Organisatie | Nieuwkoop |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop houdende regels omtrent peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (Nadere regels Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Nieuwkoop 2020) |
Citeertitel | Nadere regels Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Nieuwkoop 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | Nadere regels Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Nieuwkoop 2020 |
wijziging bijlage A - subsidieopbouw 2021
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | wijziging | 22-12-2020 | corsanummer van de nadere regels is 20.b02160 | ||
15-07-2020 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 23-06-2020 |
Deze nadere regels hebben als doel het verlenen, verantwoorden en vaststellen van subsidie voor peuteropvang voor peuters van ouders zonder aanspraak op kinderopvangtoeslag (KOT) en voor het VE-aanbod voor doelgroeppeuters. De subsidie is bedoeld om ouders te stimuleren hun kinderen een voorschoolse voorziening te laten bezoeken en te laten deelnemen aan een voorschools programma, om zo vroegtijdig de risico’s op ontwikkelingsachterstanden te beperken.
Artikel 12 Verantwoording en vaststelling subsidie
Bij de verantwoording dient ook een accountantsverklaring ingediend te worden, hiervoor is het controle protocol in bijlage B van toepassing. Dit geldt voor alle houders die subsidie ontvangen voor peuteropvang en VE, ongeacht de hoogte van het bedrag. Hiermee wordt afgeweken van hetgeen wat in de ASV staat over accountantsverklaring.
Artikel 13 Betaling en terugvordering
In juni van het jaar waarvoor de subsidie is aangevraagd dient de organisatie een tussenstand van het aantal te subsidiëren (doelgroep) peuters door te geven. In de loop van het jaar kan bij een organisatie namelijk het aantal peuters stijgen of dalen. Indien halverwege het jaar blijkt dat het aantal peuters afwijkt van de aangevraagde subsidieplaatsen, dan vindt in overleg met de betrokken organisatie(s) een heroverweging van de subsidie plaats. Mocht de heroverweging leiden tot een wijziging in de subsidieverlening, dan ontvangt de organisatie een vervangend besluit van het college.
Het college kan, in bijzondere gevallen, artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Deze nadere regels hebben als doel het verlenen, verantwoorden en vaststellen van subsidie voor peuteropvang voor peuters van ouders zonder aanspraak op kinderopvangtoeslag (KOT) en voor het Voorschoolse Educatie (VE) aanbod voor doelgroeppeuters. De subsidie is bedoeld om ouders te stimuleren hun kinderen een voorschoolse voorziening te laten bezoeken en te laten deelnemen aan een voorschools programma, om zo vroegtijdig de risico’s op ontwikkelingsachterstanden te beperken.
In het VVE-beleid staan de doelstellingen en resultaatafspraken voor de Voor en Vroegschoolse educatie beschreven. Deze nadere regels dragen bij aan de uitvoering van dit VVE-beleid.
De nadere regels zijn bedoeld voor zowel de gemeentelijke toeslag als voor de VVE-vergoeding. De kinderopvangorganisaties vragen subsidie bij de gemeente aan om peuteropvang aan te kunnen bieden aan ouders die geen recht hebben op de KOT. Daarnaast is de regeling bedoeld om de VE te kunnen bekostigen.
Artikel 4 Reikwijdte subsidieregeling
Subsidie wordt uitsluitend verleend voor peuteropvang of VE in een VE-locatie in de gemeente Nieuwkoop. Deze locatie moete ook een VE-registratie in het LRK hebben. De GGD controleert of de locatie ook voldoet aan de wettelijke eisen voor een VE-locatie.
De subsidie kan alleen ingezet worden voor kinderen van 2 tot en met 4 jaar. Daarnaast moeten kinderen woonachtig zijn in de gemeente Nieuwkoop.
De gemeentetoeslag is gelijk aan de landelijke kinderopvangtoeslagregeling en geldt uitsluitend voor peuters van ouders die geen aanspraak hebben op KOT. Deze subsidiebijdrage is van toepassing op maximaal 320 uur per jaar (8 uur per week) per peuter.
