Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Subsidieregeling stimulering ondernemende onderzoekers Den Haag 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling stimulering ondernemende onderzoekers Den Haag 2020
CiteertitelSubsidieregeling stimulering ondernemende onderzoekers Den Haag 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpSubsidieregeling stimulering ondernemende onderzoekers Den Haag 2020

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/%27s-Gravenhage/323035/CVDR323035_3.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-07-202031-12-2021nieuwe regeling

16-06-2020

gmb-2020-183601

RIS305555 DSO/2020.377

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling stimulering ondernemende onderzoekers Den Haag 2020

Toelichting

De gemeente Den Haag zet, conform speerpunt 2 doel 3 van de Economische Agenda (RIS3035480) (vernieuwen van de economie door kennis, technologie en innovatie te stimuleren) en in het kader van clusterontwikkeling binnen de sector Veiligheid, in op de versterking van de innovatieketen en zoekt daarbij de aansluiting op de investeringen van de Rijksoverheid. Eén van de ambities is het versterken van valorisatie en vermarkting, zodat er nieuwe bedrijven en groeikansen voor bestaande bedrijven ontstaan. Bijvoorbeeld door het bevorderen van kennisoverdracht van kennisinstellingen naar bedrijven en visa versa.

 

Over de jaren 2013 tot en met 2020 heeft het Rijk ca. € 22,5 mln. geïnvesteerd in de uitvoering van de eerste, tweede en derde National Cyber Security Research Agenda (NCSRA). De derde NCSRA is in 2018 opgeleverd. Eén van de uitvoeringsinstrumenten in deze agenda was de NWO-call for proposals voor fundamenteel en praktijkgericht onderzoek. De onderzoeksagenda beschrijft de uitdagingen voor onderzoek op het gebied van cybersecurity rondom 5 pijlers: design, defence, attacks, governance, en privacy.

 

Er wordt weliswaar geïnvesteerd in cybersecurity onderzoek, maar door eerdere bezuinigingen blijven waardevolle onderzoeksresultaten op dit moment onbenut. Ook de deelnemers aan het ‘Kennis- en Innovatieconvenant 2020-2023’ (2019) onderschrijven dit: kennis en innovaties van cybersecurity onderzoekers bereiken moeizaam de markt. Daardoor blijft onderzoek hangen in papieren publicaties en ontstaan er geen nieuwe producten of bedrijven.

 

De gemeente Den Haag wil met deze regeling de afstand tussen onderzoek en de markt overbruggen. Het doel van deze stimuleringsregeling is daarmee dat cybersecurity onderzoekers de mogelijkheid krijgen om hun onderzoek te vertalen naar een commerciële toepassing.

 

De subsidieregeling is gebaseerd op de eerste fase van het valorisatie instrument Take-off van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). In deze eerste fase (de haalbaarheidsstudie) kunnen de onderzoekers de technische –en commerciële haalbaarheid testen. Deze stimuleringsregeling voorziet niet in (financiering van) de daaropvolgende fase (realisatie) en de onderzoekers kunnen bij de gemeente ook geen aanspraak maken op vervolgfinanciering. Tijdens de eerste fase zullen de ondernemende onderzoekers actief in contact worden gebracht met Haagse organisaties die hen verder kunnen helpen bij deze realisatie, zoals InnovationQuarter, The Hague Security Delta en YES!Delft.

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014,

 

besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling stimulering ondernemende onderzoekers Den Haag 2020:

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

- ASV:

Algemene Subsidieverordening Den Haag 2014;

- Awb:

de Algemene wet bestuursrecht;

- college:

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

- commerciële toepassing:

een product dat of een dienst die kan worden verhandeld en tot doel heeft om geld mee te verdienen;

- cybersecurity:

alle beveiligingsmaatregelen die men neemt om schade te voorkomen door een storing, uitval of misbruik van een informatiesysteem of computer. Ook worden maatregelen genomen om schade te beperken of te herstellen als die toch is ontstaan. De maatregelen hebben te maken met processen in de organisatie, technologie en gedrag van mensen;

