Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stichtse Vecht

Uitvoeringsbeleid Evenementen Stichtse Vecht 2017.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStichtse Vecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsbeleid Evenementen Stichtse Vecht 2017.
CiteertitelUitvoeringsbeleid Evenementen Stichtse Vecht 2017
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp
Externe bijlageUitvoeringsbeleid evenementen 2017

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://www.overheid.nl/

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-11-2017Nieuwe regeling

21-11-2017

Gemeentelijke website, 23-11-2017

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsbeleid Evenementen Stichtse Vecht 2017.

Vastgesteld door de burgemeester op 21 november 2017.

1. Inleiding

 

 

In dit uitvoeringsbeleid wordt ingegaan op de aanvragen en processen rond evenementen. Aan de hand van de kaders in dit beleid wordt bepaald of een aanvraag vergunning plichtig of melding plichtig is, welke procedure wordt gevolgd en welke voorwaarden gelden. Bij het opstellen van het uitvoeringsbeleid is tevens rekening gehouden met de maatschappelijk wens van deregulering en lastenvermindering.

 

1.1 Betekenis van evenementen/activiteiten voor de samenleving

In Stichtse Vecht worden sinds jaar en dag evenementen en activiteiten georganiseerd in de openbare ruimte. Dit komt de levendigheid ten goede. Het is aantrekkelijk om vertier in de eigen gemeente te kunnen vinden en het trekt bezoekers van buitenaf naar Stichtse Vecht. Het organiseren van, of deelnemen hieraan, kan het gevoel van betrokkenheid van inwoners bij de samenleving versterken. Door het openbare karakter zijn ze laagdrempelig. Dit bevordert de deelname, ook van mensen die zich verder niet begeven in het club- of verenigingsleven. Evenementen/activiteiten kunnen voor vrijwilligers een zinvolle tijdsbesteding zijn en slaan een brug tussen diverse bevolkingsgroepen. Evenementen en activiteiten zijn daarom onmisbaar voor de samenleving.

 

Naast de positieve werking die uitgaat van het houden van evenementen en activiteiten kunnen deze ook leiden tot overlast. Hierdoor ontstaat een spanningsveld. Een dergelijk spanningsveld is in de gemeente het duidelijkst merkbaar in gebieden met een centrumfunctie. In een redelijk dichtbevolkt gebied, met tal van functies, is hieraan in een zekere mate nauwelijks te ontkomen. Geluidsoverlast, verkeersmaatregelen en het achterblijven van rommel leveren de grootste ergernis op. Dit vraagt om afdoende maatregelen om de gevolgen van evenementen/activiteiten voor de leefomgeving op een aanvaardbaar niveau te houden.

 

1.2 Waarom een vergunningstelsel en een uitvoeringsbeleid

Met een vergunningstelsel is het mogelijk om als gemeente te sturen op het houden van evenementen/activiteiten in de openbare ruimte. In de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Stichtse Vecht (hierna: APV) staat vermeld dat de burgemeester beslist over aspecten rond evenementen en activiteiten. Het is wenselijk om duidelijke regels rondom evenementen te hebben. Dit om voldoende maatregelen te kunnen nemen en voorschriften aan evenementen te kunnen verbinden om zo de impact op de woon- en leefomgeving aanvaardbaar te houden.

 

In 2015 vonden in Stichtse Vecht circa 210 vergunningplichtige evenementen plaats en circa 75 meldingsplichtige, zoals buurtfeestjes en straatbarbecues. Veel evenementen en activiteiten in de openbare ruimte verlopen jaarlijks zonder noemenswaardige problemen. Bij een goed verloop van evenementen en activiteiten is behalve de gemeente ook een groot aantal andere instanties betrokken. Een goede communicatie tussen deze instanties is daarom van belang. Hierbij vervult de gemeente een regierol. Ook moet de gemeente zorgen voor adequate handhaving van wet- en regelgeving.

 

1.3 Risico’s aan het niet controleren van evenementen/activiteiten

De gemeente heeft als taak de evenementen te controleren op de voorschriften die in de vergunning zijn opgenomen. Indien deze voorschriften niet worden nagekomen of in het geval dat er geen vergunning/ontheffing is aangevraagd, moet handhavend worden opgetreden. Het risico van niet handhaven betekent dat de verantwoordelijkheid voor het toelaten van evenementen/activiteiten bij de gemeente ligt. Risico’s van een dergelijke situatie zijn:

- precedentwerking voor wat betreft het voortaan achterwege laten van aanvragen (niet aanvragen spaart de aanvrager leges en de activiteit/het evenement kan gewoon plaatsvinden);

- het verwijt van willekeur en onbehoorlijk bestuur (de ene keer wel handhavend optreden en de andere keer niet);

- kans op (verkeers)ongelukken, omdat voorschriften ontbreken;

- aansprakelijkheidsrisico’s.

 

1.4 Doelstelling

De doelstelling van het uitvoeringsbeleid is het vastleggen van (gemeentelijke) regels voor evenementen op zodanige wijze dat het voor aanvragers, organisatoren, bij de aanvraag betrokken (adviserende) diensten en de gemeente duidelijk is wat men van elkaar mag verwachten en welke procedures gevolgd moeten worden. Daarnaast vormt dit een duidelijk kader waarbinnen evenementen kunnen plaatsvinden. De gegeven kaders beogen de van toepassing zijnde regelgeving niet onnodig te verzwaren en waar mogelijk juist te vereenvoudigen. Dit kan bijvoorbeeld door geen vergunningplicht te stellen, maar enkel een meldingplicht of door meerjarenvergunningen te verlenen.

 

2. Juridisch kader

 

 

2.1 Evenement

Artikel 2:24 APV, begripsomschrijving evenement:

In de APV wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

a) bioscoopvoorstellingen;

b) markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5:22 van de APV;

c) kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

d) het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;

e) betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

f) activiteiten als bedoeld in artikel 2:9 en 2:39 van deze verordening.

 

2. Onder een evenement wordt mede verstaan:

a) een herdenkingsplechtigheid;

b) een braderie;

c) een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3 van deze verordening, op de weg;

d) een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg;

e) een straatfeest of buurtbarbecue op één dag (klein evenement).

 

Van een evenement is sprake als wordt voldaan aan de volgende criteria:

• de gebeurtenis is voor het publiek openbaar toegankelijk;

• de gebeurtenis heeft een tijdelijk en incidenteel karakter;

• de gebeurtenis vindt plaats op een vooraf bekende locatie;

• er is voor die locatie op grond van de APV een melding geaccepteerd of een evenementenvergunning verleend, of

• de gebeurtenis vindt plaats in een inrichting waarop een milieuvergunning rust, op grond van artikel 8:1 Wet Milieubeheer, en deze vergunning het organiseren van evenementen toelaat.

 

Omdat in de APV onder evenement wordt verstaan een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, is het niet nodig een evenementenvergunning aan te vragen voor een evenement dat zich in besloten kring (zoals bijvoorbeeld in “huiskamersituatie”) afspeelt. Tenzij toch sprake is van belangen die in het geding zijn welke beschermd worden door de bepaling in artikel 2:25 APV. Dat kan bijvoorbeeld de openbare orde of openbare veiligheid zijn, maar ook volksgezondheid en bescherming van het milieu. Een organisator dient tevens een evenementenvergunning aan te vragen als het evenement wordt gehouden op een locatie die normaal niet voor het publiek toegankelijk is, maar tijdens het evenement wel voor publiek toegankelijk is.

 

Artikel 2:25 APV, vergunningplicht

1. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

2. De burgemeester kan vrijstelling verlenen voor door hem aan te wijzen categorieën.

3. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op een wedstrijd op of aan de weg, in situaties waarin voorzien wordt door artikel 10 juncto 148, van de Wegenverkeerswet 1994.

4. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

Artikel 2:26, Ordeverstoring

Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

 

2.2 Met het evenement samenhangende vergunningen

De evenementenvergunning wordt verleend voor het organiseren van een evenement. Voor veel deelactiviteiten zijn vaak nog andere specifieke vergunningen of ontheffingen vereist op grond van de APV of andere wet- en regelgeving die bij een evenement ook aangevraagd of verleend moeten worden. Dat zijn bijvoorbeeld:

• een gebruiksvergunning voor een tent of gebouw;

• een tijdelijke verkeersmaatregel;

• een ontheffing op basis van de Zondagswet;

• een ontheffing op basis van de Drank- en Horecawet;

• een loterijvergunning;

• een ontheffing om vuur te stoken;

• een ontheffing op grond van de Winkeltijdenverordening;

• een ontheffing voor gebruik van een omroepinstallatie;

• verklaring van geen bezwaar voor bezigen van vuurwerk;

• een omgevingsvergunning voor gebruik.

 

3. Procedure

 

 

3.1 Algemeen

De organisatoren van evenementen kunnen professionals of vrijwilligers zijn. Sommige organisatoren hebben een commercieel doel, anderen een cultureel-, charitatief-, buurtverbindend-, herdenkings- of verenigingsondersteunend doel. De procedures zijn echter voor alle organisatoren gelijk. Uit het oogpunt van publieksgerichtheid zijn de procedures zo eenvoudig mogelijk zodat ze voor iedereen begrijpelijk zijn. Dit laat onverlet dat er meestal een spanningsveld bestaat tussen de doelen van de gemeente, zoals het evenement zo veilig mogelijk laten verlopen, de beperking van overlast in de omgeving en de doelen van de organisator, zoals maximalisatie van het rendement/winst en de beperking van de lasten en de kosten. Er zal steeds een goede balans gezocht moeten worden in de strijdige belangen en risico’s.

