Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Molenlanden

Reglement van Orde voor de vergaderingen en overige werkzaamheden van de gemeenteraad Molenlanden 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMolenlanden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van Orde voor de vergaderingen en overige werkzaamheden van de gemeenteraad Molenlanden 2020
CiteertitelReglement van Orde Gemeenteraad Molenlanden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 16 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-2020vervangt ouder regeling Molenlanden

30-06-2020

gmb-2020-170977

1062142

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van Orde voor de vergaderingen en overige werkzaamheden van de gemeenteraad Molenlanden 2020

 

De raad van de gemeente Molenlanden, gelezen hebbend bovenstaand voorstel,

besluit:

  • 1.

    vast te stellen het Reglement van Orde voor de vergaderingen en overige werkzaamheden van de gemeenteraad Molenlanden 2020,

  • 2.

    het Reglement van Orde voor de vergaderingen en overige werkzaamheden van de gemeenteraad Molenlanden 2019 met ingang van 1 september 2020 in te trekken.

  •  

    Inhoudsopgave

    Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen 2

    Artikelen 1-8

    Hoofdstuk 2: Beeldvormende avonden

    Artikel 94

    Hoofdstuk 3: Commissievergaderingen 4

    Paragraaf 1: Algemene bepalingen

    Artikelen 10-14

    Paragraaf 2: Voorbereiding 5

    Artikel 15-16

    Paragraaf 3: Ter vergadering

    Artikelen 17-25

    Paragraaf 4: Besloten vergaderingen 6

    Artikel 26-28

    Paragraaf 5: Toehoorders en pers  7

    Artikel 29

    Hoofdstuk 4: Besluitvormende vergaderingen

    Paragraaf 6: voorbereiding

    Artikelen 30-32

    Paragraaf 7: Ter vergadering 8

    Artikelen 33-37

    Paragraaf 8: Stemmingen 9

    Artikelen 38-42

    Paragraaf 9: Verslaglegging en ingekomen stukken

    Artikelen 43-44

    Paragraaf 10: besloten vergaderingen

    Artikel 45-47

    Paragraaf 11: Toehoorders en Pers 10

    Artikelen 48-49

    Hoofdstuk 5: Bevoegdheden, instrumenten raadsleden 11

    Artikelen 50-57

    Hoofdstuk 6: Slotbepalingen

    Artikelen 58-59

     

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Het presidium

  • 1.

    Er is een presidium dat bestaat uit de raadsvoorzitter als voorzitter en de fractievoorzitters.

  • 2.

    Fractievoorzitters wijzen elk een raadslid aan dat hen bij afwezigheid in het presidium vervangt.

  • 3.

    Het presidium kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen.

  • 4.

    Het presidium doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad en raadscommissies, voor zover het niet betreft de taken van de agendacommissie.

  • 5.

    In het presidium worden onderwerpen besproken waarvan de voorzitter of een ander lid onderlinge bespreking nodig vindt.

  • 6.

    Elk lid van het presidium, met inbegrip van de voorzitter van het presidium, heeft één stem. Bij het staken der stemmen beslist de voorzitter van het presidium.

  • 7.

    Het presidium vergadert achter gesloten deuren.

  • 8.

    De griffier is secretaris van het presidium.

Artikel 2. De agendacommissie

  • 1.

    Er is een agendacommissie die bestaat uit de raadsvoorzitter als voorzitter en de fractievoorzitters.

  • 2.

    De leden wijzen elk een raadslid uit eigen fractie aan dat hen bij afwezigheid in de agendacommissie vervangt.

  • 3.

    De agendacommissie kan anderen uitnodigen aan vergaderingen van de agendacommissie deel te nemen.

  • 4.

    Elk lid van de agendacommissie, met inbegrip van de voorzitter van de agendacommissie, heeft één stem.

    • Bij het staken der stemmen beslist de voorzitter van de agendacommissie.

  • 5.

    De agendacommissie heeft in ieder geval de volgende taken:

  • het voorbereiden en vaststellen van voorlopige agenda’s voor besluitvormende raadsvergaderingen en commissievergaderingen.

  • het voorbereiden en vaststellen van de opzet voor de beeldvormende avonden voor zover het onderwerpen betreft aangedragen via de raad.

  • het vaststellen van vergaderingen als bedoeld in artikel 17 lid 2 van de gemeentewet

  • 6.