- ecosysteembenadering:

de benadering waarbij de economie gezien wordt als een levend netwerk van actoren en factoren met een complexe samenhang;

- kennisinstelling:

de verzamelnaam voor alle universiteiten, hogescholen, onderzoeksinstellingen en academische ziekenhuizen;

- NWO:

de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek is de nationale Nederlandse wetenschapsfinancier en heeft tot taak het wetenschappelijke onderzoek in Nederland te bevorderen. NWO is een zelfstandig bestuursorgaan met wettelijk vastgelegde taken;

- sector:

vanuit economisch perspectief is een sector een deel van de economie. Het is een benaming voor alle bedrijven samen die actief zijn in een bepaalde categorie producten of diensten;

- startup:

een bedrijf met een technologisch vernieuwend product en waarvoor in potentie veel klanten zijn;

- Take-off haalbaarheidsstudie:

instrument vanuit TTW gericht op het creëren van nieuwe innovatieve bedrijvigheid die het gevolg is van kennisbenutting bij universiteiten en publieke kennisinstellingen;

- TTW:

Toegepaste en Technische Wetenschappen. Het NWO-domein TTW heeft als missie het bevorderen van technisch-wetenschappelijk onderzoek met toepassing van en impact voor mens en maatschappij. Om deze missie vorm te geven richt TTW zich voor de periode 2019-2022 op de volgende drie doelen: een versterkt technisch-wetenschappelijk fundament, efficiënte innovatieketens en zichtbare maatschappelijke impact;

- valorisatie:

het proces dat kennis omzet naar commercieel haalbare producten, processen of diensten;

- vermarkten:

het geschikt maken voor verkoop van een nieuw of innovatief product of dienst.

 

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidieregeling is het faciliteren en stimuleren van bedrijvigheid en ondernemerschap op het gebied van cybersecurity vanuit de in artikel 1:5 bedoelde doelgroep met als doel het creëren van succesvolle innovatieve bedrijvigheid op basis van innovatieve onderzoeksresultaten uit genoemde onderzoeksinstellingen.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is het versterken van het ecosysteem binnen de sector Veiligheid, in het bijzonder in de gemeente Den Haag, zodat er nieuwe bedrijven en groeikansen voor bestaande bedrijven kunnen ontstaan.

 

Artikel 1:4 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het uitvoeren van een Take-off haalbaarheidsstudie.

 

Artikel 1:5 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan cybersecurity onderzoekers met een vaste (deeltijd)aanstelling aan één of meerdere van de volgende kennisinstellingen kunnen aanvragen indienen:

    a. Universiteiten gevestigd in het Koninkrijk der Nederlanden;

    b. Universitaire Medische Centra;

    c. Prinses Máxima Centrum;

    d. KNAW- en NWO-instituten;

    e. Nederlands Kanker Instituut (NKI);

    f. Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen;

    g. Dubble-bundellijn bij de ESRF te Grenoble;

    h. NCB Naturalis;

    i. Advanced Research Centre for NanoLithography (ARCNL);

    j. Nederlandse Defensie Academie (NLDA);

    k. Nederlands Forensisch Instituut (NFI).

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het college aan een subsidieaanvrager zonder een vaste aanstelling aan een kennisinstelling subsidie verstrekken, indien:

    a. de (Take-off) Adviescommissie, als bedoeld in artikel 1:11, een positief advies geeft; en

    b. de kennisinstelling een schriftelijke garantie voor aanstelling geeft voor de gehele duur van de haalbaarheidsstudie.

 

Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct verbonden zijn met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteit als bedoeld in artikel 1:4.

  • 2.