De kinderopvangorganisaties verrekenen zelf de gemeentetoeslag met ouders die geen recht hebben op de KOT. Daarom moeten ouders ook een inkomensverklaring overleggen aan de houder als ze gebruik willen maken van deze toeslag. Op basis van de inkomensverklaring kan de houder de ouderbijdrage vaststellen.
Voordat een peuter in aanmerking kan komen voor de extra uren VE is er een VE-indicatie nodig. In het VVE-beleid staat beschreven hoe dit verloopt en wat hier de afspraken over zijn. Er moet eerst een aantal observaties hebben plaats gevonden en uiteindelijk geeft het CJG een indicatie af. Organisaties kunnen niet zelf bepalen of een kindje hiervoor in aanmerking komt.
Het college stelt voor de subsidiabele activiteiten jaarlijks een subsidieplafond vast. Dit is het maximale bedrag dat voor dat jaar beschikbaar is aan subsidie voor alle kinderopvangorganisaties. Als het subsidieplanfond niet toereikend is dan wordt het beschikbare bedrag verdeeld evenredig over het aantal aanvragen.
De subsidieopbouw is nader gespecificeerd in bijlage A en wordt jaarlijks, voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar, vastgesteld door het college.
De houder verrekent zelf vanuit de subsidie de gemeentetoeslag met de ouders. Zie artikel 4 lid 3.
Bij de vergoeding van de VE wordt het onderscheid gemaakt tussen vergoeding VE op de peuteropvang/halve dagopvang en voor VE op de kinderopvang/hele dagopvang. De halve dagopvang kan het meest vergeleken worden met het oude peuterspeelzaalwerk. Ouders kiezen hier vaak voor omdat zij hun peuter in aanraking willen laten komen met andere kinderen en omdat het goed is voor hun ontwikkeling. De hele dagopvang is vaak een keuze omdat ouders beiden werken en er voor de kinderen opvang nodig is. Bij beide vormen van opvang wordt gewerkt aan de ontwikkeling van de peuter en wordt gewerkt via de uitgangspunten en afspraken uit het VVE-beleid en met het zelfde VVE-programma.
Omdat er veel verschil zit in de uren die door ouders binnen de hele en halve dagopvang worden afgenomen is er gekozen om in de subsidieregeling ook een onderscheid hierin te maken. Binnen de hele dagopvang wordt vaak al meer uur door ouders afgenomen dan bij de halve dagopvang. Dit zorgt ervoor dat de peuters op de hele dag opvang eerder aan de 960 uur komen en de doelgroeppeuter minder extra uren naar de opvang hoeft te komen.
lid 2, a Vergoeding VE op de peuteropvang / halve dagopvang:
Het uitgangspunt is dat ouders die recht hebben op KOT dit ook aanvragen en ouders die geen recht hebben op KOT een gemeentetoeslag aanvragen bij hun kinderopvangorganisaties. Ouders betalen over de eerste 8 uur een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. De overige 50% van de opvanguren die nodig is om aan de 960 uur te komen wordt vergoed vanuit de gemeentelijke subsidie.
lid 2, b Vergoeding VE op de kinderopvang/hele dagopvang:
Deze vergoeding is alleen beschikbaar voor ouders waarvan de kinderen niet aan de 960 uur komen. Ouders vragen voor de uren dat ze al afnamen KOT aan en betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. De extra uren die nodig zijn om tot 960 uur te komen worden volledig vanuit de gemeentelijke subsidie vergoed.
Artikel 8 Aanvraag en aanvraagtermijn
Dit artikel beschrijft hoe de subsidie aangevraagd moet worden en wat de aanvraag moet bevatten.
Indien de aanvrager meer aanvraagt dan het maximale toeslagtarief van de belastingdienst en gebruik wil maken van het koptarief, dan moet de aanvrager dit in de aanvraag onderbouwen met in ieder geval een volledig inzicht in de kostenopbouw van het tarief aan de hand van het expertmodel kostenopbouw peuteropvang (benchmark). De gemeente zal met de onderbouwing beoordelen of deze organisatie het koptarief nodig heeft om de peuteropvang en VE te kunnen aanbieden.
