Organisatie | Westervoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westervoort houdende regels omtrent de maatschappelijke ondersteuning (Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2020) |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze wijziging bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2021 | artikel 6, 8, 8a, 9 | 14-06-2021 | |||
15-09-2020 | 30-12-2021 | artikel 2 | 01-09-2020 | Z/20/067501 | |
01-07-2020 | 15-09-2020 | nieuwe regeling | 23-06-2020 | Z/20/067501 |
Artikel 2. Waardering mantelzorgers
Tot de doelgroep behoren de cliënten van de gemeente die minimaal één jaar een Wmo-maatwerkvoorziening ontvangen, alsmede de personen die geen maatwerkvoorziening ontvangen, omdat er in hun situatie reeds mantelzorg wordt verleend. Deze doelgroep ontvangt automatisch bericht voor het mantelzorgcompliment.
Het college bepaalt of er sprake is van gebruikelijke hulp aan de hand van het Protocol gebruikelijke hulp 2005 (van het CIZ).
Artikel 4. Huishoudelijke ondersteuning
Voor alle varianten huishoudelijke ondersteuning geldt dat deze pas kunnen worden ingezet daar waar eigen kracht van client, gebruikelijke hulp, mantelzorg en inzet van hun sociale netwerken niet afdoende zijn. Daarbij is sprake van langdurige fysieke beperkingen (> 6 weken) waardoor de inwoner niet zelf of met hierboven genoemde hulp in staat is een schoon en leefbaar huis te realiseren.
De huishoudelijke ondersteuning bestaat uit drie varianten;
De maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning; deze is gericht op
ondersteuning in de huishouding voor het geheel of gedeeltelijk overnemen van bepaalde huishoudelijke taken, waaronder het schoonhouden van de woonruimte, het verzorgen van de was en het bereiden van maaltijden en/of meer dan 150 minuten per week ondersteuning nodig.
Daarnaast gericht op het activeren van de inwoner zodat hij/zij een eigen huishouden kan voeren, het aanleren van huishoudelijke taken, stimuleren van de zelfredzaamheid van de inwoner in de huishouding via instructie en advies, organiseren en structureren van de dagelijkse huishoudelijke taken en bieden van ondersteuning bij regie.
Activeren van de inwoner zodat hij/zij een eigen huishouden kan voeren,
aanleren van huishoudelijke taken, stimuleren van de zelfredzaamheid via instructie, advies en voorlichting, organiseren en structureren van de dagelijkse huishoudelijke taken en dagelijks leven, regie voeren of ondersteunen bij regie voeren, overname van huishoudelijke taken wanneer activeren en aanleren niet mogelijk is. De medewerker COT heeft tevens een actieve signalerende functie t.a.v. de gezondheidssituatie, de leefomstandigheden en de sociale omgeving van de client.
Bedoeld voor zelfstandig wonende inwoners vanaf 18 jaar die vanwege zware en/of complexe problematiek onvoldoende of niet in staat zijn op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, mantelzorg of inzet van hun sociale netwerk, een schoon en leefbaar huis te realiseren. Er is sprake van sterk verminderde of geen eigen regie over het huishouden als gevolg van bijvoorbeeld verminderde sociale redzaamheid, gedragsproblemen en/of psychische stoornis.
Begeleiding basis is bedoeld voor
Begeleiding specialistisch is bedoeld voor
De maatwerkvoorziening groepsbegeleiding is begeleiding in groepsverband die overdag plaatsvindt op een locatie buiten de woonsituatie.
Groepsbegeleiding bestaat uit activiteiten waarbij de vaardigheden van een inwoner worden getraind of onderhouden zodat de cliënt zo lang mogelijk zelfstandig thuis kan blijven wonen.
Het gaat om vaardigheden voor het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden.
