Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meierijstad

Machtigingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeierijstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMachtigingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar
CiteertitelMachtigingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpmachtigingsbesluit

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-07-202001-07-2020nieuwe regeling

15-07-2020

gmb-2020-185466

Tekst van de regeling

Intitulé

Machtigingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar

De leidinggevende van de werkateliers Heffen en invorderen en WOZ, bij besluit van burgemeester en wethouders van 7 juli 2020, aangewezen als heffings- en invorderingsambtenaar zoals bedoeld in artikel 231, lid 2, onderdeel b en c van de Gemeentewet en in artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken (wet WOZ);

overwegende, dat het gewenst is gebruik te maken van de mogelijkheid tot mandatering en machtiging van de, met de uitvoering van de heffing en invordering van belastingen en de wet WOZ, samenhangende bevoegdheden;

gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 de wet WOZ en de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen het volgende:

“Machtigingsbesluit Heffings- en invorderingsambtenaar Meierijstad 2020”.

Artikel 1. Medewerkers atelier WOZ

Aan de medewerkers van het werkatelier WOZ wordt machtiging verleend om namens de Heffingsambtenaar op te treden in de volgende situaties:

  • a.

    het opvragen van gegevens en inlichtingen alsmede inzage vragen in boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van belastingplichtigen, c.q. belanghebbenden (artikel 30, lid 1, wet WOZ juncto artikel 47 Awr);

  • b.

    het vragen om toegang te verlenen tot grond en gebouwen voor zover dit nodig is voor een WOZ- en/of belastingonderzoek (artikel 30, lid 1, wet WOZ juncto artikel 50 Awr);

  • c.

    het horen op verzoek ( artikel 7.2 Awb juncto artikel 25 Awr);

  • d.

    behandelen van bezwaarschriften tegen WOZ-beschikkingen (artikel 30, lid 4 en lid 9 wet WOZ);

  • e.

    behandelen van op bezwaarschriften tegen belastingaanslagen (Hoofdstuk 6 en 7, Awb, juncto Hoofdstuk V, AWR);

  • f.

    het indienen van stukken en een verweerschrift in WOZ- en belastingzaken naar aanleiding van een ingediend beroepschrift (artikel 8:42 Awb);

  • g.

    het indienen van een conclusie van dupliek in beroep en een conclusie van dupliek of repliek in hoger beroep met betrekking tot WOZ-en belastingzaken (artikel 8:43 Awb);

  • h.

    het bij de behandeling van WOZ- en belastingzaken ter zitting verschijnen voor de rechtbank of gerechtshof (artikel 8:56 Awb).

Artikel 2. Medewerkers werkatelier Heffen en Invorderen

Aan de medewerkers van het werkatelier Heffen en invorderen wordt machtiging verleend om namens de heffings- en invorderingsambtenaar op te treden in volgende situaties:

  • a.

    uitreiken van aangiftebiljetten (artikel 6, e.v. AWR);

  • b.

    vragen van gegevens en inlichtingen en vragen om inzage in boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van belastingplichtigen (artikel 47 AWR en artikel 58 Iw90) en bepaalde derden (Besluit gegevensverstrekking gemeentelijke belastingheffing);

  • c.

    vragen om toegang te verlenen tot grond en gebouwen voor zover dit nodig is voor een belastingonderzoek (artikel 50 AWR);

  • d.

    vaststellen van belastingaanslagen (artikel 11, 16 en 20 AWR);

  • e.

    opleggen van een bestuurlijke boete (artikel 67a tot en met 67q AWR);

  • f.

    beslissen op verzoeken om vrijstelling, vermindering, teruggave en ontheffing (artikel 242 Gemeentewet);

  • g.

    het horen op verzoek ( artikel 7.2 Awb juncto artikel 25 Awr);

  • h.

    invordering in eerste aanleg, waaronder het bekendmaken van aanslagbiljetten door uitreiking of toezending en het invorderen van de belastingschuld (artikel 8 en 10 Invorderingswet 1990, hierna: Iw90; artikel 19, eerste lid, AWR);

  • i.