    Voor subsidie komen in aanmerking:

    a. kosten van bij het bij de haalbaarheidsstudie betrokken personeel, dat in dienst is van de kennisinstelling. Voor de salaristarieven moet aangesloten worden bij de salaristabellen van het NWO (https://www.nwo.nl/salaristabellen);

    b. kosten van derden voor het gebruik maken van diensten voor een maximum bruto tarief van € 125 per uur. Onder gebruik maken van diensten wordt verstaan: de dienstverlening door commerciële instellingen, coaches, consultants of zzp’ers;

    c. kosten van gebruiksgoederen, zoals kleine instrumenten, hulpmiddelen en investeringen in apparatuur (producten) met een maximum van 20% van het totale subsidiebedrag. Bij succesvolle doorontwikkeling dienen deze producten eigendom te worden van de startup;

    d. reis- en verblijfskosten;

    e. kosten voor octrooibescherming gedurende de looptijd van de haalbaarheidsstudie, mits het octrooi in bezit is van de aanvrager;

    f. overige direct aan het project gerelateerde kosten. Onder deze post vallen onder andere studiekosten, zoals voor het opdoen van ondernemersvaardigheden met een maximum van 10% van het totale subsidiebedrag;

    g. de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    a. kosten voor overhead die meer bedragen dan 20% van de kosten van de subsidiabele activiteiten;

    b. algemene bedrijfskosten (zoals oprichtings-, notaris-, accountant- en administratiekosten, etc.);

    c. kosten voor huisvesting;

    d. kosten voor consumpties, met uitzondering van reis- en verblijfskosten als bedoeld in het tweede lid, onder d;

    e. kosten voor het aanvragen van een octrooi;

    f. kosten die zijn gemaakt voorafgaand aan de dagtekening van het honoreringsbesluit.

 

Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt minimaal € 20.000,- en maximaal € 40.000,- per aanvraag.

 

Artikel 1:8 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode 14 juli 2020 tot en met 31 december 2o21 een subsidieplafond van € 200.000,-.

  • 2.

    Het college kan de hoogte van het subsidieplafond binnen de in het eerste lid genoemde periode wijzigen.

 

Artikel 1:9 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria:

    a. kennisbasis en innovativiteit:

    1◦ kennis die aan de basis ligt van het bedrijfsidee;

    2◦ vernieuwende elementen.

    b. commercieel potentieel:

    1◦ toepassingsmogelijkheden en toegevoegde waarde;

    2◦ markt- en commerciële perspectieven.

    c. kwaliteiten van het team:

    1◦ wetenschappelijke expertise aanvrager(s) en ondersteunend personeel;

    2◦ ondernemers- en commerciële vaardigheden;

    3◦ motivatie en ambitieniveau van het betrokken team.

    d. kwaliteit van het projectplan:

    1◦ praktische en economische aanpak;

    2◦ activiteitenplan;

    3◦ projectbegroting, opgesplitst naar projectactiviteit.

  • 3.

    De rangschikking geschiedt middels weging van de 4 criteria uit het tweede lid, waarbij elk criterium voor 25% meeweegt.

 

Artikel 1:10 Adviescommissie TTW

  • 1.

    Het college stelt een Adviescommissie TTW in, waaraan een aanvraag als bedoeld in artikel 2:1 wordt voorgelegd.

  • 2.

    De Adviescommissie TTW bestaat uit vijf leden, waarvan één lid door het college als (technisch) voorzitter wordt aangewezen.

  • 3.

    In de Adviescommissie TTW worden geen leden benoemd met een persoonlijk belang bij de verdeelprocedure.

 

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

 

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

  • 1.

    In afwijking van artikel 8, eerste lid, van de ASV 2014 wordt de aanvraag voor een subsidie schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het TTW voor deze regeling vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid van de ASV over te leggen gegevens, legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    a. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de subsidieontvanger als BTW belast ondernemer is aan te merken; en

    b. een specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare BTW; en

  • 3.

    De aanvraag en de bijbehorende bijlagen worden zoveel mogelijk op een voor openbaarmaking geschikte manier en op een voor het algemeen publiek-toegankelijke wijze opgesteld.

 

Artikel 2:2 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, uiterlijk 29 september 2020 om 14:00 uur ingediend.

 

Artikel 2:3 Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 10, eerste lid, van de ASV 2014, uiterlijk op 14 december 2020.

 

Artikel 2:4 Looptijd

  • 1.

    De haalbaarheidsstudie waarvoor subsidie is verleend, start binnen 6 maanden na datum van het collegebesluit.

  • 2.

