Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Weert

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende regels omtrent het zomermandaat 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWeert
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende regels omtrent het zomermandaat 2020
CiteertitelZomermandaat 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 168 van de Gemeentewet
  2. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-07-2020nieuwe regeling

30-06-2020

gmb-2020-175090

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende regels omtrent het zomermandaat 2020

Burgemeester en wethouders van Weert;

 

Gelet op artikel 168 van de Gemeentewet en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

 

Overwegende, dat tijdens de zomervakantie 2020 enkele weken geen collegevergaderingen plaatsvinden en dat het wenselijk is de besluitvorming in die periode zo nodig te kunnen continueren;

 

Onverlet het bepaalde in de vigerende Mandatenregeling;

 

B e s l u i t e n voor de periode 17 juli 2020 tot en met 21 augustus 2020:

 

 

  • A.

     

  • 1.

    aan de individuele leden van het college van burgemeester en wethouders van Weert mandaat te verlenen tot het namens en onder verantwoordelijkheid van het college besluiten te nemen ter uitoefening van bestuurs- en beheersbevoegdheden, alsmede volmacht en machtiging tot het uitoefenen van de daaraan verbonden procedurele bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders;

  • 2.

    dat het onder 1. toegekende mandaat, onverminderd artikel 10:3 Awb, geen betrekking heeft op:

    • a.

      besluiten die leiden tot de vaststelling of wijziging van het algemeen of specifiek gemeentelijk beleid;

    • b.

      besluiten tot het vaststellen van beleidsregels als bedoeld in artikel 1:3, vierde lid   Awb;

    • c.

      besluiten ten aanzien waarvan is bepaald dat zij met versterkte meerderheid   moeten worden genomen of waarvan de aard van de voorgeschreven   besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen de mandaatverlening verzet;

    • d.

      besluiten op een bezwaarschrift, tenzij:

      • °

        het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is of

      • °

        het risico bestaat dat de beslissing op bezwaar niet binnen de geldende wettelijke termijn kan worden genomen;

    • e.

      besluiten op een beroepschrift;

    • f.

      besluiten tot het vernietigen van of tot het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan;

    • g.

      besluiten tot het aangaan van convenanten of overeenkomsten;

    • h.

      besluiten tot het vaststellen van subsidieplafonds;

    • i.

      besluiten tot het geheel of gedeeltelijk weigeren van een subsidie;

    • j.

      besluiten naar aanleiding van een klacht in de zin van hoofdstuk 9 Awb.

  • 3.

    dat de individuele leden van het college van burgemeester en wethouders van Weert in spoedeisende gevallen gemachtigd zijn om het college in rechte te vertegenwoordigen.

  • 4.

    dat ingeval van uitoefening van bevoegdheden namens burgemeester en wethouders, uitgaande stukken als volgt worden ondertekend:

     

    Namens burgemeester en wethouders,

     

    gevolgd door handtekening, naam en functie van de gemandateerde.

  • B.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden gebeurt met inachtneming van het ter zake geldende recht, beleids- en uitvoeringsregels en slechts voor zover de benodigde financiële middelen in een vastgestelde begroting, budget of krediet zijn toegekend.

  • C.

    De gemandateerde maakt van de aan hem verleende bevoegdheden geen gebruik indien, in welke vorm ook, een persoonlijk belang de besluitvorming kan beïnvloeden dan wel indien de schijn van belangenverstrengeling kan ontstaan waardoor de integriteit van betrokkene in het gedrang kan komen.

  • D.

    Indien meer dan één collegelid aanwezig is, worden de bevoegdheden uitgeoefend in dezelfde volgorde als het loco-burgemeesterschap, behalve indien het bepaalde onder C. van toepassing is. In die situatie worden de bevoegdheden uitgeoefend door de eerstvolgende in rangorde.

  • E.

    Het college wordt in haar eerste vergadering na de zomervakantie, middels een op schrift gestelde mandatenlijst, op de hoogte gebracht van de besluiten die krachtens het onderhavige mandaat zijn genomen.

    De mandatenlijst wordt tezamen met de besluitenlijst(en) van de vergadering openbaar gemaakt.

Weert,

Burgemeester en wethouders van Weert

de secretaris,

M. Meertens

de waarnemend burgemeester,

C.C. Leppink-Schuitema