Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wassenaar

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar houdende bepalingen over de locatiekeuze voor inzamelvoorzieningen (Beleidsregels locatiekeuze inzamelvoorzieningen Wassenaar)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWassenaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar houdende bepalingen over de locatiekeuze voor inzamelvoorzieningen (Beleidsregels locatiekeuze inzamelvoorzieningen Wassenaar)
CiteertitelBeleidsregels locatiekeuze inzamelvoorzieningen Wassenaar
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Wassenaar/72957/CVDR72957_1.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-07-2020Z/20/045305

14-07-2020

gmb-2020-188341

Z/20/045305

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar houdende bepalingen over de locatiekeuze voor inzamelvoorzieningen (Beleidsregels locatiekeuze inzamelvoorzieningen Wassenaar)

Het college van burgemeester en wethouders,

 

gelet op de artikelen 10.26 en 10.27 van de Wet milieubeheer;

 

gelet op artikel 4, eerste lid, aanhef en onder b, van de Afvalstoffenverordening Wassenaar;

gelet op artikel 4, tweede lid, van de Afvalstoffenverordening Wassenaar;

 

overwegende dat de gemeenteraad in zijn vergadering van 16 juli 2019 akkoord is gegaan met het plaatsen van ondergrondse inzamelmiddelen voor huishoudelijk restafval bij hoogbouw;

 

overwegende dat de gemeenteraad in zij vergadering van 16 juli 2019 bovendien akkoord is gegaan met drie milieuparken voor het inzamelen van glas, papier en bovengrondse PMD;

 

overwegende dat het gewenst is om voor de keuze van de locatie van inzamelmiddelen gewenst is om een vaste gedragslijn vast te leggen in beleidsregels;

 

besluit vast te stellen de volgende

 

Beleidsregels locatiekeuze inzamelvoorzieningen Wassenaar

Artikel 1 Bereik

Deze beleidsregels betreffen de keuze van de locatie voor ondergrondse en bovengrondse inzamelvoorzieningen.

Artikel 2 Criteria

Inzamelvoorzieningen voldoen aan de eisen in bijlage 1 en bij voorkeur aan de richtlijnen in bijlage 1.

Artikel 3 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels locatiekeuze inzamelvoorzieningen Wassenaar”.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

Vastgesteld in de vergadering van 14 juli 2020,

H.I.P. Oppatja,

secretaris

drs. L.A. de Lange,

burgemeester

Bijlage 1 Criteria inzamelvoorzieningen

 

Inzamelvoorzieningen zijn nodig om het huishoudelijk afval in te zamelen. Voor de grondgebonden woningen zijn er minicontainers beschikbaar die op het eigen perceel gestald worden. Bij gestapelde of hoogbouw is dat niet mogelijk en zijn hiervoor voorzieningen in de openbare ruimte noodzakelijk.

Met het vaststellen van het afvalbeleid in juli 2019 is er besloten om bij de hoogbouw en gestapelde bouw het restafval via een ondergrondse container in te laten zamelen. Om er voor te zorgen dat deze containers niet op een willekeurige plaats geplaats worden zijn er richtlijnen nodig. Deze richtlijnen hebben betrekking op de volgende aspecten:

 

  • een goede bereikbaarheid en toegankelijkheid voor bewoners,

  • een doelmatige inrichting van de openbare buitenruimte,

  • beperking van overlast voor de omgeving,

  • de verkeersveiligheid,

  • de arbeidsbelasting voor de inzamelaars, en

  • financiële en inzamel logistieke aspecten.

Deze aspecten zijn vertaald naar technische eisen en richtlijnen welke gehanteerd worden bij het bepalen van een locatie voor een onder of bovengrondse container.

 

Technische eisen en richtlijnen n.a.v. de toetsingscriteria

Nr.

Criteria

Eis

Richtlijn

 

  • a.

    Een goede bereikbaarheid en toegankelijkheid voor bewoners

 

 

1

De ondergrondse inzamelvoorziening is toegankelijk voor rolstoelgebruikers.

X

 

2

De overige inzamelvoorzieningen zijn toegankelijke voor rolstoelgebruikers

 

X

3

De maximale loopafstand naar een inzamelvoorziening voor restafval is circa 250 meter. *

 

X

4

De maximale loopafstand tot een inzamelvoorziening voor GFT, PMD en OPK is circa 75 meter.*

 

X

 

* Bij niet grondgebonden woningen wordt de loopafstand gemeten vanaf de dichtstbijzijnde in- of uitgang en bij grondgebonden woningen wordt de loopafstand gemeten vanaf de dichtstbijzijnde erfgrens.

 

 

 

 

 

 

 

  • b.

    een doelmatige inrichting van de openbare buitenruimte

 

 

1

De inzamelvoorziening bevindt zich op (in) gemeentegrond. In andere gevallen moet een overeenkomst met de eigenaar van de grond (bijvoorbeeld een Vereniging van Eigenaren) worden afgesloten i.v.m. eigendomsrecht, aansprakelijkheid e.d.)

X

 

2

Bij ondergrondse inzamelcontainers is de vrije ruimte > 1m en hijsruimte > 8m

 

X

3

Bij ondergrondse inzamelcontainers is de afstand tot straatmeubilair > 1m, tot fietspad >1m, tot rijbaan > 0,5m, tot parkeerplaats > 1m, tot straatkolk > 3m

 

X

4

De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat de container bij lediging niet over geparkeerde auto's getild moet worden.