 

3.2 Evenementenkalender

Zowel de gemeente als omwonenden en de organisatoren van een (groot) evenement willen zo vroeg mogelijk geïnformeerd worden over een evenement dat wordt georganiseerd. Bewoners willen weten waar ze aan toe zijn en voldoende mogelijkheden hebben om van hun rechtsbescherming gebruik te kunnen maken. Organisatoren willen eveneens duidelijkheid om zo het evenement goed te kunnen voorbereiden. De evenementenkalender vormt een hulpmiddel voor de hulpdiensten (voor het bepalen van inzet e.d.).

 

Op basis van de aangemelde evenementen wordt jaarlijks een evenementenkalender vastgesteld. Door de kalender aan het einde van elk jaar voor het komende jaar vast te stellen weten omwonenden vooraf waar ze op kunnen rekenen. Bovendien heeft de organisator het voordeel dat de gemeente rekening kan houden met het evenement (inplannen faciliteiten, inzet en betrekken politie en brandweer). Daarnaast voorkomt het gebruik van een evenementenkalender dat risicovolle evenementen of andere activiteiten gelijktijdig en/of op dezelfde locatie worden gepland. De kalender vermeldt de (grote) evenementen die op de evenementenlocaties plaatsvinden en waarvan mogelijk de toegestane geluidsproductie en de eindtijd bekend zijn.

 

Organisatoren kunnen een te houden evenement bij de gemeente aanmelden tot uiterlijk 1 november in het voorafgaande jaar. De gemeente publiceert de evenementenkalender uiterlijk half december.

De Veiligheidsregio Utrecht (VRU) draagt zorg voor de regionale evenementenkalender en hanteert als deadline voor het aanmelden van evenementen ook 1 november. Na het moment van het vaststellen van de evenementenkalender is het mogelijk om andere, nieuwe evenementen toe te voegen aan de evenementenkalender. In die zin is de evenementenkalender informatief en niet beperkend bedoeld. Maar er gelden wel spelregels. Zie daarvoor paragraaf 4.1.

 

3.3 Bestemmingsplan

Voor het verlenen van een vergunning voor een evenement kan het van belang zijn om te toetsen aan het geldende bestemmingsplan. Bepalend hierbij is of sprake is van incidentele of niet-incidentele evenementen. Wanneer een evenement een aantal keer per jaar wordt georganiseerd, of wanneer in één jaar op een bepaalde locatie meerdere evenementen worden gehouden (cumulatief effect) is sprake van niet-incidentele evenementen. Strijd met het bestemmingsplan is dan relevant. In alle andere gevallen is sprake van een incidenteel evenement en kan voor de toepassing van het bestemmingsplan de strijdigheid als niet relevant worden aangemerkt. Aan het bestemmingsplan wordt dan niet getoetst of het bestemmingsplan moet belangen beschermen waarmee het evenement in strijd kan zijn. Dan volgt toetsing aan het bestemmingsplan.

 

3.4 Afhandeling aanvragen

Het verlenen van een vergunning voor het houden van een evenement is de bevoegdheid van de burgemeester. Bij de afhandeling van een aanvraag voor een vergunning voor een evenement is het van belang om tijdig over de juiste gegevens te beschikken. Anders kan er geen volledige en complete beoordeling van de aanvraag plaatsvinden. Het is altijd de verantwoordelijkheid van de organisator om een tijdige en volledige aanvraag in te dienen.

Hoe complexer de aanvraag, hoe vroeger deze ingediend moet worden. Op grond van artikel 1:3, lid 2, APV is bepaald dat bij evenementen met een risicocategorie B en C de complete en ontvankelijke aanvraag minimaal twaalf weken voorafgaand aan het evenement moet zijn ingediend. Bij risicocategorie A evenementen is de voorafgaande periode acht weken. Aanvragen die niet tijdig zijn ingediend zullen veelal om die reden geweigerd worden. De noodzaak van het tijdig indienen van een volledige aanvraag wordt mede bepaald door de actualiteit. Incidenten bij evenementen maken duidelijk dat er aansprakelijkheidsrisico’s kunnen ontstaan als de gemeente aanvragen in behandeling neemt die niet binnen de daarvoor gestelde termijn zijn ingediend omdat bij dergelijke aanvragen het risico aanwezig is van een onvolledige toetsing door tijdsdruk. Organisatoren hebben dus een grote verantwoordelijkheid om tijdig een juiste aanvraag in te dienen.

Er zijn standaardformulieren opgesteld om zoveel mogelijk tijdige en volledige aanvragen mogelijk te maken en de informatie op dezelfde wijze te ontvangen. Deze formulieren zijn zowel op papier als digitaal beschikbaar. Na ontvangst van de aanvraag wordt deze getoetst op volledigheid. Ontbreken er nog gegevens, dan is sprake van een niet-ontvankelijke aanvraag. De organisator krijgt een mogelijkheid om de ontbrekende gegevens aan te leveren. De begunstigingstermijn daarvoor is maximaal twee weken, omdat de vergunningverlener anders onvoldoende tijd heeft om tot een zorgvuldige besluitvorming te komen.

Als de ontbrekende gegevens niet binnen de gegeven begunstigingstermijn zijn aangeleverd, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld dan wel geweigerd. Dit kan onder andere om drie redenen geschieden:

• de aanvraag is na de begunstigingstermijn nog niet ontvankelijk. Buiten behandeling stelling volgt dan ingevolge artikel 4:5 Awb;

• de aanvraag is binnen de maximale termijn van acht weken (categorie A) of twaalf weken (categorie B en C) vóór het evenement ingediend;

• op verzoek van de aanvrager.

Team Omgevingskwaliteit, cluster APV/Bijzondere Wetten beoordeelt de aanvraag op volledigheid en ontvankelijkheid en bepaalt aan welke interne en externe disciplines advies wordt gevraagd. Eens in de twee weken vindt het vergunningenoverleg plaats samen met politie, brandweer en een veiligheidsadviseur van team Openbare Orde en Veiligheid. Eventueel wordt de aanvrager uitgenodigd om een toelichting te geven. Over het verloop van de procedure, voor informatie en voor het indienen van de aanvraag kunnen organisatoren terecht bij het cluster APV/Bijzondere Wetten. Het cluster is voor evenementen het centrale aanspreekpunt binnen de gemeente.

Het cluster APV/Bijzondere Wetten bepaalt binnen welke risico categorie (A, B of C) de aanvraag valt en welke geluidnorm (A, B, C of ‘Maatschappelijk’) van toepassing is op het betreffende evenement.

Er geldt geen wettelijke verplichting om evenementenvergunningen te publiceren. Als interne regel geldt echter dat na afgifte de evenementenvergunning gepubliceerd wordt op de gemeentepagina (www.stichtsevecht.nl). Op grond van de Awb kunnen belanghebbenden bezwaar indienen tegen de verleende evenementenvergunning. Bij spoedeisendheid kunnen zij bij de rechtbank een verzoek om voorlopige voorziening indienen.

 

3.4.1. Hardheidsclausule

In sommige gevallen kan het ongewenst zijn de aanvraag te weigeren gelet op de bijzondere en individuele omstandigheden. Als sprake is van een situatie waarin alle noodzakelijke gegevens aanwezig zijn en advisering tijdig kan plaatsvinden kan de burgemeester naar zijn oordeel ten gunste afwijken van het Uitvoeringsbeleid en een kortere termijn voor indiening van een aanvraag accepteren. Maatgevend is dat een professionele partij minder snel in aanmerking komt voor toepassing van deze bevoegdheid vanwege de aard van de aanvraag en de bedrijfsvoering van die organisatie. Datzelfde geldt voor een repeterende aanvraag van een organisator, omdat het proces van indienen van een aanvraag dan bekend mag worden geacht.

 

3.5 Samenloop

Het kan voorkomen dat er meerdere aanvragen worden ingediend voor evenementen op dezelfde dag en hetzelfde tijdstip. In de meeste gevallen zal dit geen probleem zijn omdat evenementen niet hetzelfde publiek trekken of omdat de evenementen niet op dezelfde locatie gehouden worden. In sommige gevallen is het echter niet mogelijk om voor beide evenementen een vergunning te verlenen. Deze situatie noemen wij samenloop.

 

In het geval van samenloop zal de gemeente in overleg treden met de betreffende organisatoren om op zoek te gaan naar een alternatief tijdstip of alternatieve locatie. Indien dat niet mogelijk is zal één van beide aanvragen geweigerd moeten worden. In dat geval moet worden afgewogen welke van de aanvragen niet gehonoreerd kan worden. Leidraad daarvoor is het gunningstraject in paragraaf 4.1.

 

4. Toetsingscriteria en voorschriften

 

 

4.1 Gunningstraject

Om duidelijkheid te scheppen zijn er gunningscriteria vastgesteld. Het omschrijven van de gunningscriteria voorkomt willekeur en geeft de burgemeester handvatten in het oplossen van samenloop. De gunningscriteria geven aan hoe, in het geval van conflicterende evenementen, de burgemeester omgaat met het toewijzen van een aanvraag voor een evenementenvergunning.

