Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westervoort

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westervoort houdende regels omtrent de maatschappelijke ondersteuning (Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWestervoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westervoort houdende regels omtrent de maatschappelijke ondersteuning (Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2020)
CiteertitelBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Westervoort/628315/CVDR628315_1.html
  2. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-09-2020artikel 2

01-09-2020

gmb-2020-234796

Z/20/067501
01-07-202015-09-2020nieuwe regeling

23-06-2020

gmb-2020-163824

Z/20/067501

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westervoort houdende regels omtrent de maatschappelijke ondersteuning (Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2020)

Het college van de gemeente Westervoort,

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2019

 

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2020.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    Dit besluit verstaat onder:

    • a.

      het Besluit: het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2020;

    • b.

      de Verordening: de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2019;

    • c.

      de wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

  • 2.

    Alle begrippen die in dit Besluit worden gebruikt en die niet nader omschreven worden, hebben dezelfde betekenis als in de wet, de Verordening en het (landelijke) Uitvoeringsbesluit Wmo 2018.

Waardering mantelzorgers

Artikel 2. Waardering mantelzorgers

  • 1.

    De blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bedraagt € 100,00 per jaar en wordt jaarlijks door het college uitgekeerd aan de mantelzorger.

  • 2.

    Tot de doelgroep behoren de cliënten van de gemeente die minimaal één jaar een Wmo-maatwerkvoorziening ontvangen, alsmede de personen die geen maatwerkvoorziening ontvangen, omdat er in hun situatie reeds mantelzorg wordt verleend. Deze doelgroep ontvangt automatisch bericht voor het mantelzorgcompliment.

  • 3.

    De cliënt wijst één mantelzorger aan, die de waardering ontvangt.

  • 4.

    Om in aanmerking te komen voor het geldbedrag moet de cliënt het aanvraagformulier inleveren bij de gemeente. Jaarlijks wordt bekend gemaakt hoe dit moet.

  • 5.

    Per cliënt wordt maximaal één blijk van waardering per kalenderjaar toegekend en uitbetaald.

Maatwerkvoorzieningen

Artikel 3. Gebruikelijke hulp

Het college bepaalt of er sprake is van gebruikelijke hulp aan de hand van het Protocol gebruikelijke hulp 2005 (van het CIZ).

Artikel 4. Huishoudelijke ondersteuning

Voor alle varianten huishoudelijke ondersteuning geldt dat deze pas kunnen worden ingezet daar waar eigen kracht van client, gebruikelijke hulp, mantelzorg en inzet van hun sociale netwerken niet afdoende zijn. Daarbij is sprake van langdurige fysieke beperkingen (> 6 weken) waardoor de inwoner niet zelf of met hierboven genoemde hulp in staat is een schoon en leefbaar huis te realiseren.

 

De huishoudelijke ondersteuning bestaat uit drie varianten;

  • 1.

    algemene voorziening huishoudelijke ondersteuning ; deze is gericht op

    • a.

      ondersteuning in de huishouding voor het geheel of gedeeltelijk overnemen van bepaalde huishoudelijke taken, waaronder het schoonhouden van de woonruimte, het verzorgen van de was en het bereiden van maaltijden.

    • b.

      bedoeld voor zelfstandig wonende inwoners vanaf 18 jaar met een beperking die in staat zijn om de medewerker huishoudelijke ondersteuning zelf aan te sturen en regie te voeren, waarbij uitgegaan wordt van de eigen verantwoordelijkheid van de inwoner en

    • c.

      voor wie niet meer dan 2,5 uur (150 minuten) per week ondersteuning noodzakelijk is.

      De zorgaanbieder bepaalt met de inwoner hoeveel uur met een maximum van 2,5 uur nodig is.

  • De algemene voorziening is voorliggend aan de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning.

  • 2.

    De maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning; deze is gericht op

    • a.

      ondersteuning in de huishouding voor het geheel of gedeeltelijk overnemen van bepaalde huishoudelijke taken, waaronder het schoonhouden van de woonruimte, het verzorgen van de was en het bereiden van maaltijden en/of meer dan 150 minuten per week ondersteuning nodig.

