Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling voor broedplaatsen die in zwaar weer verkeren als gevolg van de coronacrisis |
Citeertitel | Subsidieregeling broedplaatsen coronacrisis |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR419314
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-11-2021 | artikel 2.1, 2.2, 2.4, 2.5, 3, 4, toelichting | 02-11-2021 | |||
03-04-2021 | 09-11-2021 | artikel 1.1, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 3, 4, toelichting | 30-03-2021 | ||
17-07-2020 | 03-04-2021 | nieuwe regeling | 30-06-2020 |
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
gelet op artikel 3, tweede lid, van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013, en het op 20 juni 2019 vastgestelde Atelier- en Broedplaatsenbeleid 2019-2022, in aanvulling op de generieke economische Rijksmaatregelen en de specifieke Rijksmaatregelen voor de cultuursector
besluit de volgende regeling vast te stellen:
Subsidieregeling voor broedplaatsen die in zwaar weer verkeren als gevolg van de coronacrisis
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Broedplaats: een gebouw met een CAWA-percentage van minimaal 40%, waarbij het CAWA-oppervlak verhuurd wordt tegen het CAWA-tarief. Daarnaast kan er sprake zijn van verhuur van publiekstoegankelijke ruimte en verhuur aan niet-CAWA-creatieven. Het CAWA-percentage kan lager zijn wanneer daar expliciet akkoord op is gegeven;
Artikel 1.2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De ASA 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 1.3 Doel subsidieregeling
Het doel van deze subsidieregeling is het behoud van broedplaatsen voor de stad door middel van het verstrekken van een eenmalige subsidie in het kader van het Atelier- en Broedplaatsenbeleid 2019 – 2022, die de financiële positie van broedplaatsen te verbetert die als gevolg van de coronacrisis in hun voortbestaan worden bedreigd.
Hoofdstuk 2 Steunmaatregel Broedplaatsen
Artikel 2.4 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 wordt bij de subsidieaanvraag ingediend:
Hoofdstuk 3 Verantwoording en vaststelling van de subsidie
Artikel 3 Verantwoording subsidies
In aanvulling op artikel 14, tweede lid, van de ASA 2013 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling een financieel verslag, waarin een overzicht is opgenomen waaruit blijkt hoeveel verlies over de periode 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021 is geleden als gevolg van de coronamaatregelen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 30 juni 2020
De burgemeester
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
De gevolgen van de coronacrisis voor de cultuursector in Amsterdam zijn ongekend
groot en hebben zeer ingrijpende maatschappelijke en economische gevolgen voor de
stad. Omdat er acuut hulp nodig is – in aanvulling op de generieke Rijksmaatregelen en de aanvullende Rijksmaatregelen specifiek voor de cultuursector – worden broedplaatsen extra ondersteund.
Doelstelling is het overeind houden van broedplaatsen, een cruciaal en fundamenteel onderdeel van de Amsterdamse kunst- en cultuurinfrastructuur, die als gevolg van de coronacrisis ernstig worden bedreigd in hun voortbestaan. Het uitgangspunt is dat de extra financiële steun terechtkomt bij die broedplaatsen die de steun van de gemeente het hardst nodig hebben en de ontstane tekorten niet zelf kunnen dragen.
Voor de uitvoering van de steunmaatregel is de Subsidieregeling voor broedplaatsen die in zwaar weer verkeren als gevolg van de coronacrisis ingericht. Het college heeft voor de uitvoering van de steunmaatregel € 0,3 miljoen uit het budget Broedplaatsen gereserveerd.
Voor deze regeling wordt het huisvesten van CAWA-creatieven als basis gebruikt. Historisch gezien zijn er broedplaatsen gesubsidieerd waarmee is overeengekomen dat het CAWA-percentage lager is dan 40%. Dat kan verschillende redenen hebben gehad, zoals de bestaande samenstelling van het huurdersbestand, uitzonderlijke wenselijkheid van het project of beperkingen van het gebouw. De plekken waar dit is overeengekomen hebben aangetoond van dusdanige waarde te zijn voor de stad dat zij ook in aanmerking komen voor subsidiëring. Daarnaast zijn er broedplaatsen waar nooit is gesubsidieerd door de gemeente Amsterdam maar die wel een substantieel deel van hun pand (meer dan 40%) verhuren aan CAWA-creatieven. Ook zij kunnen in aanmerking komen voor subsidiëring.