 

De criteria zijn opgesteld in volgorde van belang en toepassing:

• elk evenement dat op de vastgestelde evenementenkalender staat, gaat voor op een evenement dat later in het kalenderjaar aangemeld wordt;

• jaarlijks terugkerende evenementen gaan voor op nieuwe initiatieven, mits deze vermeld staan op de evenementenkalender;

• het “Wie het eerst komt, het eerst maalt”-principe. Bij twee evenementen die voor dezelfde datum en/of plaats worden aangevraagd wordt gekeken naar de datum van binnenkomst van de aanvraag/aanmelding en of deze compleet en ontvankelijk is en/of dit het eerst is;

• indien bovenstaande drie criteria geen uitsluitsel geven dan bepaalt de burgemeester voor welk evenement een vergunning wordt verleend.

 

4.2 Weigeringgronden

In artikel 1:8 van de APV staan de weigeringgronden genoemd. De burgemeester kan een aanvraag om een evenementenvergunning weigeren in het belang van:

• de openbare orde;

• de openbare veiligheid;

• de volksgezondheid;en

• de bescherming van het milieu.

 

4.3 Voorschriften

Vergunningen kunnen worden beperkt door het stellen van voorschriften. Deze voorschriften mogen slechts strekken tot bescherming van het belang waarvoor de evenementenvergunning vereist is. Voorschriften kunnen onder andere betrekking hebben op de volgende onderwerpen:

• het kostenverhaal van de eventuele beschadiging van gemeentelijke eigendommen;

• het uitsluiten van gemeentelijke aansprakelijkheid;

• het reinigen van het terrein;

• het handhaven van de openbare orde;

• de inzet van verkeersregelaars;

• de aanwezigheid van brandblusapparatuur;

• de inzet van EHBO’er;

• het informeren van omwonenden;

• verkeersregulerende maatregelen;

• de benodigde verzekeringen;

• de bevoegdheid van politie, brandweer, gemeente;

• het gebruik van plastic servies.

 

In bijlage I staat een toelichting op voorschriften.

 

4.4. Maatwerkvoorschrift

Voor de kleine kernen kan een specifiek maatwerkvoorschrift in de vergunning worden opgenomen bij wegafsluitingen. In de regel moet een wegafsluiting plaatsvinden door middel van speciale hekken en borden en moet een gecertificeerde verkeersregelaar bij de afsluiting staan. In de kleine kernen waar evenementen worden georganiseerd waarbij wegen worden afgesloten, komen de bezoekers hoofdzakelijk uit de eigen kern. De inwoners van de kern zijn over het algemeen op de hoogte van het evenement en de bijbehorende verkeersmaatregel.

 

Daarom geldt dat na afstemming met alle adviseurs, bestuurlijke afstemming hierover plaatsvindt en besloten kan worden de gecertificeerde verkeersregelaar te vervangen door een vrijwilliger van de organisatie. De verplichting voor het plaatsen van speciale hekken en borden blijft in alle situaties als voorschrift van kracht als sprake is van het afsluiten van een weg.

Bij de beoordeling of gebruik wordt gemaakt van het maatwerkvoorschrift wordt onder meer gekeken naar de specifieke omstandigheden van het evenement zoals het moment van het evenement (overdag, avond, nacht), verwachte verkeersaanbod, andere wegafsluitingen door werkzaamheden en dergelijke.

De kernen Loenen aan de Vecht, Breukelen, Maarssenbroek en Maarssen vallen niet onder het begrip kleine kernen.

 

5. Meldingen en vergunningen

 

 

Hieronder staat een overzicht van de verschillende soorten meldingen en categorieën van evenementen waarvoor een vergunningplicht geldt. Deze worden per geval toegelicht.

 

1. Meldingsplichtige evenementen:

1. klein evenement (buiten);

2. rustig evenement (binnen in een gebouw).

2. Vergunningplichtige evenementen:

3. Categorie A;

4. Categorie B;

5. Categorie C.

 

3. Bijzondere evenementen.

 

5.1 Meldingsplicht

 

5.1.1.Klein evenement

Dit betreft kleinschalige evenementen/activiteiten in de openbare ruimte, die niet tot nauwelijks belastend zijn voor de leefomgeving (buurtfeest, straatbarbecue). Meestal zijn dit kleine, lokale initiatieven gericht op een beperkte doelgroep (bijvoorbeeld de bewoners van een straat/wijk).

 

Indien voldaan wordt aan alle onderstaande kaders dan kan volstaan worden met een melding. Dit houdt in dat dan geen evenementenvergunning vereist is. Wordt niet of niet volledig voldaan aan de kaders dan geldt een vergunningplicht. De melding dient twee weken van te voren te worden ingediend zodat de hulpdiensten tijdig geïnformeerd kunnen worden over deze activiteiten.

 

De kaders waarbinnen met een melding kan worden volstaan zijn:

• het betreft een incidenteel evenement voor de duur van maximaal één dag;

• het aantal aanwezigen bedraagt op het drukste moment niet meer dan 150 personen;

• het evenement vindt plaats tussen 08.00 en 23.00 uur met dien verstande dat op zondag het evenement plaatsvindt tussen 13.00 uur en 23.00 uur;

• er wordt geen versterkte muziek ten gehore gebracht;

• er wordt geen muziek ten gehore gebracht voor aanvangstijd en na eindtijd van het evenement;

• als op zondag na 13:00 uur muziek ten gehore wordt gebracht dient er, volgens de Zondagswet, een ontheffing voor geluid aangevraagd te worden;

• het evenement mag niet plaatsvinden op doorgaande- en/of hoofdwegen;

• afsluiten van de weg moet met dranghekken.

• er moet altijd een minimale doorgangsbreedte van 3.50 meter en een minimale doorgangshoogte van 4.20 meter vrij blijven voor hulpdiensten.

• twee kleine objecten (zoals een tent of een speelkussen) mogen worden geplaatst met een oppervlakte van niet meer dan 15m2 per object;

• brandkranen en bluswaterwinplaatsen moeten vrij blijven voor blusvoertuigen.

 

5.1.2. Rustig evenement

Dit betreft evenementen/activiteiten in gebouwen of sportcomplexen met een Omgevingsvergunning brandveilig gebruik of een gebruiksmelding brandveilig gebruik op grond van het Bouwbesluit 2012. Een evenementenvergunning kan in deze situaties achterwege blijven wanneer de activiteiten passen binnen het normale gebruik van het gebouw en de bestemming en er geen risico bestaat voor de openbare orde en veiligheid. Voorbeelden zijn concerten, kinderactiviteiten of liefdadigheidsactiviteiten in kerken, sportzalen of scholen. Dit kunnen ook sportactiviteiten betreffen, indien deze activiteiten vallen binnen het gebruiksbesluit van het sportcomplex. Activiteiten die niet passen binnen het normale gebruik zijn evenementenvergunningplichtig.

 

Voor de gemeente en hulpverleningsdiensten is het noodzakelijk om te weten waar en welke vergunningsvrije activiteiten plaatsvinden. Dit is bijvoorbeeld van belang om de aanrijdroutes van de hulpdiensten bij calamiteiten te waarborgen. Daarom moeten de hiervoor genoemde activiteiten altijd worden gemeld met een meldingsformulier. De gemeente stuurt dit meldingsformulier door aan de brandweer en de politie. Zo kan de capaciteit zo nodig worden aangepast op het aantal meldingen.

 

5.2 Vergunningplichtige evenementen

Vergunningsplichtige evenementen worden in het kader van openbare orde-, veiligheids-, gezondheids- en milieu- aspecten ingedeeld in drie categorieën:

 

• Categorie A

Evenement met laag risico, waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving en een geringe capaciteit van de hulpdiensten vereist is.

 

• Categorie B

Evenement met verhoogd risico, waarbij sprake is van een verhoogde impact op de omgeving en extra capaciteit van de hulpdiensten vereist is.

 

• Categorie C

Risicovol evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de omgeving en extra capaciteit van de hulpdiensten vereist is.

 

De categorieën sluiten aan bij de door VRU opgestelde risicoscan voor evenementen. Zie bijlage II. Meer informatie hierover is te vinden op www.vru.nl.

 

Daarnaast is er een aanduiding ‘Maatschappelijk’ toegevoegd. Zie hiervoor paragraaf 5.6 en volgend.

 

5.2.1 Categorie A (laag risico)

Evenementen uit categorie A zijn evenementen die niet onder de voorwaarden van de meldingsplicht vallen.

 

5.2.2 Categorie B: (verhoogd risico)

Evenementen uit categorie B zijn evenementen waarvan op basis van de plannen van de organisator kan worden voorzien dat zij een belasting vormen voor de leefomgeving (o.a. braderieën, sociaal-culturele festivals, circussen, kermissen).

Het publiek bij een dergelijk groot evenement is veelal van lokale komaf. Voor deze evenementen zijn specifieke voorschriften nodig die aan de vergunning worden verbonden mede op advies van de hulpdiensten (en eventueel VRU en Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR). De voorschriften dienen ter voorkoming/beperking van overlast voor de woon- en leefomgeving.

 

Voor het aanvragen van een evenementenvergunning categorie B, dient de organisatie de volgende gegevens aan te leveren:

• volledig ingevuld aanvraagformulier;

• schaalplattegrond met indeling evenemententerrein;

• (klein) veiligheids- en calamiteitenplan;

• technische informatie van podium/tent/tijdelijke bouwwerken (constructie, brandwering);

• een verkeersplan en bereikbaarheidsplan (route en parkeren bezoekers);

• draaiboek.

