Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Omgevingsdienst Rivierenland

Mandaatregeling van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur van de Omgevingsdienst Rivierenland 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOmgevingsdienst Rivierenland
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingMandaatregeling van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur van de Omgevingsdienst Rivierenland 2020
CiteertitelRegeling houdende de verlening van mandaat en volmacht van het dagelijks bestuur en voorzitter aan de directeur van de Omgevingsdienst Rivierenland 2020
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeenschappelijke regelingen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-2020nieuwe regeling

23-11-2020

bgr-2020-1324

20-07-202001-06-202031-12-2020nieuwe regeling

29-06-2020

bgr-2020-759

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatregeling van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur van de Omgevingsdienst Rivierenland 2020

Het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Omgevingsdienst Rivierenland, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft, gelet op:

- Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

- Wet gemeenschappelijke regeling;

Besluiten vast te stellen:

‘De regeling houdende de verlening van Mandaat en volmacht van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur van de Omgevingsdienst Rivierenland 2020’

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. ambtelijke organisatie: de ambtelijke organisatie van de Omgevingsdienst;

b dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst;

c. voorzitter: de voorzitter van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 19 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rivierenland;

d. directeur: de directeur van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 27 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rivierenland (tevens secretaris van het bestuur van de Omgevingsdienst);

e. Omgevingsdienst: het openbaar lichaam Omgevingsdienst Rivierenland, bedoeld in artikel 3 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rivierenland.

 

Artikel 2 Algemeen

Bij de uitoefening van de bevoegdheden in mandaat wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, verordeningen, regelingen, besluiten, aanwijzingen en richtlijnen, hoe ook genaamd, van Europese, rijks, provinciale en gemeentelijke wetgevers of andere bestuursorganen in acht genomen.

 

Artikel 3a Mandaat van het dagelijks bestuur

Aan de directeur wordt mandaat verleend door het dagelijks bestuur voor de bevoegdheid tot:

a. het nemen van besluiten op grond van Burgerlijk Wetboek Boek 7, titel 10, de cao SGO, het Arbeidsvoorwaardenreglement Gelderse Omgevingsdiensten en het Personeelshandboek ODR inzake medewerkers van de Omgevingsdienst Rivierenland behoudens:

  • 1.

    besluiten omtrent de secretaris, de plaatsvervangend secretaris en afdelingshoofden.

  • 2.

    besluiten rondom een personele mismatch, indien daarmee, in een kalenderjaar alle besluiten cumulerend, het totaalbedrag van de jaarlijkse reserve (1% van de loonsom) wordt overschreden.

b. het besluiten op bezwaar, beroep en hoger beroep en eventuele voorlopige voorzieningzaken inzake aanvragen als bedoeld in hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming;

c. het aangaan van detacheringsovereenkomsten;

d. het aanmerken van een ongeval als bedrijfsongeval;

e. het nemen van besluiten op grond van de Wet verbetering poortwachter en de Arbeidsomstandighedenwet;

f. het beslissen tot het aangaan van overeenkomsten tot een bedrag van € 100.000,- ten behoeve van de bedrijfsvoering van de Omgevingsdienst;

g. het nemen van besluiten op bezwaar, beroep en hoger beroep en eventuele voorlopige voorzieningzaken, inzake verzoeken om toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur voor zover zijn autonome bevoegdheden betreft;

h. het beslissen tot het afwijken van de aanbestedingsprocedure zoals in het Inkoop- en aanbestedingsbeleid is vastgesteld, voor zover het de inhuur van personeel betreft;

i. het beslissen tot afwijken van de Algemene Inkoopvoorwaarden bij het aangaan van een privaatrechtelijke overeenkomst;

j. het wijzigen van een functiebeschrijving zoals opgenomen in het Gelders Functieboek of het anders koppelen van een functiebeschrijving aan een HR-21 functienorm van eerder ingedeelde functies, nadat nieuwe of gewijzigde taken zijn opgedragen aan een functiehouder.

k. het voeren van overleg namens het dagelijks bestuur in het CLO en besluiten te nemen over de in artikel 12.2 Cao SGO genoemde onderwerpen, mits deze besluiten binnen de financiële kaders van de ODR vallen.

 

Artikel 3b Mandaat van de voorzitter

Aan de directeur wordt mandaat verleend door de voorzitter voor de bevoegdheid tot:

a. het nemen van besluiten op bezwaar, beroep en hoger beroep en eventuele voorlopige voorzieningzaken, inzake verzoeken om toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur voor zover het zijn autonome bevoegdheden betreft.

b. Het tekenen van de overeenkomsten tot een bedrag van € 100.000,- ten behoeve van de bedrijfsvoering van de Omgevingsdienst .

 

Artikel 4 Reikwijdte mandaat, volmacht- of machtigingsverstrekking

1. Indien het dagelijks bestuur of de voorzitter mandaat, volmacht of machtiging verleent ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid, geschiedt deze verlening in de ruimste zin des woords voor zover direct te maken hebbend met de opgedragen taken en onverminderd het bepaalde in artikel 2.