Artikel 1.3 Doel subsidieregeling
Doelstelling is het overeind houden van broedplaatsen, een cruciaal en fundamenteel onderdeel van de Amsterdamse kunst- en cultuurinfrastructuur, die als gevolg van de coronacrisis ernstig worden bedreigd in hun voortbestaan. Het uitgangspunt is dat de extra financiële steun terecht komt bij die broedplaatsen die de steun van de gemeente het hardst nodig hebben en de ontstane tekorten niet zelf kunnen dragen.
Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten en hoogte van de subsidie
Onder 2 is de formule opgenomen voor de berekening van het maximale subsidiebedrag.
Het startpunt de hoogte van het verlies in de periode van 1 januari 2021 tot 1 juli 2021. Het verlies is het saldo van lasten en baten. Hierbij is het uitgangspunt dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de generieke Rijksmaatregelen, specifieke Rijksmaatregelen voor de cultuursector en de Subsidieregeling eenmalige noodsteun voor culturele instellingen die in zwaar weer verkeren als gevolg van de coronamaatregelen.
Ook geldt dat er rekening wordt gehouden met de mate waarin de broedplaats in staat is vanuit de vermogenspositie (en specifiek vanuit de algemene en continuïteitsreserves) het verlies zelf op te vangen. Hierbij hanteren we een ondergrens van 5% weerstandsvermogen. Hierdoor komt het geld terecht bij de plekken die dat het hardst nodig hebben. In deze regeling wordt het weerstandsvermogen berekend door de som van de algemene reserve en continuïteitsreserves te delen door het totaal van de baten.
Rekenvoorbeeld inzet weerstandsvermogen
Broedplaats A heeft een verlies van € 80.000;
De totale baten in de jaarrekening 2019 bedragen € 300.000;
De som van de algemene reserve en de continuïteitsreserves is per 30 juni 2021 € 50.000;
Het CAWA-oppervlak van de broedplaats is 4.000 m2
Het weerstandsvermogen bedraagt 5% van de gerealiseerde baten in de jaarrekening 2019, oftewel € 15.000. Voor een weerstandsvermogen van 5% is de ondergrens van de totale algemene en continuïteitsreserves € 15.000. Dit betekent dat broedplaats A voor € 35.000 het verlies zelf kan opvangen en een verlies resteert van € 45.000. De maximale subsidie op basis van het CAWA-oppervlak bedraagt € 60.000. Het resterende tekort is lager dan de maximale subsidie en kan dus in zijn geheel worden aangevraagd op basis van deze regeling.
Binnen een broedplaats wordt het als wenselijk gezien een mix van CAWA-creatieven en andersoortige kunstenaars en ondernemers te hebben. Tussen de huurders kan dan een wisselwerking ontstaan waarbij het resultaat groter is dan de som der delen. Wordt het oppervlak voor CAWA creatieven kleiner dan 40% dan ontstaat een onwenselijke mix waarbij de invloed van de CAWA-creatieven op het geheel te klein wordt.
Wanneer huurprijzen voor CAWA huurders boven € 310,- per maand exclusief water, elektra, verwarming, internet en BTW voor een atelier of een werkplek prijspeil 2019 zijn, worden deze niet beschouwd als betaalbare plekken in het kader van het Atelier- en Broedplaatsenbeleid 2020 en komt de broedplaats niet in aanmerking voor subsidie.
Artikel 2.7 Aanvullende verplichtingen
Het hoofddoel van de subsidie is het behoud van de broedplaats en daarmee betaalbare werkruimte voor CAWA-creatieven. Dat betekent dat de subsidie daar moet worden aangewend waar deze het hardst nodig is. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat de subsidie volledig moet worden ingezet voor compensatie van misgelopen publieksinkomsten. Indien de exploitatie van de broedplaats toelaat het geld op meerdere manieren in te zetten dan dient dit in eerste instantie te gebeuren ter compensatie van misgelopen huurinkomsten van CAWA-creatieven.
Broedplaatsen die een bijdrage ontvangen vanuit deze subsidieregeling dienen dit bedrag zichtbaar te verantwoorden in een financieel verslag waarin een overzicht is opgenomen waaruit blijkt hoeveel verlies over de periode 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021 is geleden als gevolg van de coronamaatregelen. Indien de broedplaats de subsidie niet volledig heeft hoeven aan te wenden voor de geleden verliezen conform de formules, wordt de subsidie lager vastgesteld en moet het verschil worden terugbetaald.