 

5.2.3 Categorie C: (risicovol)

Evenementen uit categorie C zijn (meerdaagse) evenementen waarvan op basis van de plannen van de organisator kan worden voorzien dat zij een belasting vormen voor de leefomgeving (o.a. muziekfestival, risicovolle sportevenementen zoals kickboksgala, motorclubevents). Dance-events vallen onder bijzondere evenementen.

Bij een dergelijk evenement wordt meestal niet alleen lokaal publiek verwacht maar ook van buiten de gemeente. Het aantal te verwachten bezoekers is meestal groter dan bij evenementen met een verhoogd risico (categorie B). Bij deze evenementen zijn aanvullende maatregelen nodig van hulpverleningsdiensten en een specifiek op het evenement afgestemd advies. Er dient tevens een multidisciplinair calamiteitenplan te worden opgesteld. Scenario’s zoals slecht weer, openbare orde verstoring, brand of instorting kunnen hiertoe behoren en specifiek worden vereist.

 

Voor het aanvragen van een evenementenvergunning dient de organisatie, naast de gegevens genoemd onder categorie B, ook aan te leveren:

• (groot) veiligheids- en calamiteitenplan (multidisciplinair);

• hygiëneplan (getroffen voorziening);

• geluidsplan;

• bewonersbrief in verband met (geluids)overlast.

 

Een vechtsportgala valt onder de definitie van een evenement in de APV en is qua aard en karakter geen reguliere sportactiviteit. Hiertoe is vergunning vereist van de burgemeester. Om een ordelijk verloop en veiligheid van bezoekers te garanderen worden specifieke voorschriften aan de vergunning verbonden. De Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft gewaarschuwd dat deze activiteiten een aanzuigende werking kunnen hebben op personen uit het criminele circuit die deze gala’s gebruiken als ontmoetingsplek. Vandaar dat organisatie en activiteit op veiligheidsaspecten moeten worden gescreend c.q. getoetst. Ook al zijn de evenementen beperkt van omvang, toch worden ze ingedeeld in de hoogste categorie C. Dit geldt ook voor activiteiten van motorclubs. Bij dergelijke evenementen, waar niet alleen lokaal publiek wordt verwacht maar juist ook van buiten de gemeente, kan niet uitgesloten worden dat er ook personen aanwezig zullen zijn die minder gewenst zijn. Hierdoor is sprake is van een verhoogd risico. Dit komt overeen met de landelijke richtlijn voor dergelijke evenementen.

 

5.3 Bijzondere evenementen/aanvullende voorwaarden

Er zijn specifieke veiligheidsvoorwaarden voor dance-events in de buitenruimte. Dance-events zijn grootschalige evenementen, waarbij dj’s dancemuziek draaien. Dance is een verzamelnaam voor alle soorten elektronische dansmuziek zoals hardcore, techno, trance, electro, house etc. Dance-events zijn qua publiek-, ruimte- en activiteitenprofiel per definitie C-categorie evenementen.

 

Dance-events worden alleen toegestaan als ze voldoen aan de categorie C voorwaarden en de navolgende (minimale) aanvullende voorwaarden:

• het publiek wordt gedoseerd via kaartverkoop op naam vooraf;

• het evenemententerrein is afgesloten;

• er is 100% tassencontrole;

• oppervlakkige veiligheidsfouillering (op het lijf) en eventueel visitatie;

• detectiepoortjes en camerabewaking;

• de eindtijd is uiterlijk 23.00;

• er is voldoende verlichting op en rond het evenemententerrein;

• er wordt alleen zwak-alcoholhoudende drank geschonken.

 

Bij grote evenementen als de jaarwisseling, Koningsdag en een Europees- of Wereldkampioenschap voetbal worden horecabedrijven aangeschreven en verzocht aan te geven of zij van plan zijn een activiteit/evenement te organiseren. Op deze manier wordt inzicht verschaft in het aantal evenementen/activiteiten op basis waarvan met name de politie haar inzet kan bepalen. Hiermee wordt de mogelijkheid gecreëerd om aanvullende voorschriften op te nemen in de vergunning(en).

Voorafgaand aan de bovengenoemde evenementen vindt altijd een multidisciplinair overleg plaats en wordt het operationeel draaiboek vastgesteld.

 

5.4 Jaarvergunning en meerjarenvergunning

Een jaar- of meerjarenvergunning wordt alleen afgegeven als het evenement in de risicocategorie A (laag) of B (met verhoogd risico) valt.

Een uitzondering hierop vormt de vergunning voor het evenement met de aanduiding maatschappelijk. Deze komen niet in aanmerking voor een meerjarenvergunning. Vanwege de hogere geluidnorm en de impact daarvan op de woon- en leefsituatie is het gewenst om ieder jaar opnieuw, met inachtneming van de laatste editie van het evenement, een volledige belangenafweging te kunnen maken.

 

5.4.1 Jaarvergunning

Vergunningen worden in de regel per individueel evenement verleend. Een evenement duurt één of enkele dagen en daarna is de vergunning niet meer geldig. Sommige organisaties organiseren meerdere evenementen per jaar. Vaak is aan het begin van het jaar al bekend welke evenementen dat zijn. Vanuit de wens om regeldruk te verminderen kan een jaarvergunning worden afgegeven. De organisaties die meerdere evenementen (bijvoorbeeld klassieke concerten) in één jaar organiseren, geven aan het begin van het jaar hun evenementenkalender door en indien mogelijk worden al deze evenementen in één vergunning verwerkt. Er hoeft dan slechts één keer een vergunning te worden aangevraagd en er is maar één keer leges verschuldigd.

 

5.4.2 Meerjarenvergunning

Er zijn ook organisaties die slechts één keer per jaar een evenement organiseren, maar precies datzelfde evenement keert elk jaar terug. Deze organisaties kunnen verzoeken om een evenementenvergunning die voor meerdere jaren geldt.

 

Het is belangrijk dat het gaat om evenementen die elk jaar op dezelfde wijze plaatsvinden. De vergunning wordt dus maar één keer afgegeven en de voorwaarden in de vergunning gelden voor elk jaar. Mocht er ook sprake zijn van een ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet dan heeft deze dezelfde looptijd als de meerjarenvergunning. De organisatie dient wel ieder jaar het evenement aan te melden voor de evenementenkalender en uiterlijk 2 weken voorafgaand aan de dag van het feest te bevestigen. Niet aanmelden voor de evenementenkalender en tijdig bevestigen kan als gevolg hebben dat het evenement niet door kan gaan.

Bij evenementen met een meerjarenvergunning geldt een maximale periode van 3 jaar. Na 3 jaar moet opnieuw een evenementenvergunning worden aangevraagd. Een nadeel van de meerjarenvergunning is dat derden maar één keer de mogelijkheid hebben om bezwaar te maken. Een meerjarenvergunning kan alleen worden afgegeven als het evenement het jaar daarvoor ook is gehouden.

 

De evenementen met een meerjarenvergunning worden jaarlijks geëvalueerd. Als er wijzigingen zijn in het evenement, worden die om advies voorgelegd aan de diensten (politie/brandweer/medewerkers verkeer). Afhankelijk van de wijziging en de adviezen wordt beoordeeld of een nieuwe vergunning aangevraagd moet worden. Als blijkt dat de organisatie zich niet houdt aan de afspraken en voorschriften dan kan de meerjarenvergunning worden ingetrokken.

 

Na vergunningverlening is het (voor de volgende jaren) niet noodzakelijk om aanvullende voorschriften te stellen. Is hier wel sprake van dan is dit een indicatie dat geen sprake meer is van hetzelfde soort evenement, waarvoor dan een nieuwe vergunning aangevraagd moet worden.

 

Ondanks dat een evenement precies hetzelfde als voorgaande jaren wordt uitgevoerd kunnen de adviserende diensten vanuit voortschrijdend inzicht toch aanleiding zien om aanvullende eisen te adviseren. Bijvoorbeeld het gebruik van (extra) dranghekken in verband met de veiligheid. Dit moet vooraf met de verantwoordelijk portefeuillehouder worden afgestemd.

 

5.4.2.1 Voorwaarden meerjarenvergunning

• Het evenement is minimaal één keer eerder georganiseerd op dezelfde wijze/voor hetzelfde evenement en daar is een evenementenvergunning voor verleend.

• Een meerjarenvergunning kan alleen aangevraagd worden voor een categorie A of B evenement.

 

5.5 Plaatsen tent

Bij een aantal evenementen wordt gebruikt gemaakt van één of meerdere tenten. Voor tenten vanaf een bepaalde grootte moet, op grond van de Brandbeveiligingsverordening 2012 van de gemeente, een gebruiksvergunning worden afgegeven. Een gebruiksvergunning is verplicht indien in de tent meer dan 50 personen tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn. Voordat een gebruiksvergunning wordt afgegeven wordt bij de VRU advies gevraagd. In de regel betreft dit een tent met een oppervlakte vanaf 10 bij 10 meter. Ook is een gebruiksvergunning verplicht als in een tent apparatuur aanwezig is voor het gebruik van gas. Het plaatsen van een tent is, in verband met de brandveiligheid, verbonden aan een aantal veiligheidsvoorschriften. Deze voorschriften zijn opgesteld door de brandweer en zullen ook, voorafgaand aan en tijdens het evenement, door de brandweer worden gecontroleerd.

