Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regel subsidie vrijwillige inzet voor elkaar |
Citeertitel | Nadere regel subsidie vrijwillige inzet voor elkaar |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-06-2022 | Uitbreiding subsidiabele activiteiten | 07-06-2022 | |||
01-07-2021 | 13-06-2022 | Wijziging nadere regel | 15-06-2021 | ||
01-07-2020 | 01-07-2021 | rectificatie van Gemeenteblad 2020, nr. 164597 | 16-06-2020 | ||
30-06-2020 | 01-07-2020 | Nadere regel subsidie vrijwillige inzet voor elkaar | 16-06-2020 |
Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;
- gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Utrecht;
De gecombineerde Voortgangsrapportage en Uitvoeringsagenda Wmo 2019-2020
Samen verder werken aan een zorgzame en toegankelijke stad: Transformatieagenda Meedoen naar Vermogen, oktober 2016
De gecombineerde Voortgangsrapportage en Uitvoeringsagenda Jeugd 2019-2020
De visie versterken sociale basis (2018)
De Sportnota sportief en gezond 2017-2023
Maatschappelijke Initiatief Onder Dak (2016)
Visie en uitvoeringskader Welzijnsaccommodaties in zelfbeheer (2013)
Utrechtse Regenboogagenda 2019-2022
Actieagenda Utrechters schuldenvrij 2019
Meerjarenplan (digi)Taal is de Basis (2019)
Agenda en uitvoeringsprogramma ‘Utrecht voor iedereen toegankelijk’ (2020)
De Utrechtse Onderwijs agenda 2019-2022 “Utrecht groeit met je mee” (2020)
Besluit vast te stellen de Nadere regel subsidie vrijwillige inzet voor elkaar.
De gemeente streeft naar een sterke sociale basis in de stad. Dat raakt aan alle aspecten van het dagelijks leven: ontmoeting, onderwijs, opvoeding, werk en inkomen, gezondheid, zorg en welzijn, wonen enzovoort. Een sterke sociale basis bestaat uit actieve inwoners die zich vrijwillig inzetten voor elkaar, de buurt en de stad plus een basisinfrastructuur die daarop aansluit. Daarnaast is zorg (bijvoorbeeld van het buurtteams of de aanvullende zorg) beschikbaar voor wie dat nodig heeft. Dit samenspel tussen de zorg, de basisinfrastructuur en wat inwoners en (vrijwilligers)organisaties bijdragen, willen we verder versterken en verbeteren.
Deze nadere regel faciliteert activiteiten die bijdragen aan de volgende doelen:
Deze nadere regel richt zich specifiek op het ondersteunen en mogelijk maken van vrijwillige inzet voor elkaar, het versterken van gemeenschapskracht en het faciliteren van organisaties met een sterk netwerk in de leefwereld van kwetsbare inwoners. We kunnen bovengenoemde doelen alleen bereiken met de actieve betrokkenheid van vrijwilligers en inwoners.
Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond
Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast door middel van de subsidiestaat.
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
De gemeente subsidieert activiteiten die grotendeels tot stand komen door vrijwillige inzet en die zich richten op:
Het ondersteunen van inwoners in een kwetsbare situatie waardoor zij zelfredzamer worden of beter kunnen meedoen. Hierbij geven we prioriteit aan vrijwillige hulp en ondersteuning die gericht is op één of meer van de volgende gebieden:
kinderen en jongeren stimuleren om zich breed te ontwikkelen ter bevordering van gelijke kansen, waarbij de verbinding wordt gelegd tussen hetgeen er op de (Brede) school en in de buurt gebeurt.
Activiteiten met als primaire doel bijles gericht op een bepaald schoolvak of toets-/ examentraining komen niet voor subsidie in aanmerking.
Subsidieaanvragen voor activiteiten met raakvlakken met meerdere bovenstaande subsidiabele activiteiten worden ook in behandeling genomen, zolang deze passen binnen de doelstellingen van deze Nadere regel subsidie vrijwillige inzet voor elkaar.
In Utrecht werken alle organisaties volgens onze leidende principes. U hanteert bij het uitvoeren van de activiteiten deze leidende principes.
Verplichting aan de uitvoering van de activiteiten:
Ad 5b: voor activiteiten waarmee een brugfunctie wordt vervuld richting (aanvullende) zorg of sociale basisinfrastructuur kan naast de coördinatie van inzet van vrijwilligers door een betaalde kracht ook professionele inzet in de uitvoering gefinancierd worden. Als vrijwillige inzet in de uitvoering helemaal ontbreekt, verwachten wij cofinanciering.
Artikel 6 Eisen aan de subsidieaanvraag
Aan de subsidieaanvraag worden een aantal eisen gesteld.
A) Een activiteitenplan waarin u de volgende vragen beantwoordt:
Voor welke subsidiabele activiteit(en) (zie artikel 5 a t/m d) u subsidie aanvraagt:
Welke inwoners u met de activiteit(en) wilt bereiken:
8. Hoeveel inwoners wilt u bereiken en hoe bereikt u hen?
9. Voert u de activiteiten uit in een bepaalde buurt of wijk?
10. Richt u zich op een specifieke doelgroep en zo ja, waarom?
11. Met welke organisaties of bewonersgroepen werkt u samen?
13. Met welke samenwerkingspartners heeft u uw subsidieaanvraag afgestemd?
Met hoeveel vrijwilligers u de activiteiten gaat uitvoeren en hoe u hen daarbij ondersteunt:
14. Hoeveel vrijwilligersuren denkt u te realiseren?
15. Hoe ondersteunt u de vrijwilligers die de activiteiten uitvoeren?
16. Hoe borgt u de veiligheid van vrijwilligers en hulpvragers? (bijvoorbeeld een VOG, deze is bij het werken met kinderen verplicht)
B) Een sluitende begroting, met de kosten en inkomsten per activiteit. In uw begroting maakt u inzichtelijk hoe iedere activiteit is opgebouwd. U geeft in elk geval inzicht in:
Het beschikbare budget voor jaarsubsidies kan eventueel voor meerdere jaren worden verleend. Als u voor meerjarige subsidie in aanmerking wilt komen, moet u dat duidelijk in uw subsidieaanvraag aangeven. Dit kan voor maximaal 3 jaar. Bij uw subsidieaanvraag voegt u voor elk jaar een begroting toe.
Alleen als u subsidie vraagt voor activiteit 5 A2 (Buurtnetwerk)
Alleen als u subsidie vraagt voor activiteit 5 A3 (Wijkinformatiepunt)
Alleen als u subsidie vraagt voor activiteit 5b (brugfunctie):
Een intentieverklaring tot samenwerking met ten minste één organisatie van de (aanvullende) zorg of uit de sociale basisinfrastructuur. In deze verklaring is vastgelegd hoe u uw kennis en expertise overdraagt en met elkaar samenwerkt om de kloof tussen uw doelgroep en de organisatie uit de (aanvullende) zorg en de sociale basisinfrastructuur te verkleinen.
Alleen als u subsidie vraagt voor activiteit 5c (welzijnsaccommodatie in zelfbeheer):
Alleen als u subsidie vraagt voor activiteit 5d (digi)tale vaardigheden verbeteren:
Alleen als u subsidie vraagt voor activiteiten 5 A1 gericht op kinderen en jongeren stimuleren om zich breed te ontwikkelen en te oriënteren op de maatschappij, in aanvulling op hetgeen er op de (Brede) School gebeurt:
U omschrijft in uw aanvraag hoe wordt samengewerkt met de (brede) school/scholen, hiervoor dient een samenwerkingsdocument/activiteitenplan medeondertekend te worden door de betreffende school of scholen
Artikel 7 Indieningstermijn subsidieaanvraag
1. Er zijn twee termijnen voor het indienen van een subsidieaanvraag:
Artikel 8 Maximaal subsidiebedrag per aanvraag/aanvrager
Alleen voor de activiteit noodzakelijke kosten komen in aanmerking voor subsidie.
Wanneer een groep van inwoners (meerdere natuurlijke personen) de aanvraag indient, kan geen subsidie worden aangevraagd voor loonkosten.
Voor de activiteit zelfbeheerinitiatieven (artikel 5, onderdeel c) wordt het maximale subsidiebedrag per aanvraag mede bepaald door een aantal factoren. Dit zijn: de grootte en ligging van de accommodatie en de bezetting daarvan, doelgroep, mate van vrijwillige inzet en de verhouding tot de totale huisvestingkosten.
