Organisatie | Vlieland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Huisvestingsverordening gemeente Vlieland 2020 |
Citeertitel | Huisvestingsverordening Vlieland 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 1 van de Huisvestingswet 2014
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-06-2023 | artikel 6 | 06-09-2021 | |||
01-07-2020 | 15-06-2023 | Verordening | 29-06-2020 | Gemvlie |
In deze verordening wordt verstaan onder:
onzelfstandige woonruimte: woonruimte, niet zijnde woonruimte bestemd voor inwoning, welke geen eigen toegang heeft en welke niet door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte, waarbij als wezenlijke voorzieningen worden aangemerkt: keuken en toilet;
onttrekking: anders dan ten behoeve van de bewoning door de eigenaar geheel of gedeeltelijk aan de bestemming tot bewoning te onttrekken. Onder het onttrekken aan de bestemming tot bewoning wordt tevens verstaan het slopen en niet terugbouwen of het gebruiken voor een ander doel dan permanente bewoning.
permanente bewoning: het gebruiken van een woonruimte als hoofdverblijf. Als permanente bewoning wordt tevens gezien het in gebruik geven van een pand voor bewoning door personeel, volgens een (langdurige) huurovereenkomst voor minimaal 4 dagen per week. De duur van deze overeenkomst moet voor minimaal 1 jaar worden aan gegaan.
HOOFDSTUK 2. De huisvestingsvergunning
Artikel 2. Aanwijzing vergunningplichtige woonruimte
Artikel 3. Criteria voor verlening huisvestingsvergunning
Onverminderd het bepaalde in artikel 10, tweede lid, van de wet en artikel 13 van de Verordening komen voor een huisvestigingsvergunning in aanmerking:
meerderjarige woningzoekenden met een economische-maatschappelijke binding aan het eiland Vlieland die de woonruimte met zijn/haar huishouden wil bewonen.
Burgemeester en wethouders halen een inschrijving door indien:
a. aan de woningzoekende in de gemeente een bij het huishouden passende woonruimte is aangeboden en deze door de woningzoekende is aanvaard;
b. de woningzoekende daarom verzoekt;
c. de woningzoekende is overleden;
d. de woningzoekende gedurende drie jaar niet actief heeft gereageerd op een passende woonruimte,
e. de woningzoekende een aangeboden, bij het huishouden passende woonruimte zoals bedoelt in artikel 7, heeft geweigerd, terwijl hier naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders geen gegronde redenen zijn aangevoerd;
f. de woningzoekende fraudeert met zijn inschrijfgegevens om hierdoor een voorrangspositie te krijgen op andere woningzoekenden.
Bij het verlenen van een huisvestingsvergunning voor woonruimte die is aangemerkt als:
woonruimte met specifieke voorzieningen; (bijvoorbeeld rolstoeltoegankelijk, aanleunwoningen) wordt deze woonruimte bij voorrang toegewezen aan huishoudens met een desbetreffende indicatie;
Artikel 8. Voorrang bij economische-maatschappelijke binding
Onverminderd in artikel 3 van deze verordening worden de in artikel 2 aangewezen categorieën woonruimten toegewezen aan woningzoekenden die economisch-maatschappelijk gebonden zijn aan de gemeente Vlieland.
Voor de gevallen waarin het eerste lid niet voorziet, stellen verhuurders in overleg met het college van burgemeester en wethouders nadere rangorderegels op om tot een rechtvaardige verdeling van woonruimte te komen.
Artikel 10. Vruchteloze aanbieding
1. In overeenstemming met artikel 17 van de wet wordt in afwijking van het in artikel 9 bepaalde, de huisvestingsvergunning verleend als de woonruimte door de eigenaar overeenkomstig de in het tweede en derde lid weergegeven procedure gedurende 13 weken vruchteloos is aangeboden aan de woningzoekenden die ingevolge artikel 8 voor die woonruimte in aanmerking komen;
2. De eigenaar moet de woonruimte in de in het vorige lid genoemde termijn overeenkomstig artikel 6 hebben aangeboden;
3. De in het eerste lid genoemde termijn begint te lopen op de datum van de publicatie overeenkomstig artikel 6;
4. Als de eigenaar aan het college van burgemeester en wethouders aannemelijk kan maken dat hij de woonruimte op andere, gelijkwaardige wijze vruchteloos heeft aangeboden aan de in het eerste lid genoemde woningzoekende, wordt eveneens toepassing gegeven aan het in het eerste lid bepaalde.
HOOFDSTUK 3. Wijzigingen in de woonruimtevoorraad
§ 3.1 Vergunning voor onttrekking, samenvoeging, omzetting of woningvorming (splitsing)
Artikel 11. Aanwijzing vergunningplichtige woonruimte
Woonruimten mogen niet zonder vergunning als bedoeld in artikel 21 van de wet:
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd met betrekking tot de in dit artikel bedoelde gegevens nadere regels te stellen of aanvullende gegevens en bescheiden op te vragen over de inhoud, uitvoering en vorm van indiening.
5. Het college van burgemeester en wethouders kan een vergunning verlenen, indien naar zijn oordeel het met de onttrekking, samenvoeging, omzetting of woningvorming gediende belang groter is dan het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad.
Artikel 13: Voorwaarden en voorschriften
Aan een vergunning als bedoeld in artikel 21 van de wet worden de volgende voorwaarden en voorschriften verbonden.
de termijn van de uitgegeven vergunning is verstreken.
§ 3.2 Vergunning voor splitsing
Artikel 15. Aanwijzing vergunningplichtige gebouwen
Woonruimten mogen niet zonder vergunning als bedoeld in artikel 22 van de wet gesplitst worden in appartementsrechten als bedoeld in artikel 106, eerste en vierde lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek als een of meer appartementsrechten de bevoegdheid omvatten tot het gebruik van een of meer gedeelten van het gebouw als woonruimte:
de motivering van de aanvraag.
Artikel 17. Voorwaarden en voorschriften
Aan een vergunning als bedoeld in artikel 22 van de wet kunnen de volgende voorwaarden en voorschriften verbonden worden ten aanzien van een beperkte geldingsduur van de vergunning, indien de vergunning voorziet in een tijdelijke behoefte;
Bestaande inschrijvingen worden beschouwd als inschrijvingen gedaan onder deze verordening met behoud van de opgebouwde inschrijfduur.
1. Het college van burgemeester en wethouders kan in gevallen, waarin het toepassen van deze verordening tot een naar hun oordeel tot bijzondere hardheid leidt, af wijken van deze verordening.
2. Het bepaalde in het eerste lid wordt toegepast binnen de doelstelling van deze verordening.
Artikel 22. Inwerkingtreding en citeertitel1. Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2020 en vervalt op 30 juni 2024. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Huisvestingsverordening Vlieland 2020.