 

 

5.6 Geluidsnormen

Bij evenementen waarbij ook muziekgeluid ten gehore wordt gebracht is het risico op geluidshinder voor omwonenden aanwezig. Dit hangt van verschillende factoren af zoals de aard, omvang en hoogte van het geluidsniveau tijdens het evenement. Echter, geluidshinder is van meer aspecten afhankelijk zoals de aard van de muziek, het tijdstip, de duur en de locatie van het evenement, de windrichting, de mate waarin de waarnemer zich betrokken voelt bij de activiteit, de geluidsgevoeligheid van de waarnemer en de geluidsisolatie van het gebouw waarin de waarnemer zich bevindt. Geluidshinder blijft daarom een subjectieve beleving.

 

Onderstaande geluidsnormen geven een goede balans tussen het mogelijk maken van evenementen en het beperken van overmatig geluidshinder.

 

5.6.1. Toepassing aanduiding ‘Maatschappelijk’

Voor de (kleine) kernen zijn de activiteiten die op maatschappelijk, sociaal en cultureel gebied worden ontwikkeld zeer belangrijk. Deze moeten blijven voortbestaan en/of kunnen groeien. Dit bevordert de sociale cohesie, de onderlinge betrokkenheid en samenhang en past binnen het kleine kernenbeleid en cultuurbeleid van de gemeente. Om in deze categorie te kunnen vallen en van de geluidnorm uit de categorie met de aanduiding ‘Maatschappelijk’ gebruik te kunnen maken moet een aanvrager aan de volgende criteria voldoen.

1. Er is sprake van een algemeen nut beogende instelling of sociaal belang behartigende instelling.

2. Volgens de statuten richt men zich op de uitoefening van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard.

3. Het evenement wordt georganiseerd door vrijwilligers.

4. Het evenement wordt georganiseerd voor de inwoners van de betreffende dorpskern/inwoners van Stichtse Vecht.

5. Eventuele inkomsten uit toegangsgelden en/of drankverkoop vloeien terug in de kas van de instelling en/of worden gebruikt om de doelstellingen zoals vermeld in de statuten te realiseren.

 

Vanwege de hogere geluidsbelasting wordt een maximum aantal dagen vastgelegd waarop deze geluidnorm is toegestaan.

De locaties waar evenementen gehouden mogen worden die de nadere aanduiding ‘Maatschappelijk’ hebben, staan vermeld op de bijlage 2 behorend bij deze beleidsnotitie. Per aangewezen locatie geldt dat de geluidnorm uit de risicocategorie met nadere aanduiding ‘Maatschappelijk’, maximaal drie dagen per jaar kan worden toegekend. Als bij een aangewezen locatie door meerdere organisaties een beroep hierop wordt gedaan, geldt het gunningtraject genoemd onder 4.1.

Bij een oud- en nieuw viering kan besloten worden, via een maatwerkvoorschrift in de evenementenvergunning, om de geluidnorm voor de risicocategorie met nadere aanduiding ‘Maatschappelijk’ te verruimen tot na 01:00 uur.

 

Een aanvraag voor een evenementenvergunning wordt door middel van de risicoscan getoetst. Daaruit blijkt of het evenement in de risicocategorie A of B valt. Daarna wordt beoordeeld of sprake is van een aanvrager die voldoet aan de onder 1 tot en met 5 genoemde criteria. Is dat het geval dan wordt de geluidnorm opgenomen uit ‘Maatschappelijk’.

 

5.6.2 Indeling geluidnormen:

Evenementen vallend onder risico categorie A:

• Het gaat hier om onder andere buurt- en bedrijfsfeesten, buurtbarbecues, kleine markten (rommel- en vlooienmarkt) en straatorkesten.

• Het hinderniveau is laag;

• Het toegestane gemiddelde geluidsniveau (LAeq) van alle onversterkte en versterkte muziek bedraagt maximaal:

o 65 dB(A) tussen 07:00 en 19:00 uur;

o 60 dB(A) tussen 19.00 en 01:.00 uur;

o 35 dB(A) tussen 01:00 en 07:00 uur.

 

 

Evenementen vallend onder risico categorie B:

• Het gaat om onder andere grote markten, sportevenementen met geluid en kortstondige muziekevenementen.

• Het hinderniveau is gemiddeld;

• Het toegestane gemiddelde geluidsniveau (LAeq) van alle onversterkte en versterkte muziek bedraagt maximaal:

o 70 dB (A) tussen 07:00 en 19:00 uur;

o 65 dB (A) tussen 19:00 en 23:00 uur;

o 60 dB (A) tussen 23:00 en 01:00 uur;

o 35 dB (A) tussen 01:00 en 07:00 uur.

 

Evenementen vallend onder risico categorie C:

• Het gaat om onder andere grootschalige (muziek/meerdaagse) evenementen (bijv. dance-events, festivals ed).

• Het hinderniveau is hoog;

• Het toegestane gemiddelde geluidsniveau (LAeq) van alle onversterkte en versterkte muziek bedraagt maximaal:

o 75 dB (A) tussen 07:00 uur en 19:00 uur;

o 70 dB (A) tussen 19:00 uur en 23:00 uur;

o 65 dB (A) tussen 23:00 uur en 01:00 uur;

o 35 dB (A) tussen 01:00 uur en 07:00 uur.

 

Evenementen met de nadere aanduiding ‘Maatschappelijk’:

• Het gaat om één of meerdaagse evenementen waarbij onder meer versterkt muziekgeluid ten gehore wordt gebracht.

• Het hinderniveau is gemiddeld tot hoog:

• Het toegestane gemiddelde geluidsniveau (LAeq) van alle onversterkte en versterkte muziek bedraagt maximaal:

o 78 dB(A) en 90 dB(C) tussen 12:00 en 01:00 uur;

o 35 dB(A) tussen 01:00 en 12:00 uur.

 

5.6.3. Wijze van meten

Geluidsmetingen dienen plaats te vinden conform de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai (HMRI), met de uitzondering dat bij de toetsing, voor zover het muziekgeluid betreft, geen toeslag voor muziekgeluid (de zogenoemde muziekstraffactor) wordt toegepast. Conform de bovengenoemde handleiding wordt voor de toetsing van muziekgeluid geen bedrijfs-duurcorrectie toegepast. De norm gaat uit van de gevel van de dichtstbijzijnde geluidsgevoelig object. Gemeten wordt op 1,5 meter boven het maaiveld.

 

5.6.4. Afweging woon- en leefsituatie voor de categorie met nadere aanduiding ‘Maatschappelijk’

Bij het vaststellen van de hoogte van een geluidnorm speelt de woon- en leefsituatie een belangrijke rol. Wat is de beleving van omwonenden? Wanneer is sprake van hinder, wanneer is sprake van ‘onduldbare’ hinder? Wat kan in redelijkheid van een omwonende nog gevraagd worden te accepteren en wanneer niet meer? Om dit te objectiveren is onder meer gebruik gemaakt van de door de Inspectie Milieuhygiëne Limburg opgestelde notitie “evenementen met een luidruchtig karakter”. Deze notitie wordt landelijk gebruikt als richtlijn voor het opstellen van gemeentelijk evenementenbeleid.

 

Geluidbeleving

Uit de notitie blijkt dat het geluidniveau in veel woningen overdag varieert tussen de 25 à 35 dB(A). Als dit stijgt tot 40 dB(A) is sprake van het toenemen van hinder. Als het geluidniveau stijgt tot boven de 40 dB(A) moeten omwonenden harder praten om verstaanbaar te zijn in de woning. Dat wordt als zeer hinderlijk ervaren.

Een verhoging tot 50 dB(A) vraagt dat men het spraakniveau naar 53 dB(A) moet verhogen om nog verstaanbaar te zijn. Fysisch is dit een verdubbeling. Dit is een dermate ernstige aantasting van de persoonlijke levenssfeer van de omwonende dat in redelijkheid niet gevraagd kan worden dit te accepteren. Daarom moet gesteld worden dat, naarmate het achtergrondniveau wordt overschreden en het stoorlawaai toeneemt tot 50 dB(A), sprake is van onduldbare overlast. Bij het vaststellen van de norm(en) is hiermee rekening gehouden.

 

Niet alleen de hoogte van de geluidnorm zelf is bepalend voor het bereiken van de zogenaamde mentale belastbaarheidgrens. Andere factoren spelen daarbij ook een rol. Bijvoorbeeld het aantal evenementen per jaar, het aantal dagen per evenement, de mate van geluidhinder per evenement, de sluitingstijden. Reden om voor de evenementen die voor toepassing van deze norm in aanmerking komen, specifieke voorwaarden op te nemen.

 

De hinderbeleving zal lager zijn en de belastbaarheid hoger als omwonenden goed en tijdig worden geïnformeerd en weten waar ze aan toe zijn. Daarnaast moet op gemaakte afspraken worden toegezien en indien nodig gehandhaafd. Dit schept duidelijkheid naar alle betrokken partijen en geeft omwonenden vertrouwen dat het niet slechts afspraken op papier zijn maar dat de gemeente er alles aan gelegen is om te zorgen dat de afspraken worden nagekomen. Ook in de toekomst.

 

5.6.5 Extra voorschriften bij toepassing van de nadere aanduiding ‘Maatschappelijk’

Om de geluidbeleving zo laag mogelijk te houden zijn extra voorwaarden nodig. Om deze voorwaarden ook daadwerkelijk goed te kunnen uitvoeren, geldt voor deze evenementen, naast de overige indieningvereisten van categorie B, de indieningtermijn van twaalf weken. De volgende voorwaarden worden standaard aan evenementenvergunningen verbonden waarbij gebruik gemaakt wordt van de nadere aanduiding ‘Maatschappelijk’.