    Om een voorstel als hamerstuk aan te merken is unanimiteit vereist.

  • 7.

    De agendacommissie is bevoegd om een voorstel met betrekking tot hantering van spreektijden te doen.

  • 8.

    De agendacommissie vergadert achter gesloten deuren.

  • 9.

    De griffier is secretaris van de agendacommissie.

Artikel 3. De griffier

  • 1.

    De griffier is in ieder geval aanwezig in raadsvergaderingen en vergaderingen van het presidium en de agendacommissie en kan aanwezig zijn in de commissievergaderingen.

  • 2.

    Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een door de raad aangewezen plaatsvervanger.

  • 3.

    De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in raadsvergaderingen deelnemen.

Artikel 4. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

  • 1.

    Voor benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2.

    Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

  • 3.

    Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

  • 4.

    Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5.

    In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter in afwijking van het voorgaande een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 6.

    De griffier treedt op als secretaris van de commissie.

Artikel 5. Benoeming wethouders

  • 1.

    Voor de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2.

    De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, Gemeentewet en vraagt van de kandidaat-wethouder een verklaring omtrent het gedrag vragen als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.

  • 3.

    De burgemeester geeft voor de aanvang van iedere ambtstermijn opdracht om de kandidaat-wethouders aan een risicoanalyse integriteit te onderwerpen. De burgemeester brengt over het eindresultaat daarvan verslag uit aan de commissie. De risicoanalyse en de eindconclusie zijn niet openbaar.

  • 4.

    De commissie brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

Artikel 6. Benoeming burgerleden

  • 1.

    De raad kan burgerleden benoemen.

  • 2.

    Voor benoeming van burgerleden worden geloofsbrieven onderzocht naar analogie van artikel 5 van dit reglement.

  • 3.

    De burgerleden zijn woonachting in de gemeente Molenlanden en vervullen geen functies die met het lidmaatschap onverenigbaar zijn. De regels zoals vermeld in hoofdstuk II van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op burgerleden.

  • 4.

    Op voorstel van een fractie worden maximaal drie burgerleden per fractie benoemd en beëdigd in de besluitvormende vergadering.

  • 5.

    Burgerleden zijn gebonden aan de geheimhouding met betrekking tot stukken die vallen onder de geheimhoudingsplicht, zoals geregeld in de Gemeentewet.

  • 6.

    Burgerleden worden voor de duur van de raadsperiode benoemd.

Artikel 7. Fracties

  • 1.

    Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de eerste vergadering als één fractie beschouwd.

  • 2.

    Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

  • 3.

    De naam van de fractievoorzitter wordt zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter van de raad.

  • 4.

    Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of als één of meer raadsleden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

  • 5.

    Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3 van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

Artikel 8. Open podium

  • 1.

    Voorafgaand aan de besluitvormende raadsvergadering vindt een open podium plaats van maximaal een half uur.

  • 2.

    Degene die gebruik wil maken van het open podium, kan zich opgeven bij de griffie tot 12.00 uur op de dag voorafgaand aan de besluitvormende vergadering, onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarvoor hij gebruik wil maken van het open podium.

  • 3.

    Degene die gebruik maakt van het open podium heeft in beginsel vijf minuten spreektijd. Bij meer dan 5 aanmeldingen verdeelt de voorzitter de tijd evenredig over de sprekers.

  • 4.

    Op uitnodiging van de voorzitter van het open podium kan het college reageren op wat naar voren is gebracht door de deelnemers.

  • 5.

    Per groepering/organisatie/adres mag 1 persoon deelnemen aan het open podium.

  • 6.

    Digitale ondersteuning is toegestaan, mits van te voren kortgesloten met de griffie.

  • 7.

    Tijdens het open podium kan niet gesproken worden:

    • a.

      a. over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft open gestaan;

    • b.

      b. over benoemingen, keuzes, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      c. als een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

    • d.

      d. over een onderwerp waarover door dezelfde persoon/groepering/organisatie al eerder is gesproken tijdens een open podium of het inspreekrecht bij een commissievergadering. Een en ander ter beoordeling van de griffier.

Hoofdstuk 2 Beeldvormende avonden

Artikel 9. Beeldvormende avonden

  • 1.

    In beginsel vindt elke maand een beeldvormende avond plaats. Indien nodig vindt in dezelfde maand een tweede beeldvormende avond plaats.