    De subsidieaanvrager voltooit de haalbaarheidsstudie binnen 12 maanden na de datum van het collegebesluit.

 

Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden

 

Artikel 3:1

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigert het college een subsidieaanvraag in ieder geval als de haalbaarheidsstudie waarvoor de subsidie wordt aangevraagd meer dan een half jaar duurt.

 

Hoofdstuk 4 Verplichtingen en bevoorschotting

 

Artikel 4:1 Verplichtingen

Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrechten artikel 15 tot en met 18 van de ASV 2014 kan het college de subsidieontvanger bij de subsidieverlening verplichten om een zakelijk zekerheidsrecht aan de gemeente te verlenen of een andere vorm van zekerheidsstelling voor de vorderingen die ontstaan op grond van 4:57 van de Awb.

 

Artikel 4:2 Bevoorschotting

De bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze:

  • a. de eerste tranche bedraagt 80% bij start van het project;

  • b. de tweede tranche bedraagt 20% op de helft van het project.

 

Artikel 4:3 Kostensoorten

Subsidie die bij de beschikking tot verlening verdeeld is over verschillende kostensoorten, mag van de ene kostensoort naar de andere kostensoort worden overgeheveld tot maximaal 10% per post, met inachtneming van artikel 1:6, eerste lid.

 

Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf

 

Artikel 5:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

In afwijking van artikel 20, eerste lid, onder a, van de ASV 2014 dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk 12 maanden na de verleningsbeschikking.

 

Artikel 5:2 Wijze van verantwoording

  • 1.

    In aanvulling van de op grond van artikel 20, derde lid, van de ASV 2014 over te leggen gegevens, legt de aanvrager van een vaststellingsbeschikking een inhoudelijke rapportage of haalbaarheidsstudie over, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht. De aanvraag tot vaststelling bevat in ieder geval:

    a. een inhoudelijke rapportage of haalbaarheidsstudie, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht. Deze bevat in ieder geval;

    b. een onderzoek naar de technische haalbaarheid van een product, proces of service voor een of meerdere potentiele afzetmarkten;

    c. een eventuele ontwikkeling die nodig is om het product of de dienst klaar te maken voor een specifieke doelgroep in een specifieke markt;

    d. een inschatting van de commerciële haalbaarheid op basis van gesprekken met potentiele klanten, ondersteund door een systematische analyse;

    e. een inschatting van de benodigdheden om van het product, proces of service een commercieel succes te maken;

    f. een conclusie over de technische en commerciële haalbaarheid;

    g. een samenvatting van de uitvoering van het project, een beschrijving van welke doelen gehaald zijn, wat de staat van de beoogde onderneming is, eventuele aanpassingen die zijn gemaakt op het ingediende plan, en of de onderneming naar de markt zal gaan op basis van de huidige factoren. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening); dit verslag of jaarrekening moet op dezelfde wijze zijn ingericht als de bij de aanvraag om subsidie overgelegde begroting; en

    h. een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling en de bijbehorende bijlagen worden zoveel mogelijk op een voor openbaarmaking geschikte manier en op een voor het algemeen publiek-toegankelijke wijze opgesteld.

 

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

 

Artikel 6:1 Hardheidsclausule

Het college kan een of meerdere artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 6:2 Evaluatie

Het college evalueert de Subsidieregeling stimulering ondernemende onderzoekers Den Haag 2020 uiterlijk 31 maart 2022.

 

Artikel 6:3 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 14 juli 2020 en vervalt met ingang van 31 december 2021.

 

Artikel 6:4 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling stimulering ondernemende onderzoekers Den Haag 2020.

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1:5 Doelgroep

De Subsidieregeling stimulering ondernemende onderzoekers Den Haag 2020 geldt voor de volle breedte van het cybersecurity onderzoeksveld en staat open voor haalbaarheidsstudies op het gebied van: monitoring & respons, digitale weerbaarheid, cyber-intelligence en de human factors in cyber security.

 

Den Haag, 16 juni 2020

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris a.i.,

Ilma Merx

 

de wnd. burgemeester,

Johan Remkes