      Daarnaast gericht op het activeren van de inwoner zodat hij/zij een eigen huishouden kan voeren, het aanleren van huishoudelijke taken, stimuleren van de zelfredzaamheid van de inwoner in de huishouding via instructie en advies, organiseren en structureren van de dagelijkse huishoudelijke taken en bieden van ondersteuning bij regie.

    • b.

      bedoeld voor zelfstandig wonende inwoners/ clienten vanaf 18 jaar met een beperking die zelf niet de (volledige) regie kunnen voeren en ondersteuning/sturing nodig hebben bij de uitvoering van het huishouden.

    • c.

      Om vast te stellen of een inwoner aan lid 2 a en/of b voldoet, voert het college een onderzoek uit.

    • d.

      Het college bepaalt het aantal in te zetten uren hulp bij het huishouden op basis van de richtlijnindicatie-advisering MO-zaak 2011.

  • 3.

    De combi-ondersteuning thuis (COT);

    Met het combineren van huishoudelijke ondersteuning en begeleiding door een zorgverlener, ontstaat het geïntegreerde aanbod van Combi-ondersteuning thuis (COT).

     

    Deze combi-ondersteuning is, naast de maatwerkvoorziening Huishoudelijke ondersteuning,

    gericht op

  • a.

    Activeren van de inwoner zodat hij/zij een eigen huishouden kan voeren,

    aanleren van huishoudelijke taken, stimuleren van de zelfredzaamheid via instructie, advies en voorlichting, organiseren en structureren van de dagelijkse huishoudelijke taken en dagelijks leven, regie voeren of ondersteunen bij regie voeren, overname van huishoudelijke taken wanneer activeren en aanleren niet mogelijk is. De medewerker COT heeft tevens een actieve signalerende functie t.a.v. de gezondheidssituatie, de leefomstandigheden en de sociale omgeving van de client.

  • b.

    Bedoeld voor zelfstandig wonende inwoners vanaf 18 jaar die vanwege zware en/of complexe problematiek onvoldoende of niet in staat zijn op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, mantelzorg of inzet van hun sociale netwerk, een schoon en leefbaar huis te realiseren. Er is sprake van sterk verminderde of geen eigen regie over het huishouden als gevolg van bijvoorbeeld verminderde sociale redzaamheid, gedragsproblemen en/of psychische stoornis.

  • c.

    Om vast te stellen of een inwoner aan lid 3 a en b voldoet, voert het college een onderzoek uit.

  • d.

    Het college bepaalt het aantal in te zetten uren hulp bij het huishouden op basis van de richtlijnindicatie-advisering MO-zaak 2011, zoals omschreven in de Verordening.

Artikel 5 Begeleiding

  • a.

    De maatwerkvoorziening begeleiding basis is gericht op

  • inwoners activeren en aanbrengen dagstructuur

  • inwoners stabiel houden ; op orde brengen of handhaven van de situatie.

  • oefenen en toepassen van praktische vaardigheden samen met de inwoner om achteruitgang te voorkomen.

  • Ondersteunen bij het regelen/overnemen van dagelijkse/praktische bezigheden (financiën, dagstructuur, zelfstandig wonen, participatie, sociale contacten, gezondheid/persoonlijke verzorging etc.)

  • Ondersteuning mantelzorg

Begeleiding basis is bedoeld voor

  • inwoners met alleen een verstandelijke , lichamelijk/somatische of geriatrische beperking.

  • inwoners vanuit doelgroep GGZ en NAH, al dan niet in combinatie met een verstandelijke

    beperking , waarbij sprake is van een zelfredzaamheidsvraagstuk en een groot deel van

    onderstaande criteria van toepassing is.

