Organisatie | Noordwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent subsidies (Algemene Subsidieverordening gemeente Noordwijk 2020) |
Citeertitel | Algemene Subsidieverordening gemeente Noordwijk 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Algemene Subsidieverordening Noordwijk 2011 en de Algemene Subsidieverordening Noordwijkerhout 2015.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-07-2020 | nieuwe regeling | 14-07-2020 |
De raad van de gemeente Noordwijk,
gelezen het voorstel van het college van de gemeente Noordwijk van 2 juni 2020, met het onderwerp ‘Vaststellen Algemene Subsidieverordening Gemeente Noordwijk 2020’;
overwegende dat het gewenst is om te komen tot een eensluidend, transparant en toekomstbestendig subsidiebeleid;
gelet op het bepaalde in de artikelen 108, eerste lid, 147, eerste lid, en 149 van de Gemeentewet en het bepaalde in Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De-minimissteun: steun die wordt verstrekt op basis van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (Publicatieblad van de Europese Unie (PbEU) L 352/1:); Verordening (EU) nr. 2019/316 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 51 I/1); Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45), of Verordening (EU) 2018/1923 van de Commissie van 7 december 2018 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PbEU L 313/2);
Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld; waaronder
de Algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV): Verordening (EU) nr. 2017/1084 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 156/1);
de Landbouw vrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 193/1); en
de Visserij vrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 369/37);
Noodzakelijke meerkosten: aanvrager dient, waar het in redelijk van hem te verwachten is, zelf voor (in ieder geval een gedeelte van) de financiering en het organiseren van zijn gewenste activiteit zorg te dragen. Alleen het meerdere komt, indien voldaan wordt aan de overige vereisten, voor subsidie in aanmerking;
Subsidie: als bedoeld in artikel 4:21 lid 1 Awb;
incidentele subsidie: subsidie voor bijzondere1 projecten of activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor een van tevoren bepaalde tijd van maximaal drie jaar subsidie wil verstrekken;
Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college op de volgende beleidsterreinen, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is vastgesteld en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is):
Artikel 3 Subsidiebeleidsregels
Het college kan bij subsidiebeleidsregel vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend, hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald en of er een drempelbedrag van toepassing is.
Let op: om een subsidiebeleidsregel onder het Europees steunkader te brengen dient aangesloten te worden bij de berekeningswijze die het betreffende steunkader voorschrijft en bij het daarin gestelde maximum-steunpercentage. Bij subsidiebeleidsregels waarin aansluiting is gezocht bij de AGVV ligt het bijvoorbeeld voor de hand dat de hoogte van de subsidie afhankelijk is van de vraag of de subsidieaanvrager een kleine, een middelgrote of een grote onderneming is. Zie verder http://www.europadecentraal.nl en de bij de model-ASV behorende VNG ledenbrieven Lbr. 13/075 van 27 september 2013, en Lbr. 16/056 van 8 juli 2016. |
Artikel 5 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud (variant 1 model-ASV)
Artikel 7. Verklaring omtrent gedrag
HOOFDSTUK 3 WEIGERING, WIJZIGING EN INTREKKING
Het college kan een aanvraag voor subsidie naast de in artikel 4:35 Awb genoemde gevallen geheel of gedeeltelijk weigeren als redenen bestaan om aan te nemen dat:
het van aanvrager, of een aan hem verbonden organisatie, in redelijkheid verwacht mag worden dat deze ook zonder subsidieverlening over voldoende mogelijkheden beschikt of kan beschikken om, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, de kosten van de te subsidiëren activiteiten (gedeeltelijk) te dekken;
Artikel 11. Wijziging, intrekking en terugvordering van de subsidie
Het voornemen tot gehele of gedeeltelijke weigering van subsidie aan een subsidieontvanger waaraan voor drie of meer achtereenvolgende jaren voor in hoofdzaak dezelfde activiteiten subsidie is verleend, wordt minimaal zes maanden voorafgaand aan de periode waarop deze betrekking heeft door het college aangekondigd;
Artikel 12. Verlening van de subsidie
Artikel 13. Betaling en bevoorschotting
Artikel 14. Algemene verplichtingen van de subsidieontvanger
Bij structurele subsidies, hoger dan € 50.000 welke verleend worden voor jaarlijks terugkerende activiteiten, of activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten;
Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld schriftelijk aan het college;
Bij liquidatie, fusie of een andere vorm van samenwerking of het geheel staken van activiteiten blijven voor de subsidieontvanger of diens rechtsopvolger de voorschriften omtrent rekening en verantwoording, en de betreffende vaststelling van subsidie en verrekening van voorschotten van overeenkomstige toepassing. Voor zover een batig liquidatiesaldo mede door het verstrekken van gemeentelijke subsidie is gevormd, kan het college terug storting van dit saldo in de gemeentekas verlangen tot het bedrag dat in totaliteit aan subsidie is ontvangen in de laatste zeven jaar.
Artikel 15. Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen
Bij subsidiebeleidsregel of verleningsbeschikking kan aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie. In de toelichting bij de subsidiebeleidsregel wordt uiteengezet waarom daartoe wordt overgegaan.
Bij subsidiebeleidsregel of beschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie leidt tot vermogensvorming, daarvoor een vergoeding verschuldigd is als zich een gebeurtenis als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht voordoet. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.
Voor zover dit niet is bepaald bij subsidiebeleidsregel, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.
Artikel 17. Verantwoording subsidies tussen € 5.000 en € 50.000
Artikel 18. Verantwoording subsidies van meer dan € 50.000
Artikel 19. Subsidievaststelling subsidies tot en met € 5.000
Als bij verlengingsbeschikking de subsidieaanvrager wordt verplicht om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, vindt de vaststelling plaats binnen 8 weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.
Artikel 20. Subsidievaststelling subsidies van meer dan € 5.000
HOOFDSTUK 8 BIJZONDERE BEPALINGEN
Artikel 21. Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen
In een subsidiebeleidsregel kan worden bepaald dat door het college van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van die regeling kan worden afgeweken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.
Aanvragen om subsidie die vóór de in lid 2 bepaalde inwerkingdatum zijn ingediend worden afgehandeld en verantwoord volgens de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening Noordwijk 2011 dan wel de Algemene Subsidieverordening Noordwijkerhout 2015, een en ander met een overgangstermijn van 1 kalenderjaar;