

• 4.

  Behoud van algemene leefbaarheid in de dorpscentra.

• 5.

  Verbetering van het aanzicht van de gemeente.

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• •

  APV

Algemene plaatselijke verordening gemeente Bunnik 2020

• •

  BOA

Buitengewoon opsporingsambtenaar

• •

  Bromfiets

Hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid onder e, sub onderdelen a en b van de Wegenverkeerswet, alsmede een snorfiets

• •

  Fiets

Bakfiets, fiets met trapondersteuning speed pedelec, ligfiets, bromfiets en snorfiets

• •

  Fietswrak:

Fiets die rij technisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert.

Er is sprake van een onvoldoende staat van onderhoud, indien minimaal twee basisonderdelen van een fiets ontbreken of onbruikbaar zijn. Basisonderdelen van een (brom)fiets zijn: wielen, banden, stuur, zadel, pedalen en het aandrijfmechanisme (ketting).

Of de fiets zich in een kennelijk verwaarloosde toestand bevindt, is herkenbaar aan de volgende kenmerken: stof, roest, groei van mos en dergelijke op de fiets, staat van het slot (zichtbaar lang niet gebruikt), toestand van de banden (kale banden, banden die niet meer op de velg zitten, stukgesneden banden, enkel een binnenband) meerdere kapotte spaken en dergelijke.

• •

  Snorfiets

Hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

• •

  Speed pedelec

Hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

• •

  Weesfiets:

Fiets die gedurende een aaneengesloten tijdvak dat langer is dan de maximale stallingsduur, in de daarvoor bestemde klem of stallingsplaats staat.

• •

  Gevaarlijk of hinderlijk gestalde fiets:

Fiets die de normale verkeersgangen belemmert.

• •

  Verkeerd/fout gestalde fiets:

Fiets die buiten de daarvoor bestemde klem of aangewezen stallingsplaats is gestald.

Deze beleidsregels vinden hun grondslag in de volgende wet- en regelgeving

Algemene plaatselijke verordening gemeente Bunnik 2020 (APV)

Hoofdstuk 2.

Afdeling 2. Bruikbaarheid, uiterlijk aanzien, veilig gebruik van openbare plaatsen

• Artikel 2:10 Voorwerpen op of aan de weg

• 1.

  Het is verboden de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, indien:

  • a.

    het gebruik schade toebrengt of kan toebrengen aan de weg, de bruikbaarheid van de weg belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer of onderhoud van de weg; of

  • b.

    het gebruik niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.

• 2.

  Van een belemmering voor de bruikbaarheid van de weg is in ieder geval sprake wanneer niet tenminste een vrije doorgang van 1,5 m wordt gelaten op voetpaden en van 3 m op de rijbaan voor fietsers of gemotoriseerd verkeer.

Afdeling 8: Maatregelen ter voorkoming van overlast, gevaar of schade (in de openbare ruimte)

• Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.

Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek indien:

• 1.

  dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of dat portiek of

• 2.

  daardoor die ingang versperd wordt.

Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding van de gemeente

Afdeling 1: parkeerexcessen en stopverbod

• Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets

• 1.

  Het is verboden om een fiets of bromfiets, op een door het college aangewezen op de weg gelegen plaats, onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimte of plaats te laten staan.

• 2.

  Het is verboden fietsen of bromfietsen die rij technisch in onvoldoende staat en in een verwaarloosde toestand verkeren, op de weg te laten staan.

• 3.

  Het is verboden om op een door het college aangewezen op de weg gelegen plaats, langer dan een door het college te bepalen periode zonder wezenlijke tijdsonderbreking gebruik te maken van voorzieningen voor het stallen van fietsen en bromfietsen.

• 4.

  De aanwijzing van plaatsen als bedoeld in het eerste en derde lid, wordt bepaald door één of meer van de volgende belangen:

  • a.

    het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente;

  • b.

    het belang van voorkoming of opheffing van overlast;

  • c.

    het belang van voorkoming van schade aan de openbare gezondheid.

• Artikel 5:12 a Overlast van weesfietsen

• 1.

