Organisatie | Apeldoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING LUCRATO (inclusief 2e wijziging) |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Lucrato |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De eerste wijziging is op 21-12-17 gepubliceerd in de Staatscourant nr. 74291 en in werking getreden op 29-12-17.
De tweede wijziging is op 4-5-20 gepubliceerd in de Staatscourant nr. 25211, in werking getreden op 12-5-20 met terugwerkende kracht tot 1-1-20.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2017 | 1e wijziging: artt.1, 4, 5, 6, 7 2e lid, 10, 14 4e lid, 16, 17 3e lid, 18, 19, 24 1e en 2e lid, 25, 26 1e lid, 27 2e en 3e lid, 28 3e lid, 32 7e lid, 33 4e lid en 34. 2e wijziging: artt. 1,4 ,5, 17 en 18. | 31-01-2020 www.officiëlebekendmakingen.nl |
HOOFDSTUK II Belang, taken en bevoegdheden
De bedrijfsvoeringsorganisatie behartigt op basis van het door de deelnemers vastgestelde beleid en binnen de door de deelnemers vastgestelde financiële kaders de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers op het gebied van arbeidsparticipatie en re-integratie.
Het bestuur is bevoegd tot de oprichting vanen de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen , coöperaties, en onderlinge waarborgmaatschappijen indien dat in het bijzonder aangewezenmoet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Voordat het besluit wordt genomen wordende raden van de deelnemende gemeenten inde gelegenheid gesteld om hun wensen en bedenkingen over het ontwerpbesluit ter kennis van het bestuur te brengen.
Het besluit tot het op- of overdragen van taken en/of bevoegdheden wordt bekendgemaakt in het Gemeenteblad van de betreffende gemeente en door de deelnemer overeenkomstig artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen opgenomen in het register. Het besluit wordt onverwijld aan het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie gezonden.
Het lidmaatschap en het plaatsvervangend lidmaatschap van het bestuur is onverenigbaar met een dienstverband bij de bedrijfsvoeringsorganisatie of bij een onder toepassing van het desbetreffende artikel van de Gemeentewet door het daartoe bevoegde bestuursorgaan ingestelde rechtspersoon dan wel een rechtspersoon, waarin door de bedrijfsvoeringsorganisatie wordt deelgenomen.
Het lidmaatschap en het plaatsvervangend lidmaatschap van het bestuur eindigt op de dag waarop de zittingsperiode van de deelnemers afloopt. De aftredende leden blijven hun functie waarnemen tot het tijdstip waarop de nieuwe wethouders zijn benoemd en de deelnemers de nieuwe leden vervolgens hebben aangewezen.
Bij een tussentijdse ontslagname stelt het lid van het bestuur de voorzitter en de desbetreffende deelnemer op de hoogte. De tussentijdse ontslagname is onherroepelijk. De leden van het bestuur, die tussentijds ontslag hebben genomen, behouden hun lidmaatschap van het bestuur totdat onherroepelijk in hun opvolging is voorzien.
Het bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast waarin onder meer regels worden gegeven omtrent:
HOOFDSTUK VI Inlichtingen en verantwoording
Een lid van het bestuur verstrekt de raad die dit lid heeft aangewezen, met inachtneming van artikel 16 van de Wet gemeenschappelijke regelingen alle inlichtingen die door die raad of één of meerdere leden daarvan worden verlangd en wel op de in het reglement van orde van deze raad aangegeven wijze.
Het bestuur stelt een directiestatuut vast ten behoeve van het functioneren van de algemeen directeur. In dit statuut kan het bestuur bepalingen opnemen met betrekking tot de opstelling van een meerjarig bedrijfsplan, bevoegdheden mandateren dan wel volmacht verlenen, indien dit in het belang van de uitvoering van het bepaalde in de artikelen 4 en 5 noodzakelijk wordt geacht.
Binnen de bedrijfsvoeringsorganisatie zijn de volgende personen werkzaam: sw-medewerkers, de bsw-medewerkers en het personeel.
Het bestuur stelt de arbeidsrechtelijke rechtspositie en arbeidsvoorwaarden vast van het personeel en sluit zich daartoe aan bij de Werkgeversvereniging samenwerkende gemeentelijke organisaties (WSGO), waardoor op het personeel de cao SGO van toepassing is en de daarbij behorende cao uitvoeringsregelingen Lucrato.
HOOFDSTUK VIII Financiële bepalingen
De ontwerpbegroting en de algemene financiële en beleidsmatige kaders, alsmede de eventuele nota van wijzigingen, worden ter inzage gelegd op de wijze als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, alsook bij de vestigingen van de bedrijfsvoeringsorganisatie en tegen betaling algemeen verkrijgbaar gesteld.
Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op begrotingswijzigingen met uitzondering van het bepaalde in het tweede, derde, en zesde lid van dit artikel, voor zover het betreft wijzigingen van de begroting die voor de deelnemers budgettair neutraal zijn zowel wat betreft de algemene dienst als de financierings- en investeringsstaat.
De regels, bedoeld in het eerste lid, voorzien onder meer in de aanwijzing van een registeraccountant als bedoeld in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek belast met het onderzoek van de jaarrekening alsmede het terzake uitbrengen van een verslag, dat behalve de verklaring bij de rekening bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan de eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid.
De bepalingen van de Archiefwet en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsregelingen voor zover betrekking hebbend op de archiefbescheiden van organen, ingesteld bij een regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen, zijn van overeenkomstige toepassing op de bedrijfsvoeringsorganisatie.
HOOFDSTUK X Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Na ontvangst van de in het eerste lid vermelde brief wijst het bestuur in overleg met de uittredende deelnemer een onafhankelijke registeraccountant aan, aan wie de opdracht wordt verleend een liquidatieplan op te stellen als ware tot opheffing van de regeling wordt besloten. Het liquidatieplan voorziet in ieder geval in de regeling van de personele gevolgen en de liquidatie van de bedrijfsvoeringsorganisatie als die wordt voortgezet.
Het liquidatieplan wordt vastgesteld door het bestuur en de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen zijn bindend. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de uittredende deelnemer de kosten draagt die het rechtstreekse gevolg zijn van de uittreding en dat de overige deelnemers geen financieel nadeel van de uittreding ondervinden.