  • -

    Gedrag van de inwoner is redelijk constant

  • -

    Beperkt regieverlies en/of beperkte gevolgen voor het dagelijkse leven

  • -

    Situatie is redelijk voorspelbaar

  • -

    Inwoner is nog redelijk actief

  • -

    Inwoner heeft redelijk inzicht in eigen beperking ziekte

  • -

    Er is sprake van stabiel medicatiegebruik

  • b.

    De maatwerkvoorziening begeleiding specialistisch is gericht op

  • Blijven meedoen in de maatschappij bij ernstig regieverlies

  • En/of het overbruggen tot een behandelingstraject

  • En/of het methodisch trainen van vaardigheden volgend op behandeling

  • En/of ontwikkelingsgericht trainen van vaardigheden met behulp van methodische interventies.

Begeleiding specialistisch is bedoeld voor

  • inwoners vanuit doelgroep GGZ en NAH, al dan niet in combinatie met een verstandelijke beperking , waarbij sprake is van een zelfredzaamheidsvraagstuk en een groot deel van onderstaande criteria van toepassing is

  • -

    De inwoner vertoont zeer regelmatig onvoorspelbaar gedrag

  • -

    De situatie is onvoorspelbaar; de inwoner is zeer snel (psychisch) uit balans (met bijv. psychoses tot gevolg)

  • -

    Bij ernstig regieverlies en grote gevolgen voor het dagelijks leven

  • -

    Inwoner is veelal passief/ zeer beperkt actief

  • -

    Inwoner heeft geen of beperkt ziekte-inzicht

  • -

    Inwoner moet nog leren omgaan met veranderingen in bijvoorbeeld medicatiegebruik.

Artikel 6 groepsbegeleiding

  • 1.

    De maatwerkvoorziening groepsbegeleiding is begeleiding in groepsverband die overdag plaatsvindt op een locatie buiten de woonsituatie.

    Groepsbegeleiding bestaat uit activiteiten waarbij de vaardigheden van een inwoner worden getraind of onderhouden zodat de cliënt zo lang mogelijk zelfstandig thuis kan blijven wonen.

    Het gaat om vaardigheden voor het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden.

     

    De activiteiten zijn gericht op

    • Het doorbreken van het sociaal isolement

    • Activering van de inwoner

    • Ontlasting van de mantelzorger of de persoon die de gebruikelijke zorg levert

    • Behouden of bevorderen van de zelfredzaamheid

    • Het leren omgaan met fysieke cognitieve of sociale beperkingen

  • 2.

    Groepsbegeleiding is bedoeld voor inwoners met verstandelijke, zintuiglijke, lichamelijke, psychische en/of geriatrische (dementie) beperking waarbij sprake is van een zelfredzaamheidsvraagstuk:

    • Die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt of

    • De pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt en waarvoor activerend werk niet

      passend is of

    • Waarvan de mantelzorger structureel te zwaar belast is.

  • 3.

    Het college bepaalt na onderzoek het aantal dagdelen groepsbegeleiding, met een maximum van 9 dagdelen per week. Een dagdeel bedraagt 3 tot 3,5 uur. Het maximum aantal dagdelen is afgeleid van het vervoer, gemiddeld aantal uren dat inwoners naar school gaan, studeren of betaalde arbeid verrichten. Voor ingezetenen boven de pensioengerechtigde leeftijd geldt een maximum van 6 dagdelen dagbesteding per week.

Artikel 7 Activerend werk

De maatwerkvoorziening activerend werk bestaat uit een oriëntatiefase en meerdere ontwikkelarrangementen, afhankelijk van op welke trede van de participatieladder de cliënt zich bevindt.

  • 1.

    Activerend werk oriëntatie is gericht op inwoners die zich op trede 1 t/m 4 van de participatieladder bevinden inzicht te geven in de wensen en mogelijkheden ten aanzien van werk (oriëntatiefase).

  • 2.

    Vervolgens is het ontwikkeltraject erop gericht dat de inwoner zich ontwikkelt naar een hogere trede op de participatieladder, afhankelijk van diens mogelijkheden.