  Het is verboden in een door het college aangewezen openbaar (brom)fietsstallingsgebied fietsen of bromfietsen langer dan een door het college bepaalde periode onafgebroken te stallen.

• 2.

  Het college kan openbare (brom) fietsstallingsgebieden aanwijzen, waar het, in belang van het beheer van de openbare ruimte, verboden is een fiets of bromfiets langer dan een door het college te bepalen periode onafgebroken te stallen.

Algemeen aanwijzingsbesluit APV

Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5:12, eerste lid, van de APV zijn als plaatsen op de weg aangewezen het centrum van Bunnik en Odijk; de Vletweide in Bunnik aan beide zijden van de weg.

Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5:12a eerste en tweede lid van de APV zijn als fietsenstallingsgebied aangewezen: Het NS stationsgebied van Bunnik; het studentencomplex Vletweide in Bunnik; de fietsenstallingen bij de bushaltes gelegen bij: de Zeisterweg/ N229 in Odijk; de Singel/N229 in Odijk; de Provincialeweg in Werkhoven; de fietsbrug over de A12 in Bunnik.

De in het eerste lid bedoelde stallingsperiode is bepaald op 3 weken.

Artikel 125 e.v. Gemeentewet

• 1.

  Het gemeentebestuur is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang.

• 2.

  De bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door het college, indien de last dient tot handhaving van regels welke het gemeentebestuur uitvoert.

• 3.

  De bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door de burgemeester, indien de last dient tot handhaving van regels welke hij uitvoert.

Artikel 5:21 Algemene wet bestuursrecht

Onder last onder bestuursdwang wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende:

• a.

  een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en

• b.

  de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.

Artikel 5:29 Algemene wet bestuursrecht

• 1.

  Voor zover de toepassing van bestuursdwang dit vergt, kan het bestuursorgaan zaken meevoeren en opslaan.

• 2.

  Het bestuursorgaan doet van het meevoeren en opslaan proces-verbaal opmaken. Een afschrift van het proces-verbaal wordt verstrekt aan degene die de zaken onder zijn beheer had.

• 3.

  Het bestuursorgaan draagt zorg voor de bewaring van de opgeslagen zaken en geeft deze zaken terug aan de rechthebbende.

• 4.

  Het bestuursorgaan kan de teruggave opschorten totdat de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten zijn voldaan.

• 5.

  Indien de rechthebbende niet tevens de overtreder is, kan het bestuursorgaan de teruggave opschorten totdat de kosten van bewaring zijn voldaan.

Artikel 5:30 Algemene wet bestuursrecht

• 1.

  Indien een meegevoerde en opgeslagen zaak niet binnen dertien weken nadat zij is meegevoerd, kan worden teruggegeven, kan het bestuursorgaan de zaak verkopen.

• 2.

  Het bestuursorgaan kan de zaak eerder verkopen, zodra de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten, vermeerderd met de voor de verkoop geraamde kosten, in verhouding tot de waarde van de zaak onevenredig hoog worden.

• 3.

  Verkoop vindt evenwel niet plaats binnen twee weken na de verstrekking van het afschrift van het proces-verbaal van meevoeren en opslaan, tenzij het gevaarlijke stoffen of eerder aan bederf onderhevige stoffen betreft.

• 4.

  Gedurende drie jaren na het tijdstip van verkoop heeft degene die op dat tijdstip eigenaar was, recht op de opbrengst van de zaak onder aftrek van de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten en de kosten van de verkoop. Na het verstrijken van deze termijn vervalt een batig saldo aan het bestuursorgaan.

• 5.

  Indien naar het oordeel van het bestuursorgaan verkoop niet mogelijk is, kan het de zaak om niet aan een derde in eigendom overdragen of laten vernietigen. Het eerste tot en met het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5:31 Algemene wet bestuursrecht

• 1.

  Een bestuursorgaan dat bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen, kan in spoedeisende gevallen besluiten dat bestuursdwang zal worden toegepast zonder voorafgaande last. Artikel 5:24, eerste en derde lid, is op dit besluit van overeenkomstige toepassing.

