Organisatie | Molenlanden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Geurverordening Gemeente Molenlanden 2020 |
Citeertitel | Geurverordening 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu |
Externe bijlagen | kaart Graafstroom Kaart Liesveld Kaart Nieuw Lekkerland Kaart Giessenlanden |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-07-2020 | vervangt regeling Molenwaard en Giessenlanden | 30-06-2020 | 1056425 |
De raad van de gemeente Molenlanden, gelezen hebbend bovenstaand voorstel, besluit:
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 mei 2020;
gelet op de bepalingen in de gemeentewet en op artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij;
vast te stellen de volgende verordening houdende regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behorende dierverblijven, te weten:
In deze verordening wordt verstaan onder:
Odour units (ouE/m3;P98): Geurconcentratie als aantallen Europese odour units in een volume-eenheid lucht (ouE/m3), gemeten volgens de NEN-EN 13725:2003 “Luchtbepaling van de geurconcentratie door dynamische olfactometrie”. In deze verordening wordt voor de geurbelasting uitgegaan van het gebruikelijke 98-percentiel geurconcentratie. Dat betekent dat de – met een verspreidingsmodel – berekende geurconcentratie gedurende 98 procent van de tijdseenheid niet wordt overschreden.
Artikel 3 Waarden voor de geurbelasting
De normen voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in de gemeente Molenlanden blijven ongewijzigd ten opzichte van het bepaalde in artikel 3 lid 1 van de Wet.
Artikel 4 Waarden voor de afstand
In afwijking van artikel 3 lid 2 van de Wet bedraagt de minimale afstand van een veehouderij tot een geurgevoelig object dat onderdeel uitmaakt van een veehouderij of op of na 19 maart 2000 opgehouden heeft onderdeel uit te maken van een andere veehouderij in het gebied als genoemd in artikel 2 lid 1 van deze verordening: