Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Breda

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda houdende regels omtrent tegemoetkoming ondersteuningsfonds chronisch zieken en gehandicapten (Beleidsregels tegemoetkoming Ondersteuningsfonds chronisch zieken en gehandicapten Breda 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBreda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda houdende regels omtrent tegemoetkoming ondersteuningsfonds chronisch zieken en gehandicapten (Beleidsregels tegemoetkoming Ondersteuningsfonds chronisch zieken en gehandicapten Breda 2020)
CiteertitelBeleidsregels tegemoetkoming Ondersteuningsfonds chronisch zieken en gehandicapten Breda 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels tegemoetkoming Ondersteuningsfonds chronisch zieken en gehandicapten Breda 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2020nieuwe regeling

16-06-2020

gmb-2020-164457

858421

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda houdende regels omtrent tegemoetkoming ondersteuningsfonds chronisch zieken en gehandicapten (Beleidsregels tegemoetkoming Ondersteuningsfonds chronisch zieken en gehandicapten Breda 2020)

Het college van burgemeester en wethouders van Breda,

 

Gelet op het bepaalde in de Participatiewet,

 

Besluiten de volgende beleidsregels vast te stellen,

 

Algemene bepalingen  

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    bijzondere bijstand: de bijstand, bedoeld in artikel 35 van de Participatiewet,

  • b.

    college: het college van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Breda;

  • c.

    eigen verantwoordelijkheid: de mate waarin de belanghebbende zelf verantwoordelijk is voor de bekostiging van zijn kosten, via voorliggende voorzieningen;

  • d.

    maatwerk: een tegemoetkoming die is afgestemd op de individuele situatie.

  • e.

    tegemoetkoming: bijzondere bijstand die op grond van deze beleidsregels wordt verstrekt bedoeld om extra kosten, gemaakt wegens ziekte of handicap, te dekken;

  • f.

    voorliggende voorziening: elke voorziening buiten de Wet waarop de belanghebbende of het gezin aanspraak kan maken, dan wel een beroep kan doen, ter verwerving van middelen of ter bekostiging van specifieke uitgaven, waaronder expliciet begrepen de collectieve zorgverzekering ‘Gemeenten Extra Uitgebreid’ aangeboden door CZ zorgverzekeringen;

  • g.

    Wet: de Participatiewet;

Artikel 2 Tegemoetkoming en individuele verstrekking

  • 1.

    Bijzondere bijstand is in principe mogelijk wanneer geen beroep op een voorliggende voorziening kan worden gedaan die, gezien haar aard en doel, door het college wordt geacht voor de belanghebbende toereikend en passend te zijn en;

    • a.

      sprake is van noodzakelijke kosten door bijzondere individuele omstandigheden;

    • b.

      geen sprake is van financiële draagkracht in inkomen en bescheiden vermogen;

    • c.

      het wettelijk kader ontoereikend is, maar op grond van individuele omstandigheden maatwerk geboden moet worden.

  • 2.

    In geval van tekortschietend besef van eigen verantwoordelijkheid kan de gevraagde tegemoetkoming gedeeltelijk of volledig worden geweigerd.

  • 3.

    Bij het vaststellen van het bedrag van de tegemoetkoming gelden de bedragen van de prijzengids van Nibud tot 70%, als maximale bedragen.

  • 4.

    Op de verstrekking van de tegemoetkoming, worden altijd de kosten die voor een ieder algemeen gebruikelijk zijn in mindering gebracht.

  • 5.

    De periodieke tegemoetkoming wordt toegekend voor de duur van maximaal één jaar.

Artikel 3 Draagkracht en draagkrachtperiode

  • 1.

    Geen draagkracht, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, sub c van deze beleidsregels, hebben huishoudens die een netto maandinkomen ontvangen tot 130% van het wettelijk minimumloon (afgeleid van de norm gehuwden) exclusief vakantiegeld en/of dertiende maand.

  • 2.

    De draagkrachtperiode vangt aan op de eerste dag van de maand waarin de tegemoetkoming wordt aangevraagd en heeft de duur van een jaar.

  • 3.

    De kostendelersnorm wordt niet toegepast bij een aanvraag om een tegemoetkoming ondersteuningsfonds chronisch zieken en gehandicapten. De van toepassing zijnde norm is de norm die zou gelden als er geen sprake was de kostendelersnorm.