De activiteiten zijn gericht op
Het college bepaalt na onderzoek het aantal dagdelen groepsbegeleiding, met een maximum van 9 dagdelen per week. Een dagdeel bedraagt 3 tot 3,5 uur. Het maximum aantal dagdelen is afgeleid van het vervoer, gemiddeld aantal uren dat inwoners naar school gaan, studeren of betaalde arbeid verrichten. Voor ingezetenen boven de pensioengerechtigde leeftijd geldt een maximum van 6 dagdelen dagbesteding per week.
De maatwerkvoorziening activerend werk bestaat uit een oriëntatiefase en meerdere ontwikkelarrangementen, afhankelijk van op welke trede van de participatieladder de cliënt zich bevindt.
Activerend werk is bedoeld voor een inwoner in de leeftijdscategorie van 16 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd die een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft en wil participeren in de samenleving en daarbij ondersteuning nodig heeft. Hij /zij kan in aanmerking komen voor activerend werk als hij/zij een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft en een arbeidstraject, regulier werk of vrijwilligerswerk niet voldoende passend is voor het bereiken van het beoogde resultaat.
Artikel 8: Vervoersvoorzieningen
Een vervoersvoorziening is niet bedoeld voor vervoer naar werk of onderwijs. Verder zijn reizen, bestemmingen en reisdoelen uitgesloten waarbij de inwoner gebruik kan maken van eigen kracht of voorliggende voorzieningen, dit betreft in ieder geval:
Vervoer dat kan worden vervangen door bezoek, dienstverlening of levering aan huis (bijv. boodschappen).
NB: voor boodschappen wordt verwezen naar boodschappenservices die o.a. vanuit verschillende supermarkten worden aangeboden of (indien van toepassing) de algemene voorziening huishoudelijke ondersteuning.
Een vervoersindicatie ‘medische begeleider verplicht’ geeft recht op het meenemen van een tweede reiziger die de inwoner tijdens de rit begeleidt, zonder dat hiervoor extra kosten verschuldigd zijn. De tweede reiziger mag niet zelf in een rolstoel of scootmobiel reizen. De inwoner met deze indicatie mag geen ritten maken zonder een begeleider. De indicatie kan door de gemeente worden afgegeven als voorwaarde voor toegang tot het vervoer, uit overwegingen van veiligheid.
Een vervoersindicatie ‘sociaal begeleider’ geeft (alleen voor CVV) recht op het meenemen van een tweede reiziger tegen de helft van het tarief “OV-vervoer zonder ov-alternatief” van Avan. Deze indicatie is bedoeld voor inwoners die als gevolg van hun beperking soms wel en soms niet een begeleider nodig hebben. De gemeente volgt hierin de tarieven en voorwaarden die de BVO DRAN vaststelt voor de indicatie ‘sociaal begeleider’ van Avan.
Het enkele feit dat een inwoner door zijn beperking bij een bepaalde vervoerwijze (zoals lopen, fietsen, rijden op een scootmobiel of per openbaar vervoer) meer dan in een taxivoertuig last heeft van wind, regen, kou, zonlicht, allergenen, geluiden, drukte, of andere omstandigheden is geen grond om CVV toe te kennen.Een aantoonbare relatie met de beperking is vereist om op deze gronden voor CVV in aanmerking te komen. De inwoner wordt geacht :
Artikel 8a. Collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV)
De voorziening is beperkt tot het vervoersprobleem op lokaal en regionaal niveau (tot 25 kilometer van de woning), met een maximum van 1500 kilometer per jaar (kilometerbudget). Voor een vervoersprobleem op grotere afstand van de woning kan de gemeente een verklaring afgeven waarmee de inwoner toegang krijgt tot bovenregionaal gehandicaptenvervoer (Valys).
Artikel 9. Vervoer naar begeleiding groep
Vervoer naar groep is een aparte maatwerkvoorziening die als aanvullende bouwsteen op de maatwerkvoorziening groepsbegeleiding wordt verstrekt. Indien de inwoner kiest voor een locatie op een grotere afstand dan de dichtstbijzijnde passende locatie (zie artikel 6 lid 4 van dit besluit), dan regelt de inwoner het vervoer zelf en op eigen kosten.