2. De uitoefening van bevoegdheden in mandaat, verleend bij of krachtens dit besluit, geschiedt met inachtneming van de ter zake schriftelijk vastgelegde instructies per geval of in algemene zin van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur dan wel de voorzitter overeenkomstig het mandaatregister.

3. Waar volmacht is verleend tot het besluiten en verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling aan een gevolmachtigde wordt daarmee ook de bevoegdheid verleend tot bewaking van uitvoering van die rechtshandeling, waartoe worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden, met uitzondering van de beslissing tot het voeren van een rechtsgeding.

 

Artikel 5 Kaders uitoefening bevoegdheden

Een in mandaat te nemen besluit mag niet worden genomen indien:

a. het besluit genomen moet worden met toepassing van de in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht vervatte inherente afwijkingsbevoegdheid;

b. de financiële consequenties van het besluit naar verwachting het daartoe in de door het algemeen bestuur vastgestelde begroting bestemde budget overschrijden;

c. er persoonlijke betrokkenheid van de gemandateerde bij het te nemen besluit bestaat; d. de uitoefening van de bevoegdheden ingrijpende gevolgen voor de Omgevingsdienst kan hebben, of indien het algemeen bestuur vooraf om inlichtingen verzoekt.

 

Artikel 6 Informatieplicht

1. De directeur verschaft het dagelijks bestuur dan wel de voorzitter gevraagd of ongevraagd informatie over de uitvoering van de aan hem gemandateerde bevoegdheden.

2. De directeur informeert het dagelijks bestuur dan wel de voorzitter bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden.

 

Artikel 7 Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover van toepassing, met mandaat gelijkgesteld:

a. de verlening van volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, en

b. de machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

 

Artikel 8a Ondermandaat

1. De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 3a, eerste lid, onder b. tot en met f. in ondermandaat verlenen aan functionarissen in dienst van of werkzaam voor de Omgevingsdienst.

2. De directeur gaat niet over tot het opdragen in ondermandaat dan na verkregen toestemming van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter.

 

Artikel 8b Ondermandaat taken Gelders Stelsel

1. De directeur kan de bevoegdheden als bedoeld in artikel 3a, eerste lid onder f. en onder i. in ondermandaat en de bevoegdheden bedoeld in artikel 3b onder b. in machtiging verlenen aan de directeur van een andere omgevingsdienst binnen de provincie Gelderland.

2. Het ondermandaat en de machtiging worden mede verleend aan de persoon die door het daartoe bevoegde dagelijks bestuur is aangewezen als plaatsvervanger van de mandataris.

3. Het ondermandaat wordt verstrekt onder de voorwaarde dat de bevoegdheden worden uitgeoefend met inachtneming van het inkoop-en aanbestedingsbeleid en inkoopvoorwaarden van de Omgevingsdienst waarvan de ondermandataris directeur of plaatsvervangend directeur is.

4. Ondermandaat wordt verleend onder de voorwaarde dat het directeurenoverleg Gelders Stelsel positief heeft besloten over het voorstel en binnen de bevoegdheid van artikel 3a, sub f.

 

Art. 8c Ondermandaat Gelders Stelsel CLO

1. De directeur kan de bevoegdheid als bedoeld in artikel 3 onder h in ondermandaat verlenen aan de directeur van een andere omgevingsdienst binnen de provincie Gelderland.

2. Het ondermandaat wordt mede verleend aan de persoon die door het daartoe bevoegde dagelijks bestuur is aangewezen als plaatsvervanger van de mandataris.

3. Het ondermandaat wordt verstrekt onder de voorwaarde dat wordt voldaan aan de voorwaarde genoemd in artikel 3 onder h.

4. De directeur heeft voorafgaande toestemming van het dagelijks bestuur nodig, alvorens het ondermandaat kan worden verleend.

 

Artikel 9 Ondertekening

In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht dat het besluit is genomen krachtens mandaat of volmacht.

Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden: “

Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Rivierenland, namens deze:” De directeur van de Omgevingsdienst Rivierenland, gevolgd door de handtekening, functie en naam van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde.

OF

“De voorzitter van de Omgevingsdienst Rivierenland, namens deze:” De directeur van de Omgevingsdienst Rivierenland, gevolgd door de handtekening, functie en naam van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde.

 

Artikel 10 Slotbepalingen

1. Deze regeling treedt een dag na bekendmaking in werking.

2. [vervallen]

3. Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Regeling houdende de verlening van mandaat en volmacht van het dagelijks bestuur en voorzitter aan de directeur van de Omgevingsdienst Rivierenland 2020’.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Rivierenland op 23 november 2020,

De voorzitter

C.A.H. Zondag

De directeur

A.Schipper

Aldus vastgesteld door de voorzitter op 23 november 2020,

De voorzitter

C.A.H. Zondag