Artikel 9 Beoordeling subsidieaanvraag
De aanvragen die tijdig en volledig zijn ontvangen worden beoordeeld op grond van de maatschappelijke waarde. We hanteren hierbij de publieke waardendriehoek:
Vergelijking van de subsidieaanvragen gebeurt tussen aanvragen binnen eenzelfde categorie zoals beschreven in artikel 5 (a t/m d). Om de maatschappelijke waarde te kunnen beoordelen worden de aanvragen op basis van de volgende criteria beoordeeld en met elkaar vergeleken:
de mate van continuïteit in de uitvoering. Het voortzetten van en voortbouwen op bestaande waardevolle activiteiten krijgt in principe voorrang boven nieuwe aanvragen. Dit vraagt van betreffende organisaties en initiatieven om met hun activiteiten in te blijven spelen op nieuwe ontwikkelingen en trends, Ook is er ruimte voor nieuwe initiatieven die mogelijk ook een vernieuwend karakter hebben en goed aansluiten bij de vraag uit de stad;
Daarnaast kijken we bij de beoordeling naar de spreiding van de aanvragen over de verschillende subsidiabele activiteiten. Het budget wordt verdeeld op basis van de subsidieplafonds van de vier onderdelen (zie artikel 5 A t/m D). De subsidieplafonds worden gepubliceerd op de subsidiestaat. Van deze verdeling kan worden afgeweken als er onvoldoende aanvragen zijn op een bepaald onderdeel. Het budget wordt dan doorgeschoven naar de hoogst scorende aanvraag van de andere onderdelen. Voor onderdeel 5A wordt 5% van het totaal beschikbare deelbudget gereserveerd voor aanvragen voor de tweede termijn (voor activiteiten vanaf 1 juli).
Bij de besluitvorming wordt de volgende procedure gehanteerd:
De tijdig en volledig ontvangen aanvragen worden op basis van de in artikel 9 benoemde criteria beoordeeld en vervolgens met elkaar vergeleken. Subsidietoekenning gebeurt op basis van de waardering van de aanvraag, een goede spreiding over de stad en een goede spreiding over de inhoudelijke thema’s.
De beoordeling van de aanvragen gebeurt ambtelijk. Daarbij kan informatie worden opgevraagd bij vrijwilligers, (buurt)bewoners en experts.
Op basis van deze beoordeling besluit het college van b en w binnen 13 weken na de ontvangst van de complete aanvraag.
Het beleid voor deze Nadere regel subsidie vrijwillige inzet voor elkaar wordt periodiek geëvalueerd. Door tijdens de uitvoering van deze nadere regel te blijven reflecteren en leren zullen inzichten ontstaan die helpen om nog meer effect te bereiken. Jaarlijks wordt op basis van een eindrapportage en kwalitatieve gesprekken getoetst of de inzet bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen en wat nodig is om de activiteiten door te ontwikkelen. Dit doen wij in co-creatie met de subsidieontvangers, bewoners en betrokken partners. Wij maken gebruik van het Utrechts sturingsmodel om de sturing en verantwoording dynamisch en betekenisvol in te richten. Wij geven hier samen met onze partners invulling aan. We organiseren dialoogsessies om te reflecteren op de praktijk en daar samen van te leren. De evaluatie kan leiden tot budgettaire wijzigingen of aanpassing van het beleid en deze nadere regel
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
Deze nadere regel treedt in werking op datum van bekendmaking en wordt aangehaald als ‘Nadere regel subsidie vrijwillige inzet voor elkaar’. De ‘beleidsregel Informele zorg 2019-2020‘ (vastgesteld op 11 juli 2018), de ‘beleidsregel Buurtnetwerken en wijkinformatiepunten’ (vastgesteld op 1 oktober 2019) en de ‘beleidsregel Welzijnsaccommodaties in zelfbeheer’ (vastgesteld op 15 juli 2014) worden gelijktijdig ingetrokken.
Aldus is vastgesteld door burgemeesters en wethouders van Utrecht in hun vergadering van 16 juni 2020.