Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Son en Breugel

Verordening individuele studietoeslag gemeente Son en Breugel 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSon en Breugel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening individuele studietoeslag gemeente Son en Breugel 2020
CiteertitelVerordening individuele studietoeslag Son en Breugel 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpVerordening individuele studietoeslag Son en Breugel 2020

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 8 van de Participatiewet
  2. artikel 36b van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2020Nieuwe regeling

11-06-2020

gmb-2020-171264

20.2232

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening individuele studietoeslag gemeente Son en Breugel 2020

 

De raad van de gemeente Son en Breugel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 mei 2020, bijlage nr.: 13 – 2020;

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel c en derde lid en artikel 36b van

de Participatiewet

B E S L U I T :

  • 1.

    Vast te stellen de volgende Verordening individuele studietoeslag Son en Breugel 2020

 

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet verder worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (AWB).

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Participatiewet;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders ;

  • c.

    peildatum: datum waarop een persoon een verzoek indient voor de individuele inkomenstoeslag;

  • d.

    WSF: Wet Studiefinanciering 2000;

  • e.

    WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

  • f.

    UWV: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen.

Artikel 2 Indienen verzoek

Onder verzoek als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, van de wet wordt verstaan, een door belanghebbende ingediende aanvraag met een door het college vastgesteld formulier.

Artikel 3 Recht op individuele studietoeslag

  • 1.

    Een belanghebbende kan op verzoek in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag als:

  • a.

    hij op de datum van het verzoek 18 jaar of ouder is;

  • b.

    hij op de datum van het verzoek recht heeft op studiefinanciering op grond van de WSF of recht heeft op een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de WTOS;

  • c.

    hij op de datum van het verzoek geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet;

  • d.

    is vastgesteld dat hij naast zijn studie, door een medische beperking, niet structureel kan bijverdienen.

  • 2.

    Om te bepalen of er sprake is van dat wat bedoeld wordt in het eerste lid onder d:

  • a.

    kan er een beoordeling plaatsvinden op basis van beschikbare gegevens van het UWV, eventuele eerdere arbeids-medisch adviezen en/of informatie uit het netwerk, zoals bijvoorbeeld onderwijsinstellingen;

  • b.

    indien op basis van lid 2 sub a geen beoordeling mogelijk is, kan het college arbeidsdeskundig advies inwinnen bij het UWV.

Artikel 4 De hoogte en de duur van de individuele studietoeslag

  • 1.

    De hoogte van de toeslag bedraagt 20% per maand van het wettelijk bruto minimumloon dat voor belanghebbende op de peildatum geldt. Afgerond op hele bedragen.

  • 2.

    De toeslag, als bedoeld in lid 1, wordt verstrekt zolang de belanghebbende aanspraak heeft op studiefinanciering op grond van de WSF of aanspraak heeft op een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 WTOS. Dit bedraagt maximaal 4 jaar.

  • 3.

    De hoogte wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld op basis van de nieuwe minimumlonen.

  • 4.

    De studietoeslag wordt maandelijks achteraf uitbetaald.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen in het voordeel van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening onredelijk en onbillijk is.

Artikel 6 intrekken oude verordening en overgangsbepaling

  • 1.

    De verordening inkomenstoeslag en studietoeslag 2015 wordt ingetrokken per 1 januari 2020.

  • 2.

    Verzoeken voor een individuele studietoeslag die zijn ingediend voor inwerkingtreding van deze verordening en waarop op deze datum nog niet is beslist, worden afgehandeld krachtens de oude verordening.

Artikel 7 inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 2020.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening individuele studietoeslag Son en Breugel 2020.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 11 juni 2020

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier, Frans den Hengst

de voorzitter, Hans Gaillard

Toelichting

Algemeen

De individuele studietoeslag moet worden aangemerkt als een vorm van bijzondere bijstand (artikel 5, onderdeel d, van de wet). De individuele studietoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het is een inkomensondersteunende maatregel voor mensen van wie is vastgesteld dat zij door een medische beperking naast de studie structureel niet kunnen bijverdienen.

Het recht op studiefinanciering of WTOS bestaat, afhankelijk van iemands gekozen opleiding, leeftijd en inkomen. Of van dit recht gebruik gemaakt wordt is niet in de wet geregeld en is geen vereiste voor het ontvangen van een individuele studietoeslag op grond van de wet. Voor het recht op een individuele studietoeslag is het dan ook voldoende dat een persoon recht heeft op studiefinanciering of een tegemoetkoming. De persoon zal - als aanvrager van de toeslag - aannemelijk moeten maken dat hij recht heeft op studiefinanciering of een tegemoetkoming, bijvoorbeeld door een beschikking van DUO of door een bewijs van inschrijving bij een bepaalde opleiding te overleggen.

Op grond van artikel 8, eerste lid onderdeel c van de wet is de gemeente verplicht in een verordening regels vast te stellen over het verlenen van een individuele studietoeslag. De regels moeten in ieder geval betrekking hebben op de hoogte en de frequentie van de betaling van de individuele studietoeslag (artikel 8, derde lid van de wet).

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die meer toelichting nodig hebben worden hier behandeld.

Artikel 4 De hoogte en de duur van de individuele studietoeslag

In dit artikel is de hoogte van de toeslag opgenomen. Aan een persoon die voldoet aan de voorwaarden voor een individuele studietoeslag wordt deze toegekend. De toeslag bedraagt 20% per maand van het wettelijk bruto minimumloon dat voor belanghebbende op de peildatum geldt.

Omdat in de regel de duur van een studie/studiefinanciering vier jaar is, is dit als maximum-duur opgenomen. Als de studie wordt onderbroken, wordt ook de toeslag opgeschort.