Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hollands Kroon

Urgentieverordening Hollands Kroon 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHollands Kroon
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUrgentieverordening Hollands Kroon 2020
CiteertitelUrgentieverordening Hollands Kroon 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 4, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014
  3. artikel 7 van de Huisvestingswet 2014
  4. artikel 9 van de Huisvestingswet 2014
  5. artikel 10 van de Huisvestingswet 2014
  6. artikel 11 van de Huisvestingswet 2014
  7. artikel 12 van de Huisvestingswet 2014

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Beleidsregels Urgentieverordening Hollands Kroon 2020

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-202031-12-2023Nieuwe verordening

28-11-2019

gmb-2020-165883

Nummer 14.1

Tekst van de regeling

Intitulé

Urgentieverordening Hollands Kroon 2020

 

De raad van de gemeente Hollands Kroon,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2019;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 4, eerste lid, aanhef en onder a, 7 en 9 tot en met 12, van de Huisvestingswet 2014;

 

besluit vast te stellen de Urgentieverordening Hollands Kroon 2020:

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • a.

    wet: Huisvestingswet 2014;

  • b.

    woningcorporatie: toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet die feitelijk werkzaam is in de gemeente;

  • c.

    vergunninghouder: vreemdeling die in Nederland een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd en als gevolg daarvan een verblijfsvergunning heeft ontvangen als bedoeld in artikel 8, onderdeel a, b, c, of d, van de Vreemdelingenwet 2000.

Artikel 2. Indeling in een urgentiecategorie

  • 1.

    Woningzoekenden met een huishoudinkomen lager dan de bij artikel 16 lid 1 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 bepaalde inkomensgrens, die voldoen aan het bepaalde in artikel 10, tweede lid, van de wet, en die dringend woonruimte nodig hebben, kunnen bij burgemeester en wethouders een verzoek indienen om indeling in een urgentiecategorie met verstrekking van de volgende gegevens:

    • a.

      naam, adres, woonplaats, geboortedatum, nationaliteit en, indien van toepassing, de verblijfstitel van de verzoeker;

    • b.

      aantal personen waaruit het huishouden van de verzoeker bestaat, en

    • c.

      aanduiding van de urgentiecategorie en de motivering hiervan;

    • d.

      indien de aanvraag op grond van medische of sociale redenen wordt gedaan, wordt een onafhankelijk deskundigenadvies overlegd;

    • e.

      urgenten die vallen in de urgentiecategorie vergunninghouders (artikel 2 lid 2 onder c van deze verordening) zijn vrijgesteld van het indienen van een aanvraag.

  • 2.

    Voor indeling in een urgentiecategorie komen slechts in aanmerking meerderjarige:

    • a.

      woningzoekenden die verblijven in een voorziening voor tijdelijke opvang van personen, die in verband met problemen van relationele aard en geweld hun woonruimte hebben verlaten;

    • b.

      woningzoekenden die mantelzorg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 verlenen of ontvangen;

    • c.

      vergunninghouders als bedoeld in artikel 28 van de wet;

    • d.

      woningzoekenden die in een acute noodsituatie verkeren;

    • e.

      woningzoekenden die op grond van medische of sociale redenen dringend woonruimte nodig hebben;

    • f.

      ex-gedetineerden, in het kader van het convenant Re-integratie van (ex)-gedetineerden1;

    • g.

      woningzoekenden die vanuit een instelling terugkeren in de maatschappij, zoals vanuit Beschermd Wonen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders weigeren de indeling in een urgentiecategorie indien de aanvrager niet voldoet aan de volgende criteria: 

    • a.

      de aanvrager staat ingeschreven als woningzoekende in de gemeente waar de voorrang wordt aangevraagd;

    • b.

      de aanvrager is minimaal 1 jaar ingeschreven als inwoner van de gemeente waar de voorrang wordt aangevraagd, of, indien sprake is van de categorieën genoemd onder lid 2, onder a, f of g, de aanvrager direct voorafgaand aan het betreffende verblijf minimaal 1 jaar ingeschreven stond als inwoner van de gemeente waar de voorrang wordt aangevraagd;

    • c.

      de aanvrager kon het huisvestingsprobleem niet redelijkerwijs voorkomen of redelijkerwijs op een andere wijze oplossen;

    • d.

      er is sprake van een urgent huisvestingsprobleem;

    • e.

      het huisvestingsprobleem kon niet worden voorkomen of kan worden opgelost door gebruik te maken van een voorliggende voorziening;

    • f.

      het aan de aanvraag ten grondslag liggende huisvestingsprobleem is niet ontstaan als gevolg van een verwijtbaar doen of nalaten van aanvrager of een lid van zijn huishouden;

    • g.

      de aanvrager is in staat om in zijn bestaan of in de kosten van bewoning van zelfstandige woonruimte te voorzien;

    • h.

      de aanvrager heeft de 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag niet eerder tot indeling in een urgentiecategorie aangevraagd;

    • i.

      in de 24 maanden voorafgaand aan de aanvraag hebben burgemeester en wethouders niet eerder een besluit op een aanvraag tot indeling in een urgentiecategorie van dezelfde aanvrager genomen.

