Technische eisen en richtlijnen n.a.v. de toetsingscriteria |
Nr. | Criteria | Eis | Richtlijn |
| - a.
Een goede bereikbaarheid en toegankelijkheid voor bewoners
| | |
1 | De ondergrondse inzamelvoorziening is toegankelijk voor rolstoelgebruikers. | X | |
2 | De overige inzamelvoorzieningen zijn toegankelijke voor rolstoelgebruikers | | X |
3 | De maximale loopafstand naar een inzamelvoorziening voor restafval is circa 250 meter. * | | X |
4 | De maximale loopafstand tot een inzamelvoorziening voor GFT, PMD en OPK is circa 75 meter.* | | X |
| * Bij niet grondgebonden woningen wordt de loopafstand gemeten vanaf de dichtstbijzijnde in- of uitgang en bij grondgebonden woningen wordt de loopafstand gemeten vanaf de dichtstbijzijnde erfgrens. | | |
| | | |
| - b.
een doelmatige inrichting van de openbare buitenruimte
| | |
1 | De inzamelvoorziening bevindt zich op (in) gemeentegrond. In andere gevallen moet een overeenkomst met de eigenaar van de grond (bijvoorbeeld een Vereniging van Eigenaren) worden afgesloten i.v.m. eigendomsrecht, aansprakelijkheid e.d.) | X | |
2 | Bij ondergrondse inzamelcontainers is de vrije ruimte > 1m en hijsruimte > 8m | | X |
3 | Bij ondergrondse inzamelcontainers is de afstand tot straatmeubilair > 1m, tot fietspad >1m, tot rijbaan > 0,5m, tot parkeerplaats > 1m, tot straatkolk > 3m | | X |
4 | De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat de container bij lediging niet over geparkeerde auto's getild moet worden. | | X |
5 | De inzamelvoorziening bevindt zich niet in het openbare groen, maar bij voorkeur in een verhard gebied. Bij plaatsing in het groen dient te worden voorkomen dat “groensnippers” overblijven. | | X |
6 | De lengte van een clusterplaats is maximaal zodanig dat er 20 minicontainer op één rij kunnen worden aangeboden voor inzameling. | | X |
| | | |
| - c.
beperking van overlast voor de omgeving
| | |
1 | Er mag bij aanleg en gebruik van de inzamelvoorziening geen schade aan privé eigendommen ontstaan. | X | |
2 | De voorziening bevindt zich niet voor een deur en ook niet onder een raam of balkon van een woonhuis. | | X |
3 | De locaties voor de inzamelvoorzieningen moeten passen binnen het gemeentelijk beleid. | X | |
4 | De inzamelvoorziening bevindt zich niet voor een inrit, carport of garage. | X | |
5 | De locatie van glasinzameling zo min mogelijk nabij fietspaden en speelplaatsen in verband met de restanten gebroken glas rondom de containers | | X |
6 | De inzamelvoorziening wordt zodanig gesitueerd dat bij de aanleg en bij het legen geen onherstelbare schade ontstaan aan bomen (kroon, wortels). | | X |
7 | De afstand tussen een inzamelvoorziening en speelplaats is minimaal 20 m. | | X |
8 | De inzamelvoorziening bevindt zich niet op een laad- en losplaats. | | X |
9 | De inzamelvoorziening bevindt zich niet in een parkeervak. | | X |
10 | Aan de straatzijde van de inzamelvoorziening is een (tijdelijk) parkeerverbod mogelijk. | | X |
11 | Bij ondergrondse inzamelcontainers moet de afwatering goed worden geregeld. | X | |
12 | De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat voetgangers en rolstoelgebruikers ongehinderd gebruik kunnen maken van doorlooproutes op het trottoir. | | X |
13 | De afstand van het hart van de inzamelvoorziening tot de gevel van een woning is zo groot mogelijk maar minimaal 2 meter. | | X |
14 | De inzamelvoorziening mag een brandgang niet belemmeren. | X | |
15 | De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat sociale controle op het gebruik van de container mogelijk is. | | X |
16 | De hoeveelheid geluid dat bij het gebruik van inzamelvoorzieningen ontstaat moet passen binnen de kaders van de Wet geluidshinder. | X | |
| | | |
| | | |
1 | Er ligt geen fietspad tussen de inzamelvoorziening en het inzamelvoertuig. | | X |
2 | De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat het inzamelvoertuig daar veilig zonder extra verkeersmaatregelen kan stoppen en werken. | | X |
3 | De inzamelvoorziening bevindt zich niet in de directe nabijheid van een kruispunt dat met verkeerslichten is geregeld (i.v.m. wegnemen zicht en verstoren doorstroming). | | X |
4 | De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat het zicht op verkeersborden, bewegwijzering en verkeerslichten niet wordt belemmerd. | X | |
5 | De inzamelvoorziening bevindt zich niet naast een bushalte of een busbaan. | | X |
6 | De inzamelvoorzieningen moeten zodanig bereikbaar zijn dat het inzamelvoertuig niet onbegeleid achteruit hoeft te rijden. | X | |
7 | De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat gebruikers die wonen aan een drukke doorgaande weg zo weinig mogelijk die weg behoeven over te steken. | | X |
| | | |
| - e.
de arbeidsbelasting voor de inzamelaars
| | |
1 | De inzamelvoorzieningen zijn zodanig gesitueerd en ingericht dat, i.v.m. de beperking van de arbeidsbelasting, mechanisch inzameling mogelijk is. | | X |
2 | Bij mechanische inzameling bestaan de clusterplaatsen, voor het aanbieden van minicontainers, in principe uit één rij langs een verharding, tenzij dit een doelmatig inrichten van de openbare buitenruimte beperkt. | | X |
3 | Bij manuele inzameling hebben de clusterplaatsen, voor het aanbieden van minicontainers, geen stoeprand of ander obstakel en staan de minicontainers in twee rijen achter elkaar. | | X |
4 | De afstand tussen de clusterplaats en het inzamelvoertuig is maximaal 3 meter. | X | |
| | | |
| - f.
financiële en inzamellogistieke aspecten
| | |
1 | De locatie is zodanig gesitueerd dat geen kabels en/of leidingen moeten worden verlegd. | | X |
2 | De locatie is zodanig gesitueerd dat er geen graafwerkzaamheden benodigd zijn in vervuilde grond. | | X |
3 | De locatie van een inzamelvoorziening dient bereikbaar te zijn voor het inzamelvoertuig. | X | |
4 | De afstand tussen onder- en bovengrondse containers tot de rijweg is maximaal 3 meter (voor een ondergrondse perscontainer is dit 0,5 meter). | | X |
5 | Indien stempelen een vereiste is, dan moet er stempelruimte aanwezig zijn. | | X |
6 | In verband met de hoogte van het inzamelvoertuig is de doorrijhoogte van bruggen, viaducten en andere obstakels op de route naar voorzieningen is minimaal 4 meter. | X | |
7 | Het wegdek naar de inzamelvoorziening is zodanig dat het gewicht van het inzamelvoertuig, dat maximaal beladen is, geen schade kan veroorzaken. | X | |
8 | De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat het inzamelvoertuig (bij lediging van de container) geen hinder ondervindt van aanwezige objecten. | | X |
| | | |