Artikel 4 De aanvraag

  • 1.

    De in deze beleidsregels genoemde tegemoetkoming wordt slechts op aanvraag verstrekt. Kosten die zijn gemaakt voordat de aanvraag is ingediend, komen in principe niet voor een tegemoetkoming in aanmerking.

  • 2.

    Van het eerste lid van dit artikel kan worden afgeweken indien:

    • a.

      de aanvrager redelijkerwijs de aanvraag niet vooraf heeft kunnen indienen; of

    • b.

      indien er andere bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven om voor de reeds gemaakte kosten een tegemoetkoming te verstrekken.

  • 3.

    Wanneer het genoemde in het tweede lid van dit artikel zich voordoet kan een tegemoetkoming worden verleend met terugwerkende kracht tot maximaal 6 maanden.

  • 4.

    Vooruitlopend op de besluitvorming over een aanvraag kan een voorschot verleend worden.

  • 5.

    Indien op grond van het voorgaande lid een voorschot wordt verstrekt, zal dit verrekend worden bij toekenning en teruggevorderd bij afwijzing van de aanvraag.

Artikel 5 Uitbetaling

De tegemoetkoming wordt betaald nadat de betalingsbewijzen of (proforma) nota’s door het college zijn ontvangen.

Artikel 6 (Para)medische kosten voor chronisch zieken en gehandicapten conform deze beleidsregels

Voor een tegemoetkoming komen in principe de volgende (para)medische noodzakelijke kosten in aanmerking, indien de zorgverzekering geen voorliggende voorziening is:

  • a.

    de meerkosten van een medisch noodzakelijk dieet of aangepast voedsel;

  • b.

    de bijkomende kosten ten behoeve van dialyse bij nierpatiënten tot een maximum bedrag per maand;

  • c.

    de ten gevolge van langdurige ziekte of beperking ontstane meerkosten van slijtage van kleding en/of beddengoed ;

  • d.

    de ten gevolge van langdurige ziekte of beperking ontstane meerkosten van bewassing van kleding en/of beddengoed ;

  • e.

    de meerkosten van verwarming ten gevolge van een beperking of langdurige ziekte;

  • f.

    de meerkosten van medisch noodzakelijk aangepast schoeisel;

  • g.

    de in verband met alarmering hogere telefoonkosten.

Artikel 7 Zelfstandig functioneren chronisch zieken en gehandicapten

Voor een toelage komen in principe de volgende kosten in aanmerking, als zij noodzakelijk zijn om het zelfstandig functioneren van ouderen en mensen met een beperking te bevorderen :

  • a.

    de eigen bijdrage van dagopvang van ouderen;

  • b.

    de extra kosten verbonden aan een maaltijdvoorziening voor ouderen vanaf de pensioengerechtigde leeftijd;

  • c.

    de eigen bijdrage in de kosten van professionele alarmering, inclusief telefoonkosten;

  • d.

    de eigen bijdrage kinderopvang bij mantelzorg.Slotbepalingen

Artikel 8  

In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist de directeur namens het college.

Artikel 9  

De Beleidsregels tegemoetkoming Ondersteuningsfonds chronisch zieken en gehandicapten Breda 2015 worden ingetrokken.

Artikel 10  

  • 1.

    Voor aanvragen om bijzondere bijstand die zijn ingediend vóór inwerkingtreding van deze beleidsregels en waarop het college op een datum na inwerkingtreding beslist, geldt dat deze beleidsregels van toepassing zijn, tenzij toepassing van de oude beleidsregels gunstiger is voor belanghebbende.

  • 2.

    Indien reeds een draagkrachtperiode, welke doorloopt tot na 30 juni 2020, is vastgesteld, blijft de toegepaste draagkrachtberekening van toepassing, tenzij het een nieuwe aanvraag betreft die op of na 1 juli 2020 wordt ingediend.

Artikel 11  

  • 1.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels tegemoetkoming Ondersteuningsfonds chronisch zieken en gehandicapten Breda 2020’.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking een dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Breda van 16 juni 2020

, de burgemeester

, de secretaris

Algemene toelichting  

Een chronische ziekte kan zowel een lichamelijke als geestelijke aandoening zijn waarbij er geen uitzicht is op volledige genezing. Daarnaast gaat het om een ziekte die minimaal 6 weken tot 3 maanden duurt. De ziekteduur is meestal erg lang en heeft een wisselend beloop.

