Organisatie | Castricum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Delegatiebesluit werkgeverschap raad 2020 |
Citeertitel | Delegatiebesluit werkgeverschap raad 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet normalisering rechtspositie ambtenaren
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2020 | Nieuwe regeling | 25-06-2020 |
Te besluiten dat voor het griffiepersoneel ten aanzien van de lokale regelingen voor arbeidsvoorwaarden die niet zijn geregeld in de landelijk geldende CAO Gemeenten, de bepalingen worden gevolgd zoals die voor de Werkorganisatie BUCH zijn vastgelegd in het opgestelde personeelshandboek. Indien toepassing daarvan een ongewenste of onredelijke situatie zou opleveren, kan de werkgeverscommissie hiervan besluiten af te wijken.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Castricum in zijn openbare vergadering van donderdag 25 juni 2020.
De griffier,
Mr V.H. Hornstra
de voorzitter,
drs A. Mans
In dit besluit wordt ervan uitgegaan dat aan de werkgeverscommissie een aantal werkgeversbevoegdheden worden gedelegeerd1. Dat betekent dat de gemeenteraad voor deze taken zijn bevoegdheid uit handen geeft en in principe volledig neerlegt bij de werkgeverscommissie. In artikel 10:13 van de Algemene Wet bestuursrecht wordt dit omschreven als “het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder zijn eigen verantwoordelijkheid uitoefent”. Delegatie aan het college is niet mogelijk, omdat de aard van de bevoegdheden zich daartegen verzet. Artikel 85 van de Gemeentewet voorziet erin dat de werkgeverscommissie verantwoording aan de raad aflegt over het door haar gevoerde beleid. Dat kan in de vorm van een jaarverslag dat aan de gemeenteraad wordt toegezonden, door middel van vragen aan het presidium of de gemeenteraad en door middel van het inzien van de agenda, de stukken en de besluitenlijst van vergaderingen (zie de verordening op de werkgeverscommissie).
In de situatie tot 1 januari 2020 waarin de Ambtenarenwet nog van toepassing was, werd aan de werkgeverscommissie gedelegeerd het vaststellen en wijzigen van de arbeidsvoorwaardenregeling (o.a. CAR-UWO). Het personeelshandboek dat in het kader van de WNRA moet worden vastgesteld is hiermee qua zwaarte van de bepalingen vergelijkbaar. De aard van de regeling is niet dermate zwaar dat geen delegatie mogelijk is (een soort nadere/ aanvullende regels t.o.v. de landelijke cao voor gemeenteambtenaren).
Het orgaan dat mag besluiten tot het aangaan van de (privaatrechtelijke) overeenkomsten (is de raad op grond van artikel 107 en 107 e Gemeentewet) heeft ook de bevoegdheid het personeelshandboek vast te stellen als een soort Algemene Voorwaarden waaronder het bereid is te contracteren.
Omdat het om de uitoefening van een privaatrechtelijke bevoegdheid gaat, is er niet langer sprake van mandaat (uitoefenen van bestuursrechtelijke bevoegdheden) maar van volmacht. Door de verleningen van de volmacht niet te beperken tot de griffier is er ook een mogelijkheid een andere functionaris volmacht te verlenen voor bijvoorbeeld het goedkeuren van declaraties. Het gaat hier om de materiele uitoefening van de privaatrechtelijke bevoegdheid binnen de gemeente als privaatrechtelijke entiteit. De vertegenwoordiging van de gemeente als privaatrechtelijke entiteit naar buiten toe geschiedt op grond van artikel 171 Gemeentewet door de burgemeester. In dat kader kan de burgemeester, nadat het materiele privaatrechtelijke besluit is genomen, bijvoorbeeld de griffier opdracht geven/ volmacht verlenen tot het tekenen van de arbeidsrechtelijke overeenkomsten voor het griffiepersoneel.
Nb: wat hier NIET gedelegeerd wordt is de bevoegdheid van de raad de griffier aan te wijzen, de bevoegdheid van de raad tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van de arbeidsovereenkomst met de griffier en de bevoegdheid van de raad de instructie voor de griffier vast te stellen. Verder wordt hier NIET de bevoegdheid gedelegeerd de vervanging van de griffier te regelen (of: plaatsvervangend griffier aan te wijzen)