Het college kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, een aanvraag voor subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren. Dit artikel beschrijft wanneer het college een aanvraag kan weigeren.
Artikel 10 De subsidieverlening
Het college beslist op een tijdig ingediende subsidieaanvraag uiterlijk binnen een periode van 8 weken.
Artikel 11 Verplichtingen subsidieontvanger
In dit artikel staat beschreven welke verplichtingen hangen aan het ontvangen van deze subsidie.
Artikel 12 Verantwoording en vaststelling subsidie
Dit artikel beschrijft wat de subsidieontvangers moeten doen voor de verantwoording en vaststelling van de subsidie. Zie bijlage B voor de controle protocol.
Artikel 13 Betaling en terugvordering
De subsidie wordt in twee delen uitbetaald zodat er in juni nog een eventuele heroverweging kan plaatsvinden over de hoogte van de subsidie. Verder staat in dit artikel beschreven wanneer de subsidie gedeeltelijk of geheel teruggevorderd kan worden.
In dit artikel is geregeld dat het college in bijzondere gevallen een artikel van deze regeling buiten toepassing kan laten of daarvan kan afwijken.
Omdat de regeling halverwege het jaar 2020 in werking treedt is ervoor gekozen om voor 2020 een afwijkende aanvraagdatum in te stellen. In 2020 zal er subsidie aan te vragen zijn voor de periode van september tot en met december.
Subsidieopbouw van de Nadere regels Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Nieuwkoop 2020 is opgebouwd uit verschillende componenten en wordt - conform artikel 5 - jaarlijks door het College vastgesteld. Het collegebesluit omvat:
A. het maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar 2021
Jaarlijks stelt het college het maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar vast. Daarbij worden de volgende 2 categorieën onderscheiden: 1. reguliere peuters zonder VE-indicatie en 2. VE peuters mét VVE indicatie.
B. maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor peuteropvang
De maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor peuteropvang bedraagt in 2021 € 9,94.
C. 1. Bruto-ouderbijdrage per uur en 2. Koptarief
Het normtarief voor de bruto-ouderbijdrage bedraagt in 2021 € 8,46 per uur. Dat betekent dat de gemeente een koptarief subsidieert van € 1,48 per uur (€ 9,60 maximum te subsidiëren kostprijs minus € 8,46 aan bruto-ouderbijdrage).
Het koptarief is van toepassing op:
De gemeentetoeslag is gelijk aan de landelijke kinderopvangtoeslagregeling (zie Besluit kinderopvangtoeslag) en geldt uitsluitend voor peuters van ouders die geen aanspraak hebben op kinderopvangtoeslag. Deze subsidiebijdrage is van toepassing op maximaal 320 uur per jaar per peuter.
E. VVE subsidiebijdrage per uur
De maximale VVE subsidiebijdrage per uur bedraagt in 2021 € 9,94 en is van toepassing op de extra 320 uren per jaar waarop VVE peuters aanspraak kunnen maken.
Over de eerste helft van het aanbod (320 uur per jaar) is de inkomensafhankelijke ouder- en subsidiebijdrage van toepassing (zie c). Over de tweede helft van het aanbod (tot een maximum van 320 uur per jaar) geldt geen ouderbijdrage en subsidieert de gemeente het uurtarief volledig tot een maximum van € 9,94 per uur.
In onderstaand figuur is de opbouw van de subsidiebijdrage per uur nader toegelicht:
De doelstelling van het koptarief is om voor alle peuters een laagdrempelige en goed toegankelijke voorbereiding op de basisschool te bieden. De gemeentetoeslag vervangt de kinderopvangtoeslag voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en borgt voor kinderen uit deze gezinnen de toegankelijkheid.
De VE subsidie borgt dat kinderen met een onderwijsachterstandsrisico geen financiële belemmeringen hebben om een extra VE aanbod van 320 uur per jaar te volgen.
Bijlage B Controle protocol subsidieverantwoording peuteropvang en VE 2020
Gelet op het specifieke karakter van de Nadere regels Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse educatie gemeente Nieuwkoop is dit controleprotocol opgesteld.