• Omwonenden worden minimaal 1 maand voordat het evenement wordt gehouden schriftelijk geïnformeerd over het hele programma.

• De organisatie stelt een telefoonnummer en e-mailadres beschikbaar voor klachten/feedback.

• Opruimen moet, behalve als sprake is van een band die moet inpakken, de ochtend volgend gebeuren.

• Na afloop wordt een evaluatie van het evenement gehouden met het cluster APV/Bijzondere wetten, waarbij zowel de diensten als een afvaardiging van de organisatie aanwezig is.

• De tentconstructie waarin de geluidsbron staat opgesteld moet harde wanden hebben.

 

Naast deze voorschriften zal per aanvraag beoordeeld worden of nog meer maatwerkvoorschriften nodig zijn.

 

5.6.6 Bastonen

Indien sprake is van muziek met overwegend lage tonen, bijvoorbeeld dancemuziek, kan de geluidshinder groter zijn dan op basis van de geluidnormering in bovenstaande normen is te verwachten. In dergelijke situaties is het zinvol om naast een normstelling in dB(A) ook een normstelling in dB(C) op te nemen in de voorschriften van de evenementenvergunning. Deze alternatieve meetmethode houdt meer rekening met bastonen.

 

Een aanvullende geluidsnorm in dB(C) wordt per situatie bekeken. Uitzondering hierop vormen de evenementen met de nadere aanduiding ‘Maatschappelijk’. Daar wordt standaard in de evenementenvergunning een dB(C) norm opgenomen. De geluidsnorm wordt over het algemeen op een meetpunt dichtbij het podium vastgelegd. Alvorens over te gaan tot het opleggen van een dB(C) norm wordt advies gevraagd aan de Omgevingsdienst regio Utrecht.

 

5.7 Omroepinstallatie

Om een omroepinstallatie te gebruiken is een ontheffing nodig op grond van artikel 4:6 van de APV.

 

5.8 Leges

De aanvrager van een vergunning is leges verschuldigd op grond van de gemeentelijke legesverordening behoudens de daarin opgenomen vrijstellingen. In de tarieventabel behorende bij de legesverordening zijn de legeskosten opgenomen voor onder andere de evenementenvergunning en andere vergunningen/ontheffingen.

 

Door de deregulering van de APV zijn verschillende vergunningen afgeschaft. Er wordt ook gewerkt met meldingen waarvoor geen leges in rekening worden gebracht. Naast de legesvrije meldingen is in de legesverordening opgenomen dat het in behandeling nemen van een aanvraag legesvrij is indien deze vergunningaanvraag wordt ingediend door een algemeen nut beogende instelling of sociaal belang behartigende instelling, die blijkens haar statuten de uitoefening van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard ten doel stelt en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden uitgeoefend door vrijwilligers.

Deze legesvrijstelling geldt alleen voor de evenementenvergunning (eventueel in combinatie met ontheffing omroepinstallatie) en niet voor vergunningen of ontheffingen die samenhangen met de evenementenvergunning (bijvoorbeeld gebruiksvergunning tent).

 

6. Controle en handhaving

 

 

De vergunninghouder is verplicht om toe te zien op naleving van de voorschriften en beperkingen. De gemeente, politie, brandweer en andere controlerende instanties kunnen handhavend optreden indien de organisator zich niet houdt aan de voorschriften en beperkingen. Het toezicht op naleving van de voorschriften wordt onder meer door de toezichthouders uitgevoerd.

 

Bij controle en handhaving van evenementen is gebleken dat overtreding van het toegestane geluidsniveau voorkomt. Om objectief een overtreding van de geluidsvoorschriften te kunnen constateren dient de meting verricht te worden door gekwalificeerde personen, met behulp van daarvoor geschikte geluidsapparatuur. De gemeente zal per evenement beoordelen of het gezien de locatie en aard van het evenement en te verwachten hinder, zinvol is om op geluid te controleren.

 

Controle op eindtijden en toezicht op de openbare orde vindt plaats door de politie en toezichthouders van de gemeente. Daarnaast vinden bij (grote) evenementen ook vaak controles plaats door de brandweer. Indien bij het evenement constructies als podia en tenten worden geplaatst worden ook de bouwinspecteurs betrokken. Indien er voor het evenement een vergunning wordt verleend op grond van de Brandbeveiligingsverordening 2012 voor het plaatsen van een tent, vindt vooroverleg, controle en evaluatie plaats. Met brandweer, Omgevingsdienst regio Utrecht en politie wordt intensief samengewerkt om zoveel mogelijk overleggen, controles c.a. gelijktijdig te laten plaatsvinden.

 

In de praktijk zal er na constatering van een overtreding, behoudens vereiste spoed, eerst overleg volgen met de organisator of de politie om de organisator te bewegen om zelfstandig de overtreding op te heffen. Indien de overtreding niet wordt opgeheven kan de burgemeester bestuursrechtelijk optreden.

 

 

 

7. Communicatie

 

 

Bij de evaluatie van het uitvoeringsbeleid zijn veel partijen betrokken geweest zoals inwoners, verenigingen/organisaties en instanties. Deze direct betrokken partijen zullen geïnformeerd worden als het beleid is vastgesteld. Het uitvoeringsbeleid is op participatieve wijze tot stand gekomen om op deze wijze een zo groot mogelijk draagvlak te creëren.

 

Het beleid zal voorgelegd worden aan de burgemeester om vast te stellen waarbij de burgemeester het college zal informeren over het genomen besluit. De raad wordt geïnformeerd via een Raadsinformatiebrief (RIB). Nadat het beleid is vastgesteld wordt dit gepubliceerd in het huis-aan-huisblad en op overheid.nl.

 

 

8. Openbare orde en veiligheid bij categorie B + C evenementen

 

 

De tendens is dat steeds meer evenementen een commercieel karakter krijgen en zich daarmee richten op een groter publiek. Dergelijke evenementen nemen ook in aantal toe. De keerzijde van een positieve druk op de evenementenkalender is dat extra inzet van politie en andere hulpdiensten nodig is om de veiligheid van bezoekers en de openbare orde te kunnen waarborgen. In deze paragraaf worden de categorie A evenementen buiten beschouwing gelaten omdat deze minder risicodragend zijn en weinig tot geen capaciteit van politie en hulpdiensten vragen.

 

8.1 Bevoegdheden en verantwoordelijkheid

De politie is op grond van de Politiewet onder gezag van de burgemeester belast met handhaving van de openbare orde in algemene zin. De burgemeester is bevoegd gezag bij evenementen en kan voor een evenement een vergunning verlenen of weigeren.

 

Organisatoren zijn verantwoordelijk voor een veilig en ordelijk verloop van hun evenementen. Dit laat onverlet dat de politie onder het gezag van de burgemeester verantwoordelijk is voor de openbare orde en dient te acteren daar waar de taken van de beveiligers ophouden.

 

De organisator dient dan ook te voorzien in het treffen van maatregelen in de sfeer van beveiliging, eerste hulpverlening en sanitaire voorzieningen op het evenemententerrein. Ook in de directe omgeving is de organisator verantwoordelijk voor een ordelijk verloop van bezoekers (stromen).

 

De organisatie moet vooraf door middel van een veiligheidsplan aantonen dat afdoende maatregelen zijn getroffen die de veiligheid en de gezondheid van de bezoekers garanderen. Dit plan maakt verplicht deel uit van de aanvraag en wordt getoetst door de veiligheidspartners, politie, brandweer en GHOR.

 

Een aanvraag moet tijdig worden ingediend. Hoe risicovoller een evenement is, hoe meer tijd nodig is voor een grondige veiligheidsanalyse en gedegen afstemming. Uit de aanvraag moet duidelijk worden hoe het publieksprofiel, activiteitenprofiel en ruimteprofiel eruit ziet van het evenement.

 

Verder is het van belang dat bij de advisering maatwerk wordt geleverd bij het koppelen van aanvullende veiligheidsvoorschriften aan evenementenvergunningen. Het is niet de bedoeling dat een klein evenement met een geringe impact op de omgeving moet voldoen aan zware veiligheidseisen.

 

Het is dus zaak om met name bij risicocategorie B en C evenementen door middel van een gedegen risico- en veiligheidsanalyse multidisciplinair te toetsen. Op basis van de adviezen dient in de vorm van voorschriften en maatregelen een vergunning op maat gemaakt te worden.

 

8.2 Toetsen veiligheidsaspecten

Elke vergunningaanvraag wordt onderworpen aan een risicoscan. Dit is een eerste globale risicoanalyse, uitgevoerd door de vergunningverlener. Op basis hiervan wordt beoordeeld in welke categorie het evenement valt, welke risico’s aan het evenement verbonden zijn en hoe het vergunningentraject er globaal uit komt te zien.

 

Aan de hand van een voor de organisator verplicht veiligheidsplan bij categorie B en C evenementen wordt bepaald welke invloed het evenement heeft op inzet van politie, hulpdiensten en gemeente. Op basis hiervan worden adviezen verstrekt op grond waarvan nadere voorschriften en maatregelen gekoppeld kunnen worden aan de vergunning. Uitgangspunt in het veiligheidsplan dient te zijn dat de organisator een maximale inspanning levert om de veiligheid tijdens het evenement te garanderen, voor zover dat in zijn macht ligt.