  • 2.

    Onderwerpen voor de beeldvormende avonden kunnen in ieder geval worden aangedragen door de raad, een raads- of burgerlid, het college of de burgemeester.

  • 3.

    De coördinatie van de beeldvormende avonden berust bij de griffie.

  • 4.

    Beeldvormende avonden zijn vormvrij en kernmerken zich door maatwerk. Tijdens een beeldvormende avonden vinden maximaal twee parallelle sessies plaats met ieder maximaal twee onderwerpen.

  • 5.

    Tijdens beeldvormende avonden worden geen besluiten genomen.

Hoofdstuk 3: Commissievergaderingen

Paragraaf 1: Algemene bepalingen

Artikel 10. Instelling raadscommissies (ex. artikel 82 Gemeentewet)

Er is een:

  • a.

    raadscommissie I, waar de werkzaamheden betreffen:

  • onderwerpen van de programma’s 1 (wonen en leven), 3 (verkeer) en 5 (werken en recreëren) van de programmabegroting

  • b.

    raadscommissie II, waar de werkzaamheden betreffen:

  • de onderwerpen van programma’s 2 (samenleven), 4 (omgaan met ons gebied) en 6 (dichtbij Molenlanden) van de programmabegroting.

Artikel 11. Taken

Een raadscommissie

  • a.

    brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen waarop zijn werkzaamheden betrekking hebben;

  • b.

    kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a;

  • c.

    voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen bedoeld onder a

  • d.

    voert het debat over het onderwerp ter voorbereiding op de besluitvorming.

Artikel 12. Samenstelling

  • 1.

    De raadscommissies kennen geen vaste samenstelling.

  • 2.

    Een raadscommissie bestaat uit maximaal 2 commissieleden per fractie.

  • 3.

    De commissieleden kunnen raads- of burgerlid zijn.

Artikel 13. Commissievoorzitter

  • 1.

    De commissievoorzitters worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2.

    De commissievoorzitter is geen lid van de commissie.

  • 3.

    De commissievoorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van het reglement van orde;

    • d.

      het tekenen van de stukken, die van de commissie uitgaan.

  • 4.

    De raad kan de commissievoorzitter ontslaan.

  • 5.

    De commissievoorzitters kunnen ten allen tijde ontslag nemen. Zij doen hiervan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat in op het moment dat in opvolging is voorzien.

Artikel 14. Commissiegriffier

  • 1.

    De griffier wijst ter ondersteuning van de raadscommissies een op de griffie werkzame raadsadviseur aan als commissiegriffier.

  • 2.

    De commissiegriffier is aanwezig in vergaderingen of wordt vervangen door de griffier of een daartoe door de griffier aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar.

  • 3.

    Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Paragraaf 2 Voorbereiding

Artikel 15. Voorbereiding

De artikelen 30 tot en met 32 van dit reglement zijn van overeenkomstige toepassing op de

voorbereidingen van de raadscommissies.

Artikel 16. Vragen geagendeerde voorstellen

  • 1.

    Commissieleden dienen vragen aan het college of de burgemeester in bij de (commissie)griffier.

  • 2.

    De (commissie)griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raads- en burgerleden en het college of de burgemeester.

  • 3.

    De procedure voor het indienen en beantwoorden van vragen is opgenomen in de werkafspraken voortvloeiende uit dit reglement.

Paragraaf 3. Ter vergadering

Artikel 17. Presentielijst

  • 1.

    De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 18. Opening vergadering en quorum

  • 1.

    Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden vertegenwoordigd is.

  • 2.

    Als op grond van het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3.

    Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd, alleen beraadslagen als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden vertegenwoordigd is.

Artikel 19. Verslag

  • 1.

    Een commissiegriffier draagt zorg voor audio-/video verslagen en advieslijsten van vergaderingen.

  • 2.

    Een advieslijst bevat in ieder geval:

    • a.

      de namen van de commissievoorzitter, de commissiegriffier, de commissieleden en overige deelnemers aan de vergadering.

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      bij bespreekstukken de punten ter bespreking in de besluitvormende vergadering

    • d.

      toezeggingen van het college, zoals door de commissievoorzitter samengevat.

  • 3.

    Advieslijsten worden geplaatst op de lijst van ingekomen stukken voor de besluitvormende vergadering.