  • 3.

    Activerend werk is bedoeld voor een inwoner in de leeftijdscategorie van 16 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd die een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft en wil participeren in de samenleving en daarbij ondersteuning nodig heeft. Hij /zij kan in aanmerking komen voor activerend werk als hij/zij een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft en een arbeidstraject, regulier werk of vrijwilligerswerk niet voldoende passend is voor het bereiken van het beoogde resultaat.

  • 4.

    Activerend werk bestaat uit een aanbod van ontwikkeling arrangementen/ gestructureerde activiteiten of werkzaamheden buitenshuis die, afhankelijk van de persoonskenmerken van de inwoner, gericht zijn op

    • -

      Het opdoen van arbeidsvaardigheden en ervaring

    • -

      Maatschappelijke (her)integratie

    • -

      Het toe leiden naar betaald werk, eventueel met aanvullende uitkering of instrumenten van UWV of Werk& Inkomen of is gestart met een beroepsopleiding met studiefinanciering.

    • -

      Het stabiliseren van het dagelijkse leven

    • -

      Voorkomen van sociaal isolement

  • 5.

    Activerend werk uurtarief is inclusief een onkostenvergoeding (dus ook vervoer) voor de inwoner.

  • 6.

    Voor activerend werk wordt geen eigen bijdrage/abonnementstarief opgelegd.

Artikel 8. Vervoer met collectief vraagafhankelijk vervoer

  • 1.

    Collectief vraagafhankelijk vervoer is een voorziening bedoeld voor reizen met sociaal-recreatieve doeleinden die de inwoner niet zelfstandig met het reguliere openbaar vervoer gebruik kan maken.

  • 2.

    Collectief vraagafhankelijk vervoer is niet bedoeld voor situaties waarin de cliënt recht heeft op vervoer of vergoeding van vervoer vanuit andere regelingen, zoals vervoer naar dagbesteding, dagbehandeling, onderwijs, werk of (in bepaalde gevallen) naar behandelingen in een ziekenhuis.

  • 3.

    Degene die in aanmerking komt voor collectief vraagafhankelijk vervoer ontvangt voor het gebruik daarvan een vervoerspas.

  • 4.

    De vervoerspas geeft recht op reizen met collectief vraagafhankelijk vervoer tegen een verlaagd tarief dat vergelijkbaar is met de kosten van openbaar vervoer.

  • 5.

    Het gebruik van het vervoer tegen het verlaagde tarief is gebonden aan een aantal voorwaarden, waaronder een maximaal gebruik per jaar (toegekend vervoersbudget 1500 km en indien men zich in de directe woonomgeving zelfstandig met een vervoermiddel kan verplaatsen een maximaal toegekend 750 km per jaar) en een maximale reisafstand per rit van 25 km per rit.

  • 6.

    Het college kan beleids/uitvoeringsregels vaststellen om de vervoersvoorziening af te stemmen op de behoefte van de individuele klant, bijvoorbeeld met een aangepast vervoersbudget, dan wel een vervoersvariant.

Artikel 9 vervoer naar dagbesteding of activerend werk

  • 1.

    Het college draagt zorg voor het noodzakelijk vervoer zodat de inwoner gebruik kan maken van de dagbesteding op locatie of activerend werk op een door het college aangewezen locatie.

  • 2.

    De inwoner heeft geen recht op vervoer naar de dagbesteding of locatie van het activerend werk als:

    • a.

      hij/zij zelfstandig lopend, al dan niet gebruik kan maken van een loophulpmiddel, de dagbesteding of locatie activerend werk kan bereiken of zelfstandig met een vervoermiddel of openbaar vervoer kan reizen; of

    • b.

      hij/zij met beschikbare hulp van personen uit zijn sociale netwerk of vrijwilligers kan reizen of op een andere manier kan worden begeleid;

    • c.

      na een bepaalde periode van training blijkt dat de inwoner, al dan niet gebruik makend van een hulpmiddel, kan deelnemen aan het reguliere openbaar vervoer.

