Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling STiP-banen Den Haag 2020 |
Citeertitel | Subsidieregeling STiP-banen Den Haag 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling STiP-banen Den Haag 2020 |
Deze regeling vervangt de Subsidieregeling STiP-banen Den Haag 2017
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-01-2024 | wijziging | 09-01-2024 | RIS317628 SZW/10544404 | ||
13-07-2020 | 01-07-2020 | 12-01-2024 | nieuwe regeling | 07-07-2020 | RIS305700 BSW/2020.42 |
De gemeente Den Haag wil middels deze regeling 1.000 extra (additionele) arbeidsplaatsen realiseren en wenst daarmee een extra impuls voor werkgelegenheid te geven voor met name mensen in de bijstand met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, die aan de onderkant van de arbeidsmarkt op zoek zijn naar werk. De regeling moet worden beschouwd als een re-integratie instrument als bedoeld in de Re-integratieverordening Participatiewet Den Haag 2015 en de Beleidsregels re-integratie Den Haag 2016.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,
vast te stellen de Subsidieregeling STiP-banen Den Haag 2020.
Hoofdstuk 1Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2:1 bedoelde activiteiten.
Hoofdstuk 2 De activiteiten en de doelgroep
De subsidie wordt uitsluitend verleend voor het creëren van STiP-banen ten behoeve personen die een uitkering van de gemeente Den Haag op grond van de Participatiewet ontvangen. De aanvrager van de subsidie gaat met de door het college voorgedragen persoon een dienstverband, met een door het college bepaalde omvang, voor de duur van een jaar aan.
Subsidie op basis van deze subsidieregeling wordt uitsluitend verstrekt aan:
Hoofdstuk 3 Subsidie voor subsidieaanvragers artikel 2:2 onder a en b
Artikel 3:1 Hoogte van de subsidie
Artikel 3:2 Duur van de subsidie
Hoofdstuk 4 Subsidie voor de subsidieaanvragers artikel 2:2 onder c
Artikel 4:1 Hoogte van de subsidie
Artikel 4:2 Duur van de subsidie
De subsidie wordt verleend voor maximaal de duur van het dienstverband tussen de subsidie-aanvrager en de voorgedragen persoon als bedoeld in artikel 2:1, met een maximum van twaalf maanden.
Hoofdstuk 5 Besluitvorming subsidie
Artikel 5:1 Bij aanvraag in te dienen gegevens
In afwijking van het tweede lid van artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening legt de aanvrager de volgende gegevens over:
Een aanvraag om subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening, ingediend binnen acht weken nadat het dienstverband als bedoeld in artikel 2:1, is ingegaan.
Het college beslist, in afwijking van artikel 10, tweede lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020, binnen acht weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.
Artikel 5:5 Wijze van verdeling
Artikel 5:6 Aanvullende weigeringsgrond
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening kan subsidie worden geweigerd als
Artikel 5:7Weigering beëindiging, intrekking, wijziging
Onverlet het bepaalde in de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020 kan het college de subsidie weigeren, beëindigen, intrekken of ten nadele van aanvrager wijzigen indien:
Hoofdstuk 6 Vaststelling en betaling
Artikel 6:1Ambtshalve vaststelling subsidie
Het college kan een artikel of artikelen van deze regeling buiten toepassing laten, of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang van het doel van de regeling, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2020.
De Subsidieregeling Stip-banen Den Haag 2017 wordt ingetrokken.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling STiP-banen Den Haag 2020.
Het college van burgemeester en wethouders,
In het coalitieakkoord ‘Samen voor de Stad’ 2019-2022 staat dat de STiP-banen (Sociaal Traject in Perspectief) worden voortgezet tot en met 2022. De STiP-banen zijn gesubsidieerde banen, die bedoeld zijn om mensen met een lage loonwaarde waardevolle werkervaring op te laten doen, waardoor ze meer perspectief krijgen. De subsidieregeling bestaat sinds 2017. In 2019 is de regeling geanalyseerd, in samenhang met het Werkoffensief +500. Een aantal bevindingen heeft destijds geleid tot wijziging van de regeling. Naar aanleiding van deze analyse is ook de aanbeveling gedaan om de regeling niet te beperken tot de (semi)collectieve sector. Daarmee wordt de mogelijkheid vergroot dat mensen vanuit de tijdelijke STiP-baan doorstromen naar een reguliere baan. Naar aanleiding van deze aanbeveling is de STiP-regeling aangepast en is de doelgroep verbreed naar organisaties buiten de collectieve sector, die een aantoonbaar actief arbeidsmarktgericht beleid voeren, ten aanzien van het ondersteunen van bijstandsgerechtigden.
De bedrijven hebben verschillende doelstellingen en daarom worden verschillende subsidiebedragen gehanteerd. De semi(collectieve sector) heeft een maatschappelijke doelstelling waarbij het uitgangspunt het welzijn van de burger centraal staat. De overige organisaties hebben een bedrijfsmatige doelstelling en hun uitgangspunt is om de productieve arbeid te vergroten en winst te maken. Dit betekent dat voor de overige organisaties een lager subsidiebedrag van 6.000 euro is vastgesteld in plaats van 10.000 euro, omdat zij gecompenseerd worden door de extra inkomsten vanuit de geleverde arbeid van de kandidaat. Bij de selectie van de kandidaten is hier al aandacht voor. Bij kandidaten in de overige organisaties worden hogere eisen geëist in het selectieproces, omdat de werkzaamheden sterk vergelijkbaar zijn met reguliere arbeid. Dit betekent dat van de kandidaten meer verwacht wordt en de kandidaten hogere productiviteit leveren in vergelijking met kandidaten in de semi(collectieve) sector.