Artikel 20. Advies; geen stemmingen

  • 1.

    Wanneer de commissievoorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de commissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    In een commissievergadering vinden geen stemmingen plaats, uitgezonderd;

    • a.

      Over de vraag of een voorstel rijp is voor besluitvorming in de raad;

    • b.

      Over het aanmerken van een voorstel als hamerstuk;

    • c.

      Over geheimhouding;

    • d.

      Over voorstellen van orde.

Artikel 21. Aantal spreektermijnen

  • 1.

    Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij ter vergadering anders wordt beslist.

  • 2.

    Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.

  • 3.

    Op uitnodiging kan het college aan het einde van de eerste termijn het woord voeren. Desgevraagd kan het college voorafgaand aan de bespreking van een voorstel een korte toelichting geven.

  • 4.

    Bij de behandeling van een voorstel van de rekenkamer kan aan het einde van de eerste termijn een lid van de rekenkamer uitgenodigd worden om het woord te voeren.

Artikel 22. Deelname aan de beraadslaging door anderen

De commissieleden kunnen op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 23. Spreekrecht burgers

  • 1.

    Burgers kunnen tijdens de commissievergadering het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk 12.00 uur op de dag van de vergadering aan de griffie onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover het woord gevoerd wenst te worden.

  • 3.

    Elke inspreker krijgt maximaal vijf minuten spreektijd. Het spreekrecht bedraagt in totaal 15 minuten. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan drie insprekers zijn. In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de maximale lengte van een spreektijd.

  • 4.

    De spreker voert het woord, nadat de commissie voorzitter hem dit heeft verleend. De deelnemers aan de vergadering wordt toegestaan -via de commissievoorzitter- aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen en kort met de insprekers van gedachten te wisselen.

  • 5.

    Per organisatie/adres/groepering mag slechts 1 persoon inspreken, een en ander ter beoordeling aan de commissiegriffier.

  • 6.

    (Praktische) zaken waarin dit artikel niet voorziet, zijn ter beoordeling aan de commissiegriffier.

  • 7.

    Het woord kan niet gevoerd worden:

    • over een onderwerp waarover reeds eerder door dezelfde persoon/organisatie/adres is ingesproken tijdens een commissievergadering of het open podium, een en ander ter beoordeling aan de griffier.

    • over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of open heeft gestaan

    • over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen

    • indien een klacht ex. artikel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

Artikel 24. Handhaving orde en schorsing

Artikel 37 van dit reglement is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 25. Voorstellen van orde

Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. Hierover wordt terstond beslist.

Paragraaf 4. Besloten vergaderingen

Artikel 26. Toepassing regelement op besloten meningsvormende vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 27. Verslag besloten vergadering

Audio-/video verslagen van besloten vergaderingen kunnen bij de commissiegriffier worden

ingezien/teruggeluisterd door de commissieleden die bij de commissievergadering aanwezig waren.

Artikel 28. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de commissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten commissievergadering overleg gevoerd.

Paragraaf 5. Toehoorders en pers

Artikel 29. Toehoorders en pers

De artikelen 48 en 49 van dit reglement zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4: besluitvormende vergaderingen

Paragraaf 6. Voorbereiding

Artikel 30. Oproep en voorlopige agenda

  • 1.

    De voorzitter publiceert -door tussenkomst van de griffie- ten minste 7 dagen voor een raadsvergadering de raadsleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het publiceren van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering wordt deze met de daarbij behorende stukken gepubliceerd.

  • 3.

    Op de stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, is artikel 9, derde lid van toepassing.

  • 4.

    De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld.

Artikel 31. Stukken

  • 1.

    Stukken die ter toelichting (van de onderwerpen of voorstellen op de agenda) dienen, worden gelijktijdig met het publiceren van de schriftelijke oproep digitaal beschikbaar gesteld. Als na het publiceren van de schriftelijke oproep stukken digitaal ter beschikking worden gesteld, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2.

    Stukken die digitaal beschikbaar zijn worden in het raadsinformatiesysteem geplaatst en zijn via de website van de gemeente te raadplegen.

  • 3.

    Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, worden deze stukken in een besloten omgeving digitaal ter beschikking gesteld, tenzij er gegronde redenen zijn dat in afwijking hiervan de stukken onder berusting van de griffier blijven. Op verzoek van een raadslid wordt door de griffier inzage verleend.