In afwijking van lid 1 kan het college deze voorziening ook toekennen voor regelmatig vervoer naar een sociale werkplaats, activerend werk of vergelijkbaar, wanneer de inwoner daaraan deelneemt onder een voorziening op grond van de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning, onder voorwaarde dat die voorziening is toegekend met het oog op doorstroom naar een voorziening op grond van de Verordening Participatie
De eigen bijdrage voor deze voorziening, zoals bedoeld in artikel 12, lid 8 van de verordening, wordt berekend op basis van een bedrag per instap en een bedrag per kilometer, waarvan de hoogte wordt vastgesteld door de BVO DRAN op basis van de regionale tarieven voor openbaar vervoer per bus. De eigen bijdrage:
De voorziening wordt alleen ingezet naar groepsactiviteiten met een starttijd van 10:00 of 13:00 en met een eindtijd van 13:00 of 16:00. In afwijking hiervan kan de Plusbus afspraken maken met de zorgaanbieder over afwijkende start- en eindtijden per deelnemer ten bate van efficiënte inzet van voertuigen en vrijwilligers.
De eigenaar-bewoner, die een woonvoorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereed melding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning als gevolg van de aangebrachte woonvoorziening dient volgens een door het college vastgesteld afschrijvingsschema te worden terugbetaald, uitgaande van een jaarlijkse waardedaling van 10% gerekend vanaf het eerste jaar van de realisering van de woonvoorziening.
Het college kan een of meerdere artikelen van dit Besluit buiten toepassing laten of daarvan afwijken, indien dit lijdt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 13. Intrekking oude regeling
Bij inwerkingtreding van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2020 wordt het op 12 maart 2018 vastgestelde Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2018 ingetrokken.
Aldus vastgesteld op ……… te Westervoort.
Burgemeester en wethouders van Westervoort,
P. Breukers
secretaris
A.J. van Hout
burgemeester
Het Uitvoeringsbesluit Wmo 2018
Stelt regels ter uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015.
Artikel 2. Waardering mantelzorgers
NB. Invulling en besluitvorming artikel 2 waardering mantelzorgers vindt plaats na raadsbesluit 6 juli 2020.
Mantelzorg wordt in de wet als volgt gedefinieerd: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie beschermd wonen of opvang, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie en niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.
Mantelzorg overstijgt in tijd en/of intensiteit, wanneer het door inwonende partners, kinderen of andere huisgenoten wordt geleverd, het niveau van gebruikelijke hulp. Waar gebruikelijke hulp in de wet als volgt wordt gedefinieerd: “hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten.” Anderzijds kan mantelzorg ook door niet inwonende familieleden of personen uit het netwerk van de persoon worden geleverd. Bijvoorbeeld door uitwonende kinderen, vrienden of andere personen uit het sociaal netwerk van de persoon.
Voor mantelzorg kan, in tegenstelling tot gebruikelijke zorg, in principe wel ondersteuning of zorg worden geïndiceerd. Dit impliceert dat als de mantelzorg zou wegvallen er wel ondersteuning en/of zorg wordt verstrekt. Het college bepaalt voor hoeveel professionele zorg en ondersteuning, vallend onder de wet, iemand in aanmerking komt.
In de Geactualiseerde ledenbrief Wmo 2015, Modelverordening en Modelbesluit (16 september 2014) van de VNG is over de grenzen aan de omvang van ondersteuning, voor dagbesteding het volgende opgenomen: “Voor dagbesteding geldt in de AWBZ het maximum van 9 dagdelen per week voor personen tot de pensioengerechtigde leeftijd. Een dagdeel bedraagt 3 tot 3,5 uur. Het maximum aantal dagdelen is afgeleid van het vervoer, het gemiddeld aantal uren dat een gezond persoon naar school gaat, studeert of betaalde arbeid verricht. Voor ouderen vanaf de pensioengerechtigde leeftijd is het maximum voor dagopvang 6 dagdelen per week. Voor individuele begeleiding bedraagt het aantal uren maximaal 24,9 uur per week.”