  • 4.

    Bij de beoordeling van het verzoek om indeling in een urgentiecategorie laten burgemeester en wethouders zich adviseren door een woningcorporatie.

  • 5.

    Bij de beoordeling van het verzoek om indeling in een urgentiecategorie kunnen burgemeester en wethouders zich laten adviseren door een door hen aan te wijzen instantie.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels vaststellen over de beoordeling van een aanvraag.

  • 7.

    De beschikking tot indeling in een urgentiecategorie vermeldt in ieder geval:

    • a.

      naam, adres en woonplaats van de woningzoekende;

    • b.

      datum waarop het verzoek om indeling in een urgentiecategorie door burgemeester en wethouders is ontvangen, en

    • c.

      de urgentiecategorie waarin de woningzoekende is ingedeeld, en

    • d.

      het zoekgebied.

Artikel 3. Intrekken, vervallen of wijzigen urgentiecategorie

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de beschikking tot indeling in een urgentiecategorie intrekken indien de woningzoekende:

    • a.

      niet langer als woningzoekende als bedoeld in artikel 2 is aan te merken;

    • b.

      bij zijn aanvraag gegevens heeft verstrekt, waarvan hij wist of kon vermoeden dat deze onjuist of onvolledig waren, of

    • c.

      een aanbod voor een passende woning heeft geweigerd.

  • 2.

    Een woningzoekende kan, al dan niet op zijn verzoek, in een andere urgentiecategorie worden ingedeeld als gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven. Hij ontvangt dan een nieuwe beschikking, onder intrekking van de oude beschikking.

  • 3.

    De beschikking tot indeling in een urgentiecategorie vervalt 26 weken na verstrekking van de beschikking. Burgemeester en wethouders kunnen de beschikking eenmalig verlengen met een periode van 26 weken.

Artikel 4. Aanwijzing vergunningplichtige woonruimte

De volgende categorie goedkope woonruimte, met uitzondering van standplaatsen voor woonwagens, mogen alleen door woningzoekenden die zijn ingedeeld in een urgentiecategorie voor bewoning in gebruik worden genomen of gegeven als daarvoor een huisvestingsvergunning is verleend:

woonruimten in eigendom van woningcorporaties waarvan de huurprijs lager is dan de huurtoeslaggrens als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag, en waarvan de betreffende woningcorporatie heeft beoordeeld dat sprake is van een stabiele buurt.

Artikel 5. Verlening urgentievergunning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen een urgentievergunning aan woningzoekenden met een beschikking tot indeling in een urgentiecategorie.

  • 2.

    De urgentievergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      aanduiding van de woonruimte waarop de vergunning betrekking heeft;

    • b.

      naam van de persoon aan wie de vergunning is verleend;

    • c.

      aantal personen dat de woonruimte in gebruik neemt, en 

    • d.

      uiterste datum van ingebruikneming van de woning.

Artikel 6. Rangorde woningzoekenden

  • 1.

    Als op grond van de wet of deze verordening meerdere woningzoekenden met voorrang in aanmerking komen voor een huisvestingsvergunning, wordt de rangorde als volgt bepaald:

    • a.

      als eersten komen in aanmerking woningzoekenden zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder d, en onder e, van deze verordening;

    • b.

      als tweeden komen in aanmerking woningzoekenden die verblijven in een voorziening voor tijdelijke opvang van personen, die in verband met problemen van relationele aard en geweld hun woonruimte hebben verlaten, en

    • c.

      als derden komen in aanmerking woningzoekenden die mantelzorg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 verlenen of ontvangen, en

    • d.

      als vierden komen in aanmerking de overige urgentiecategorieën.

  • 2.

    Als meerdere woningzoekenden met dezelfde rangorde voor voorrang in aanmerking komen, dan gaan woningzoekenden met een eerder afgegeven beschikking tot indeling in een urgentiecategorie voor op woningzoekenden met een later afgegeven beschikking. Daarna komen de andere woningzoekenden in aanmerking, in volgorde van de datum van afgifte van de beschikking tot indeling in een urgentiecategorie.

  • 3.

    Als op grond van het eerste lid meerdere woningzoekenden met dezelfde rangorde in aanmerking komen, wordt de vergunning door loting toegewezen aan één van deze woningzoekenden.

  • 4.

    Als voor een bepaalde woonruimte geen woningzoekende met voorrang in aanmerking komt, dan wordt de woning volgens het reguliere woonruimteverdelingsbeleid toegewezen.

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020 en vervalt op 31 december 2023.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Urgentieverordening Hollands Kroon 2020.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 november 2019.

 

De voorzitter

 

De griffier