 

X

5

De inzamelvoorziening bevindt zich niet in het openbare groen, maar bij voorkeur in een verhard gebied. Bij plaatsing in het groen dient te worden voorkomen dat “groensnippers” overblijven.

 

X

6

De lengte van een clusterplaats is maximaal zodanig dat er 20 minicontainer op één rij kunnen worden aangeboden voor inzameling.

 

X

 

 

 

 

 

  • c.

    beperking van overlast voor de omgeving

 

 

1

Er mag bij aanleg en gebruik van de inzamelvoorziening geen schade aan privé eigendommen ontstaan.

X

 

2

De voorziening bevindt zich niet voor een deur en ook niet onder een raam of balkon van een woonhuis.

 

X

3

De locaties voor de inzamelvoorzieningen moeten passen binnen het gemeentelijk beleid.

X

 

4

De inzamelvoorziening bevindt zich niet voor een inrit, carport of garage.

X

 

5

De locatie van glasinzameling zo min mogelijk nabij fietspaden en speelplaatsen in verband met de restanten gebroken glas rondom de containers

 

X

6

De inzamelvoorziening wordt zodanig gesitueerd dat bij de aanleg en bij het legen geen onherstelbare schade ontstaan aan bomen (kroon, wortels).

 

X

7

De afstand tussen een inzamelvoorziening en speelplaats is minimaal 20 m.

 

X

8

De inzamelvoorziening bevindt zich niet op een laad- en losplaats.

 

X

9

De inzamelvoorziening bevindt zich niet in een parkeervak.

 

X

10

Aan de straatzijde van de inzamelvoorziening is een (tijdelijk) parkeerverbod mogelijk.

 

X

11

Bij ondergrondse inzamelcontainers moet de afwatering goed worden geregeld.

X

 

12

De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat voetgangers en rolstoelgebruikers ongehinderd gebruik kunnen maken van doorlooproutes op het trottoir.

 

X

13

De afstand van het hart van de inzamelvoorziening tot de gevel van een woning is zo groot mogelijk maar minimaal 2 meter.

 

X

14

De inzamelvoorziening mag een brandgang niet belemmeren.

X

 

15

De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat sociale controle op het gebruik van de container mogelijk is.

 

X

16

De hoeveelheid geluid dat bij het gebruik van inzamelvoorzieningen ontstaat moet passen binnen de kaders van de Wet geluidshinder.

X

 

 

 

 

 

 

  • d.

    de verkeersveiligheid

 

 

1

Er ligt geen fietspad tussen de inzamelvoorziening en het inzamelvoertuig.

 

X

2

De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat het inzamelvoertuig daar veilig zonder extra verkeersmaatregelen kan stoppen en werken.

 

X

3

De inzamelvoorziening bevindt zich niet in de directe nabijheid van een kruispunt dat met verkeerslichten is geregeld (i.v.m. wegnemen zicht en verstoren doorstroming).

 

X

4

De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat het zicht op verkeersborden, bewegwijzering en verkeerslichten niet wordt belemmerd.

X

 

5

De inzamelvoorziening bevindt zich niet naast een bushalte of een busbaan.

 

X

6

De inzamelvoorzieningen moeten zodanig bereikbaar zijn dat het inzamelvoertuig niet onbegeleid achteruit hoeft te rijden.

X

 

7

De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat gebruikers die wonen aan een drukke doorgaande weg zo weinig mogelijk die weg behoeven over te steken.

 

X

 

 

 

 

 

  • e.

    de arbeidsbelasting voor de inzamelaars

 

 

1

De inzamelvoorzieningen zijn zodanig gesitueerd en ingericht dat, i.v.m. de beperking van de arbeidsbelasting, mechanisch inzameling mogelijk is.

 

X

2

Bij mechanische inzameling bestaan de clusterplaatsen, voor het aanbieden van minicontainers, in principe uit één rij langs een verharding, tenzij dit een doelmatig inrichten van de openbare buitenruimte beperkt.

 

X

3

Bij manuele inzameling hebben de clusterplaatsen, voor het aanbieden van minicontainers, geen stoeprand of ander obstakel en staan de minicontainers in twee rijen achter elkaar.

 

X

4

De afstand tussen de clusterplaats en het inzamelvoertuig is maximaal 3 meter.

X

 

 

 

 

 

 

  • f.

    financiële en inzamellogistieke aspecten

 

 

1

De locatie is zodanig gesitueerd dat geen kabels en/of leidingen moeten worden verlegd.

 

X

2

De locatie is zodanig gesitueerd dat er geen graafwerkzaamheden benodigd zijn in vervuilde grond.

 

X

3

De locatie van een inzamelvoorziening dient bereikbaar te zijn voor het inzamelvoertuig.

X

 

4

De afstand tussen onder- en bovengrondse containers tot de rijweg is maximaal 3 meter (voor een ondergrondse perscontainer is dit 0,5 meter).

 

X

5

Indien stempelen een vereiste is, dan moet er stempelruimte aanwezig zijn.

 

X

6

In verband met de hoogte van het inzamelvoertuig is de doorrijhoogte van bruggen, viaducten en andere obstakels op de route naar voorzieningen is minimaal 4 meter.

X

 

7

Het wegdek naar de inzamelvoorziening is zodanig dat het gewicht van het inzamelvoertuig, dat maximaal beladen is, geen schade kan veroorzaken.

X

 

8

De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat het inzamelvoertuig (bij lediging van de container) geen hinder ondervindt van aanwezige objecten.

 

X