Artikel 32. Openbare kennisgeving

  • 1.

    Raadsvergaderingen worden bekendgemaakt door aankondiging in een lokaal weekblad en door plaatsing op de website van de gemeente.

  • 2.

    De openbare bekendmaking vermeldt de datum, aanvangstijd en plaats en de voorlopige agenda van de vergadering.

Paragraaf 7. Ter vergadering

Artikel 33. Presentielijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst, die aan het einde van elke raadsvergadering door de voorzitter en de griffier door ondertekening wordt vastgesteld.

Artikel 34. Aantal spreektermijnen

  • 1.

    Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen gebeurt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten, tenzij de raad anders besluit.

  • 3.

    3. Op uitnodiging kan het college aan het einde van de eerste termijn het woord voeren. Het college kan voorafgaand aan de bespreking van een voorstel, met instemming van de raad, een korte toelichting geven.

  • 4.

    4. Bij de behandeling van een voorstel van de rekenkamer kan aan het einde van de eerste termijn een lid van de rekenkamer uitgenodigd worden om het woord te voeren. Aansluitend kan het college op uitnodiging het woord voeren.

Artikel 35. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 36. Voorstellen van orde

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over. Het voorstel is aangenomen indien de meerderheid van de raad hiermee instemt.

Artikel 37. Handhaving orde; schorsing

Verwezen wordt naar artikel 26 van de Gemeentewet.

Paragraaf 8. Stemmingen

Artikel 38. Beslissing

  • 1.

    De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.

Artikel 39. Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag kort toelichten.

Artikel 40. Stemming; procedure hoofdelijke stemming

  • 1.

    De voorzitter vraagt de aanwezige raadsleden of zij (hoofdelijke) stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2.

    Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in de besluitenlijst vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 3.

    Bij staking van de stemming is artikel 32 Gemeentewet van toepassing.

  • 4.

    Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de oproeping op alfabetische volgorde.

  • 5.

    Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 6.

    Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • 7.

    De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming van de aanwezige raadsleden mee.

Artikel 41. Volgorde stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Als een amendement op een voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2.

    Als een subamendement (amendement op een reeds ingediend amendement) is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • 3.

    Als meerdere amendementen of subamendementen op een voorstel zijn ingediend, is - onverminderd het eerste en tweede lid-, de volgorde:

    • a.

      stemming subamendementen, te beginnen met het meest verstrekkende

    • b.

      stemming amendementen, te beginnen met het meest verstrekkende

  • 4.

    Als aangaande een voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over de motie gestemd en vervolgens over het voorstel.

  • 5.

    Als aangaande een voorstel een amendement en motie is ingediend, wordt -in beginsel- eerst over het amendement, dan over de motie en tot slot over het voorstel gestemd.

Artikel 42. Stemming over personen

  • 1.

    Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau, tenzij er geen stemming wordt gevraagd.

  • 2.

    Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen.

  • 3.

    Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4.

    In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.

  • 5.

    Bij staking van de stemming is artikel 31 lid 2 van de Gemeentewet van toepassing.

  • 6.

    Het stembureau vergadert achter gesloten deuren.

  • 7.

    De griffier is secretaris van het stembureau.

Paragraaf 9. Verslaglegging; ingekomen stukken

Artikel 43. Verslag en besluitenlijst:

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor audio-/videoverslagen en besluitenlijsten van raadsvergaderingen.

  • 2.

    De besluitenlijst bevat in ieder geval:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de raadsleden, en overige deelnemers aan de vergadering,

    • b.

      een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;

    • c.

      de genomen besluiten en overige zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een overzicht van het verloop van elke stemming,

    • e.

      de toezeggingen van het college, zoals door de voorzitter samengevat.

  • 3.

    De besluitenlijst wordt -indien mogelijk- de eerst volgende vergadering vastgesteld.

Artikel 44. Ingekomen stukken

  • 1.

    Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst die aan de raadsleden via het raadsinformatiesysteem ter beschikking wordt gesteld.

  • 2.

    De raad stelt op voorstel van de griffier de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

Paragraaf 10. Besloten raadsvergaderingen

Artikel 45. Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 46. Verslag en besluitenlijst besloten vergadering

  • 1.

    Audio-/videoverslagen en besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen zijn voor de raadsleden die ter vergadering aanwezig waren in te zien en terug te luisteren bij de griffier.