• 2.

  Indien de situatie zo spoedeisend is, dat een besluit niet kan worden afgewacht, kan terstond bestuursdwang worden toegepast, maar wordt zo spoedig mogelijk nadien alsnog een besluit als bedoeld in het eerste lid bekendgemaakt.

Aankondigen verbodsbepalingen en handhaving

Verbodsbepaling

Het verbod op het stallen van fietsen buiten de daartoe bestemde voorzieningen en de maximale stallingsduur wordt in ieder geval bij het NS station Bunnik aangegeven met borden. De borden bevatten de volgende informatie:

“fietsen die langer dan 21 dagen zonder onderbreking gestald staan worden verwijderd;

fietsen die gevaarlijk of hinderlijk gestald staan worden direct verwijderd”

Fietsverwijderingsacties

Periodieke verwijderingsacties worden tevoren bekend gemaakt, waarbij duidelijk is om welke verbodsbepalingen gaat en in welk(e) gebied(en), alsmede waar verwijderde fietsen zijn op te halen. De aankondiging verschijnt in het gemeenteblad Bunnik op overheid.nl en in een huis aan huis blad.

Labelen van fietsen

Gevaarlijk of hinderlijk gestalde fiets

Een gevaarlijk of hinderlijk gestalde fiets wordt rood gelabeld.

Verkeerd gestalde fiets

Een verkeerd gestalde fiets wordt groen gelabeld. Op het label worden de datum en tijdstip van labeling en de datum van verwijdering en registratienummer vermeld.

Weesfiets

In de door het college aangewezen gebieden c.q. op de weg waar een maximale stallingsduur geldt worden periodiek (bijvoorbeeld 2x per jaar) alle gestalde fietsen van een geel label voorzien. Op het label worden de datum en het tijdstip van labeling, registratienummer en de datum van verwijdering vermeld.

Fietswrak

Een fietswrak wordt blauw gelabeld. Op het label worden de datum en tijdstip van labeling, het registratienummer en de datum van verwijdering vermeld.

Op de labels wordt informatie gegeven over de desbetreffende ge- of verbodsbepaling en het doel van het label.

Uitvoering van bestuursdwang

Een door het college aangewezen toezichthouder (BOA) is bevoegd om te bepalen of een verbods- of gebodsbepaling is overtreden en is gemandateerd om bij een overtreding bestuursdwang toe te passen, dat wil zeggen de fiets te laten verwijderen en elders op te slaan.

De fiets wordt meegevoerd naar het recyclestation Bunnik, adres Rumpsterweg 4 te Bunnik. Van de verwijdering en bewaring maakt de BOA een proces verbaal op.

De BOA is gemandateerd om een besluit tot toepassing van bestuursdwang op te maken. Deze beschikking moet aan de overtreder worden overhandigd of anders aan hem bekend worden gemaakt. Omdat de overtreder (eigenaar/rechthebbende van de fiets) niet bekend is, wordt de beschikking achteraf, met het proces verbaal van meevoeren en bewaren bij het ophalen van de fiets aan de rechthebbende overhandigd. Na betaling van de kosten van bestuursdwang op het gemeentehuis, kan de fiets op het recyclingstation worden afgehaald.

Gevaarlijk en hinderlijk gestalde fietsen (rood label) worden direct verwijderd.

Overig verkeerd gestalde fietsen (groen label) worden na minimaal 1 uur verwijderd.

Weesfietsen (geel label) worden zo snel mogelijk na het verstrijken van de maximale stallingstermijn verwijderd.

Fietswrakken (blauw label) worden na het verstrijken van een periode van drie weken verwijderd.

Wijze van verwijdering

Fietsen worden verwijderd door Reinigingsbedrijf Midden Nederland in aanwezigheid en op aanwijzing van een BOA. Bij het verwijderen wordt de datum en eventueel het tijdstip op het label genoteerd.