 

Profielen en Multidisciplinair overleg

Voor categorie B en C evenementen geldt dat de risicoscan wordt verdiept in het dienstenoverleg (zie paragraaf 3.4) met een veiligheidsonderzoek. Hier wordt getoetst of het veiligheidsplan afdoende is of dat aanvulling/verbetering vereist is. Voor categorie A evenementen geldt deze eis niet, tenzij er sprake is van een kleinschalig evenement dat qua aard en karakter zich toch leent voor een uitgebreide veiligheidscan.

Een medewerker team Vergunningverlening en een veiligheidsadviseur van het team Openbare Orde en Veiligheid bespreken met de operationele diensten (politie, VRU), andere relevante diensten en organisaties en eventueel de organisator onderstaande aspecten:

 

Aspecten veiligheidsanalyse en veiligheidsplan: publiek, ruimte, activiteiten

Inschatting van veiligheidsrisico’s is te objectiveren door eerst enkele standaard aspecten van een aanvraag na te lopen. Belangrijke criteria in de analyse zijn het publieksprofiel, het ruimteprofiel en het activiteitenprofiel.

 

1. Publieksprofiel

Het type bezoeker speelt een belangrijke rol bij de risicobepaling.

Is het aannemelijk, voorspelbaar of bekend dat bepaalde specifieke – bij politie en justitie bekende – groepen een evenement zullen bezoeken? Denk aan:

• te verwachten opkomst en massaliteit van het publiek;

• leeftijdsopbouw van het publiek;

• kennis over en ervaring met bezoekers;

• aanwezigheid van publiek als toeschouwer of als deelnemer (sportactiviteiten);

• aanwezigheid van rivaliserende groepen of groepen met verschillende belangen;

• eventueel gebruik van verdovende middelen of alcohol;

• complete conditie-/gezondheidstoestand van deelnemers en publiek;

• doel/verwachting van het publiek;

• gedrag van bezoekers;

• geestelijke en emotionele conditie van bezoekers.

 

2. Ruimteprofiel

In principe dient ieder evenemententerrein duidelijk (herkenbaar) afgescheiden te zijn van de openbare ruimte. Bij statische buitenevenementen zijn die grenzen duidelijk te definiëren.

Bij evenementen in de openbare ruimte (Koningsdag, dorpsfeesten, schaatstochten c.a.) is er geen sprake van een afgebakend terrein.

 

Gerelateerd aan de locatie is de bereikbaarheid van het evenement. Daarbij gaat het in de eerste plaats om de bereikbaarheid voor de hulpdiensten. Daarnaast om de bereikbaarheid voor zowel bezoekers per openbaar vervoer als voor bezoekers met eigen vervoer. Ook (te verwachten) weersomstandigheden zijn onderdeel van het ruimtelijk profiel.

 

Afhankelijk van de locatie kunnen er brandveiligheidsrisico’s zijn. Het is belangrijk de brandveiligheid te beschouwen in samenhang met het publieks- en activiteitenprofiel. Uitgangspunt hierbij is de zelfredzaamheid en de effecten zo beperkt mogelijk houden door vroegtijdig ingrijpen.

 

3. Activiteitenprofiel

Iedere activiteit brengt specifieke risico’s met zich mee. Bij concerten en dance-events is de kans op geluidsoverlast groot. Indien een evenement samenvalt met andere evenementen zal het risico op ordeverstoringen toenemen. Hierbij wordt ook gekeken naar de tijdsduur en het tijdstip van het evenement. Als een evenement na zonsondergang start of eindigt, kan dit het optreden bij eventuele ordeverstoringen bemoeilijken.

Binnen het activiteitenprofiel wordt ook gekeken naar historische gegevens. Gekeken wordt naar eerdere ervaringen met de organisator. Indien de organisator er in het verleden blijk van heeft gegeven zich goed aan de afspraken te houden, neemt daarmee de voorspelbaarheid van het verloop van een evenement toe en nemen de risico’s af.

 

Nadat de organisator de aanvraag heeft ingediend, is deze vervolgens verplicht om nieuwe risicoverhogende feiten of omstandigheden die niet bij de aanvraag zijn opgegeven, te melden aan de burgemeester. Indien wordt afgeweken van de verstrekte gegevens of in strijd wordt gehandeld met de gestelde voorschriften, kan de burgemeester overwegen het evenement te verbieden.

 

Op basis van een duidelijke aanvraag en een gedegen veiligheidsplan kunnen gemeente en haar veiligheidspartners de aanvraag op veiligheidsaspecten beoordelen en zo nodig aanvullende eisen opleggen.

 

8.3 Veiligheidsplan

In een veiligheidsplan neemt de organisator de veiligheidsmaatregelen op die hij heeft getroffen en gaat treffen op het gebied van veiligheid (safety) en beveiliging (security).

De organisator neemt, in overleg met de hulpdiensten en gemeente, voldoende maatregelen om de veiligheid van bezoekers en deelnemers aan het evenement te waarborgen.

 

De organisatie zorgt voor een aantal beveiligers dat in verhouding staat tot het aantal bezoekers van het evenement en de aard en het karakter van het evenement. De politie adviseert de vergunningverlener over het aantal beveiligers dat de organisator heeft voorgesteld als onderdeel van het veiligheidsplan. De beveiligers die de organisator aanstelt, zijn werkzaam bij een toegelaten organisatie in het kader van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. Ze zijn als zodanig duidelijk en eenduidig herkenbaar.

 

De organisator is verantwoordelijk voor een adequate bereikbaarheid van het evenement voor politie, brandweer en ambulance. Het aanrijden en opstellen van hulpdiensten mag niet worden gehinderd of belemmerd. De organisator is ervoor verantwoordelijk dat bezoekers in geval van calamiteiten het evenement snel kunnen verlaten. Bij binnen evenementen of van het publieke domein gescheiden evenementen vereist dat niet-geblokkeerde nooduitgangen. Een calamiteitenplan/scenario maakt deel uit van het veiligheidsplan.

 

De organisator wordt verantwoordelijk gesteld voor afdoende fysieke veiligheidsmaatregelen ten aanzien van: de brandveiligheid, indeling van de locatie c.q. het terrein, inrichtingseisen en afsluiting.

 

Om organisatoren te faciliteren en om multidisciplinair te kunnen toetsen is een standaard format voor een veiligheidsplan ontwikkeld. Voor categorie B is een eenvoudig veiligheidsplan en voor categorie C een uitgebreid veiligheidsplan ontwikkeld.

 

Elke organisator van een categorie B en C evenement wordt met klem geadviseerd om tijdig een intakegesprek te houden met een vergunningmedewerker om alvast de formele aspecten (aanvraag, termijn, indieningsbescheiden, invullen veiligheidsplan) door te lopen. Dit kan vertraging verder in de procedure voorkomen.

 

 

10. Citeertitel

 

 

Dit beleid wordt aangehaald als: Uitvoeringsbeleid Evenementen Stichtse Vecht 2017.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vastgesteld op 21 november 2017

De burgemeester van Stichtse Vecht

Bijlage 1: Toelichting op paragraaf 4.3

 

De aandachtspunten met betrekking tot de vergunningsvoorschriften en overige aanvullende aandachtspunten.

 

Openbare orde

Openbare orde wil zeggen dat er maatschappelijke rust en veiligheid heerst, zodat burgers vreedzaam kunnen leven. Deze orde wordt gehandhaafd door de burgemeester. Hij of zij kan hiervoor bepaalde dingen in de gemeente verbieden en de politie opdracht geven deze verboden af te dwingen

 

Gezondheids- en welzijnswet

Op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren kan in de volgende twee situaties een vergunning voor het organiseren van evenementen met dieren worden geweigerd:

1. als er sprake is van dierenmishandeling;

2. als de dieren op een weinig respectvolle wijze worden behandeld.

Zo is het verboden om dieren als prijs, beloning of gift uit te loven of uit te reiken bij wedstrijden, verlotingen, weddenschappen of andere dergelijke evenementen.

 

Openbare veiligheid

De veiligheid van de betrokkenen (bezoekers, deelnemers, omwonenden, passanten) dient bij een evenement gewaarborgd te zijn. Risico’s moeten vooraf worden beoordeeld aan de hand van de informatie van de organisator ingevolge het vergunningaanvraagformulier.

De bereikbaarheid van panden en percelen dient voor hulpdiensten zoals politie, brandweer en ambulance altijd gewaarborgd te zijn. Zo nodig dienen voor deze diensten aparte aanrijroutes te worden geregeld.

De organisator van het evenement dient te zorgen voor voldoende toezicht op het evenement. Naar aanleiding van een gemotiveerd advies van politie kan worden aanbevolen dan wel worden opgedragen dat het toezicht afhankelijk van de aard van het evenement dient te geschieden door vrijwilligers of door een professioneel beveiligingsbedrijf. De kosten voor de beveiliging zijn voor rekening van de organisator van het evenement.

 

Verkeersveiligheid

In de vergunningaanvraag dient de aanvrager onder andere nader aan te geven:

• welke straten dienen te worden afgesloten; of

• een omleidingsroute nodig is; of

• er sprake is voldoende parkeergelegenheid; of

• een busomleiding dient plaats te vinden.

 

Bij grote evenementen (met een gemiddeld en hoog risico, klasse B en C) kan een professioneel verkeersplan worden geëist.