Ook is alleen verlenging mogelijk bij organisaties in de (semi)collectieve sector, maar niet bij de overige organisaties
De subsidie is bestemd voor kosten in verband met het creëren van een STiP-baan voor een door het college voorgedragen bijstandsgerechtigde. De subsidie is bedoeld om (een deel van) de werkgeverslasten te dekken, die overblijven, na de inzet van wettelijke instrumenten uit de Participatiewet en fiscale regelingen.
Artikel 3:1 en 4:2,eerste en tweede lid
Voor de (semi)collectieve sector bedraagt de subsidie maximaal 835 euro per maand. Voor overige organisaties bedraagt de subsidie maximaal 500 euro per maand. De duur van de arbeidsovereenkomst is twaalf maanden, waardoor de totale verleende subsidie op jaarbasis (bij een omvang van minimaal 80% van de gebruikelijke werkweek) 10.000 euro bedraagt voor de semicollectieve sector en of 6.000 euro voor overige organisaties.
Het subsidiebedrag bij overige organisaties is lager vastgesteld, omdat de bedrijven gecompenseerd worden door de geleverde arbeid van de kandidaten. Van de kandidaten bij de overige organisaties kan meer verwacht worden en leveren een hogere productiviteit dan kandidaten in de (semi)collectieve sector. In het selectieproces is hier aandacht voor, omdat het traject moet aansluiten op de capaciteiten van de kandidaten. Voor de werkgevers betekent dit een verschil in hoogte van de subsidie.
Het uitgangspunt is een omvang van de werkweek van 80%. De ondergrens van de omvang voor de dienstbetrekking waarvoor de subsidie wordt verleend is gesteld op minimaal vierentwintig uur per week (zijnde 1248 uur per jaar). Deze omvang geeft de werkgever recht op een loonkostenvoordeel. Subsidies vanaf 10.000 euro kunnen verleend worden in de vorm van een zogenoemde budgetsubsidie (Algemene subsidieverordening, begripsomschrijvingen). Bij budgetsubsidies is maandelijkse bevoorschotting van 100% van het maandelijkse subsidiebedrag mogelijk op grond van artikel 14 tweede lid van de Algemene subsidieverordening.
Artikel 3:2, eerster en tweede lid en 4:2
De subsidie kan voor de duur van maximaal 12 maanden worden verleend. Voor organisaties vermeld onder art. 2.2 onder a en b is verlenging met nog eens maximaal één jaar mogelijk mits de verlenging naar het oordeel van het college in het belang is voor de (verdere) re-integratie van de betreffende persoon. Binnen de collectieve sector kan het dienstverband nog voor één jaar worden verlengd, omdat de kandidaten worden voorbereid op regulier werken in de vrije markt. Het einddoel van de regeling is om kandidaten voor te bereiden op werkzaamheden buiten de organisatie. Dit vraagt dus meer inspanning van de kandidaat en dus ook een langere begeleidingsduur. Daarom kan de subsidieduur alleen bij de semi(collectieve sector) worden verlengd. Kandidaten die bij de overige organisaties werkzaam zijn hebben, gekoppeld met loonkostensubsidie en een no-risk polis, uitzicht op een dienstverband bij de desbetreffende werkgever. Uit de praktijk blijkt dat deze kandidaten voldoende hebben aan een subsidie van 12 maanden.
In dit artikel is afgeweken van artikel 8 van de Algemene subsidieverordening. De subsidie-aanvrager dient op de STiP-subsidieregeling toegesneden gegevens te overleggen.
Door de aanvraagtermijn op uiterlijk (dus niet later dan) acht weken na aanvang van de dienstbetrekking te stellen, kan de betrokken persoon sneller in dienst en dus uit de uitkering komen. Dit is in het voordeel van betrokken persoon.
Door de beslistermijn binnen zes weken na aanvraag te stellen is er sneller zekerheid voor de subsidie-aanvrager.
Het subsidieplafond geldt vanaf het jaar 2020 en loopt door tot en met het jaar 2022. Hierbij wordt uitgegaan van een uitloop van maximaal een jaar voor subsidies die in de zomer of eind 2019 zijn toegekend.
Het college toetst vóór het nemen van het besluit op de aanvraag tevens of er sprake is van ongeoorloofde staatsteun en verdringing van reguliere arbeid.
In de praktijk blijkt dat er enkele werkgevers zijn, die meer oog hebben voor het organisatiebelang dan voor de ontwikkeling van de STiP-werknemer. In voorkomende gevallen zou het mogelijk moeten zijn om de subsidie stop te zetten. Het uitgangspunt moet zijn dat de deelnemer er beter van wordt.
Art 20 , vijfde lid van de Algemene Subsidieverordening geeft de ruimte om de subsidie vast te stellen zonder dat eerst een aanvraag door de subsidieontvanger voor (definitieve) subsidievaststelling nodig is.
Op grond van de Algemene Subsidieverordening kan bij een budgetsubsidie de subsidie in maandelijkse voorschotten worden betaald. In de subsidiebeschikking aan de subsidie-aanvrager wordt de bevoorschotting geregeld, zijnde 835 euro voor de (semi)collectieve sector of 500 per maand voor marktpartijen.