    dwanginvordering, waaronder het aanmanen van de belastingschuldige (artikel 4:112 Awb juncto artikel 11 Iw90), het uitvaardigen van een dwangbevel (artikel 4:115 Awb juncto artikel 12 Iw90), een hernieuwd bevel tot betaling (artikel 14 Iw90), het opdracht geven om tot executie over te gaan (bijvoorbeeld beslaglegging; artikel 4:121 Awb), het verhaal onder derden (artikel 19 Iw90);

  • j.

    behandeling van de bezwaren tegen de in rekening gebrachte invorderingskosten ( artikel 7 Kostenwet invordering rijksbelastingen)

  • k.

    procespartij in een procedure van verzet tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel (artikel 17, tweede lid, Iw90);

  • l.

    verrekenen van belastingschulden (artikel 4:93 Awb juncto artikel 24, eerste lid, Iw90);

  • m.

    verlenen van uitstel van betaling (artikel 4:94 Awb en artikel 25 Iw90);

  • n.

    verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen (artikel 26 Iw90);

  • o.

    vaststellen van de door de belastingschuldige in een concreet geval verschuldigde invorderingsrente (artikel 30 Iw90);

  • p.

    vaststellen van hoofdelijke aansprakelijkheid voor een belastingschuld (artikel 49 Iw90)

  • q.

    behandelen van bezwaarschriften tegen WOZ-beschikkingen (artikel 30, lid 4 en lid 9 wet WOZ);

  • r.

    behandelen van bezwaarschriften tegen belastingaanslagen (Hoofdstuk 6 en 7, Awb, juncto Hoofdstuk V, AWR);

  • s.

    het indienen van stukken en een verweerschrift in WOZ- en belastingzaken naar aanleiding van een ingediend beroepschrift (artikel 8:42 Awb);

  • t.

    het indienen van een conclusie van dupliek in beroep en een conclusie van dupliek of repliek in hoger beroep met betrekking tot WOZ-en belastingzaken (artikel 8:43 Awb);

  • u.

    het bij de behandeling van WOZ- en belastingzaken ter zitting verschijnen voor de rechtbank of gerechtshof (artikel 8:56 Awb).

Artikel 3. Werkatelier Financiële administratie

  • 1.

    Aan het hoofd van het werkatelier Financiële Administratie wordt machtiging verleend om, de gevorderde bedragen vast te stellen en bekend te maken en in eerste aanleg in te vorderen.

  • 2.

    Het atelierhoofd kan medewerkers van het werkatelier Financiële Administratie aanwijzen om namens hem de hiervoor vermelde machtiging uit te oefenen.

Artikel 4 Overige heffingen

  • 1.

    Legesverordeningen

    Aan de medewerkers die krachtens de functiebeschrijving of afspraken met de manager belast zijn met het verstrekken van diensten, genoemd in de tarieventabellen behorende bij de legesverordeningen van de gemeente Meierijstad, wordt machtiging verleend om in verband met die betreffende diensten, de gevorderde bedragen vast te stellen en bekend te maken en de belastingschuld in eerste aanleg in te vorderen.

  • 2.

    Verordeningen Marktgelden

    Aan de functionarissen belast met de taak van marktmeester wordt machtiging verleend om op grond van de Verordeningen marktgelden van de gemeente Meierijstad, de gevorderde bedragen vast te stellen, bekend te maken en de belastingschuld in eerste aanleg in te vorderen.

  • 3.

    Verordening Scheepvaartrechten

    Aan de havenmeesters wordt machtiging verleend om de op grond van de Verordening scheepvaartrechten de gevorderde bedragen vast te stellen, bekend te maken en de belastingschuld in eerste aanleg in te vorderen.

  • 4.

    Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht

    Aan de medewerkers die krachtens hun functiebeschrijving belast zijn met de toepassing van de Tarieventabel Milieustraten wordt machtiging verleend om in verband met die betreffende diensten, de gevorderde bedragen vast te stellen en bekend te maken en de belastingschuld in eerste aanleg in te vorderen

Artikel 8. Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 juli 2020.

  • 3.

    Dit besluit kan worden aangehaald als “Machtingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar 2020”.

 

Aldus besloten op 15 juli 2020

De Heffings- en invorderingsambtenaar,

Drs. A.A.B. de Beer