Het controleprotocol vergt een steekproefsgewijze controle op het aantal peuters, het aantal uren en de vaststelling van de ouderbijdrage door de aanbieder conform de subsidieregeling.
Bij aanvraag van de subsidie heeft de houder in het Excel-aanvraagformulier prognoses gegeven voor de uit te voeren activiteiten. Bij de verantwoording vermeldt de houder de werkelijke realisatie van de uitgevoerde activiteiten in het Excel-verantwoordingsformulier.
Bij verleende subsidie voor peuteropvang en VE overlegt de houder bij het Excel-verantwoordingsformulier een controlerapport van een onafhankelijk accountant. De accountant waarmerkt het Excel-verantwoordings-formulier. Hieronder is een toelichting en een werkwijze voor de accountant opgesteld.
De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier het aantal kinderen en het aantal contracturen gedurende de subsidieperiode voor de voorschoolse voorziening.
De registratie van kinderen en uren gedurende het subsidiejaar wordt ondertekend door een persoon die bevoegd is namens het bestuur voor de verantwoording van de subsidie te ondertekenen.
Als er sprake is van een digitaal registratiesysteem dan is een papieren registratie met ondertekening niet vereist. In dat geval verklaart een daartoe bevoegd persoon dat de hiervoor genoemde gegevens in het digitale registratiesysteem zijn opgenomen.
Toelichting en werkwijze accountantscontrole A
De accountant controleert of de aantallen kinderen en uren zoals opgenomen in het Excel-aanvraag- en verantwoordingsformulier overeenkomen met de contract- en factuurgegevens in het registratiesysteem van de aanbieder.
De houder vermeldt in het verantwoordingsformulier het aantal kinderen aan wie gedurende de subsidieperiode een voorschoolse voorziening is aangeboden en van wie de ouders hebben bevestigd geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag. Deze ouders betalen een inkomensafhankelijke netto-ouderbijdrage conform de voor de subsidieregeling vastgestelde ouderbijdragetabel.
Toelichting en werkwijze accountantscontrole B
De accountant controleert of voor kinderen van wie de ouders hebben bevestigd geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag een verklaring is afgegeven en een inkomensafhankelijke ouderbijdrage is gefactureerd.
De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier de gefactureerde ouderbijdrage. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ouderbijdragen van ouders met recht op kinderopvangtoeslag en ouderbijdragen van ouders die hebben bevestigd dat zij geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.
Toelichting en werkwijze accountantscontrole C
De accountant controleert of de totalen van de gefactureerde ouderbijdragen zoals vermeld in het Excel-verantwoordingsformulier overeenkomen met de administratie van de houder.
De houder vermeldt in het Excel-verantwoordingsformulier het aantal peuters en het aantal uren per peuter met een VVE indicatie.
Toelichting en werkwijze accountantscontrole D
De accountant controleert of van de peuters die in het verantwoordingsformulier geregistreerd zijn als peuters met een VVE indicatie de VVE indicatie vanuit CJG beschikbaar is.
Criteria betrouwbaarheid en nauwkeurigheid controle
De controle moet zodanig worden ingepland en uitgevoerd dat een redelijke mate zekerheid wordt verkregen dat deze geen afwijkingen (fouten) en onzekerheden van materieel belang bevat. Indien dit begrip door het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet worden, betekent dit dat een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent gehanteerd moet worden. Een verklaring met een goedkeurende strekking impliceert, dat, gegeven de bovengenoemde betrouwbaarheid, in het verslag geen afwijkingen (fouten) en onzekerheden voorkomen die groter zijn dan de percentages in de hieronder opgenomen materialiteitstabel. Als omvangbasis geldt hierbij het totaalbedrag van de verleende subsidie.
Er worden door de gemeente geen specifieke voorwaarden gesteld ten aanzien van de tekst van de controleverklaring.
Bijlage C Aanvraagformulier Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Nieuwkoop 2020
[Het aanvraagformulier kunt u tevens als externe bijlage downloaden.]