Artikel 10. Woonvoorziening

De eigenaar-bewoner, die een woonvoorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereed melding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning als gevolg van de aangebrachte woonvoorziening dient volgens een door het college vastgesteld afschrijvingsschema te worden terugbetaald, uitgaande van een jaarlijkse waardedaling van 10% gerekend vanaf het eerste jaar van de realisering van de woonvoorziening.

Artikel 11. Respijtzorg

Een mantelzorger die vanwege dreigende overbelasting de ondersteuning (tijdelijk of op termijn) niet kan voortzetten of waarvan aannemelijk is dit op korte termijn niet meer te kunnen, kan aanspraak maken op respijtzorg.

Slotbepalingen

Artikel 12. Hardheidsclausule

Het college kan een of meerdere artikelen van dit Besluit buiten toepassing laten of daarvan afwijken, indien dit lijdt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13. Intrekking oude regeling

Bij inwerkingtreding van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2020 wordt het op 12 maart 2018 vastgestelde Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2018 ingetrokken.

Artikel 14. Overgangsrecht

  • 1.

    Op beschikkingen die zijn genomen voor de inwerkingtreding van dit besluit blijft het Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2018 die in werking is getreden op 12 maart 2018 van toepassing tot een beschikking op basis van dit besluit ervoor in de plaats treedt.

  • 2.

    In het geval van een herzien besluit wordt de beschikking genomen op grond van dit besluit.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2020 en na bekendmaking.

Artikel 16. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2020.

Aldus vastgesteld op ……… te Westervoort.

Burgemeester en wethouders van Westervoort,

P. Breukers

secretaris

A.J. van Hout

burgemeester

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2020

Artikel 1. Begripsbepalingen

Het Uitvoeringsbesluit Wmo 2018

Stelt regels ter uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015.

 

Artikel 2. Waardering mantelzorgers

 

NB. Invulling en besluitvorming artikel 2 waardering mantelzorgers vindt plaats na raadsbesluit 6 juli 2020.

 

Mantelzorg wordt in de wet als volgt gedefinieerd: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie beschermd wonen of opvang, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie en niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.

 

Mantelzorg overstijgt in tijd en/of intensiteit, wanneer het door inwonende partners, kinderen of andere huisgenoten wordt geleverd, het niveau van gebruikelijke hulp. Waar gebruikelijke hulp in de wet als volgt wordt gedefinieerd: “hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten.” Anderzijds kan mantelzorg ook door niet inwonende familieleden of personen uit het netwerk van de persoon worden geleverd. Bijvoorbeeld door uitwonende kinderen, vrienden of andere personen uit het sociaal netwerk van de persoon.

 

Voor mantelzorg kan, in tegenstelling tot gebruikelijke zorg, in principe wel ondersteuning of zorg worden geïndiceerd. Dit impliceert dat als de mantelzorg zou wegvallen er wel ondersteuning en/of zorg wordt verstrekt. Het college bepaalt voor hoeveel professionele zorg en ondersteuning, vallend onder de wet, iemand in aanmerking komt.

 

Artikel 5. Dagbesteding

In de Geactualiseerde ledenbrief Wmo 2015, Modelverordening en Modelbesluit (16 september 2014) van de VNG is over de grenzen aan de omvang van ondersteuning, voor dagbesteding het volgende opgenomen: “Voor dagbesteding geldt in de AWBZ het maximum van 9 dagdelen per week voor personen tot de pensioengerechtigde leeftijd. Een dagdeel bedraagt 3 tot 3,5 uur. Het maximum aantal dagdelen is afgeleid van het vervoer, het gemiddeld aantal uren dat een gezond persoon naar school gaat, studeert of betaalde arbeid verricht. Voor ouderen vanaf de pensioengerechtigde leeftijd is het maximum voor dagopvang 6 dagdelen per week. Voor individuele begeleiding bedraagt het aantal uren maximaal 24,9 uur per week.”