Van het verwijderen wordt een proces verbaal van meevoeren en bewaren opgemaakt. Dit bevat:

• a.

  label registratienummer

• b.

  soort voertuig en model

• c.

  kleur, merk en type

• d.

  reden van verwijdering

• e.

  het overtreden wettelijk voorschrift

• f.

  locatie van de gestalde fiets

• g.

  datum en tijdstip constatering en verwijdering

• h.

  eventuele bijzonderheden

Het proces verbaal of controlerapport wordt door de boa ondertekend.

Er wordt tevens een foto gemaakt waarop de fiets, het aangebrachte label en het

registratienummer te zien is. Van verkeerd gestalde fietsen wordt een foto gemaakt waarop te zien is hoe deze was gestald.

Als de fiets met een slot aan een daartoe bestemde stallingsplaats is bevestigd of op andere wijze ergens aan is vastgemaakt, dan mag het slot door de toezichthouder worden opengebroken. Hierbij dient zo min mogelijk schade te worden veroorzaakt. De schade komt voor rekening van de eigenaar/rechthebbende van de fiets. Het opengebroken slot wordt aan de fiets gehangen.

De fiets wordt naar het recyclingstation van de gemeente Bunnik, adres Rumpsterweg 4 te Bunnik gebracht.

Van alle fietsen die worden overgebracht wordt gecontroleerd of er sprake is van diefstal. Bij als gestolen geregistreerde gestolen fietsen wordt de politie ingelicht, die contact kan opnemen met de rechtmatige eigenaar.

Bewaartermijn

De fietsen worden conform artikel 5:30 eerste lid Awb 13 weken bewaard. Voor fietswrakken wordt op grond van artikel 5:30 tweede lid Awb, een bewaartermijn van 2 weken gehanteerd.

Wordt de fiets niet binnen de bewaartermijn opgehaald dan wordt deze verkocht of naar een tweedehands winkel gebracht als de fiets nog in goede staat verkeert en vernietigd als dat niet het geval is. Dit gebeurt door de medewerkers van de Regionale afvalverwijdering Midden Nederland.

Degene die met een framecertificaat kan aantonen eigenaar of rechthebbende van een fiets te zijn, heeft tot drie jaar na verwijdering recht op de opbrengst van de verkoop van de fiets, met aftrekking van de kosten van bestuursdwang.

Teruggave fiets aan eigenaar

Indien een eigenaar/rechthebbende een fiets terug wenst dient deze een afspraak te maken met een BOA om de fiets terug te krijgen. Hij dient zich te legitimeren en aan te tonen dat hij eigenaar/rechthebbende is van de betreffende fiets, bijvoorbeeld door het overleggen van een passende fietssleutel of framecertificaat.

De eigenaar/rechthebbende krijgt bij het ophalen van de fiets het besluit tot toepassing van bestuursdwang uitgereikt van de BOA. In dit besluit staat het volgende:

• a.

  locatie verwijdering

• b.

  datum van verwijdering

• c.

  label registratienummer

• d.

  soort voertuig en model

• e.

  kleur, merk en type

• f.

  het overtreden wettelijk voorschrift

• g.

  de datum van het besluit tot toepassing bestuursdwang

• h.

  de reden van verwijdering wordt op het besluit aangekruist.

• i.

  datum bekendmaking van het besluit

• j.

  de bezwaarclausule

Conform artikel 5:25 Awb vindt de bestuursdwang plaats op kosten van de overtreder.

De eigenaar die zich gemeld heeft moet de kosten van de bestuursdwang van € 25,-- op het gemeentehuis voldoen en kan daarna de fiets op het recyclingstation afhalen.

Bezwaarmogelijkheid

Men kan binnen zes weken na uitreiking van het besluit tot toepassing van de bestuursdwang bij het college bezwaar maken.

• 1.

  Deze beleidsregels worden na 2 jaar, gerekend vanaf de datum van inwerkingtreding geëvalueerd.

• 2.

  Deze beleidsregels zijn vastgesteld bij besluit van 31 maart 2020.

• 3.

  Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

• 4.

  De citeertitel van deze beleidsregels is: Beleidsregels verwijdering fout gestalde fietsen gemeente Bunnik