 

Een handicap is een aangeboren dan wel door ziekte of ongeval opgelopen beperking van lichamelijke, verstandelijke, psychische en /of sociale aard.

 

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) maakt onderscheidt tussen 4 typen chronische ziekten:

  • Levensbedreigende ziekten, zoals kanker of een beroerte

  • Aandoeningen die tot periodiek terugkerende klachten leiden, zoals astma en epilepsie

  • Aandoeningen die progressief verslechteren en invaliderend van aard zijn, zoals chronische hartfalen, reumatoïde artritis

  • Chronische psychische stoornissen, zoals persoonlijkheids- of angststoornissen.

Wat zijn de kenmerken van een chronische ziekte?

  • Het is aanhoudend en geen zicht op algeheel herstel

  • Blijvende invaliditeit, de ziekte duurt minimaal 3 maanden of een patiënt wordt er minstens 3x per jaar door belemmerd

  • Langdurig en intensief zorggebruik

  • Lichamelijke en geestelijke gevolgen, denk aan depressie of lichamelijke klachten

  • Stapsgewijs treden er steeds meer symptomen op

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Hoewel een tegemoetkoming vanuit het Ondersteuningsfonds chronisch zieken en gehandicapten Breda 2020 in feite bijzondere bijstand is, wordt dit niet zo genoemd. De Participatiewet en met name artikel 35 van deze wet is wel het wettelijk kader voor het beoordelen van een aanvraag en het toekennen van een tegemoetkoming uit dit fonds.

 

Artikel 2

Lid 1, sub c: De noodzaak of aannemelijkheid van de kosten moet blijken uit een onafhankelijk advies. Dus geen advies van een behandelend arts, of therapeut. Bij twijfel over de noodzaak van te maken kosten in verband met chronische ziekte of handicap kan advies van een extern deskundige opgevraagd worden. De kosten voor dit advies worden bekostigd uit het budget voor uitvoeringskosten dat deel uitmaakt van het totale budget voor het ondersteuningsfonds. Lid 2: Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid kan onder andere blijken uit het feit dat de aanvrager op de hoogte was van het bestaan van een voorliggende voorziening en in de gelegenheid is geweest daarop een beroep te doen, maar dat niet heeft gedaan. Met betrekking tot het beschouwen van de collectieve zorgverzekering ‘Gemeenten Extra Uitgebreid’ als voorliggende voorziening, kan in het eerste jaar coulant worden gehandeld.

 

Artikel 3

Lid 1: Wanneer het besteedbaar inkomen ten gevolge van een stapeling van kosten verband houdend met chronische ziekte of handicap lager is dan 130% van het wettelijk minimumloon, kan met deze stapeling rekening worden gehouden.

Anders dan bij de beoordeling van aanvragen voor bijzondere bijstand wordt bij de beoordeling van een tegemoetkoming ingevolge deze beleidsregels geen vermogenstoets gehanteerd.

 

Artikel 4

Lid 1: De aanvraag voor een tegemoetkoming wordt schriftelijk ingediend. Wanneer de aanvrager dit wenst wordt een mondelinge aanvraag ambtshalve op schrift gesteld. Lid 4: Daar waar, met name de periodieke kosten waarvoor een tegemoetkoming kan worden verstrekt dermate hoog zijn en in hoge mate van invloed zijn op het besteedbaar inkomen van de aanvrager, kan vooruitlopend op de besluitvorming een voorschot worden verstrekt.

 

Artikel 5

Lid 1: Lid 1 is niet van toepassing wanneer op grond van artikel 4, lid 4 een voorschot wordt verstrekt.

 

Artikel 6 en 7

De genoemde opsomming is niet limitatief.

De noodzaak of aannemelijkheid van de kosten moet blijken uit een onafhankelijk advies. Bij twijfel over de noodzaak van te maken kosten in verband met chronisch ziekte of handicap kan advies van een extern deskundige opgevraagd worden. De kosten voor dit advies worden bekostigd uit het budget voor uitvoeringskosten dat deel uitmaakt van het totale budget voor het ondersteuningsfonds.