  • 2.

    De besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van het audio-/videoverslag en de besluitenlijst (artikel 23 lid 4 Gemeentewet).

Artikel 47. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Paragraaf 11. Toehoorders en pers

Artikel 48. Toehoorders en pers

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2.

    Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde van de vergadering verstoren, voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

  • 5.

    Voor toehoorders die niet in beeld willen komen, is een apart gedeelte op de tribune ingericht.

Artikel 49. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 5. Bevoegdheden, instrumenten raadsleden

Artikel 50. Amendementen en subamendementen

  • 1.

    Raadsleden dienen schriftelijk amendementen en subamendementen voor het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben in bij de voorzitter. Mondelinge amendementen zijn alleen bij uitzondering door de voorzitter toe te staan.

  • 2.

    Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk tot aanvang van de stemming.

Artikel 51. Moties

  • 1.

    Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter.

  • 2.

    De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

  • 3.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt -in beginsel- plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld. Moties vreemd aan de orde dienen bij vaststelling van de agenda aangekondigd te worden.

  • 4.

    Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk tot de aanvang van de stemming.

Artikel 52. Initiatiefvoorstel

  • 1.

    Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk in bij de voorzitter, door tussenkomst van de griffier. Deze brengt een ingediend voorstel zo spoedig mogelijk ter kennis van het college.

  • 2.

    Het college bericht de initiatiefnemers binnen twee weken na ontvangst van het initiatiefvoorstel wanneer het college schriftelijk zijn wensen en bedenkingen met betrekking tot het voorstel ter kennis van de raad brengt. De termijn voor het schriftelijk indienen van wensen en bedenkingen is in beginsel 8 weken.

  • 3.

    Een voorstel wordt nadat het college schriftelijke wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hier niet toe te zullen overgaan dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst.

Artikel 53. Voorstel van het college aan de raad

  • 1.

    Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • 2.

    Als de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid terug aan het college dient te worden gezonden, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 54. Interpellatie (artikel 155 lid 2 Gemeentewet)

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter, door tussenkomst van de griffier. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.

  • 2.

    De voorzitter brengt -door tussenkomst van de griffier- de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college.

  • 3.

    Als het verzoek ten minste 48 voor aanvang van een raadsvergadering is ingediend of in -naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen-, wordt over het verzoek tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering.

Artikel 55. Vragen

  • 1.

    Raads- en burgerleden dienen vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier. De vragen hoeven geen betrekking te hebben op een geagendeerd onderwerp.

  • 2.

    De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3.

    De procedure voor het indienen en beantwoorden van vragen is opgenomen in de werkafspraken voortvloeiende uit dit reglement.

Artikel 56. Inlichtingen

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet schriftelijk in bij de griffier

  • 2.

    De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3.

    De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de raad verschaft, in ieder geval binnen 10 werkdagen nadat het verzoek is ingediend.

Artikel 57. Vragenhalfuur

  • 1.

    Aan het begin van de vergadering is er een vragenhalfuur waarin vragen gesteld kunnen worden over actuele en urgente onderwerpen. In bijzondere gevallen kan de agendacommissie bepalen dat het vragenhalfuur op een ander tijdstip wordt gehouden. De voorzitter bepaalt op welk tijdstip het vragenhalfuur eindigt.

  • 2.

    Bij voorkeur worden onderwerpen voor het vragenhalfuur voor aanvang van de vergadering gemeld bij de griffier.

  • 3.

    De voorzitter bepaalt de volgorde waarin (aangemelde) onderwerpen tijdens het vragenhalfuur aan de orde worden gesteld.

  • 4.

    De voorzitter bepaalt per onderwerp de spreektijd voor de vragensteller, voor het college, voor de burgemeester en voor de overige raadsleden.

  • 5.

    Tijdens het vragenhalfuur kunnen geen moties worden ingediend en worden geen interrupties toegelaten.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 58. Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 59. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit reglement treedt inwerking op 1 september 2020.

  • 2.

    Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Molenlanden 2020.

  • 3.

    Het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Molenlanden 2019 wordt per 1 september 2020 ingetrokken.

 

 

Aldus besloten tijdens de openbare raadsvergadering van de gemeente Molenlanden,

gehouden op 26 juni 2020.

de griffier,

drs. M.A.J. Teunissen

de voorzitter,

drs. T.C. Segers MBA