De veiligheid voor weggebruikers is van groot belang en mag als gevolg van een evenement niet in gevaar komen. Gekeken wordt bij de verkeersaspecten naar de mogelijke negatieve gevolgen voor bezoekers en derden. Soms zijn verkeersmaatregelen nodig en dienen wegen te worden afgesloten en zijn omleidingsroutes noodzakelijk. Tijdelijke verkeersmaatregelen vinden alleen plaats in overleg met en na instemming van de gemeente. Hiervoor is een tijdelijke verkeersmaatregel nodig. Verder zijn er voor de regulering van het verkeer voldoende bevoegde verkeersregelaars nodig. In de directe omgeving van het evenement dient altijd voldoende parkeergelegenheid aanwezig te zijn.

 

Verkeersregelaars voor evenementen

Bij nagenoeg iedere activiteit op de openbare weg, waarbij het verkeer voor de veiligheid van de deelnemers en de weggebruikers geregeld moet worden zijn er op grond van de Regeling Verkeersregelaars 2009 gecertificeerde verkeersregelaars vereist.

Of en hoeveel verkeersregelaars er moeten worden ingezet wordt bepaald door de gemeente in overleg met de politie. Deze beoordeling maakt onderdeel uit van de acceptatie van een melding of van de vergunningaanvraag voor het evenement die door de organisatie van de activiteit is ingediend bij de gemeente. Het aantal verkeersregelaars wordt medegedeeld bij de vergunningverlening. De verkeersregelaars dienen te worden ingezet op plekken die zijn aangegeven op de situatieschets of op de plaatsen aangegeven door de organisatie van het evenement.

De organisator van het evenement dient zelf voor voldoende verkeersregelaars te zorgen. Dit kan door op de site van SVNL een code aan te vragen waarmee de organisator van het evenement toegang krijgt en alle deelnemers digitaal de instructie voor verkeersregelaar kan laten volgen, afgesloten door het examen. Hierbij geeft men tevens aan of het om de uitgebreide instructie gaat, die recht geeft op een pas voor één jaar, of om de beperkte instructie waarmee een éénmalige aanstelling mogelijk is. Een éénmalige aanstelling wordt door de gemeente gemaakt. De passen worden gemaakt door de SVNL en naar de gemeente verstuurd. Deze stuurt ze door naar de organisatie. Hier zijn geen kosten aan verbonden. De namen van de verkeersregelaars worden vermeld op groslijsten. Tussentijds moet het evenement en de groslijst goedgekeurd door de gemeente.

 

Wegsleepregeling

De gemeente heeft bij raadsvergadering van 21 december 2011 besloten een Wegsleepverordening vast te stellen. Het wegslepen van voertuigen is met name van groot belang bij evenementen waarbij een groot aantal mensen op een beperkt gebied samenkomen en zich extreme parkeerproblemen voordoen (bijvoorbeeld de blokkering van de calamiteitenroute). Daarnaast kan het ook wenselijk zijn andere extreme parkeerproblemen waarbij de veiligheid en vrijheid van het verkeer beperkt wordt op een verdergaande wijze te handhaven door direct een einde te maken aan een parkeerovertreding.

 

Leveren van diensten

Het is mogelijk om gebruik te maken van water- en stroomvoorziening van de gemeente indien de gevraagde voorzieningen aanwezig zijn op de locatie van het evenement. De organisator van het evenement kan dit kenbaar maken op het vergunningaanvraagformulier. De kosten hiervan komen voor rekening van de organisator van het evenement.

 

Brandveiligheid

In het belang van de brandveiligheid van een tent of een vast gebouw waarin meer dan 50 personen gelijktijdig aanwezig zijn, worden specifieke brandpreventieve maatwerkvoorschriften verbonden aan de evenementenvergunning dan wel is een aparte vergunning nodig op grond van de Brandbeveiligingsverordening dan wel Bouwverordening. De brandweer bekijkt onder andere ook de benodigde blusapparatuur, het gebruik van bak- en braadapparatuur, brandpreventie voorzieningen enzovoorts. De brandpreventieve controles worden steekproefsgewijs uitgevoerd door de brandweer.

Voor het incidenteel overnachten in sport-, verenigingsgebouwen en scholen kunnen onder specifieke regels en brandpreventieve voorschriften worden toegestaan.

 

Evenementenvuurwerk

Het is verboden consumentenvuurwerk af te steken op een openbare plaats als dat gevaar, schade of overlast kan veroorzaken.

Het afsteken van evenementenvuurwerk mag alleen gebeuren door een gespecialiseerd bedrijf. Dit bedrijf dient hiervoor over een door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat verleende vergunning te beschikken. Dit bedrijf dient een verzoek voor het afsteken van evenementenvuurwerk in te dienen bij de Provincie Utrecht. Het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht heeft voor de afgifte van de voor het bedrijf benodigde ontbrandingstoestemming een verklaring van geen bezwaar nodig van de burgemeester op grond van het Vuurwerkbesluit. In sommige gevallen kan worden volstaan met een melding van Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten zenden dan een afschrift aan de burgemeester bij acceptatie van de melding.

 

Luchtruim

Voor terreinen die incidenteel (maximaal 12 keer per jaar) worden gebruikt door vrije luchtballonnen, schermzweeftoestellen, helikopters en zeilvliegtuigen kan de Provincie Utrecht als bevoegd bestuursorgaan- na overleg met de gemeente – een zogenaamde ontheffing tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (TUG) afgeven. Daarin kunnen door de Provincie regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik. De gebruiker van de ontheffing TUG moet ten minste 24 uur voor de dag dat het terrein zal worden gebruikt een melding hiervan doen aan de burgemeester. Verder moet de gebruiker voldoen aan de bepalingen in de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen. Ook dient de gebruiker uiteraard te beschikken over een toestemming van de grondeigenaar op grond van het burgerlijk recht.

 

 

Volksgezondheid

Ter bescherming van de volksgezondheid kunnen aparte voorschriften worden verbonden aan een evenementenvergunning. De VRU (GOHR) wordt hiervoor benaderd voor advies. De aanwezigheid van voldoende toiletvoorzieningen tijdens evenementen is uit het oogpunt van hygiëne een belangrijk onderdeel van een evenement. De organisator dient zelf zorg te dragen voor voldoende schone toiletvoorzieningen.

 

Bescherming van het milieu, aantasting groenstroken, overlast, afval

Geluidsoverlast, overlast veroorzaakt door stof, afval, aantasting van gemeentelijke groenvoorzieningen, vuurwerk enzovoorts valt onder bescherming van onder andere het milieu. De organisator van het evenement is voor de overlast zelf verantwoordelijk. De gemeente kan schade die is ontstaan aan bijvoorbeeld groenvoorzieningen herstellen of laten herstellen op kosten van de organisatie van het evenement.

De gemeente stelt geen afvalbakken en/of containers beschikbaar. Indien de organisator niet of in onvoldoende mate de verplichtingen nakomt die worden opgelegd door vergunningvoorschriften, zal de gemeente de nalatige situatie herstellen op kosten van de vergunninghouder.

 

Verstrekking van alcoholhoudende drank

Bij evenementen wordt regelmatig alcohol geschonken. Nadere regels hierover staan in de Drank- en Horecawet.

Voor het elders dan in een horeca-inrichting inclusief terras bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende drank is een ontheffing nodig van de burgemeester op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet. Een dergelijke ontheffing kan slechts worden verleend voor bijzondere gebeurtenissen (evenement) van zeer tijdelijke aard (maximaal twaalf aaneengesloten dagen). Om een dergelijke ontheffing te kunnen verkrijgen moet getoetst of de leidinggevende 21 jaar en niet van slecht levensgedrag is. Deze persoon moet aanwezig zijn tijdens het verstrekken van de alcoholhoudende drank tijdens het evenement. Er is geen ontheffing nodig als sprake is van een besloten feest, waarbij geen entree wordt gevraagd én waar gratis alcohol wordt geschonken.

 

Aansprakelijkheid, verzekeringen

De wettelijke aansprakelijkheid is vaak gekoppeld aan het criterium “zorgplicht”. De gemeente heeft zorgplicht voor de openbare weg en de vrije ruimte. Aan de hand van dit criterium kan worden bepaald of de gemeente in bepaalde gevallen wettelijk aansprakelijk is.

Met betrekking tot evenementen kan de vergunninghouder aansprakelijk worden gesteld voor de veroorzaakte schade. De gemeentelijke aansprakelijkheidsverzekering biedt uitsluitend dekking bij evenementen welke mede, door of namens de gemeente worden georganiseerd. Het is van belang dat de organisator van het evenement (veelal de vereniging) zowel voor kleine evenementen als bij grotere evenementen zelf een goede verzekering afsluit voor het betreffende evenement. De organisator wordt hierop gewezen. Bij een klein evenement kan vaak met een WA-verzekering worden volstaan. Bij grotere evenementen gelden vaak andere risico’s en is een specifieke evenementenverzekering zeer gewenst/vereist. De verantwoordelijkheid voor het evenement en voor het afsluiten van verzekering ligt bij de organisator.

 

 

Bijlage 2: Overzicht locaties met nadere aanduiding ‘Maatschappelijk’

 

Kern

Locatie

Specificaties (indien van toepassing)

Loenen aan de Vecht

Doude van Troostwijkplein

 

Kockengen

Sportweg

 

Nigtevecht

Speelveldje Garstenstraat

 

Vreeland

Breedstraat

 

Vreeland

Floraweg

 

Nigtevecht

A.Ameszpark